IRIEK,
Zaterdag 18 Augustus 1917.
32,le Jaargang Nw. 2312.
voor «ie ZiiUiliollanilüclie en Zeeuwiche Eilanden*
Eerste Blad.
II
Antirevolutionair
Orgaan
IN ETA
IN HOC SIGNO VINCES
Tonge,
officieel gedeelte.
skerüüg
den
DIJK.
De slaapsteden te Middel
harnis kunnen weg.
ef. 9481, Rotterdam
„HET GOUDEN HERT".
pprietair R. C. F. i LEE-Xoonen
OP DEN UITKIJK.
inboedels enz,
9741
«dflk.
^ken.
IARN1S
ten en Patten,
n, Pnlpbakken,
n GEWAPEND
12695
rken.
oop voorMid-
Omstreken
Daze Courant versohgnt alken Woensdag en Zaterdag,
Abonnementsprijs per drie Maanden fr. p. p. 50 Cent bij vooruitbetaling.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
W. BOEKHOVEN Zonen,
SOMMELSDIJK.
Velefooa IatereoMH. Ho.
Mvertentiën 12% Cent per regel. Reclames 25 pa; ragel.
Boekaankondiging 5 Cent per regell.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 nnr.
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentlën en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Ultireveis.
ij die zich nu abonneeren, ont
vangen de nog in deze maand
verschijnende nummers gratis.
kragenbelast
pasinstrument,
ibevolen.
erskantoor.
iginorgen van
12800
agmiddag van
v. d. MEIJDE.
In 't Plaatselijk Nieuws der gemeente
iddelharnis hadden in de laatste dagen
«Oostdijk» en «Westdijk» de zeer twij
felachtige eer om genoemd te worden
wegens vechtpartijen der slaaphuizen-
logé's En hoe demoraliseerend die rom
melzoo op 't publiek werkt,,is te merken
aan den lachlust, die zich openbaart,
't Is weer eens een relletje en men loopt
en draaft er naar toe, om 't verheven
schouwspel, dat slaan en buiten de deur
smijten, dat tieren en vloeken eens te
zien en tehooren. Men raakt er zóó aan
gewoon dat men 't schandelijke en dier
lijke in die woestelingen zelfs niet meer
diep gevoelt En 't is zoo: ook aan 't
vuile en vieze, 't onteerende voor een
dorp raakt men ten slotte gewoon Pt Is
weer zoo» en men wipt naar buiten
om 't Zandstraatkabaai op te nemen.
Middelharnis is tegenwoordig met die
ilaapsteden de fijne roos onder de bloe
en. In zoo'n toestand burgemeester te
zijn is wel een zéér hooge eer en waar
dige onderscheiding. Burgervader te zijn
van zulke persouagiën is wel een deco
ratie waard. Doch laten wij van harte
gelooven, dat 't onzen Burgemeester
krenkt zulke tooneelen in zijn gemeente
te zien. Maar hij weet geen raad En
we erkennen de moeilijkheid, maar niet
de onmogelijkheid om aan die wantoe
standen een einde te maken.
Wat zijn de moeilijkheden? Velerlei
De slaapsteden hebben geen vergun
ning of verlof. Wordt er dus in die
plaa+sen gedronken tot op dronkens-
worden toe, dan kan de politie daar niets
aan doen, tenzij hij zagdat er vcor't
gelag betaald wordt maar zoo on-
noozel zijn ze daar in die slaapsteden
ook niet om te betalen als de politie er
bij staat of binnenkomt. Als hij binnen
wil gaan om 't nachtregister eens te zien,
kunnen ze in dien tusschentijd drinken
en klinken naar hartelust en hem zelf
nog trakteeren daarenboven, want ze
zijn baas in eigen huis. Ze mógen er
springen en tieren, gramophonen en dan
sen, dfinken en klinken zooveel ze willen.
En al hadden ze vergunning of verlof
dan schoot men nog niets op. Want dan
kan wel krachtens art. 28, art. 8, art.
36 der Drankwet intrekking geschieden,
maar dan gingen de slaapsteehouders
toch weer bier uitdeelenzonder dat
de politie de betaling van 't gelag zien zou.
Ook kan de slaapstee gesloten worden
door 't Militair Gezag krachtens het be
paalde in art. 28 der Oorlogswet d. i.
der Wet van 23 Mei 1899,Staatsbl. 128,
maar in Middelharnis gaat dit niet, om
dat geen militaire macht, hier logeert.
In Ooltgensplaat en Hellevoetsluis zou
dat gaan, maar in Middelharnis zijn de
toestanden anders,
Een andere moeilijkheid is deze. Op
den Westdijk noemen ze zich allen fa
milie. 't Is dus een Belgisch huisgezin».
"Wel is dat geen belemmering voor 't
publiek om met een zekeren twijfel die
familie* gade te slaan, maar hoe be
wijs je 't Neen tegenover hun Ja al
kwamen er nog 10 kinderen, ooms, tan
tes, neven en nichtea enz, bij, 't Is daar
een huisgezin met man en vrouw en
kinderen enzal zegt de buitenwereld,
dat de «vrouw» pas een-reisje heeft
we en maken van drie weken meteen
anderen slaapsteehouder, waarschijnlijk
naar Davis in Zwitserland, alhoewel
anderen Wiesbaden noemen, hoe dit zij,
de «vrouwe is teruggekeerd al sinds een
dag of tien, maar dezer dagen weer met
een bierglas bloedig gelitteekend, wat
ook zoo erg niet was, omdat Venus, de
bekende Italiaansche godin der Liefde,
te Rome wel drie he ligdommen bezat
en dus een Menneersche Aphrodite er
allicht twee kan vinden om toch aan
gebeden te worden en evenals Venus
stammoeder te kunnen worden van een
geslacht.
En wel is er een art 438 van 't Wet
boek van Strafrecht, waarin de lui, die
er hun beroep van maken aan personen
nachtverblijf te verschaffen, verplicht
worden een doórloopend nachtregister
te houden en daarin te doen aanteeke-
ken de namen, 't Beroep of betrekking,
woonplaats dag van aankomst en van
vertrek enzen ook om dat nachtre
gister op aanvrage aan de politie te
toonen, maar als de slaapst* ehouders
zoo'n artikel trouw naleven, dan staat
de politie machteloos.
Er is ook een ait. 158 der Grondwet
waarin staat, dat tegen den wil van den
bewoner wel iemand in 't huis mag
dringen, bij nacht en bij dag, maaral
leen in de gevallen bij de W.et bepaald
krachtens een bijzonderen of algemeenen
last van een macht door de Wet aan
gewezen. Dus zelfs de eigenaar blijft
er uit al heeft hij nog zoo donkere
vermoedens, want art. 138 van 't Wetb.
v. Strafr. zegt 't duidelijk:
Hij, die in de woning of 't besloten
lokaal of erf, bij een ander in gébruik
wederrechtelijk binnendringt of, weder
rechtelijk aldaar vertoevende zich niet
op de vordering van of vanwege den
rechthebbende aanslonds verwijdert,
wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste zes maanden of geld
boete van ten hoogste driehonderd
gulden.
Zelfs de eigenaar blijft er dus uit, al
vermoedt hij iets onbehoorlijks, dat hij
met eigen oogen aanschouwen wil om
zoo een reden te kunnen vinden de huur
op te zeggen, wegens niet nakoming van
't huurcontract. Maar de eigenaar kan
toch zijn huis zoo laten verbouwen, dat
de huurder er niet meer zóó kan in
wonen? Neen, ook dat niet Want art.
1590 van 't Burgerlijk Wetboek zegt
zeer duidelijk, dat de verhuurder, gedu
rende den huurtijd de gedaante of in
richting van het verhuurde goed niet mag
veranderen, hoogstens mag hij dringende
reparatiën laten doen, maar als ze langer
dan 40 dagen duren mag de huurder
nog korting rekenen van huishuur, en
van zulke «kortingen» zijn de verhuur
ders ook niet zoo te spreken.
Maar de eigenaar kan zijn huisver-
koopen Dan moeten ze er uit, tenminste
de nieuwe eigenaar kan daartoe dringen.
Maar tien tegen één blijven ze er in,
als ze een kwartje per week méér huis
huur geven dan een ander huurder
zou doen en een kwartje per week.
méér geven de slaapsteehouders met
genoegen
Of iemand moest zoo'n huis koopen
voor eigen gebruik, hetzij als woonhuis,
of als bergplaats.
Het komt ons voor dat we genoeg
moeilijkheden hebben opgesomd, en er
zijn er nog meer We ontveinzen ze ons
niet Want immers hoe kan men afge
dacht van 'den drank overtreding der
Zedenwet constateeron
Hotel Restaurant
Gedempte Boerensteiger 6,IA, 63B
12451 Direct nabij de Hoofdeteeg,
EoUerdawi.
DINERS @0 cent en hooge?,
LOGIES MET ONTBIJT
f 1.25, f 1.50 en f 1.75
Tel. No. 1532. Aanbevelend,
Het door leder aanbevolen adres.
Maar nu de oplossing. Voorloopig
maar kort
De Raad make de volgende verorde
ning:
Art. 1.
Voor elke slaapstede of logement
wordt door den Burgemeester in 't
belang der openbare gezondheid het.
aantal personen bepaald aan wie ge
lijktijdig nachtverblijf mag worden
verstrekt.
Bij de vaststelling van het aantal
wordt gelet op de grootte der inrich
ting, 't aantal slaapvertrekken en de
daarin aanwezige luchtruimte.
Art. 2.
Het is verboden aan meerdere per
sonen dan 't bepaalde aantal gelijk
tijdig nachtverblijf te verschaffen.
De houder of beheerder der inrich
ting is hiervooraansprakelijk.
In bijzondere gevallen kan door den
Burgemeester voor een bepaalde tijd
ontheffing van dit verbod worden
verleend.
Overtreding van dit artikel wordt
gestraft met een geldboete van ten
hoogste vijf en twintig gulden of ten
hoogste zes dagen hechtenis.
Een toehchting bij deze artikelen is
niet noodig. De redactie is eenvoudig
en-duidelijk.
We weüschen wel, dat de een of ander
zijn gedachten op deze artikelen vestigde.
Het mekaar do-deur uitsmijten wordt er
niet door tégengegaanis nooit tegen
te gaan en kan in elke woning plaats
hebben en heeft ook plaats. Tegen zóó
ie's is geen kruid gewassen, dan eenig
fatsoen en schaamte voor de buiten
wereld Het maken van-relletjes is ook
zonder deze artikelen tegen te gaan
maar door Strafwetboek, en door streng
optreden van 't hoofd der politie. Tegen
te gaan is er ook niet door een even
tueel Zeden-misdrijf en een hokken, dan
door nachtelijke bezoeken en overval
lingen door de bevoegde macht, maar
ze zijn gewiekst in zulke slaapsteden
en zij treden >in gevaar» graag genoeg
als barmhartige pleegzusters op voor den
«zieken» patiënt aan wie ze »lafenis«
moesten toereiken op zijn bed of ledi
kant waar ze gauw zijn afgespron
gen toen ze den sleutel in 't slot hoorden
knarsen vanwege de Justitiede duivel
is de slimste onder de schepselen.
Maar dit bereiken de artikelen, dat
ze't aantal gevaarlijke individuen beperkt
omdat ze 't aantal personen regelt, en
elke beperking is airede winst.
Er is nog een andere oplossing n.l.
de gemeente neme zelf de Slaaphuizen
in eigen beheer; met aan 't hoofd een
«baas», die onder 't door den Raad vast
gesteld Reglement werkt. Zoo is er goede
controle mogelijk en tuchtoefening,
zekere opvoeding, zeker leiden en waar
schuwen van die menschen door den
baas. Want een goede leiding in zoo'n
huis is zoo ontzaglijk veel waard.
Filantropie of menschenliefde, zegt
geJa, ook die is der gemeente bij deze
menschen aanbevolen, maar behalve
Filantropie is een gemeentelijk slaaphuis
ook een Asyl, een Bewaarplaats voor
stakkerds, die in ons dorp hun centrum
vinden, en dus een politiemaatregel tot
beveiligiDg van orde en rust in de ge
meente, waar trams en boot haar uit-
loozing hebben In zoo'n slaaphuis kon
den Dominees en Pastoor toegang vinden,
als geestelijken bijstand werd gevraagd,
of zelfs niet gevraagd. Tot redding van
drenkelingen der maatschappij Tot op
bouw van een vaak vervallen hut des
geestelijken levens. Tot hulp om weer
in 't leven terug te keeren als mensch.
Doch genoeg. Men wille er eens over
denken.
jacht.
s, Vloer- en wand-
Mastie, Zoutzuur,
ie.
brengst van pl.m.
bevelend,
a l's boven.
i.l
UITGEVERS
z
.r
van Effecten.
Prolongatiën.
tsen van gelden 4
ader vast te stellen.
IEUBLEMENT.
f 140,
120-
100,-
90,-
•UBLEMENT.
f 105,—
92,-
„8050
n moeder!maar
zware werkhand
jelde vingers en kust
vast, zooals tóng
móéders hand hield,
n dommelt weer in
merkbaar moeilijker
véél minder.
:n dat zij den nacht
net gesloten oogen,
toch wel hoorend
gedaan,
oegen morgen enkele
t aan 't eene einde,
iran het bed.
vraagt de zieke,
horloge,
hij hier zijn
u
:r hem aan.
met elkaar vraagt
ilacht om haar mond
1 geruststelt.
Anton er.
i moekehij had haar
oers na jaren tegen-
n ze roerloos en de
i het oog
id uit.
et hij „Laten we
ordt deze onder den
den Dood.
eke de handen en 't
iezelfde moederliefde
er
en bij 't bed.
als de Dood zacht-
1 heeft losgemaakt,
de oogen toe.
vereend?
Wordt vervolgd.
.fe-i-jto.»
Herinnert men zich de „avondschool
Neen, ik bedoel niet de bekende schilderij
van Gerard Dore, maar wél het tooneelzelf,
dat er door werd voorgesteldde „avond
school", gelijk zij een halve eeuw geleden
nog op tal van plaatsen een meetellend ver
lengstuk was van ons lager onderwijs.
Thans is zij overal verdwenen.
Wat er nu nog aan onderwijs in de avond
uren gegeven wordt, 'tzij herhalings-onder-
wijs, Fransche les of cursus voor dit en voor
dat, is toch niet de „avondschool" met haar
deugden en gebreken van voorheen.
Zij bestond alleen in de wintermaanden.
,.Zoo 's avonds van zes tot acht.
En zij werd als regel waarop nooit uit
zonderingen tot mijn kennis gekomen zijn
alleen bezocht door jongens, zoo van tien
totjaar.
De maximum-leeftijd wa3 onbepaald.
Ik wéét van een opperman van meer dan
vijftig jaar, die in zijn jeugd niet had kunnen
schoolgaan en die zich op de banken van
de avondschool zette, omdat hij geen pri
vaatles kon bekostigen en toch zoo graag
nog op zijn ouden dag zélf zijn Bijbel wou
leeren lezen.
Wat hem gelukt is ook.
Maar dat was natuurlijk 'n eenling.
Ik weet echter van meerderen, die 'n
avond verzuimden, omdat zij daags hadden
moeten lotenTot hun zestiende, ja acht
tiende en negentiende jaar bezochten de jon
gelui soms die „avondschool". Tenminste in
sommige streken van ons land.
Kerels als boomen waren het dan.
Terwijl tevens niet zelden de grootste jon
gens van de gewone lagere school die
„avondschool" als een derde schooltijd ge
bruikten, waardoor ze tevens van de straat
en van allerlei kattekwaad werden afge
houden.
De „avondschool" zocht haar kracht in be
perkingen.
Lezen, schrijven, rekenen, meer niet.
Terwijl dan 't laatste kwartier de Bijbels
werden voorgenomen en een gedeelte uit de
Schrift, elk zijn beurt, gelezen werd, zoo
noodig door een korte verklaring verduidelijkt.
Zóó tenminste heb ik haar gekend.
En er zullen nog genoeg mannen van
middelbaren leeftijd, en ouder, zijn, met name
op het platteland, die nog de „avondschool"
in gunstige gedachtenis houden, wijl daar
hun kennen en kunnen pas is afgerond en
bevestigd geworden.
Wat toch was het geval
De hoogste twee, drie klassen van de ge
wone, lagere school raakten op het platte
land, gedurende de zomermaanden, vrijwel
ontvolkt. De leerlingen vond men wijd en
zijd op 't veld verspreid, druk met den land
arbeid van allerlei soort Of ze bleven thuis
om op hun kleine broertjes en zusjes of ook
op het huis zelf te passen, maar leeren
deden ze maandenlang niets.
Tot dan October in 'tland kwam.
Dan kenterde het getij.
De een na den ander keerde met verbrand
gezicht en echte werkhanden in de school
terug en de tweede wéék van November kon
men zeggen, dat de leerlingenstroom zijn
winterbed had gevuld en weer stond van
dijk tot dijk.
Dat bleef dan zoo den winter door.
Alleen 'tijs bracht soms 'n hiaat.
En de meesters moesten dan maar zien,
dat ze in drie maanden vier, vijf zooveel mo
gelijk vorderingen maakten, 's Zomers kon
den zij het op hun slofjes af, maar's winters
haalden ze er vaak een zweetje bij.
Er is sinds vroeger veel veranderd.
Jongens van dertien en veertien jaar, die
„de klassen dóór" zijn, komen nu niet meer
als toen, enkele winters aaneen de dagschool
of voor 't minst de avondschool bezoeken.
Deze iaatste is er niet meer; voor de dag
school achten zulke knapen zich te groot en
de „herhalingsschool" is bij ons nooit recht
ingeburgerd.
De Leerplichtwet is gekomen en in theorie
gaan de kinderen nu op z'n minst zes jaren
schooi, of als ze 'n keer bleven zitten, dan
zeven.
ik zal volstrekt niet zeggen, dat hier geen
verbetering in schuilt.
Met name ook voor de meisjes.
Die voorheen soms met haar tiende jaar
al voorgoed de school verlieten
Maar er zijn toch nog groote leemten.
Vooreerst deze, dat op tal van plaatsen
voor de kinderen, die de lagere school door-
loopen hebben, nog weinig of geen gelegen
heid is om verder te leeren, met name
's avonds, en dan in de richting der praktijk.
Dit geldt zoowel, voor meisjes als voor
jongens.
Deze laatsten vinden soms nog wat ze
noodig hebben in vak-, teeken-en ambachts
avondscholen. Maar voor het naaien, ver
stellen, koken enz., dat de meisjes zoo noodig
moeten leeren, wordt nog maar zeer weinig
gedaan.
En dan is er 'n tweede euvel.
Dat vooral op 't platteland veel kwaad doet,
Namelijk de veldarbeid. Weken en maan
den lang, ondanks de Leerplichtwet,
't Is onnoodig dien te teekenen.
Elk die op 't platteland woont of daar be
kend is, weet er van.
En nu weten we wel, dat er omstandig
heden kunnen zijn, die den veldarbeid van
schoolleerlingen van een of meer dagen
noodig maken. Ook zullen we niet overdrij
ven door te zeggen, dat een flinke, gezonde
jongen die eens een paar weken mee hooien
gaat of mee aardappels rooit of aardbeiën
plukt of boonen, of eenig ander licht werk,
daardoor mishandeld wordt, alle over
drijving schaédt.
Maar de gelegenheid maakt den dief.
En er zijn genoeg arbeiders, die énkel
kijken op de blanke guldens, die zulke jon
gens thuis brengen, zonder te letten op het
kwaad dat wordt aangericht, wanneer zoo'n
gansche, lange zomer feitelijk de school
bijzaak is.
En er zijn ook wel landbouwers-werk
gevers, die in plaats van dezen kinderarbeid
zooveel mogelijk tegen te gaan, dien te be
vorderen, ja min of meer pressie uitoefenen
op de arbeiders, dat die er hun kinders voor
geven.
De Leerplichtwet bleek onvoldoende.
En op ónzen weg ligt het zeker niet, om
op verscherping van die Wet aan te dringen.
Beter is het, als het kwaad van een ande
ren kant wordt aangepakt.
En daarom kunnen we ons in 't algemeen
wel vereenigen met het beginsel der pas
ingediende „landbouwarbeidswet", dat aan
kinderen beneden de 12 jaar of binnen den
leerplichtsleeftijd, eenvoudig den landarbeid
verbiedt.
Wel hebben we eenig bezwaar.
Die wet nl. begrijpt ook, dat er uitzonde
ringen zijn. Maar zij wil nu die uitzonde
ringen bij Koninklijk besluit laten vaststellen.
Dus door de heeren van de bureaux in Den
Haag
Die in den regel van den veldarbeid niet
heel veel afweten I
En die soms ook zonderlinge paden be
wandelen om advies te krijgen
Dat zij nu straks in deze materie het laatste
en het hoogste woord hebben zuilen, lijkt
me niet zonder gevaar.
UITKIJK.
De Commissaris der Koningin in de pro=
vincie Zuid-Holland,
Gezien het besluit van Gedeputeerde Staten
dd. 31 Juli 1917, no. 58;
Gelet op art. 11 der Wet van 13Juni 1857
(Staatsblad no. 87)
Brengt ter kennis van belanghebbenden,
dat ingevolge bovengenoemd besluit:
lo. de opening der jacht op klein wild,
vermeld in art. 17 der wet van 13 Juni 1857
(Staatsbiad.no. 87), voor dit jaar in de pro
vincie Zuid-Holland is vastgesteld op Zater
dag 1 September aanstaande met zonsopgang;
met uitzondering van de jacht op fazanten
en hazen, waarvan de opening is vastgesteld
op Maandag 1 October aanstaande, mede
met zonsopgang^
2o. van die opening voorts is uitgezonderd
de uitoefening van het jachtbedrijf, vermeld
in art. 15, lett. e, der aangehaalde wet;
3o. de korte jacht dagelijks en de lange
jacht slec'its drie malen 's weeks, en wel
des Woensdags, Vrijdags en Zaterdags, mag
worden uitgeoefend.
Voorts is bepaald