'Tweede Blad
Zaterchg 2§ Augustus 1917. No. <2511
Twee 'Bladen
SËSasS
Oorloy.
iEiElÜO NIEUWS.
GEMEENTERAAD.
BINNENLAND.
6?
'£\j
0
m
INHOC'SIGNOWSES
Ml-.; summer bestaat -ait
Sociale ellende Sociale strijd
O, we schrijven er zoo dikwijls over
we spreken er zoo vaak over. Maar ook al
te vaak denken we er niet over na, gaat het
ons voorbij.
Hoe komt dat
Wordt het dan overdreven Wordt dat
alies dan niet te kras afgemaald; met al te
donkeren blik bekeken
Nee, dat niet.
Er is wel degelijk ellende, diepe ellende zelfs,
veel meer dan wij vermoeden, veel meer dan
wat te beschrijven is.
D'r is strijd; d'r is ellende.
Daardoor worden zooveel gedreven naar
de utopiën van het Socialisme, dat alles zoo
mooi voorspiegelt. Als dat er maar is, dan
is de ellende uit. Dan wordt het zooiets als
een Iuilekker landHoe r ullen ze bedrogen
uitkomen Die honderden arbeiders en arbei
dersvrouwen, ze snakken naar verbetering
van hun lot, maar, helaas! ze zoeken niet,
waar het te vinden is. Ze vragen het niet
Hem, die alle nooden kent en ziet; die weet
wat van Hem wordt gevraagd, nog eer, men
Hem bidt!
Zijn er dan zulke, die het Hem vragen
Gelukkig, driewerf gelukkig, ja!
Van die arbeidersvrouwen, die ondanks
ellende, ondanks moeite en zorgen het hoofd
omhoog dragen, omdat zij weten, dat Hij
voor haar zal zorgen!
Sinds eenige maanden bestaat er'n maand
blad, getiteld Christelijk Vrouwenleven, 't Is
een mooi tijdschrift, maar wat duur. Het
moest goedkooper zijn, opdat het nog meer
onder onze vrouwen kwam, die ontwikkeling
zoozeer noodig hebben.
In het jongste nummer van het blad levert
de bekende Johanna Breevoort een keurig
opstel over onze arbeidersvrouwen, ik kan
niet nalaten de lezers van „Maas- en Schel-
debode" iets er uit te citeeren. Weinige, heel
weinige zuilen onder ze zijn, die het blad
lezen. En hoewel citaten vervelend zijn, geef
ik dit keer een tamelijk lang. 't Is zoo schoon
gezegd 1
Eerst de zaak, waarover het gaat. Met an
dere woorden een antwoord op de vraag
„Wat is een arbeidersvrouw?"
Hoor,- hoe mooi Johanna Breevoort het zegt
„Met arbeidersvrouw bedoel ik de vrouw
uit de volksbuurten, die leeft in nauwe
straten, in bedompte huizen. De vrouw,
die in haar één- of tweekamer woningen
haar huishoudentje te redderen heeft en
haar kinderen op te voeden. Die bij nacht
werk van haar man haar kroost overdag
rustig moet houden, of de straat opjagen.
De vrouw, die zorgen moet, dat haar
kinderen 's morgens in het klein bestek,
waar sommigen zeifs geen plaats aan tatel
kunnen vinden, elkaar niet in het haar
vliegen, wier kleinsten schreien door on
voldoende voeding of te groote vermoeid
heid der zoogende moeder. De vrouw, die
elke week haar beddegoed uit de bedste
den moet sleepen, omdat in de overigens
droge woning de matrassen nat worden
door den stoom in huis, veroorzaakt door
wasschen en koken en waschgoed over
lijntjes boven de kachel drogen. De vrouw,
in één woord, die met twaaf tot zestien
honderd centen vele monden open te hou
den heeft, een man moet voeden, die zwaar
lichaamswerk verricht en een huur moet
verwonen, die volstrekt niet overeenkomt
met haar inkomen."
Hoe mooi gezegdHoe fijn en juist zijn
de toestanden hier geteekend. We weten dus
nu, wat Johanna Breedervoort onder arbei
dersvrouwen verstaat en mijn iezers zullen
wel niet duidelijker kunnen définieeren.
Maar zegt Johanna Breevoort met andere
woorden, dan ik ze hier neerschrijf: Mijn
arbeidersvrouw is, versta mij welis een
Christin. En dat zegt alles. Want veel meer
heeft zij voor op een arbeidersvrouw, die
ronddoolt zonder God op de wereld.
Waarom ?j
Hoor maarHet woord is weer aan J. B.
„De Christin-arbeidersvrouw heeft een
horizon, waar het voor een mensch zon
der God grauwe duisternis is. Dit aardsche
leven is het voornaamste niet. Goddank
nietIntegendeel, het is maar 'n klein ge
deelte van het eeuwig bestaan."
Dan volgt in bedoeld tijdschrift het tweede
argument. De Christelpe arbeidersvrouw
„wil zich offeren ais een levend dankoffer.
Het zonde-besef, alles te hebben verbeurd,
maakt haar nederig en weinig eischer.d".
En dan het derde. Dat is, dat zij onder
alies, wat zij doet, al is het nog zoo een
voudig (J. B. noemt aardappelschillen, vloer-
boenen) tracht te ieven met een goede
consciëntie.
„Dus doet zij alles goed en trouw en zui
nig, want er mag niets verloren gaan. Ze
bedisselt haar kleine huishouden met ernst,
heeft geen tijd haar kostbare uren te ver
babbelen, bij de buren te klagen. Vanzelf
rijst haar leven op hooger peil."
Vervolgens beschouwt zij haar kinderen
niet als slachtoffers van het proletarisme,
maar als panden, haar door God toebetrouwd.
Ten vijfden, vindt Johanna Breevoort, dat
„ondanks al de zorgen en al de omringende
herrie rust in haar leven komt. De inner
lijke rust straalt naar buitendat geeft den
vermoeiden werkman een gevoel van vre
dige aangenaamheid. Zij heeft een God,
wien zij haar zorgen klaagt, vanzelf treft
de arbeider, haar man, geen bits verwijt
voor te weinig loon."
noemt Johanna Breevoort den
elijkschen rustdag. Daarin ziet zij en wij
met haar een onnoemelijken zegen liggeii.
En waarom Ze vergelijkt dan twee ge-
.zinnen, het eene, waar God wordt gediend,
het andere, waar dat niet het geval is. In
het eerste kost het wel zeifverwinning, om
bijna op denzelfden tijd op te staan als in
de week, maar het moet, want zooveei mo
gelijk gaan naar de kerk. Maar dat is niet
erg. Want zegt Johanna Breevoort:
„Maar eenmaal buiten, wat verheugt de
vader zich met zijn kinderen. Rustig hoort
hij Gods Woord, dat waarlijk niet buiten
zijn sfeer valt. Het Evangelie is de troost
der armen en God wil hun kracht en leven
zijn. Vader rust in dien tijd naar "lichaam
en ziel. Thuis vindt hij later de koffie klaar,
ze smaakt, al is ze een beetje slap of droe
zig. Kan het even, er is een koekje bij, ai
is het slechts goedje van een cent of acht
het ons. Doet er niet toe. 'tls feestelijk.
Dan is in dien tijd het middagmaal bereid.
Het beste van heei de week. 's Middags
gaat men gezamenlijk uit of geniet van
een kopje thee."
Enz. enz.
Maar nu het andere gezin. Wat gebeurt
daar. Daar slaapt men zoo lang mogelijk uit.
Voorts verstrijkt de halve Zondag met poet
sen en plassen. Zelfs des Zondags Sjouwt de
man nog, wat dikwijks timmerl-ie of leest
een platvloersche courant. Tenslotte gaat-ie
uit. De vrouw blijft zitten in den rommel.
Voorbij gaat de dag. Men ergert zich, rnen
is blij dat-ie om is
De Christelijke arbeidersvrouw heeft dit
vóór boven haar lotgenooten, die den ze
gen van den godsdienst dervenzij weet
en voelt, dat de godzaligheid een groot
gewin is, met vergenoeging. Eens beklaagde
ik een arme proletariersvrouw over haar
groote zorgen. Ik was toea nog een jong
meisje. Wat was haar antwoord„kind,
je weet niet, hoe nuttig het mij was: ik
weet vernederd te worden, ik weet
ook overvloed te hebben, alleszins in alies
ben ik onderwezen, beide verzadigd te
zijn en honger te lijden, beide overvloed
te hebben en gebrek te lijden. Ik vermag
alle dingen door Christus, die mij kracht
geeft. Filipp. 4 12-13.
Dat vrouwtje had zeventien kinderen
gehad en heei haar leven steeg het week
loon niet boven de negen gulden in de
week!"
Wat is met dit mooie artikel de bedoeling
van Johanna Breevoort Wil ze daarmee de
ellende, de zorgen negeeren Zij erkent, dat
er schreiende misstanden zijn. Zij erkent het,
dat er moeiten des levens zijn.
Maar zij wil er ons op wijzen, dat we ons
daarop niet blind moeten-staren. Zij vertelt
het ons op zoo heel mooie wijze, dat de
Christenvrouw, ondanks ailen, gerust kan
zijn in haar God. Het komt dus hier op neer
dat de vrouw van den Christelijken arbeider
haar nooden moet klagen aan God, die zal
hooren haar gebed. Zij het voor onze huis
moeders een aansporing het te doen
Z. H. K.
M
DE TOESTAND.
Wat in theorie ais hoogst wenschelïjk,
ja noodzakelijk, en ook als mogelijk en uit
voerbaar wordt bepleit, dat wil in de praktijk
weieens keer op keer mislukken.
Zoo ook het „aigemeen offensief".
Ja! als de Entente het eens zoo ver bren
gen kon, dat op al de fronten al de legers
op eenzelfden dag hun trommelvuur begon
nen en op eenzelfde uur den stormaanval
ondernamen dan ik weet het niet I
maar dan zou Hinderiburg's besliste uitspraak
Ze komen er niet door! nog wel eens in de
klem kunnen raken.
Maar dat „algemeen offensief" is de theorie,
't Bracht het nog nooit tot de praktijk en
altijd komt er wat in den weg.
Van 't voorjaar zou het wezen en den
ganschen winter waren er de toebereidselen
voor gemaakttoen de Russische revo
lutie er tusschen kwam en het front in het
Oosten maandenlang versteende, zoo zelfs
dat er naar nu van achter blijkt tus
schen de Russische en de Centrale troepen
te velde bepaalde overeenkomsten gesloten
werden, dat ze elkaar niet zouden aanvallen
en stil afwachten of 't ook vrede worden wou
Begin Juli veranderde dit.
Kerensky had de macht in handen weten
te krijgen en had tenminste een deel der
Russische legers tot een nieuwen aanval we
ten te bezielen.
Het Russische offensief begon
Maar toen waren juist de voorjaarspogin
gen der Engelschen en Franschen ineengezakt
en toen de kans keerde, Galicië en de Boe-
kowina werden bevrijd en later in de
eerste helft van Augustus Mackensen en
Frans Jozef de Russen en Roemeniers uit
Moldavië begonnen weg te knijpen, toen kon
de Entente in 't Westen weer niet meedoen
en hijgde om op adem te komen.
Nu wordt het in 't Oosten weer stil.
Hoe dit zij, nu schijnen de Entente-mo-
gendheden het „algemeene offensief" te be
perken tot het Westelijk en Zuidelijk front.
De Engelschen begonnen in Vlaanderen.
De Franschen bjj en om Verdun.
En nu Italië aan de Isonze.
Dat lijkt tenminste iets op een geconcer
teerde actie en de Centraien zulleri denkelijk
heel wat reserves naar de bedreigde fronten
moeten sturen, waar de Entente geen troe
pen spaart en met aüe krachten, waarover
zij beschikken kan, een doorbraak forceeren
wil.
't Oorlogsbeeld is overal eender.
Van 't eerste verloop van den elfden
Isonzo-slag werd in de Duitsche pers een
uitvoerig versiag gegeven, dat ons een dui
delijk beeld toont van den modernen loop-
gravenstrijd.
We maakten reeds van het ontzettende
trommelvuur uit meer dan 500 vuurmonden
gew g.
Daartegen is niets bestand.
Zelfs de krijtrotsen van den Karst houden
dit niet uit!
Toch meene men niet, dat de loopgraaf
verdediger onder dit ontzettende aanvalsvuur
werkeloos bleef.
Hij zocht de batterijen op.
Met name door zijn viiegdienst.
En 't is een feit, dat de Entente zoowel in
in Vlaanderen als aan den Isor.zo heeft er
kend, dat de Centraien en in de lucht en aan
artillerie het laatste half jaar zeer groote
vorderingen hebben gemaakt, zoodat zij de
verdediging veel krachtiger voeren kunnen
dan een jaar terug.
En ook 'aan den lsonzo, gelijk reeds Zoo
vaak, bieef tenslotte slechts een kleine ter
reinwinst in handen van Cadorna's gedeci
meerde troepen.
Wat daar over een terreinbreedte van 60
K.M. plaats heeft, dat ondernemen de Fran
schen bij Verdun op een front van 20 K.M.
breed.
Met ongev.eer, denzelfden uitslag.
De eerste stormloop bracht eenige terrein
winst, maar verwoede tegenaanvallen volg
den 'en hoe de eindstand zijn zal is nog bij
benadering niet te zeggen.
In Vlaanderen trad een rustpoos in.
Maar de eindrust zal 't nog niet, zijn
In 't Oosten is 't vrij rustig.
Wat Galicië en de Boekowina betreft:
voorioopig vergenoegen de Centraien zich
er mee, dat ze al het Oóster.rijksch grond
gebied hebben teruggewonnen.
De grens overschrijden zij niet.
Hardnekkig woedt echter de strijd aan de
Moldavi3che grens, waar de Qosfénrijksche
troepen, die in de Moldaviscfie grenspassen
strijden, pogen,ce daar nog aanwezige Rus-,
sisch-Roemeénsche afdeeiingen in oostelijke
richtïrig te drijven, waar zij in denvaljnoe-
ten geraken, die von Kövess uit het noorden
en v. Mackensèn uit het zuiden bézig zijn te
spannen.
Landbouw en veeteeld in Duitschland
tijdens den oorlog.
Dat Duitschland, aan ailen kant door vijan
den omringd, zich reeds drie jaren lang
staande heeft kunnen houden, ondanks de
blokkade der Entente en alle gevolgen van
dien, dankt het in niet geringe mate aan zijn
landbouw en teeteeit, beide voor den oorlog
reeds tot gröoten bloei gekomen én tijdens
den oorlog op dit hooge peil gebleven, in
menig opzicht zelfs opgevoerd tot nog hooger
ontwikkeling. Onder den drang der noodza
kelijkheid, om zelf te voorzien in alle behoef
ten aan levensmiddelen, is geen stukje grond
onbebouwd gebleven; zelfs de veenbodem,
die vroeger steeds onproductief lag, is in
cultuur genomen en draagt rijkelijk hennep.
Na den hennepoogst is deze bodem uitste
kend geschikt voor het verbouwen van tar
we en suikerbieten.
Bij gebrek aan arbeiders en trekdieren zou
deze uitbreiding der toch reeds zoo uitge
strekte bebouwde oppervlakte onmogelijk
zijn geweest, als de boeren niet in steeds
ruimer mate gebruik waren gaan maken van
landbouwmachines. Vooral stoomploegen
kwamen meer en meer in zwangeen groote
machinefabriek bracht zelfs een klein model
stoomploeg, op de markt ten behoeve der
kleine boeren. Een groot voordeel der stoom
ploegen is, dat zij den grond dieper omwoe
len, waardoor, ondanks de vee! mindere be
mesting dan in vredestijd, de oogsten niet
verminderen. Het gebrek aan salpeter wordt
slechts ten deele goedgemaakt door de ont
trekking van stikstof aan de lucht; daaren
tegen is de groenbemesting weder in hoog
aanzien gekomen.
Zeer groote uitbreiding onderging de aan
bouw van vlas, hennep, enz.; den laatsten
tijd worden er ook op groote schaal brand
netels aangebouwd. Alles natuurlijk om te
voorzien in de leemte, die het ophouden van
den katoen- en linneninvoer heeft veroorzaakt.
Ook de veeteelt heeft goede vorderingen
gemaakt. Bij het uitbreken van den oorlog
moest iedere landman paarden aan het leger
bestuur leveren, maar kon in plaats daarvoor
in het bezette gebied andere koopen. Zooveel
mogelijk heeft men hun de hengsten en mer
ries laten behouden om te fokken en het
aantal veulens is dan ook in geheel Duitsch
land opvallend groot.
Ook bij de runderen heeft men hetfokvee
gespaard en bovendien het slachten van vrou
welijke kalveren verboden, tengevolge waar
van men thans beschikt over vee! en goed
fokmateriaal.
Een bijzonder groote vlucht nam de scha
penteelt, die lang was verwaarloosd. De re
geering heeft echter voor de eerste jaren de
wolprijzen vastgesteld en daardoor de toe
komst en ae rentabiliteit van de schapen
fokkerij verzekerd. De uitbreiding van feet
aantal schapen had weer een grootere pro
ductie van schapenmest, die buitengewoon
goed is, ten gevolge.
Een tijd lang zag het er naar uit, of de
varkensfokkerij langzaam-aan zou ophouden,
maar de regeering wist door tijdige maatre
gelen dit euvel nog te voorkomen. Thans
heefi iedere boer, welhaast iedere landarbei
der, zijn twee varkens, die hij vetmest en
waarvan hij er één aan het rijk levert.
Ernstig werd de veeteelt bedreigd door het
gebrek aan veevoeder. Gelukkig slaagde de
Jieer KolsmanaLindenberg erin, uit stroo
een uitstekend krachtvoeder te bereiden, dat
bovendien niet duur is. De dieren eten het
graag en het voidoet boven verwachting
goed. Paarden bijvoorbeeld hebben aan 5
pond haver, 8 pond hooi en 4 pond van dit
krachtvoeder genoeg. De voedingswaarde
komt ongeveer overeen met die van haver.
Het is zelfs gebleken, dat koeien, die met
dit krachtsiroo werden gevoerd, per dag 2
liter melk meer gaven. Deze ontdekking be
houdt natuurlijk ook na den oorlog haar
waarde en maakt Duitschland op het gebied
van den veevoederaanvoer weer minder af
hankelijk van het buitenland.
Met de uitbreiding van de groententeelt
verrezen alierwege groentendrogerijende
kleine landbouwer schafte zich den zooge-
naamden „allesdroger" aan, waarin hij zijn
producten en groentenafva! droogt. Teneinde
het kostbare trekvee te ontlasten en te spa
ren, hadden tal van groote landbouwonder
nemingen vrach{automobielen willen koopen,
maar deze worden alleen voor het leger ge
maakt; het gevolg was een groote vraag
naar stoomvrachtwagons, waarvan er thans
niet minder dan 15.000 in gebruik zijn, eik
met een draagvermogen van 150 tot 200
centenaars (7500 tot 10 000 kg.)
De Bommen op Goedereede.
Een Reuter-telegram meent te kunnen aan-
toonen, dat de vliegmachines, die op 18 de
zer bommen op Nederiandsch gebied lieten
vallen, van Duitsche nationaliteit waren. Het
bekende Engelsche persagentschap heeft na
melijk van gezaghebbende zijde, inlichtingen
ontvangen die. zoo zegt het in zekeren
zin het geheimzinnige bezöek, dat Duitsche
vliegtuigen Zaterdag boven Nederland, ge
bracht hebben, en het bornbardeeren van
Nederlandsche dorpen verklaren.
„Het schijnt, aldus vervolgt Reuter
dat een groot eskader Duitsche machines
vertrokken was, met de bedoeling Engeland
te overvallen, maar het keerde terug toén
het de kust bereikte wegens het slechte weer.
Daar een bombardeermachine niet kan lan
den zonder eerst de bommen weggeworpen
te hebben, wilden de vliegers zich van hun
bommen bevrijden. Dit boven het bezette
Belgische gebied te doen zou ten gevolge
kunnen hebben, dat zij Duitsche troepen dood
den. Daarom wachtten zij, tot zij boven Ne
deriandsch gebied waren, waar de mogelijk
heid van dooden slechts het doodeu van on-
zijdigen zou zijn. De wijze waarop Duitsch
land den duikboofoorlog voert, heeft zijne
houding tegenover zulk eene mogelijkheid
bepaald, maar het zal belangwekkend zijn te
hooren met welk pleidooi het deze nieuwe
wet van noodzakelijkheid verdedigt."
Tot zoover het verhaal van Reuter. Met
betrekking hiêrtoe wordt van Duitsche zijde
gemeld, dat indien deze Engelsche bewerin
gen overeenkomstig de waarheid zouden zijn
ongetwijfeld een beduidend grooter aantal
bommen op Nederlandschen bodem terecht
zou zijn gekomen, aangezien op den bewus-
ten dag tal yan buitenlandsche luchtvaar
tuigen zich boven Nederlandsen gebied heb
ben bewogen. Trouwens, de beide machines
die bij Winschoten moesten landen, hebben
toch-ook niet eerst hunne bommen op neu
tralen bodem laten vallen Het Reuterbericht
kan dan bok niet anders dan in hooge mate
onlogisch worden genoemd, en men kan
werkelijk slechts met moeite begrijpen, hoe
het Engelsche pers-agentschap durft te. be
weren, dat de Duitschers slechts de keuze
hadden tusschen bezet Belgisch en neutraal
Nederiandsch gebied. Ofschoon reeds meer
dere malen gebleken is, dat het met de
aardrijkskundige kennis in Engeland niet
schitterend gesteld is, (men denke slechts
aac Carson's uitlatingen in het Parlement
met betrekking tot den linker Rijnoever) kan
toch kwalijk worden verondersteld, dat op
het Reuter-bureau de aanwezigheid derNoord-
zee tusschen Engeland en het Continent on
bekend is. De Duitschers hadden du3 gele
genheid over hunne bommen in de Noordzee
te laten vaiien. Na de mislukte poging om
den eersten bomaanval op Zierikzee den
Duitschers in de schcenen te schuiven, kan
dit nieuw bewijs der Engelsche onschuld niet
anders dan een eenigzins zonderlingen indruk
teweegbrengen.
Beestachtig. In de Ooststeeg, ver buiten
het dorp Druten woont het groote gezin der
weduwe van Gelderen dat zeer ongunstig
door drankmisbruik en vechtpartijen bekend
staat. Een der dochters is gehuwd met den
oppa3senden C. van Thiem, vader van vier
kinderen. Deze ontmoette Zaterdagavond twee
zijner zwagers dronken in een herberg. Den
een bracht hij naar zijn schoonmoeder, waarna
de andere volgde. Of thuis getwist is moet
nog blijken, maar vaststaat dat tegen haif-
elf van Thiem door zijn zwager bekend on
der den bijnaam „Den eiber" met een schop
ae schedel is gekloofd en met messteken in
de borst doodelijk gewond werd. De ver
moedelijke dader laadde den getroffene op
een kruiwagen en bracht hem zingende dorp-
waarts, doch wierp hem onderweg onder een
heg waar van Tniem op aanwijzing vaneen
paardendrijver gevonden werd. Hij was bij
kennis, gaf inlichtingen aan de politie en
vroeg naar zijn ouders te Leeuwen gebracht
te worden. Zondagmorgen is hij overleden
en de dader in arrest genomen.
Vechtpartijen. Zoo als gewoonlijk hebben
Zondagavond in de buurt van den Schiedam-
scbe Dijk te Rotterdam weder groote vecht
partijen plaats gehad. Het begon tegen 10
uur met een vechtpartij in een café. De po
litie wilde hieraan een einde maken, doch
de vechtenden keerden zich nu tegen de
agenten, die al spoedig zoo in het nauw ge
bracht werden, dat zij van de revolvers ge
bruik moesten maken. Met allerlei projectie
len werden de agenten bestookt. Herhaalde
lijk trachtten zij met den sabel en gummistok
ruim baan te maken. Dit gelukte eerst toen
een twaalftal agenten, onder leiding van twee
inspecteurs, ter assistentie kwamen.
Er schijnen harde klappen gevallen te zijn.
Een gedeelte van den Sctriedamsche Dijken
Leuvehaven werd afgezet. Twee personen
liepen ernsiige hoofdwonden op, zoodat zij
in het ziekenhuis moesten worden opgeno
men. Ook de politiemannen kwamen er
niet zonder kieerscheuren af, o.a. werden
beide inspecteurs door steenen getroffen doch
niet ernstig gewond. Eenige belhamels wer
den in het bureau Pauwesteeg in bewaring
gesteld. Tegen elf uur was de rust hersteld.
Ongelukken. De 83-jarige weduwe E. v.
G. te Rotterdam viel van de trap der tweede
verdieping. De vrouw kreeg een schedelbreuk
en is aan de gevolgen overleden.
Inbraak. Bij den hoofdonderwijzer d. E.
aan den Schulpweg te Rotterdam is ingebro
ken. Gestolen zijn drie spaarbankboekjes
waarop ingeschreven staat f 700, f 90 en f 170.
Bovendien een bedrag van f 150 aan gelds
waardige parieren, gouden sieraden, tafel-
kleeden en ondergoed.
De diefstal te Vlissingen. De politie te
Viissingen heeft in verband met den diefstal
in het magazijn van het prov. vluchtelingen
comité ook nog een Belg aangehouden, die
met het toezicht op de goederen belast was.
Bij een huiszoeking in zijn w ning werd een
zeer groote partij goedere aangetroffen en
in beslag genomen, welke ten minste wel
een waarde van f 1500 vertegenwoordigt.
Tegenspraak. Ook wij berichtten dezer da
gen de arrestatie van den heer D. H. C. te
Oidenzaal in verband met een tegen dezen
aanhangig gemaakte vervolging wegens
knoeierij met regeeringsgocderen. Uit nadere
inlichtingen is "echter gebleken dat de in be-
boeld bericht tegen D. H. C. uitgesproken
beschuldigingen ongegrond zijn.
Onweder. Maandagmiddag is de bliksem
geslagen in een landhuisje toebehoorende
aan Jhr. van Beyma en staande op de heide
nabij het Sint-Janskerkhof onder Laren (Gooi).
Het huisje dat tijdelijk onbewoond was
brande geheel af. Een paar menschen die
voor den regen tegen het huisje een schuil
plaats hadden gezocht kwamen er zonder
letsel af. (Hdbid.)
De ontbossching. Het schoone, houtrijke
Thwente lijdt thans ook zeer onder den te
vreezen brandstoffennood. Geheelq bosschen
van prachtige beuken, eiken, dertnen en ber
ken vallen onder de bij! der houthakkers en
worden »a in brandhout te zijn gezaagd en
gehakt naar aile oorden des lands verzon
den. De schoonste wandellanen worden niet
gespaard, nu opkoopers uit alle deelen des
lands het hout als met goud betalen.
In de omgeving van Bergen-öp-Zoom
is door een combinatie van papierfabrikan
ten 130 H.A. mastbosch aangekocht.
Afdoende reden. In de tram van Middel
burg naar Vlissingen
Nieuwsgierig toerist vraagt aan een boerin
die tegenover hem zit met een klein kind
op haar knie, ingepakt zooais men dat van
de boerenkleuters kentWel juffrouw, nu moet
u me toch eens vertellen wanneer u dat kind
ook zulke mooie kleeren aantrekt ais u nu
aan hebt.
Boerin Bé, Nooit
Toerist: Nooit? Maar u zult het toch wel
net zoo aankleeden als u zelf?
Boerin Bè nee
ToeristMaar juffrouw waarom niet
BoerinOmdat 't een joengetje is.
De tram daverde vari het geiach waaraan
de vrager smakelijk mee deed. (M. Ct.)
Tijdzang. Een medewerker van de „Pr.
Gron. Ct.". die het zeer te waardeeren acht,
dat aan het nageslacht althans eenige poëzie
wordt nagelaten uit dezen gruwelijk prozaï-
schen tijd, ontving van een onzer „volksdich
ters" den volgenden tijdzang:
Nu Qernjanje en Brittanje
Doof zijn voor der rede stem,
Raakt het volkje van Oranje
Daagiijks erger in de kiem.
Grooter wordt in d'oorlogsianden
Menscheiijk wee, gebrek en rouw,
En bij ons lijkt voor den winter
Erg naar voedselnood en kou.
Zuinigheid met gas en eten,
Met de turf en met de kooi,
Opgepast, niets weggesmeten!
Dat is nu voor eik 't parool,
's Avonds met de kippen slapen
's Morgens met de zon «uit bed,
In één kamer wonen, koken,
Dat wordt onze winterpret.
Schulden, niet meer te betalen,
En ruïnes bij de vleet,
Oproer piunderingsschandalen,
En hoe meer dat fraais nog heet,
Uitingen van macht en woede,
Van geweld en brute kracht,
Dat is ai wat de „beschaving"
Ons nu drie jaar heeft gebracht.
Verslag van het verhandelde in de
Openbare Raadsvergadering der gem.
HERK1NGEN gehouden op Woensdag
1.1.22 Aug. des voorm. 10 ure zomertijd.
Afwezig waren de heeren v. d. Velde van
Kempen en Bruggeman.
Voorz.ae Heer J. den Boer waarnemend
Burg. tevens V/eth. der Gemeente.
Na opening door den voorz. leest de Secr.
de notulen der vorige vergadering voor en
worden deze daarna onveranderd goedge
keurd en geteekend.
Daarna doet de voorz. mededeeling der
navolgende Ingekomen Stukken.
Ie Missive van H. H, Ged. Staten goedge
keurd terugzendende het Kohier van den H.
Omslag.
2e Idem van voornoemd College, eveneens
goedgekeurd toezendende de wijziging in
de verordening van het Distributie Beheer
betreffende het verhoogde salaris van den
Directeur.
3e Vervolgens nog ingekomen het Proces
verbaal van opneming vafl boeken en kas
van den Gemeente Ontvanger op 20 Aug 1.1.
noodig geworden door het overlijden van
den Heer C. Witvliet.
Alles werd daarbij in de beste orde be
vonden en was er na vergelijk mei Ontvangst
en Uitgaaf in Kas aanwezig f 148,80. In de
Armenkas die eveneens in orde werd bevon
den was in kas f 468.55.
4e Een schrijven van B. en W. der gemeente
Dirksland om met hunne en die van Melis
sant gezamenlijk naar het zielental der ge
meente de risico te dragen van de door de
boerenleenbank te Dirksland te verleenen kas
gelden aan de Brandstoffencommissie voor
bedoelde drie gemeenten werkzaam. Na eenige
besprekingen kunnen alle leden zich vereeni
gen daarop gunstig te antwoorden en alzoo
mede die verantwoording te diagen.
5e Is ingekomen de Verordening op de
Invordering van haven- en kaaigelden welke
in ae vorige vergadering is gewijzigd gewor
den en daarna ter goedkeuring van H. H. Ged.
Staten was opgezonden. Genoemd College
merkt hierbij op zich met die wijziging niet
te kunnen vereenigen daarbij nauwkeurig de
bedragen vermeldende van ontvangsten en
Uitgaven loopende over de laatste 10 jaren
waarin hun inziens redenen worden gevon-
üe wijziging niet goed te keuren en den
Raad fe verzoeken nogmaals deze Verorde
ning te herzien. Op voorstel van B. en W.
wordt goedgevonden de Verordening zonder
de wijziging nogmaais ter goedkeuring aan
H. H. Ged. Staten op te zenden met een daar
bij behoorende Memorie van Toelichting.
Alzoo de Verordening op den bestaanden
grondslag te handhaven.
De aangebrachte wijziging behelsde een
Artikel in te voegen om van paardepeen en
ajuin een belasting te heffen van 15 cent per
1000 Kilo bruto gewicht.
Als laatste punt der Agenda zegt de voorz.
namens B. en W. voor te stellen een tijdelijk
Gem. Ontvanger en Boekhouder van Alg.
Arm. Bestuur te benoemen in de vacature
ontstaan door het overlijden van Wijlen den
Heer Corn. Witvliet en meent in den geest
van den Raad te spieken als hij zegt daar
voor zeer in aanmerking zou komen de Secr.
Munters.
Met algemeene stemmen wordt daarna dan
ook Munters tijdelijk benoemd. Na gebruike
lijke rondvraag of een of meerdere ieden nog
iets op of aan heeft te merken in het belang
der Gemeente veriangt niemand het woord
en gaat de Openbare in Geheime Zitting over
ter bespreking van een en ander niet voor het
publiek bestemd.
Gemeenteraadsvergadering te STELLEN
DAM op Woensdag IS Aug. 1917 des
n. m. halfzeven.
Aanwezig alle leden.
Voorzitter de burgemeester.
De voorzitter opent de vergadering, waarna
de notulen worden gelezen, onveranderd goed
gekeurd en geteekend, alleen vraagt de heer
Holleman inlichtingen omtrent een adres van
den |Heer J. W. Lekkerkerker, dat in handen
van B. en W. is gesteld. De Voorzitter zal