mm,
[ARMS
n
on
Zaterdag 8 September 1917.
32tB Jaargang N°. 2318.
Md
voor tie Zniilliollandsclie en Zeeuwsclie Eilanden.
o
Eerste Blad.
«kering
iden
HOC SIGNO VINCES
No. 7354.
I0IJK.
Tegenwoordig Burge
meester zijn!
RECHTZAKEN.
OP DEN UITKIJK.
UIT DE PERS.
i en Fatten,
en, Falpbakken,
en GEWAPEND
12695
a
a
"ken.
inboedels enz.
9741
tatftJk.
Goedereede
-rotterdam.
An tirevo lutionair
Deze Courant versohijnt eiken Woensdag en Zaterdag, I UITGEVERS:
Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. 50 Cent bij vooruitbetaling.! W. BOEKHOVEN Zonen,
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar. SOMMELSDÏJK.
Afzonderlijke nummers 5 Cent. Telefooa Smtereomm. Mo.
Advertentiën S2*/2 Cent per regel. Reclames 25 par regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regell.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan de tifitgreveis.
j
Het ambt is tegenwoordig geen sine
cure d. i. een ambt zonder bezigheden
en ieder, die zelfs maar oppervlakkig
zijn werk gadeslaat, mag wel bedenken,
dat men met allerlei gemurmuzeer en
gemor zijn levenslust vergalt, en ver
gallen moet.
O, jadie naam klinkt zoo mooi, al
deugt er ook niets van. In heel ouden
tijd heette hij Burg-meester, wat
slechts Slot- of Kasteelvoogd beteekent,
d. i. orde en rustbewaarder in en rond
om 't slot of de Burg. Toen bij de burch
ten de steden ontstonden, kregen ze ook
't recht om in die steden de orde* te
handhaven, maar gingen zich toen noe
men magistri civum of meesters der
burgers, wat heel wat anders was. Op
't oude stadhuis te Amsterdam staat dan
ook boven den ingang hunner kamer;
Burger-meesters kamermaar zè waren
waarlijk de meesters-der-burgers niet
vaak 't tegendeel.
Daar komt nog bij, dat in den ouden
tijd een burgert iets anders was dan
nutoen was hij een Burg- of Slotbe.r
woner, een Burgzaat, een Bourgeois;
later werd de naam overgebracht op een
stadbewoner of Urbanus en ook op den
dorpsbewoner of Rusticus, en tegen
woordig spreekt men heel algemeen van
den Burgerstand, er mee bedoelende
noch stadbewoner, noch Dorpsbewoner,
maar die stand, welke tusschen Boer en
Patriciër inligt, dus Middelstand met
allerlei beroepen, ambten, bedrijven, ne
ringen en hanteeringen, die meer dan
»arbeiderijc zijn of meer dan »werklie-
dendienst prestoeren.
heeft gekeken wat daar te doen en te
leeren is.als dat alles waar is in
normale jaren, hoeveel te meer nu, al
is 't ook, dat hij als Rijkskruier meer
dan ooit dienst doet. Geen wonder, dat
velen reeds, op leeftijd, hebben bedankt
als Burgemeester en anderen huiverig
zijn om er thans naar te dingen.
Het Burgemeesterschap is een beroep
geworden, waarop men zich niet alleen
op deugdelijke wijze heeft voor te berei
den, maar dat heden den dagelijkschen-
mensch-in-kracht opeischt. De koppen
koel, zei iemand. En dat geldt voor een
waarlijk met zijn Gemeente meelevend
burgemeester, tenzij hij 't langs zijn
kouwe kleeren laat afzakken. Maar dan
komen de klachten van Gedeputeerde
Staten in, zooals in 1915, toen hem
bleek, bij verschillende kasopnemingen
dat niet steeds de regelen van een richtig
comptabel beheer in acht genomen wer
den en dat ook veel Gemeentebesturen
zich, geen juist beeld gevormd hadden
van de verhouding tusschen de admi
nistratieve gevolgen der getroffen maat
regelen en de betrekkelijke voorschriften
der Gemeentewet. Die maatregelen lie
pen over den verkoop van vischde
brood- en varkensvleeschvoorziening
de groentenvoorziening en de onderstand
van Belgische vluchtelingen, plus de
voorschotten, die de Gemeenten deden
uit de Gemeentekas voor Militie, Land
weer, Landstorm en Inkwartiering.
Voeg bij dit alles nu de steeds meer
dere ontwikkeling van electriciteits- en
gasbedrijf. Van waterleiding en telefoon.
Van tram en grondbedrijf. Van haven
bedrijf, dokken, bruggen enz. enz. Neen,
waarlijk, 't Burgemeestersambt is geen
sinecure.
Allerlei vraagstukken vanfinancieelen
en economischen en socialen aard zijn
en komen aan de orde Vooral de finan-
tienleeningen, met renten en aflossin
gen én belastingen om die finantien te
doen kloppengemeentebegrootingen,
die men niet kan presenteeren aan de
Ged. Staten, zonder soms op de vingers
getikt te worden, ze kloppen, maar met
welke trucs zijn ze in mekaar gezet.
Technische vooruitgang is er op alle ge
bied maar een Burgemeester van onzen
tijd kan daartegenover geen stommetje
spelen, al zijn er ook commissies van
bijstand voor dit en dat te benoemen
en al is er specialiseering en verdeeling
van arbeid onder de Raadsleden en Wet
houders. Een Wethouder van Onderwijs;
van Publieke werken;,van Finantien
enz. alles goed en welmaar de
Burgemeester is 't Hoofd der Gemeente
en hij moet er wat van weten, alis't
nu nog nog niet 't naatje van de kous.
Geen wonder, dat er tegenwoordig
gevraagd wordt om flink onderlegdeop
geleide burgemeestersom mannen van
administratieve kennis en finantieel be
heer om mannen van óók wetskennis
en nog breedere opleiding dan 't gemeen
tehuis geven kan; mannen met diploma's
van De Nederlandsche Vereeniging van
Gemeentebelangen; mannen met diplo
ma's van den Bond van Gemeentenaren
mannen opgeleid aan de Universiteit of
minstens door rechtsgeleerden aan par
ticuliere inrichtingen of instituten ver
bonden, die theoretische en praktische
opleiding geven in. de Gemeente-admi
nistratie. Men vraagt van 't Rijk een
opleidingsschool voor Gemeente-ambte
naren met minima- en maxima-eischen.
Een school door Gemeentelijke bijdragen
in eenige provincie gesticht, om daar
voor Burgemeester te studeeren, is ook
verongelukte student; maar man van
kennis begeert mendie ook de Volks-
Hotel Restaurant
„HET GOUDEN HEET",
Gedenepte Boerenstelger 63A, 63B
DINERS SO cent en hooger.
LOGIES MET ONTBIJT
sropriëtair R. C. F. i i LEE-ïoom
liet door teder aanbevolen adres.
ziel onderzoekt en daarmee rekent, die
menschenkennis beeft en ook wat Get
ters gekauwde En daarbij nog een be
kwame Secretaris. O jadan marcheert
't Gemeenteleven wel. Want ook van
deze wordt zeer veel geëischt in dezen
tijd
1 - -
10798
^er-
O
H
a
H
PS
H
to!
J
^s, Vloer- en wand-
Mastie, Zoutzuur,
(tie.
ibrengst van pl.m.
bevelend,
als boven.
2,05 6,05
2,19 6,19
2,26 I 6,26
2,39
2,49
3,02
3,07
3,15
3,25
3,55
6,0!
6,39
6,49
7,02
7,07
7,15
7,30
8,—
10,05
Iltgensplaat.
4,45
6,50
7,20
3,40
7,41
3,4 S
7,49
3,53
4,06
7,53
8,06
4,16
8,16
4,29
8,29
8,36
4,36
4,50
8,50
npagnon", die hem
agen had.
het oordeel!"
gansch andere pe
dagen zijner jeugd
zijn ziel gezonken
tbonden en wat hij
ij ze niét.
vrouw" wenschte
e was opgevoed in
slagen geloofsloos-
eerste notie van de
vens, van God en
e hij.
erend vuur
.woordig: woorden
geen dertig jaar
dden geopenbaard
en moesten zijn in
aan en catechisatie
seling indachtig en
overjas aan.
n," mompelt hij.
ouw wel gelijk,
g zoeken; 't al te
depressie over zijn
ouwburg
er op kantoor al
ze geven 'n echt
succes
obeeren
eetje met de
n jarig is en die
nóg enkele goede
avondpartijtje met
r na
nedie zijn 1
Wordt vervolgd.
rantsoenen dooi de gebruikelijk
kan worden geleverd.
Die winkeliers hebben zich echter a
tot aflevering van koffie of thee aan bi
boeren over te gaan, ter gemeente-se
te vervoegen, alwaar hun zal worden
gedeeld hoe zij daarbij hebben te ha
Sommelsdijk 6 Sept. 1917,
De Burgemeester voornoet
J. TIMMERMAN Mzn. L.
Arrondlssements Rechtbank te Rott
Zitting van Dinsdag 4 Septembe
De 67-jarige A. v. d. M., bierhuishot
melkslijter te Oostvoorne, zou, op 4 1*
Brielle aan den melkverkooper j. B
een hoeveelheid melk geleverd hebb
volle zoete melk, terwijl hij zou hebb
weten, dat die melk met toegevoegd
vervalscht was.
Bekl. ontkende. Hij verklaarde geen
aan de melk te hebben toegevoegd t
niet te weten, hoe en door wie er wal
toegevoegd was.
De directeur van den Rijkskeurings
te Brielle verklaarde, dat bij scheii
onderzoek 16 pet. toegevoegd water
melk was aangetroffen.
Ter zake van het afleveren van dri
ren, wetende, dat deze vervalscht zijn
vervalsching verzwijgende, eischte he
zes weken gevangenisstraf.
De 25-jarige melkverkooper P. D.
te Vierpolders had op 4 Mei aan den
slijter J. Poot een hoeveelheid melk g<
als volle'zoete melk, terwijl hjj gewei
hebben, dat die melk met water ven
was.
Bij scheikundig onderzoek was er
toegevoegd water in de melk gévond
Ter zake van het opzettelijk afleve:
drinkwaren, wetende, dat deze vervals
en die vervalsching verzwijgende, eïsi
O. M. zes weken gevangenisstraf.
De 37-jarige A. O., huisvrouw van gevraagd. Neen I geen protectie meer van
p *- «j-- een onbenulligen jonkheer of baron of
P., melkslijtster te Vierpolders, ha
Mei eveneens aan den melkslijter J.
12451 Direot nabij de Heofdateeg,
Reétepckun.
f 1.25, f 1.50 en f 1.76
Tel. No. 1532 Aanbevelend,
't Gaat nü voor velen bang worden.
En menigeen zal met zekere schaamte
terugdenken aan wat er in dezen onafzien-
baren oorlogstijd met en in ons land zooal
is gebeurd.
Herinnert men zich Augs. '14 nog?
Misschien niet: wij leven snel.
Hoe toen bange vreeze de harten vervulde,
dat de oorlogsvlam ook naar óns land zou
overslaan en dat zij ook bij óns verteren zou
al 't geen vele jaren van noesten arbeid had
den opgebouwd I
Denk terug aan die eerste weken.
De bedehuizen stroomden voi, ook als in
de week de gemeente afzonderlijk samenkwam
om den Heere aan te roepen tegen den groo-
ten, dreigenden nood.
Daarna kwam er meer kalmte.
Al was het een wonder in onze oogen't
wondere gebeurde toch, maar en ons vader
land bleef gespaard. De pralriebrand, die Eu
ropa doorvloog ging rakelings langs onze
vaderlandsche erve heen, maar niemand onzer
werd zelfs maar een haar op het hoofd ge
zengd, ja de „gestranden" kwamen nog on
gedeerd in het vaderland terug.
Er kwam rust in de gemoederen.
Af en toe nog eens een plotselinge op
schrikking, als er een valsch gerucht door
het land vloogeen schrik waaruit wel bleek
hóé diep er de vrees heeft ingezeten bij ons
volk, maar 't bezonk.
Wij werden het oude volk weer.
Zéér moeilijk uit 't lood te slaan.
En straks sloegen we in een ander uiterste
over; zonken weer weg in onze oudvader-
landsche onaandoenlijkheid; meenden bij de
meest verontrustende berichten, dÜt het wel
zou overgaan en velen kregen zoo ongeveer
't gevoel over zich, dat wij op den vrede
waren geabonneerd.
Niet allen natuurlijk.
Gods volk weet het wel beter.
Zij hebben geleerd eiken dag uit dé hand
huns Gods te levenzij belijden en weten
het, hoe zij nergens recht of aanspraak op
hebben, noch als personen, nog als kerk, nog
als natie en dat zij dus eiken dag uit genade
van 't gegevene leven moeten.
Daarom blééf hun gebed opgaan.
En de Heere heeft het verhoord I
Daarmee wil ik nu niet zeggen, dat ook
het vrome volk zich in dit opzicht niets te
verwijten zou hebben.
„Wij struikelen dagelijks in veie 1"
En wie God kent zal moeten toegeven, dat
er een groot verschil is tusschen zijn gebed
in dien allereersten tijd, toen de gebeurte
nissen nog bezig waren zich te ontwikkelen
èn later, toen zij zich zoo ontwikkeld had
den, dat Nederland buiten schot bleef.
Daar kwam toen de voorspoed bij.
In velerlei opzicht een ongezonde voor
spoed, waarmee een volk nu juist niet is
geluk te wenschen.
„Oorlogswinst" is geen gezonde winst.
Daarmee wil ik niét uitspreken 't mag
in onze dagen weieens worden gezegd
dat iedereen die O.-W. gemaakt heeft zich
op minder eerlijke, of ook maar cp minder
nette wijze heeft verrijkt. Er is een groot
onderscheid in dezen
„Ongezonde" winst beteekent iets anders.
De O.-W. is voor 't grootste deel gemaakt
door een same doop van omstandigheden,
waarvoor de gelukkige, die haar opving in
zijn schoot, weinig meer hoefde te doen dan
de bestóénde omstandigheden om te buigen
tot zijn eigen voordeel.
Soms op schurkachtige, niet zeidén ook
op volmaakt wettige en geoorloofde wijze.
Maar ieder zal toch toestemmen dat de én-
ergieke fabrikant, die na jarenlangen stagen
arbeid er zijn artikel in werkte, of de ont-
ginner die van onvruchtbaren zandgrond een
„bloedenden bongerd" maakte, of de schrijver
die na jaren van moeizame studie een we
reldberoemd boek schrijft, veel méér "de
vruchten plukken van hun eigen werk (voor
zoover daarvan onder menschen sprake kan
zijn) en dat hun winst veel eer „gezond"
heeten mag dan die van den plotseling rijk
gevlogen O.-W.-er.
Veel „ongezonde" voorspoed dus.
Die in kwaden zin terugwerkte op het mo
reel van ons volk.
De spotteekenaar moge zijn kleuren te schel
genomen hebben, toen hij de twee rijkbe-
ringde, dikbuikige, protsige groot-sjache-
vaars afbeelde, die den oorlog „een goed
zaakje" vonden, (éts van die idee sloop toch
vergiftigend in veler hart.
Nederland was dan toch maar goed af.
Nu, ja! 't kostte ons 'n bóm centen.
Die mobilisatie was peperduur.
Doch er stond tegenover, dat groote troe
pen grof verdienden.
Men kan er de „smokkelaars" nog buiten
laten en hen sluiten „buiten de zedelijke ge
meenschap der natie".
Neeth, 't eerlijke, fatsoenlijke deel, dat niet
gemokkeld heeft, omdat het nooit in de ge
legenheid was, omdat het njet durfde en,
gelukkigook nog, omdat het er zonde in
zag.
Ook dat deel ging 't veelszins goed.
Met name de beide eerste jaren.
En dat niet alleen den boerenhun winst
heeft men maar al te vaak belachelijk ver
groot, of liever, men heeft door onbekend
heid met het bedrijf veel te weinig gelet op
de hoogere pacht- en bedrijfskosten die er
tegenover stonden.
Op allerlei terrein is extra-winst gemaakt,
met name de eerste twee jaren.
't Werkte zorgeloosheid in de hand.
Een gansch éndere stemming dan in Augs.
'14 begon zich van de geesten meester te
maken.
Nu ja't was oorlog alomme
Maar wij hadden 't dan toch in dien oor
logstijd zoo kwaad nog nietóns rolden vele
zegeningen in den schootde reusachtige on
kosten, die ons anders zouden doen piepen, lij
ken onwillekeurig „klein" in zulk een „groo-
ten" tijd neen, het ging Holland nog
niet zoo slecht
Het leven werd wufter dan ooit.
De plaatsen van vermaak in de groote
steden zaten avond aan avond overvol en
waar de heeren spullebazen de provincieste
den en 't platteland afreisden, daar kregen
ze van heinde en ver druk bezoek.
De titels der stukken zeiden al genoeg,
wat er werd gezocht.
„Loop naar den duivel 1" ging honderden
keeren en onder de lasterlijkste toespelingen
werd zelfs een der vele nieuwe plaatsen van
vermaak „De Hel" genoemd.
Ook het christenvolk heeft reden tot ver
ootmoediging en ook voor óns klemt .de
vraag, of wij den ernst en den nood der tij
den voldoende hebben verstaan.
Die ernst en nood klemmen.
Wat zullen wij eten Waarmee zullen wij
ons kleeden? Waarmee ons warmen?
Dat worden bange vragen 1
„Bezorgd" mogen ze den christen niet
maken. Maar wél geven zij reden om alle
zorgeloosheid af te schudden, en bovenal
om ons te verootmoedigen onder de slaande
hand Gods.
Mocht óns voorbeeld het kind der wereld
nog tot nadenken en tot inkeer brengen
UITKIJK.
Concentratie van krachten.
Over die samenwerking en algemeene toe
wijding geeft de Nieuwe Haagsche Courant
een artikel. Er wordt bovendien op gewezen,
dat de strijd voor hen, die Christus als hun
Koning belijden, 'straks na den oorlog zwaar
der zal worden dan voorheen.
„Men ziet voor oogen, hoe de leugen al
meer de wereld overheerscht, en hoe de
valsche schijn door duizenden voor het
wezen wordt aangezien.
De wiereldstrijd, hoewel hij in wezen
niets anders is als een strijd om de wereld
hegemonie met egoïstisch-nationale econo
mische oogmerken, wordt nu althans door
een der partijen, als een kamp voor vrijheid,
recht en democratie.
En waarlijk, er zijn er, die er inloopen.
Die zich door groote woorden laten beet
nemen, die idealen toeschrijven aan lieden,
welke de menschheid schier opzettelijk in
den afgrond helpen storten.
Daarbij hebben dan sommigen nog den
treurigen moed, om deze wereldverschrik
king op naam der Christenen te schuiven,
't Lijkt wel iets op wat Nero deed, die
Rome in brand stak en den Christenen er
de schuld van gaf.
Wij meenden nog altijd, dat in de ver
schillende Kabinetten der oorlogvoerende
mogendheden allerminst de geest van Chris
tus den toon aangaf, dat veeleer in elk
land het Christenvolk op den achtergrond
staat, en dat de mannen van de „Bescha
ving" en „Kultur" den scepter zwaaiden,
steunend voor een groot deel op de mach
tige materialistische partijen der sociaal
democratie, die in vele landen tot de sterkste
behooren.
Toch durft men het aan, misbruik ma
kende van dén algemeenen Christennaam
(in tegenstelling met Joden, Heidenen en
Mohammedanen) de machthebbers der vol
ken en de volken zelf, die den oorlog ont
ketenden als „Christenen" in den positie
ven zin des woords voor te stellen".
Die voorstelling acht het blad absoluut
onjuist. De oorlogsdrijvers, ook ten onzent,
zitten daar waar men van den positieven
Christelijken godsdienst niet veel hebben
moet.
Daarom komt tot de Christenen, tot hen
die den Christus belijden als den Zone
Gods, de dure roeping om al hun krachten
voor de toekomst te concentreeren.
Het gaat hoe langer hoe meer, onder den
valschen schijn van voor de nooden des volks
op te komen, den weg op van het ni Dieu
ni Maitre, van de loochening van alle sou-
verein gezag.
Alle vastigheden, die de volken staande
houden, worden ondermijnd, en het zou
waarlijk geen wonder zijn, indien straks
burgeroorlog volgde op den oorlog der
volken. In Rusland kan men daarvan zelfs
wel zeker zijn, omdat men daar niet den
weg van krachtige nationale hervormingen,
maar dien der revolutie betreden heeft,
waarvan het eerste gevolg is, dat er een
chaotische toestand is ontstaan. De gevol
gen daarvan zullen eerst recht openbaar
worden, als straks hoe lang moet het
nog duren een constitueerende ver
gadering door middel van algemeen man
nen- en vrouwenkiesrecht zal zijn saam
geroepen, een vergadering welke geen enkel
fundament zal hebben, om op te bouwen.
Maar ook elders komen de meest revo
lutionaire denkbeelden tot uiting. Zelfs heeft
ln Engeland reeds iemand de gedachte
geopperd, om dat land een republikeinschen
regeeringsvorm te geven. Het dagblad), de
Times, ,'t voornaamste blad van Londen
nam een brief op, waarin dit denkbeeld
werd aangegeven.
Alles wordt op zijn kop gezet tegenwoor
dig. Eerst lieten de volkeren zich door de
leiders in den oorlog storten en tegen elkan
der ophitsen; nu laten niet weinigen zich
warm maken tegen het gevestigd gezag door
menschen, die in troebel water willen vis-
schen. Noodig is bovenal krachtige handha
ving van het wettig gezag en steviging van
den volksinvloed, op wettige wijze zich uitend,
om aan de uit den oorlog ontstane moeilijk
heden het hoofd te bieden.
De volken, die door den oorlog geleerd
hebben wat het zeggen wil elkander te
haten, kunnen, mits goed geleid, grooten
invloed uitoefenen in 't belang van duur-
zamen vrede.
Werpen zij zich echter in de armen der
revolutie, dan zal de twintigste eeuw een
der verschrikkelijkste worden, die het
menschdom ooit beleefd heeft.
Tegen die revolutie hebben alle Chris
tenen zich schrap te zetten. Maar tevens
hebben zij te aanvaarden een van breeden
zin getuigend programma, dat langs anti
revolutionairen weg tracht te bereiken ook
'n betere internationale verhouding, geba
seerd op het recht èn dat niet schroomt
om op sociaal gebied den strijd aan te
binden tegen alle economische machts
usurpatie en het op te nemen voor de ont
wikkeling van zulke toestanden, welke be-
vordelijk ?ijn voor de welvaart van alle
maatschappelijke kringen.
Het moet er bij de volkeren, en ook bij
ons volk, ingehamerd worden, dat revolutie
en oorlog de natiën verderven; en dat alleen
gerechtigheid een volk verhoogt. Daartoe
moeten de Christenen hun krachten concen
treeren alle man moet aan het werk voor
de geestelijke, zedelijke en stoffelijke vrijma
king des volks langs anti-revolutionairen weg.
De Kerkhervorming.
Met 't oog op 't vierde eeuwfeest der kerk
hervorming, 31 Oct. 1917, maakt men zich
van alle kanten op om ons volk op de gees
telijke krachten te wijzen, die de hervorming
ax «k 'TiiatÜÜÉi
IÉ