sprits. Zaterdag li Augustus 1917. Antirevolutionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES >DiJK. WIKk, 1ABNIS '©richt 1738, 'leering ISM lanbevolen i a p p e n. fêieuwlancL ♦W Jaargang N". &310 roor de Ziiitlliollaiiflsclie en Zeeuwsolie Eilanden» Eerste Blad. .SOUK. De Vrijzinnigheid en deKerk. jropriêtair E. c. F. t. d. LEE-Maeeei OP DEN UITKIJK. rken. W. BOEKHOVEN Zonen, SOMMELSDIJK. Alle stukken foor de Hedaetle bestemd, Advertenllêu eo verdere Administratie franc® toe te zenden aan de Uitgevers. „HET GOUDEN HEK?', fist door seder ««fibevolea sstr» rs, Vloer- en wand- Mastie, Zoutzuur, tie. >brengst van pl.m, bevelend, A LIS BOVEN. ken en Puttee, n, Pralpbabkea, n GEWAPEND 12695 at, Kogelfleschjes uijn Gemberbier Ananas en andere s andere artikelen 10666 delharnfs. in list. 10832 Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie Maanden fr, p. p. 50 Oent bij Toornitbetaling. Buitenland bij Toornitbetaling f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. UITGEVERS Telefoon IntercoHK. Mo. utvertentlën Cent per regel. Reclames 25 pa? regel. Boekaankondiging 5 Cent pee regalh Dianstaanvragea en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uu:. 12450 van f 100 November. ze haar zonde niet eesch zwak ook in verte moeders lie- hart luide klopt en ar 't meest interes- 'etrouwd. id opwekt, toch 'n ichudt hij 't hoofd, i vliegen en smaalt 'n lief zaakje flinke vrouw aan", zijn, mama n is altijd zijn fort met dat weeuwtje maar u moet me „liefde" is", elkaar!" luwe plekken slaan, broer, te goed voor lomisch zijn en de Nee, mama'als ik zijn met 'n vrouw, kst verliefd op raak, ongeluk om T zou ma, verschrikt, „wat antwoordt hij, „de dig zijn de moeite et voor te verzetten ze staan mij er 't onderwerp, en Hamering en zij oopten, werkten en idere tijd! klem meer, bij den Alleen de weg des pen. Wordt vervolgd. Het is door ons nooit betwijfeld, dat de Vrijzinnigheid de leer, die naar de Godzaligheid is de orthodoxe leer, mijdt en zulke predikanten alléén laat staan, ware 't niet dat er nog behalve die Vrijzinnigen duizenden zijn, die dorsten naar de zuivere Waarheid, gelijk 't hert schreeuwt naar de waterstroomen, deze dorstigen vullen de kerk, maar de Vrij- innigheid loopt van die Heilsbron weg. A-eer nog. Ze bezoeken' hun eigen leer aars niet eens, en laten eigen gebouwen leeg staan, zoo dat de moderne predi kers zelf over zoo'n toestand klagen. Lees slechts 't PFötestantenblad voor de Classis Brielle, 't orgaan der moderne fractie zooals zij zich aandienen bij 't pu bliek,'torgaan der Vrijzinnige Christenen. In 't No. van 7 Juli 11. schrijft de Redactie een artikel over »Het ontwa kend godsdienstig leven«. We knippen er de hoofdzaak uit: Het was voor eenige jaren gewoonte onder de vrijzinnige godsdienstigen te spreken over het ontwakend gods dienstig leven. De tijd, dat de vrij zinnigen kerkelijk terrein verloren en stad voor stad moesten ontruimen, was voorbij, en in plaats van verlies, hadden wij gestadig winst te boeken. Naar steden, die om hun orthodoxie met groote, zwarte vlekken op de ker kelijke kaart stonden aangeduid wer den vrijzinnigepredikanten beroepen Nijmegen, Dordrecht, Alkmaar, Middel burg, Gouda, Gorinchem, ziedaar en kele namen vanplaatsen waarin de colleges der Nederl. Herv. Kerk de orthodoxie niet meer uitsluitend den scepter zwaait Inderdaad dat omgaanvan die gemeenten was moed gevend In het algemeen was men in onze kringen dan ook van meening dat dat een begin was van het nieuwe leven, dat men voor den godsdienst en in de kerk verwachtte. En er waren meer teekenen, die op een opleving van den godsdienst schenen te duiden Vóór enkele jaren werd te Leiden de Vrij zinnig Christelijke Studenten-Vereeni- ging opgericht weldra door dergelijke vereenigingen in de andere academi- steden gevolgd En onwillekeurig wierp men een blik in de toekomst. De studenten, die zich bij die ver- eeniging hadden aangesloten zouden over enkele jaren als advocaten en leeraars en geneeskundigen de maat schappij ingaan. Zij zouden in die maatschappij als leiders, indragen het godsdienstig bewustzijn, dat door die vereeniging in hun studententijd was gewekt, en de groote menigte zou niet meer als voorheen leiders hebben, die den godsdienst en de kerk voorhij gingen. Over den invloed der oud leden van de genoemde studenten-vereenigingen in de hedendaagsche maatschappij is thans nog geen oordeel te vellen. Maar wel is na te gaan wat thans het resultaat is geweest van de ker kelijke overwinning door de vrijzin nigen in enkele steden bevochten. Wij zullen geen namen noemen, maar het is ons bekend, dat in ver scheidene van die omgezettege meenten het godsdienstig kerkelijk leven niet bloeit. Een onzer ambtge- nooten deelde ons mede, dat in zijn standplaats, waar de opkomst der vrijzinnige scharen des voormiddags in de godsdienstoefening niet onbe vredigend genoemd mag worden, zoo- velèn, die vóór enkele jaren, in den kerkelijken strijd vooraan stonden, zich thans van de kerk, en van den godsdienst hebben afgewend. Onlangs woonden wij de avond godsdienstoefening in een der kerken der Nederl Herv. Gemeente bij in een stad waar tot vóór eenige jaren de orthodoxie heer en meester was. En toen daar de eerste vrijzinnige predi kant kwam, trad hij in 't begin hetzij 's morgens of 's avonds, voor welge vulde kerken op. Doch dien avond, waarop wij doelden, waren slechts een honderdtal in de statige cathedraal aanwezig En toen wij de kerk hadden verlaten en buiten temidden van de Zondagsdrukte ons bevonden konden wij toch" niet nalaten te denken aan die duizenden buiten en die enkele tientallen binnen de kerk en ons af te vragen: wat is er van de gods dienstige opleving? Deze regelen 'spreken voor zich zelf "Een honderdtal in de statige cathedraal In verscheiden'e van' die omgezette ge meenten bloeit het godsdienstige kerkelijke leven niet. Zoo velen, die vóór enkele ja ren in den kerkelijken strijd vooraan stonden van moderne zijde, iiehben zich thans van de kerk en van den godsdienst afgewend. •3* 'A- Is de aanklacht van ds. van Santen te Hekelingen of van ds. Baar te Zwar te waal, of van ds de Voogd van der Straaten te Nieuwenhoorn of van ds. Witkop te Rockanjedie dit 14 daagsche blaadje redigaeren niet ontzettend. Eer lijk als goud als ds. van Santen altijd schrijft, durft hij 't andermaal te zeggen: er is bij de Vrijzinnigheid kwijning en geen opleving in 't kerkelijk leven. Maar 't weekblad voor de Vrijzinnige Hervormden, wiens redacteur dr. Nie- meijer ook 't stuk van ds. van Santen gelezen had, komt in zijn blad er tegen op; wel erkent dr. Niemeijer dat er on miskenbaar over de geheele linie, bij alle richtingen door den oorlog kwijning is, maar hij troost ds van Santen met deze woorden: Maar het is ook onmiskenbaar, dat in de laatste jaren voor den oorlog teekenen van opleving vielen aan te wijzen van opleving in kringen .die zoowel van den godsdienst als van de kerk waren vervreemd, welke ople ving, behalve aan theosofie en spiri tisme, voornamelijk 't vrijzinnig Chris tendom is ten goede gekomen. Maar ds. van Santen is 't niet met hem eens. Hij schrijft in 't No. van 11 Juli tegen dr Niemeijer 't volgende Wij krijgen dus slechts ten deele van den hoofdredacteur van genoemd blad gelijk. Toen wij zijn artikel had den gelezen konden wij niet nalaten te denkenhet ware te wenschen, dat dr Niemeijer het aan het rechte eind hadEn waar wij nu feiten hebben genoemd, welke inderdaad wezen op een inzinking van het godsdienstig leven der vrijzinnigen (dat der ortho doxen laten wij buiten beschouwing, hoewel wij van meening zijn, dat ook daar niet van een opgaande lijn sprake is), feiten waarmede dr. Niemeijer instemde, daar zouden wij zoo heel gaarne zien, niet alleen te onzer ge ruststelling, maar nog meer in het waarachtig belang onzer godsdienstige richting, dat de heer Niemeijer ook feiten kon aanwijzen die zijn be we ring dat er naast de kwijning een opleving is, staafden. Want zijn be wering: Maar het is ook onmisken baar, dat in de laatste jaren voor den Hotel Redtsuraol Boereusteiger 63A, 63H 12451 Utreoi nabij Je Hoofditeag, DINERS S0 eest se hooger. LOGÏES MET ONTBIJT f 1.25, f 1.50 en f 1.75 Tel. No. 1532 Aanbevelend, oorlog teekenen van opleving vielen aan te wijzen is naar het ons voorkomt te vaag om aanstonds aan vaard te kunnen worden. In onze vorige beschouwing hebben wij reeds op enkele teekenen van slap godsdienstig leven onder ons ge wezen. Maar er zijn meer symptomen, die ons in onze meening versterken En wij noemen het feit, dat de Evan- gelis.che.Unie te Alkmaar, die daar ter plaatse zulk uitstekend werk heeft gedaan door kiescollege en kerkeraad in vrijzinnigen geest om te zetten, thans, .na eenige jaren reeds, niet meer kan getuigen van krachtig gods dienstig leven Want de godsdienst oefeningen waartoe zij het initiatief heeft genomen en die in den beginne ui stekend slaagdeD, lijden thans een kwijnend bestaan. Zelfs de beste re denaars hebben eon matig publiek. Hetzelfde kan getuigd worden van tal van afdeelingen van den N®d. Protestantenbond. In den beginne was men, waar nieuwe afdeelingen in or thodoxe omgeving werden gesticht, en godsdienstoefeningen werden belegd enthousiast. Maar dit enthousias me is iu het algemeen gebleken niet te zijn van superieur gehalte. Er wer den in zooveel afdeelingen in plaats van echt godsdienstigen en ware vro men, slechts preekkeurders gekweekt. En naarmate da eischen betreffende de welsprekendheid der predikanten in die afdeelingen stegen, verminderde de ernst waarmede getracht werd naar de eeuwige dingen. Het is na tuurlijk mogelijk dat vele afdeelingen zulk een lijdensgeschiedenis niet zou den hebben indien zij reeds spoedig een vasten voorganger hadden gehad, maar dan herinneren wij weer aan die Hervormde gemeenten die in den loop der jaren >omt gingen en die wel eigen predikanten hebben gekregen. Nog een ander minder opwekkend feit hebben wij te ve; melden. Wij kennen een gemeente van on geveer 3000 zielen, die orthodox is. Er is daar vaak heftige strijd geweest bij de verkiezingen en de orthodoxen en vrijzinnigen brengen ongeveer een gelijk aantal stemmen uit Thans is een der predikantsplaatsen vacant, En als nu de vrijzinnigen in die va cature de beurt vervullen komen onze geestverwanten, ze'fs in de morgen godsdienstoefening, in nog geen getale van 100 op Meer dan de helft zeker van die 3000 zielen zijn niet orthodox. Wat te zeggen van een opkomst van ongeveer 6 pet. van het zielental Ziedaar onze feiten, die niet moed gevend zijn, met enkele vermeerderd. En nu kan' de oorlog mede de schuld zijn van de kwijning van het gods dienstig leven. Indien de oorlog mis daad ook hierin zijn invloed doet gel den, dan is dat voor ons een bewijs te meer. dat dat godsdienstig leven niet echt was en niet diep. Wij hopen hartelijk, dat ons zien van de dingen te zwartgallig is en daarom zouden wij dr. Niemeijer wel willen verzoekentoon ons aan met de stukken dat wij slechts gedeeltelijk juist hebben gezien. Wijs ons aan, duidelijk en onmisbaar, dat er ook is een strooming van opleving in het religieuze leven van onzen tijd, die gaatdoor de gelederen der vrijzinnigen Misschien achten sommigen het niet gewenscht om in het openbaar te schrijven over zwakte, die onder geest verwanten heerscht Een collega, die wij onlangs spraken keurde het be paald af en hij zeideer is een waarheid voor de ingewijden en een voor het groote publiek. Ons komt het voor dat het beter is, de dingen goed onder de oogen te zien en zich niet te schamen voor den waren toe stand. Dan is er een kans op verbe tering. Moge die verbetering spoedig komen Vt Commentaar is hier verder overbodig. De gemeente^ van 3000 zielen met zijn 6 spreekt boekdeelen. O, arm Brielle, want gij zijt gewis bedoeld, mits 3000 veranderd worde in 4000. Zoo dan kan geconstateerd, dat de Vrijzinnigheid de kerk links laat liggen en van haar weinig heil voor Sions murenopbouw is te wachten. De Vrij zinnigheid eischt rechter in de Kerk, maar waar is het j?föc/ifsgevoeI om Chris tus dan ook, als 't Hoofd dier Kerk, te huldigen als Zone Gods en Middelaar voor don weggezonken zondaar? Zij eischt rechten maar op welken rechts grond Dat ze de Kerk behoudt De eere Christi verhoogt 't Heil der zielen op 't hart draagt voor de Eeuwigheid Met welken Rechtstitel kunt ge optre den, o Vrijzinnigheid? Van Godswege hebt ge er niet één. En de H Schrift geeft er u niet een, Ga de Kerk uit, die op de Belijdenis van Petra is gegrond Want 'f Licht heeft 'met uw duisternis geen gemeen schap. 'tWas in een onzer provinciale hoofd steden de Staten vergaderden er in zomer vergadering. Aan de orde was: duurtetoeslag. Een onderwerp, dat alom vanzelf op 't pro gram komt. Naar matige berekening is het leven, in doorsnee genomen, dertig procent duurder geworden, dan het vóór den oorlog was, zoodat het spreken over „duurtetoeslag" gerust niet tot de overtollige goede werken gerekend hoeft te worden En het toekennen nog minder Over dit voorstel kwam een socialist aan 't woord, die terecht meende, dat hierbij ook eenigszins met de grootte van 't gezin moet gerekend worden. „Stel, een ambtenaar heeft zes kinderen Hier kon de man niet voortgaan. Vele heeren schoten in een lachbui Zes kinderen I Welk fatsoenlijk mensch heeft er nu in onzen tijd zes kinderen I Dat wilde men daarmee uitdrukken. En de banken schudden van 't gelach. „Nu, goed dan I vier vervolgde de spreker. Nóg was er eenig gemompel. Zelfs vier schenen sommigen luxe te vinden. Gelukkig zaten er ook mannen van Rechts in deze vergadering. En een hunner, een antirevolutionair, zette de lachers goed op hun plaats. „De heeren moeten niet zoo bekrompen zijn", zeide hij. „Ik heb es even aan enkele van mijn vrienden, hier om mij heen, ge vraagd hoeveel kinderen zij hadden en ik kreeg tot antwoordvijf, zes, zeven tien Er zijn dus nog heel wat groote gezinnen, ook onder de „nette menschen". En die groote gezinnen zijn een zegen. Wij belijden, dat de kinderen een erfdeel des Heeren zijn en heb ben dus een heel andere opvatting van het gezin." De socialist kwam er nog op terug. Hij had allerminst met het „groote gezin" willen spotten. Hij zou zelf liever twaalf kin deren hebben, dan geen een. Of ze een „erf deel des Heeren" zijn, dat wist hij niet, maar als een zegen beschouwde hij ze wet. Zoo werden de lachers van twee zijden beschaamd gemaakt. Dit zal ieder wel met me eens zijn, dat in deze benarde tijden het „groote gezin" veel meer in de knel en in den druk komt dan de ongehuwden of ook de gezinnen meteen of twee kinderen. 't Nijpt voor hen aan alle kanten. Wie van zichzelf geen vermogen heeft en in de jaren van 't kinderen krijgen is, kan er in de negen van de tien gevallen eenvou dig niet aan denken, om iets van beteekenis weg te leggen voor den kwaden dag. Hij leeft van den eenen dag in den anderen. Hij is al blij, als hij zonder schuld te ma ken door de wereld komt. Misschien wordt af en toe een buiten kansje naar de spaarbank gebracht, maar van beteekenis is dit niet. Zóó is hetN leven van de meesten. Met name," als God hun schenkt een aan groeiend, straks misschien een „groot" gezin. Zij, die uit hun geërfd vermogen leven, begrijpen soms niet, hoe zulke menschen nog levensvreugde hebben kunnen, dat ze niet eiken dag leven in de bange vrees, dat hun de staf des broods zal gebroken worden. De christen echter kan dit wèl. Hij leeft eiken dag weer uit de hand zijns Gods, die het hem nog nooit aan iets ont breken liet. Wat echter niet wegneemt, dat hij ook zonder bezorgd" te zijn in deze donkere tijden toch soms met zorg te toe komst inziet. Als er nu bizondere maatregelen genomen moeten worden, om wie in de knel raakt, door de moeilijke tijden heen te helpen, dan zullen die toch allereerst ten goede moeten komen aan wie 'thet meest noodig hebben. Dus vooral aan het „groote gezin." En daarom achten we den spot met dit gezin zulk een veeg teeken. Want dil feit staat niet op zichzelf. Om 't eens heel scherp te zeggen Ais in onze samenleving een dronkaard zijn gezin tot armoede en in ellende brengt, dan wordt dit gezin, jadoor wie daartoe geroepen zijn min of meer geholpen, maar zegt men de man zelf is 't eigenlijk niet waardhij maakt het er niet naar Precies zoo denken niet weinigen, die spotlachen om het „groote gezin". Anderen denken er in schijn iets milder over, maar 'tkomt toch eigenlijk op't zelfde neer. „De man is niet wijzer!" zeggen zij van den huisvader met het groote gezin. Hij gaat niet met zijn tijd mee. Hij verstaat' niet de eischen van het mo derne, maatschappelijke leven. Medelijden toont men met hem maar zooals men medelijden heeft met den min derwaardige, die zich tot het gewone peil nooit opwerken kan. Inderdaad, zoo wordt er geoordeeld. En als er dan sprake komt van een gezin met een héél dozijn, of zelfs maar met een half dozijn kinderen, ja I dan klinkt de spot lach door de zaal. Maar dan moet er ook onmiddellijk ons krachtig protest op volgen. Dat mogen we nóóit onder ons laten. Ook niet in het particulier gesprek of in den gezelligen kring. Het „groote gezin" moeten we omringen met onze zorg; het in eere houden als een zegen, dien God niet alleen aan de ouders, maar aan het gansche volk schenken wil. Want zoo moeten wij het beschouwen. Ook voor de ouders is het „groote gezin" een zegen, op velerlei manier. Het geeft de rijkste ontplooiing van het gezinslevenhet leven in al zijn schakee ringen weerspiegelt zich in het gezin. Het prikkelt de ouders, om al de gaven en krach ten, die God hun schonk, tot het uiterst in te spannen, wat weer ten goede komt aan de gansche maatschappij. Het dwingt niet zelden tot een matig, ingetogen en zeer zuinig leven, waar weelde, ook in betrekkeiijken zin en in haar lageren vorm, verzwakken en verslappen zou. Het is ook een zegen voor de kinderen, Zij vinden in het groote gezin, vol varia ties, reeds de maatschappij in 't kiein. Vroeg moeten zij al leeren, zichzelf zoo veel mogelijk te helpen en te redden, wijl de ouders geen tijd hebben, zich veel met elk kind in 't bizonder te bemoeien. In figuurlijken zin liggen er vaak' vouwen en plooien in hun lakens, er is geen ge legenheid om alles zoo precies in orde te hebbenzij moeten zich schikken of zelf hun zaken maar in orde brengen. En al gauw, zoodra zij maar genoeg ge leerd hebben, moeten zij er op uit, om ook wat te verdienen, om de gezinszorgen te helpen verminderen. Watóók vaak een zegen is Voor ledig gaan is geen tijdop's duivels oorkussen liggen zij niet.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1917 | | pagina 1