'Tweede Blad Zaterchg 2§ Augustus 1917. No. <2511 Twee 'Bladen SËSasS Oorloy. iEiElÜO NIEUWS. GEMEENTERAAD. BINNENLAND. 6? '£\j 0 m INHOC'SIGNOWSES Ml-.; summer bestaat -ait Sociale ellende Sociale strijd O, we schrijven er zoo dikwijls over we spreken er zoo vaak over. Maar ook al te vaak denken we er niet over na, gaat het ons voorbij. Hoe komt dat Wordt het dan overdreven Wordt dat alies dan niet te kras afgemaald; met al te donkeren blik bekeken Nee, dat niet. Er is wel degelijk ellende, diepe ellende zelfs, veel meer dan wij vermoeden, veel meer dan wat te beschrijven is. D'r is strijd; d'r is ellende. Daardoor worden zooveel gedreven naar de utopiën van het Socialisme, dat alles zoo mooi voorspiegelt. Als dat er maar is, dan is de ellende uit. Dan wordt het zooiets als een Iuilekker landHoe r ullen ze bedrogen uitkomen Die honderden arbeiders en arbei dersvrouwen, ze snakken naar verbetering van hun lot, maar, helaas! ze zoeken niet, waar het te vinden is. Ze vragen het niet Hem, die alle nooden kent en ziet; die weet wat van Hem wordt gevraagd, nog eer, men Hem bidt! Zijn er dan zulke, die het Hem vragen Gelukkig, driewerf gelukkig, ja! Van die arbeidersvrouwen, die ondanks ellende, ondanks moeite en zorgen het hoofd omhoog dragen, omdat zij weten, dat Hij voor haar zal zorgen! Sinds eenige maanden bestaat er'n maand blad, getiteld Christelijk Vrouwenleven, 't Is een mooi tijdschrift, maar wat duur. Het moest goedkooper zijn, opdat het nog meer onder onze vrouwen kwam, die ontwikkeling zoozeer noodig hebben. In het jongste nummer van het blad levert de bekende Johanna Breevoort een keurig opstel over onze arbeidersvrouwen, ik kan niet nalaten de lezers van „Maas- en Schel- debode" iets er uit te citeeren. Weinige, heel weinige zuilen onder ze zijn, die het blad lezen. En hoewel citaten vervelend zijn, geef ik dit keer een tamelijk lang. 't Is zoo schoon gezegd 1 Eerst de zaak, waarover het gaat. Met an dere woorden een antwoord op de vraag „Wat is een arbeidersvrouw?" Hoor,- hoe mooi Johanna Breevoort het zegt „Met arbeidersvrouw bedoel ik de vrouw uit de volksbuurten, die leeft in nauwe straten, in bedompte huizen. De vrouw, die in haar één- of tweekamer woningen haar huishoudentje te redderen heeft en haar kinderen op te voeden. Die bij nacht werk van haar man haar kroost overdag rustig moet houden, of de straat opjagen. De vrouw, die zorgen moet, dat haar kinderen 's morgens in het klein bestek, waar sommigen zeifs geen plaats aan tatel kunnen vinden, elkaar niet in het haar vliegen, wier kleinsten schreien door on voldoende voeding of te groote vermoeid heid der zoogende moeder. De vrouw, die elke week haar beddegoed uit de bedste den moet sleepen, omdat in de overigens droge woning de matrassen nat worden door den stoom in huis, veroorzaakt door wasschen en koken en waschgoed over lijntjes boven de kachel drogen. De vrouw, in één woord, die met twaaf tot zestien honderd centen vele monden open te hou den heeft, een man moet voeden, die zwaar lichaamswerk verricht en een huur moet verwonen, die volstrekt niet overeenkomt met haar inkomen." Hoe mooi gezegdHoe fijn en juist zijn de toestanden hier geteekend. We weten dus nu, wat Johanna Breedervoort onder arbei dersvrouwen verstaat en mijn iezers zullen wel niet duidelijker kunnen définieeren. Maar zegt Johanna Breevoort met andere woorden, dan ik ze hier neerschrijf: Mijn arbeidersvrouw is, versta mij welis een Christin. En dat zegt alles. Want veel meer heeft zij voor op een arbeidersvrouw, die ronddoolt zonder God op de wereld. Waarom ?j Hoor maarHet woord is weer aan J. B. „De Christin-arbeidersvrouw heeft een horizon, waar het voor een mensch zon der God grauwe duisternis is. Dit aardsche leven is het voornaamste niet. Goddank nietIntegendeel, het is maar 'n klein ge deelte van het eeuwig bestaan." Dan volgt in bedoeld tijdschrift het tweede argument. De Christelpe arbeidersvrouw „wil zich offeren ais een levend dankoffer. Het zonde-besef, alles te hebben verbeurd, maakt haar nederig en weinig eischer.d". En dan het derde. Dat is, dat zij onder alies, wat zij doet, al is het nog zoo een voudig (J. B. noemt aardappelschillen, vloer- boenen) tracht te ieven met een goede consciëntie. „Dus doet zij alles goed en trouw en zui nig, want er mag niets verloren gaan. Ze bedisselt haar kleine huishouden met ernst, heeft geen tijd haar kostbare uren te ver babbelen, bij de buren te klagen. Vanzelf rijst haar leven op hooger peil." Vervolgens beschouwt zij haar kinderen niet als slachtoffers van het proletarisme, maar als panden, haar door God toebetrouwd. Ten vijfden, vindt Johanna Breevoort, dat „ondanks al de zorgen en al de omringende herrie rust in haar leven komt. De inner lijke rust straalt naar buitendat geeft den vermoeiden werkman een gevoel van vre dige aangenaamheid. Zij heeft een God, wien zij haar zorgen klaagt, vanzelf treft de arbeider, haar man, geen bits verwijt voor te weinig loon." noemt Johanna Breevoort den elijkschen rustdag. Daarin ziet zij en wij met haar een onnoemelijken zegen liggeii. En waarom Ze vergelijkt dan twee ge- .zinnen, het eene, waar God wordt gediend, het andere, waar dat niet het geval is. In het eerste kost het wel zeifverwinning, om bijna op denzelfden tijd op te staan als in de week, maar het moet, want zooveei mo gelijk gaan naar de kerk. Maar dat is niet erg. Want zegt Johanna Breevoort: „Maar eenmaal buiten, wat verheugt de vader zich met zijn kinderen. Rustig hoort hij Gods Woord, dat waarlijk niet buiten zijn sfeer valt. Het Evangelie is de troost der armen en God wil hun kracht en leven zijn. Vader rust in dien tijd naar "lichaam en ziel. Thuis vindt hij later de koffie klaar, ze smaakt, al is ze een beetje slap of droe zig. Kan het even, er is een koekje bij, ai is het slechts goedje van een cent of acht het ons. Doet er niet toe. 'tls feestelijk. Dan is in dien tijd het middagmaal bereid. Het beste van heei de week. 's Middags gaat men gezamenlijk uit of geniet van een kopje thee." Enz. enz. Maar nu het andere gezin. Wat gebeurt daar. Daar slaapt men zoo lang mogelijk uit. Voorts verstrijkt de halve Zondag met poet sen en plassen. Zelfs des Zondags Sjouwt de man nog, wat dikwijks timmerl-ie of leest een platvloersche courant. Tenslotte gaat-ie uit. De vrouw blijft zitten in den rommel. Voorbij gaat de dag. Men ergert zich, rnen is blij dat-ie om is De Christelijke arbeidersvrouw heeft dit vóór boven haar lotgenooten, die den ze gen van den godsdienst dervenzij weet en voelt, dat de godzaligheid een groot gewin is, met vergenoeging. Eens beklaagde ik een arme proletariersvrouw over haar groote zorgen. Ik was toea nog een jong meisje. Wat was haar antwoord„kind, je weet niet, hoe nuttig het mij was: ik weet vernederd te worden, ik weet ook overvloed te hebben, alleszins in alies ben ik onderwezen, beide verzadigd te zijn en honger te lijden, beide overvloed te hebben en gebrek te lijden. Ik vermag alle dingen door Christus, die mij kracht geeft. Filipp. 4 12-13. Dat vrouwtje had zeventien kinderen gehad en heei haar leven steeg het week loon niet boven de negen gulden in de week!" Wat is met dit mooie artikel de bedoeling van Johanna Breevoort Wil ze daarmee de ellende, de zorgen negeeren Zij erkent, dat er schreiende misstanden zijn. Zij erkent het, dat er moeiten des levens zijn. Maar zij wil er ons op wijzen, dat we ons daarop niet blind moeten-staren. Zij vertelt het ons op zoo heel mooie wijze, dat de Christenvrouw, ondanks ailen, gerust kan zijn in haar God. Het komt dus hier op neer dat de vrouw van den Christelijken arbeider haar nooden moet klagen aan God, die zal hooren haar gebed. Zij het voor onze huis moeders een aansporing het te doen Z. H. K. M DE TOESTAND. Wat in theorie ais hoogst wenschelïjk, ja noodzakelijk, en ook als mogelijk en uit voerbaar wordt bepleit, dat wil in de praktijk weieens keer op keer mislukken. Zoo ook het „aigemeen offensief". Ja! als de Entente het eens zoo ver bren gen kon, dat op al de fronten al de legers op eenzelfden dag hun trommelvuur begon nen en op eenzelfde uur den stormaanval ondernamen dan ik weet het niet I maar dan zou Hinderiburg's besliste uitspraak Ze komen er niet door! nog wel eens in de klem kunnen raken. Maar dat „algemeen offensief" is de theorie, 't Bracht het nog nooit tot de praktijk en altijd komt er wat in den weg. Van 't voorjaar zou het wezen en den ganschen winter waren er de toebereidselen voor gemaakttoen de Russische revo lutie er tusschen kwam en het front in het Oosten maandenlang versteende, zoo zelfs dat er naar nu van achter blijkt tus schen de Russische en de Centrale troepen te velde bepaalde overeenkomsten gesloten werden, dat ze elkaar niet zouden aanvallen en stil afwachten of 't ook vrede worden wou Begin Juli veranderde dit. Kerensky had de macht in handen weten te krijgen en had tenminste een deel der Russische legers tot een nieuwen aanval we ten te bezielen. Het Russische offensief begon Maar toen waren juist de voorjaarspogin gen der Engelschen en Franschen ineengezakt en toen de kans keerde, Galicië en de Boe- kowina werden bevrijd en later in de eerste helft van Augustus Mackensen en Frans Jozef de Russen en Roemeniers uit Moldavië begonnen weg te knijpen, toen kon de Entente in 't Westen weer niet meedoen en hijgde om op adem te komen. Nu wordt het in 't Oosten weer stil. Hoe dit zij, nu schijnen de Entente-mo- gendheden het „algemeene offensief" te be perken tot het Westelijk en Zuidelijk front. De Engelschen begonnen in Vlaanderen. De Franschen bjj en om Verdun. En nu Italië aan de Isonze. Dat lijkt tenminste iets op een geconcer teerde actie en de Centraien zulleri denkelijk heel wat reserves naar de bedreigde fronten moeten sturen, waar de Entente geen troe pen spaart en met aüe krachten, waarover zij beschikken kan, een doorbraak forceeren wil. 't Oorlogsbeeld is overal eender. Van 't eerste verloop van den elfden Isonzo-slag werd in de Duitsche pers een uitvoerig versiag gegeven, dat ons een dui delijk beeld toont van den modernen loop- gravenstrijd. We maakten reeds van het ontzettende trommelvuur uit meer dan 500 vuurmonden gew g. Daartegen is niets bestand. Zelfs de krijtrotsen van den Karst houden dit niet uit! Toch meene men niet, dat de loopgraaf verdediger onder dit ontzettende aanvalsvuur werkeloos bleef. Hij zocht de batterijen op. Met name door zijn viiegdienst. En 't is een feit, dat de Entente zoowel in in Vlaanderen als aan den Isor.zo heeft er kend, dat de Centraien en in de lucht en aan artillerie het laatste half jaar zeer groote vorderingen hebben gemaakt, zoodat zij de verdediging veel krachtiger voeren kunnen dan een jaar terug. En ook 'aan den lsonzo, gelijk reeds Zoo vaak, bieef tenslotte slechts een kleine ter reinwinst in handen van Cadorna's gedeci meerde troepen. Wat daar over een terreinbreedte van 60 K.M. plaats heeft, dat ondernemen de Fran schen bij Verdun op een front van 20 K.M. breed. Met ongev.eer, denzelfden uitslag. De eerste stormloop bracht eenige terrein winst, maar verwoede tegenaanvallen volg den 'en hoe de eindstand zijn zal is nog bij benadering niet te zeggen. In Vlaanderen trad een rustpoos in. Maar de eindrust zal 't nog niet, zijn In 't Oosten is 't vrij rustig. Wat Galicië en de Boekowina betreft: voorioopig vergenoegen de Centraien zich er mee, dat ze al het Oóster.rijksch grond gebied hebben teruggewonnen. De grens overschrijden zij niet. Hardnekkig woedt echter de strijd aan de Moldavi3che grens, waar de Qosfénrijksche troepen, die in de Moldaviscfie grenspassen strijden, pogen,ce daar nog aanwezige Rus-, sisch-Roemeénsche afdeeiingen in oostelijke richtïrig te drijven, waar zij in denvaljnoe- ten geraken, die von Kövess uit het noorden en v. Mackensèn uit het zuiden bézig zijn te spannen. Landbouw en veeteeld in Duitschland tijdens den oorlog. Dat Duitschland, aan ailen kant door vijan den omringd, zich reeds drie jaren lang staande heeft kunnen houden, ondanks de blokkade der Entente en alle gevolgen van dien, dankt het in niet geringe mate aan zijn landbouw en teeteeit, beide voor den oorlog reeds tot gröoten bloei gekomen én tijdens den oorlog op dit hooge peil gebleven, in menig opzicht zelfs opgevoerd tot nog hooger ontwikkeling. Onder den drang der noodza kelijkheid, om zelf te voorzien in alle behoef ten aan levensmiddelen, is geen stukje grond onbebouwd gebleven; zelfs de veenbodem, die vroeger steeds onproductief lag, is in cultuur genomen en draagt rijkelijk hennep. Na den hennepoogst is deze bodem uitste kend geschikt voor het verbouwen van tar we en suikerbieten. Bij gebrek aan arbeiders en trekdieren zou deze uitbreiding der toch reeds zoo uitge strekte bebouwde oppervlakte onmogelijk zijn geweest, als de boeren niet in steeds ruimer mate gebruik waren gaan maken van landbouwmachines. Vooral stoomploegen kwamen meer en meer in zwangeen groote machinefabriek bracht zelfs een klein model stoomploeg, op de markt ten behoeve der kleine boeren. Een groot voordeel der stoom ploegen is, dat zij den grond dieper omwoe len, waardoor, ondanks de vee! mindere be mesting dan in vredestijd, de oogsten niet verminderen. Het gebrek aan salpeter wordt slechts ten deele goedgemaakt door de ont trekking van stikstof aan de lucht; daaren tegen is de groenbemesting weder in hoog aanzien gekomen. Zeer groote uitbreiding onderging de aan bouw van vlas, hennep, enz.; den laatsten tijd worden er ook op groote schaal brand netels aangebouwd. Alles natuurlijk om te voorzien in de leemte, die het ophouden van den katoen- en linneninvoer heeft veroorzaakt. Ook de veeteelt heeft goede vorderingen gemaakt. Bij het uitbreken van den oorlog moest iedere landman paarden aan het leger bestuur leveren, maar kon in plaats daarvoor in het bezette gebied andere koopen. Zooveel mogelijk heeft men hun de hengsten en mer ries laten behouden om te fokken en het aantal veulens is dan ook in geheel Duitsch land opvallend groot. Ook bij de runderen heeft men hetfokvee gespaard en bovendien het slachten van vrou welijke kalveren verboden, tengevolge waar van men thans beschikt over vee! en goed fokmateriaal. Een bijzonder groote vlucht nam de scha penteelt, die lang was verwaarloosd. De re geering heeft echter voor de eerste jaren de wolprijzen vastgesteld en daardoor de toe komst en ae rentabiliteit van de schapen fokkerij verzekerd. De uitbreiding van feet aantal schapen had weer een grootere pro ductie van schapenmest, die buitengewoon goed is, ten gevolge. Een tijd lang zag het er naar uit, of de varkensfokkerij langzaam-aan zou ophouden, maar de regeering wist door tijdige maatre gelen dit euvel nog te voorkomen. Thans heefi iedere boer, welhaast iedere landarbei der, zijn twee varkens, die hij vetmest en waarvan hij er één aan het rijk levert. Ernstig werd de veeteelt bedreigd door het gebrek aan veevoeder. Gelukkig slaagde de Jieer KolsmanaLindenberg erin, uit stroo een uitstekend krachtvoeder te bereiden, dat bovendien niet duur is. De dieren eten het graag en het voidoet boven verwachting goed. Paarden bijvoorbeeld hebben aan 5 pond haver, 8 pond hooi en 4 pond van dit krachtvoeder genoeg. De voedingswaarde komt ongeveer overeen met die van haver. Het is zelfs gebleken, dat koeien, die met dit krachtsiroo werden gevoerd, per dag 2 liter melk meer gaven. Deze ontdekking be houdt natuurlijk ook na den oorlog haar waarde en maakt Duitschland op het gebied van den veevoederaanvoer weer minder af hankelijk van het buitenland. Met de uitbreiding van de groententeelt verrezen alierwege groentendrogerijende kleine landbouwer schafte zich den zooge- naamden „allesdroger" aan, waarin hij zijn producten en groentenafva! droogt. Teneinde het kostbare trekvee te ontlasten en te spa ren, hadden tal van groote landbouwonder nemingen vrach{automobielen willen koopen, maar deze worden alleen voor het leger ge maakt; het gevolg was een groote vraag naar stoomvrachtwagons, waarvan er thans niet minder dan 15.000 in gebruik zijn, eik met een draagvermogen van 150 tot 200 centenaars (7500 tot 10 000 kg.) De Bommen op Goedereede. Een Reuter-telegram meent te kunnen aan- toonen, dat de vliegmachines, die op 18 de zer bommen op Nederiandsch gebied lieten vallen, van Duitsche nationaliteit waren. Het bekende Engelsche persagentschap heeft na melijk van gezaghebbende zijde, inlichtingen ontvangen die. zoo zegt het in zekeren zin het geheimzinnige bezöek, dat Duitsche vliegtuigen Zaterdag boven Nederland, ge bracht hebben, en het bornbardeeren van Nederlandsche dorpen verklaren. „Het schijnt, aldus vervolgt Reuter dat een groot eskader Duitsche machines vertrokken was, met de bedoeling Engeland te overvallen, maar het keerde terug toén het de kust bereikte wegens het slechte weer. Daar een bombardeermachine niet kan lan den zonder eerst de bommen weggeworpen te hebben, wilden de vliegers zich van hun bommen bevrijden. Dit boven het bezette Belgische gebied te doen zou ten gevolge kunnen hebben, dat zij Duitsche troepen dood den. Daarom wachtten zij, tot zij boven Ne deriandsch gebied waren, waar de mogelijk heid van dooden slechts het doodeu van on- zijdigen zou zijn. De wijze waarop Duitsch land den duikboofoorlog voert, heeft zijne houding tegenover zulk eene mogelijkheid bepaald, maar het zal belangwekkend zijn te hooren met welk pleidooi het deze nieuwe wet van noodzakelijkheid verdedigt." Tot zoover het verhaal van Reuter. Met betrekking hiêrtoe wordt van Duitsche zijde gemeld, dat indien deze Engelsche bewerin gen overeenkomstig de waarheid zouden zijn ongetwijfeld een beduidend grooter aantal bommen op Nederlandschen bodem terecht zou zijn gekomen, aangezien op den bewus- ten dag tal yan buitenlandsche luchtvaar tuigen zich boven Nederlandsen gebied heb ben bewogen. Trouwens, de beide machines die bij Winschoten moesten landen, hebben toch-ook niet eerst hunne bommen op neu tralen bodem laten vallen Het Reuterbericht kan dan bok niet anders dan in hooge mate onlogisch worden genoemd, en men kan werkelijk slechts met moeite begrijpen, hoe het Engelsche pers-agentschap durft te. be weren, dat de Duitschers slechts de keuze hadden tusschen bezet Belgisch en neutraal Nederiandsch gebied. Ofschoon reeds meer dere malen gebleken is, dat het met de aardrijkskundige kennis in Engeland niet schitterend gesteld is, (men denke slechts aac Carson's uitlatingen in het Parlement met betrekking tot den linker Rijnoever) kan toch kwalijk worden verondersteld, dat op het Reuter-bureau de aanwezigheid derNoord- zee tusschen Engeland en het Continent on bekend is. De Duitschers hadden du3 gele genheid over hunne bommen in de Noordzee te laten vaiien. Na de mislukte poging om den eersten bomaanval op Zierikzee den Duitschers in de schcenen te schuiven, kan dit nieuw bewijs der Engelsche onschuld niet anders dan een eenigzins zonderlingen indruk teweegbrengen. Beestachtig. In de Ooststeeg, ver buiten het dorp Druten woont het groote gezin der weduwe van Gelderen dat zeer ongunstig door drankmisbruik en vechtpartijen bekend staat. Een der dochters is gehuwd met den oppa3senden C. van Thiem, vader van vier kinderen. Deze ontmoette Zaterdagavond twee zijner zwagers dronken in een herberg. Den een bracht hij naar zijn schoonmoeder, waarna de andere volgde. Of thuis getwist is moet nog blijken, maar vaststaat dat tegen haif- elf van Thiem door zijn zwager bekend on der den bijnaam „Den eiber" met een schop ae schedel is gekloofd en met messteken in de borst doodelijk gewond werd. De ver moedelijke dader laadde den getroffene op een kruiwagen en bracht hem zingende dorp- waarts, doch wierp hem onderweg onder een heg waar van Tniem op aanwijzing vaneen paardendrijver gevonden werd. Hij was bij kennis, gaf inlichtingen aan de politie en vroeg naar zijn ouders te Leeuwen gebracht te worden. Zondagmorgen is hij overleden en de dader in arrest genomen. Vechtpartijen. Zoo als gewoonlijk hebben Zondagavond in de buurt van den Schiedam- scbe Dijk te Rotterdam weder groote vecht partijen plaats gehad. Het begon tegen 10 uur met een vechtpartij in een café. De po litie wilde hieraan een einde maken, doch de vechtenden keerden zich nu tegen de agenten, die al spoedig zoo in het nauw ge bracht werden, dat zij van de revolvers ge bruik moesten maken. Met allerlei projectie len werden de agenten bestookt. Herhaalde lijk trachtten zij met den sabel en gummistok ruim baan te maken. Dit gelukte eerst toen een twaalftal agenten, onder leiding van twee inspecteurs, ter assistentie kwamen. Er schijnen harde klappen gevallen te zijn. Een gedeelte van den Sctriedamsche Dijken Leuvehaven werd afgezet. Twee personen liepen ernsiige hoofdwonden op, zoodat zij in het ziekenhuis moesten worden opgeno men. Ook de politiemannen kwamen er niet zonder kieerscheuren af, o.a. werden beide inspecteurs door steenen getroffen doch niet ernstig gewond. Eenige belhamels wer den in het bureau Pauwesteeg in bewaring gesteld. Tegen elf uur was de rust hersteld. Ongelukken. De 83-jarige weduwe E. v. G. te Rotterdam viel van de trap der tweede verdieping. De vrouw kreeg een schedelbreuk en is aan de gevolgen overleden. Inbraak. Bij den hoofdonderwijzer d. E. aan den Schulpweg te Rotterdam is ingebro ken. Gestolen zijn drie spaarbankboekjes waarop ingeschreven staat f 700, f 90 en f 170. Bovendien een bedrag van f 150 aan gelds waardige parieren, gouden sieraden, tafel- kleeden en ondergoed. De diefstal te Vlissingen. De politie te Viissingen heeft in verband met den diefstal in het magazijn van het prov. vluchtelingen comité ook nog een Belg aangehouden, die met het toezicht op de goederen belast was. Bij een huiszoeking in zijn w ning werd een zeer groote partij goedere aangetroffen en in beslag genomen, welke ten minste wel een waarde van f 1500 vertegenwoordigt. Tegenspraak. Ook wij berichtten dezer da gen de arrestatie van den heer D. H. C. te Oidenzaal in verband met een tegen dezen aanhangig gemaakte vervolging wegens knoeierij met regeeringsgocderen. Uit nadere inlichtingen is "echter gebleken dat de in be- boeld bericht tegen D. H. C. uitgesproken beschuldigingen ongegrond zijn. Onweder. Maandagmiddag is de bliksem geslagen in een landhuisje toebehoorende aan Jhr. van Beyma en staande op de heide nabij het Sint-Janskerkhof onder Laren (Gooi). Het huisje dat tijdelijk onbewoond was brande geheel af. Een paar menschen die voor den regen tegen het huisje een schuil plaats hadden gezocht kwamen er zonder letsel af. (Hdbid.) De ontbossching. Het schoone, houtrijke Thwente lijdt thans ook zeer onder den te vreezen brandstoffennood. Geheelq bosschen van prachtige beuken, eiken, dertnen en ber ken vallen onder de bij! der houthakkers en worden »a in brandhout te zijn gezaagd en gehakt naar aile oorden des lands verzon den. De schoonste wandellanen worden niet gespaard, nu opkoopers uit alle deelen des lands het hout als met goud betalen. In de omgeving van Bergen-öp-Zoom is door een combinatie van papierfabrikan ten 130 H.A. mastbosch aangekocht. Afdoende reden. In de tram van Middel burg naar Vlissingen Nieuwsgierig toerist vraagt aan een boerin die tegenover hem zit met een klein kind op haar knie, ingepakt zooais men dat van de boerenkleuters kentWel juffrouw, nu moet u me toch eens vertellen wanneer u dat kind ook zulke mooie kleeren aantrekt ais u nu aan hebt. Boerin Bé, Nooit Toerist: Nooit? Maar u zult het toch wel net zoo aankleeden als u zelf? Boerin Bè nee ToeristMaar juffrouw waarom niet BoerinOmdat 't een joengetje is. De tram daverde vari het geiach waaraan de vrager smakelijk mee deed. (M. Ct.) Tijdzang. Een medewerker van de „Pr. Gron. Ct.". die het zeer te waardeeren acht, dat aan het nageslacht althans eenige poëzie wordt nagelaten uit dezen gruwelijk prozaï- schen tijd, ontving van een onzer „volksdich ters" den volgenden tijdzang: Nu Qernjanje en Brittanje Doof zijn voor der rede stem, Raakt het volkje van Oranje Daagiijks erger in de kiem. Grooter wordt in d'oorlogsianden Menscheiijk wee, gebrek en rouw, En bij ons lijkt voor den winter Erg naar voedselnood en kou. Zuinigheid met gas en eten, Met de turf en met de kooi, Opgepast, niets weggesmeten! Dat is nu voor eik 't parool, 's Avonds met de kippen slapen 's Morgens met de zon «uit bed, In één kamer wonen, koken, Dat wordt onze winterpret. Schulden, niet meer te betalen, En ruïnes bij de vleet, Oproer piunderingsschandalen, En hoe meer dat fraais nog heet, Uitingen van macht en woede, Van geweld en brute kracht, Dat is ai wat de „beschaving" Ons nu drie jaar heeft gebracht. Verslag van het verhandelde in de Openbare Raadsvergadering der gem. HERK1NGEN gehouden op Woensdag 1.1.22 Aug. des voorm. 10 ure zomertijd. Afwezig waren de heeren v. d. Velde van Kempen en Bruggeman. Voorz.ae Heer J. den Boer waarnemend Burg. tevens V/eth. der Gemeente. Na opening door den voorz. leest de Secr. de notulen der vorige vergadering voor en worden deze daarna onveranderd goedge keurd en geteekend. Daarna doet de voorz. mededeeling der navolgende Ingekomen Stukken. Ie Missive van H. H, Ged. Staten goedge keurd terugzendende het Kohier van den H. Omslag. 2e Idem van voornoemd College, eveneens goedgekeurd toezendende de wijziging in de verordening van het Distributie Beheer betreffende het verhoogde salaris van den Directeur. 3e Vervolgens nog ingekomen het Proces verbaal van opneming vafl boeken en kas van den Gemeente Ontvanger op 20 Aug 1.1. noodig geworden door het overlijden van den Heer C. Witvliet. Alles werd daarbij in de beste orde be vonden en was er na vergelijk mei Ontvangst en Uitgaaf in Kas aanwezig f 148,80. In de Armenkas die eveneens in orde werd bevon den was in kas f 468.55. 4e Een schrijven van B. en W. der gemeente Dirksland om met hunne en die van Melis sant gezamenlijk naar het zielental der ge meente de risico te dragen van de door de boerenleenbank te Dirksland te verleenen kas gelden aan de Brandstoffencommissie voor bedoelde drie gemeenten werkzaam. Na eenige besprekingen kunnen alle leden zich vereeni gen daarop gunstig te antwoorden en alzoo mede die verantwoording te diagen. 5e Is ingekomen de Verordening op de Invordering van haven- en kaaigelden welke in ae vorige vergadering is gewijzigd gewor den en daarna ter goedkeuring van H. H. Ged. Staten was opgezonden. Genoemd College merkt hierbij op zich met die wijziging niet te kunnen vereenigen daarbij nauwkeurig de bedragen vermeldende van ontvangsten en Uitgaven loopende over de laatste 10 jaren waarin hun inziens redenen worden gevon- üe wijziging niet goed te keuren en den Raad fe verzoeken nogmaals deze Verorde ning te herzien. Op voorstel van B. en W. wordt goedgevonden de Verordening zonder de wijziging nogmaais ter goedkeuring aan H. H. Ged. Staten op te zenden met een daar bij behoorende Memorie van Toelichting. Alzoo de Verordening op den bestaanden grondslag te handhaven. De aangebrachte wijziging behelsde een Artikel in te voegen om van paardepeen en ajuin een belasting te heffen van 15 cent per 1000 Kilo bruto gewicht. Als laatste punt der Agenda zegt de voorz. namens B. en W. voor te stellen een tijdelijk Gem. Ontvanger en Boekhouder van Alg. Arm. Bestuur te benoemen in de vacature ontstaan door het overlijden van Wijlen den Heer Corn. Witvliet en meent in den geest van den Raad te spieken als hij zegt daar voor zeer in aanmerking zou komen de Secr. Munters. Met algemeene stemmen wordt daarna dan ook Munters tijdelijk benoemd. Na gebruike lijke rondvraag of een of meerdere ieden nog iets op of aan heeft te merken in het belang der Gemeente veriangt niemand het woord en gaat de Openbare in Geheime Zitting over ter bespreking van een en ander niet voor het publiek bestemd. Gemeenteraadsvergadering te STELLEN DAM op Woensdag IS Aug. 1917 des n. m. halfzeven. Aanwezig alle leden. Voorzitter de burgemeester. De voorzitter opent de vergadering, waarna de notulen worden gelezen, onveranderd goed gekeurd en geteekend, alleen vraagt de heer Holleman inlichtingen omtrent een adres van den |Heer J. W. Lekkerkerker, dat in handen van B. en W. is gesteld. De Voorzitter zal

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1917 | | pagina 5