voor de Znidhollandiiclie ei ^®enw§cbe Eilanden. 1 Zaterdag 21 Juli 1917, K Antirevolutionair RIEK. Mü m Eerste Blad. en IN HOC SIGNO VINCES - K1 RMS JK. Zuigelingen sterfte en de Raad. „HET GOUDEN HERT". OP OER UITKIJK. BINNENLAND. - - -.ui nrniBtii X .eri'Hg Deze Courant versohijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. 50 Gent bij vooruitbetaling. Buitenland bjj TOOraitbetaling f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. W. BOEKHOVEN Zonen, SOMMELSDÏJK. en Putten. 'nlpbakken, JEWAPEND 12030 as M te H3 1© B SC te Si i N :en. I» Advertentiên 12% Cent per regel. Reclames 25 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regell. Bienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die sij beslaan. Advertentiên worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 nut. Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiên en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers. Vooral in deze oorlogstijden, nu zoo veel jonge levens maar ook gehuwden van allerlei leeftijd worden weggemaaid komt 't vraagstuk van den Bevolkings aanwas weer meer dan ooit naar voren. De vraag wordt gedaanhoeveel kin deren komen er jaarlijks bij en hoeveel gaan er jaarlijks af, en van zelf dat dus twee toestanden onmiddellijk de aandacht vragen: le. worden er wel genoeg kinderen geboren en 2e. als ze eenmaal geboren zijn hoelang leven ze dan De eerste vraag wordt onmiddel lijk in verband gebracht met 'tNieuw- Malthusianismeen de tweede met de Zuigelingensterfte, maar beide vragen worden weer gedaan met 't oog op de toekomst der volkeren, waar de oor- logsgeesel op die Natiën gevoeld wordt en over de aanstaande machtspositie, die na den oorlog eenig Land weer zal kunnen innemen. Over 't Nieuw Mal thusianisme of de ongeborenen spreken we thans niet, maar wel over de ge boren kinderen en hun vroeg of laat afsterven, dat men meest samenvat in 't woord Zuigelingen sterfte. En deze is niet gering n.l. 22%, van de totale mg sterfte. Per provincie stierven over v 1909-1913 beneden den éénjarigen leef tijd per 100 levend aangegeven kindereD. Friesland 6,6. Nd. Holland 8 1. Zd. Holland 9. Groningen 9. Drente 9,3. Utrecht 10. Overijsel 10,2. Gelderland 10,5, Zeeland .12,5. Nd. Brab. 15,8. Limburg 15,9. Een andere maar zeer merkwaardige qjferroepeering is deze In Gemeenten met 100,Q00 inw. en meer, sterfte 7,01. 20,000—100,000, sterfte 8 94. 5000-20,000,. .sterfte 9,71. 5000 en minder, sterfte 10,27. Waaruit volgt, .dat op 't „gezonde" platteland de kindersterfte veel hooger is dan in die muffe* steden. Wat kan daarvan nu de oorzaak zijn? Van 't Platteland gaat toch zoo'n roep van gezondheid uit Ja, dat is zoomaar de sterfte zit em minder in de lucht, dan in 4e voeding. Maar is er dan op 't Platteland minder te eten en te drin ken voor zoo'n kind, dan in een stad. Ook dat niet. Maar, de sterfte zit em niet zoozeer in de luchtook niet in de voeding als zoodanig, maar in de soort van voeding en orde of regelmaat bij de voeding. Te 's-Gravenhage heeft men in 1908 een onderzoek ingesteld, waaruit bleek, dat de sterfte der zui gelingen, die borstvoeding hadden gehad ruim 2% maal geringer was dan van kinderen die nimmer borstvoeding had den gehaden dat bij kunstvoeding en slechte woning het sterftecijfer bijna 5 maal hooger was dan met borstvoeding goede woning. Op rekening van door kunstvoeding veroorzaakt ingewandslij- den wordt 50° 0 der sterfte toegeschre ven en kwam men tot dit resultaat, dat van de 100 zuigelingen er aan rrnxiekten sterven - Van de rijken 0% Van den Middenstand 4°/0, Van de armen 36%. Van de noodlijdende 60%. En deze cijfers kloppen met wat een geneesheer eens schreef „een eerste plaats onder de oorzaken „van kinderziekte en van kindersterfte „wordt ingenomen door de fouten bij „de voeding gemaakt. Met niets wordt „meer geknoeid en gescharreld dan „juist met de kindervoeding en niets „is meer geschikt om 't jonge leven „te vernietigen of sukkelend te maken „dan een ongepaste en odgeschikte „leefwijze. De oorzaken der Zuigelingensterfte zijn velerleialcoholtuberculoseoh gezonde1 woning onkunde bij moeders slecht werkende armenverzorgingte lang arbeiden voor de bevallingte spoedig en te zwaar arbeiden na de bevallingondervoeding der moeder lichaamsverwaarloozing der moeder op andere wijzen dan 4oor arbeid buitens huis te Iaat inroepen van medische hulponoordeelkundig optreden van bakers maar een der grootste oorzaken blijven de voedingsmiddelen en de orde en regelmaat in 't toedienen. En de opmerking is gemaakt, dat tal van moeders wat dankbaar zijn, als ze hun kind de „flesch" kunnen geven want bij „zoogen" moeten ze hun kind bij zich hebbenmaar met de „flesch1' kan een zusje 't voedingswerk wel af en juist dat zusje bederft de zaak. Maar waarom dit artikel? Omdat we zoo graag zagen dat ook onze Ge meenteraden dit onderwerp eens over dachten. In Duitschland wordt 600,000 gld. uitgegeven aan zoogpremiënin Enge land zijn allerlei inrichtingen, waardoor de ondergang van vele jonge levens wordt tegengegaanen overal legt men zich er op toe tot beteren woningbouw tot onderrichting in geschriften der moedershoudt men bakercursussen zijn er zuigelingenbewaarplaatsen onder medisch toezicht en verdere deskundige hulp. Ook in een Arbeidswet kan men bepalingen neerleggen, zooals in Neder land, hoelang ze al of niet voor en na bevalling in de fabriek mag komen. Gezondheids- en Woningwet hebben op de sterfte invloed. En 't zedelijk leven der ouders spreekt ook een woord mee, Waartegen een wet echter mach teloos staat Gemeenteraden mogen niet onver schillig staan tegenover een zuigelingen sterfte want 't geldt de toekomst van een Land, van een stad of dorp. De Raden hebben in dezen grooter verant woordelijkheid dan ze vermoeden. Wor den er in een Gemeente veel geboren 't is gelukkig; maar als ze vroeg sterven, wat baat dan een hoog ge boortecijfer Dan was onvruchtbaarheid der moe der, hetzij een natuurlijke, hetzij een geforceerde door 't Nieuw Malthesia- nisme als anderszins nog heel wat wen- sehelijker, want elke bevalling rooft moederkrachten en gaat dan de ver zwakking nog gepaard met den dood van den zuigeling, wat is. dan 't resul taat Tweevoudig slecht Niet genoeg kan er dan ook op ge wezen worden, dat de Raadsleden letten op de hygiënische toestanden in de Ge meenten en voor Woningbouw een open oog hebbenmet de medici raadplegen over die geboorten en sterften in per centen en de oorzaken opzoeken en trach ten weg te nemen, en voor subsidiën niet terugdeinzen. 't Geldt de toekomst van een Land. Motel Restaurant Gedempte Boerensteller 63A, 03B 12451 Dlraot nebf] de Hoofditseg, DINERS 60 caat en hooger, LOGIES MET ONTBIJT -• v --..-i.r. staande 111 een binten, bad- ten, een ijzeren e3 te zien en te lotterdam. Tel. iboadeis 8E2S 9741 im. olge als DE OP- OP EN PKE en Ebsn- IR door gasïg, Wenscht dit den del ver- >rk. UITGEVERS felefi®»» Intereoauu. 38®. 2. 11 n 10798 r~ d Woer- en wand- astie, Zoutzuur, ngst van pl.m. reiend, LS BOVEN. verder dan van anderen, hoog- iatie-uur tot het vragen wat erg doel af. ren, zooals.'t is", verdient, zal niet ren kosten, maar goed leert; als 't iet z'n baas gaan dig méér worden, s als ze hun best graag: ze sparen telijklangenstrak. :on. en Anton nu I t bij i", zegt oom hard nton onthutst, ct tot hém. k. begrijp niet, je je dit niet zelf je moeder 't geld twee jaar op de eren, boeken, alles zoogenaamd afge- dan en wat heb ar rusten, genoeg, htert hij, m hard. .„Jongelui al gauw 'n paar eje kleeren vrij..." oor zich. i het bijtende leed ichoom zal niet strak tuurt hij voor 't sterfhuis. Wordt vervolgd. lieéteipdcMM. f 1.25, 1.50 en f 1.75 Tel. No, 1532 Aanbevelend, propriëtair R. C.F. y. a. LEE-ïoonen Set door leder aanbevolen adres. Burgemeesters te Dfrksland, Herkingen, Melissant en Ouddorp. Er is reeds één vaciture n 1. te Dirks- land, Herkingen en Melissant. Er komt er een te Oaddorp. De vraag is dus: Wie xal de nieuwe Burgemeester zijn? Als geen man van Rechts het ambt ontvangt, zal 'c ons geducht u t de hand val'.enwe twij felen dan ook getn oogenblik of alleRecht- scken zullen in die dorpen alle pogingen in 't werk stellen om (en we hebben nu weer t oog op Dirksiand en omstreken) een Rechtschen Burgemeester te krijgen. Te meer, waar we op 't Eiland keus hebben. In Dirksiand zelf woont ons Statenlid C. Warnaer. In Den Bommel woont Burgemeester de Wiuter. Iq Stad woont Burgemeester Sterck. Ziedaar ze'fs 3 namen, die we publieke lijk noemen. Op het eiland is dus voorraad genoeg; maar aan da twee laatste burgemeesters is een beswaar. Werd de heer de Winter benoemd, of de heer-Sterck, dan sou 't niet zoo erg onmogelijk sijn, dit onder dit kabinet, daar een Viijsinn g burgemeester werd benoemd, en daar sien we Diets in. Blijfc dus voor al e sakurit-it overdeCan- didatuur Warnaer. Daar staat weer. tegenover, dat de hee- ren Sterck en de Winter reeds geroutineerde burgemeesters sijn, al j vren in 't vak en de klappen van de zweep kennen, terwijl de beer Warnaer dit wel heeft gehoord, maar de zweep zelf nooit in handen heeft gehad; waar tegenover wéér staat, dat de Gemeente Dirksiand tamelijk ovefwegend Hervormd is; de he'er Warnaer ook, maar de heeren Sterck en de Winter met volle overtuiging tot de Gereformeerde Kerk behooren. Zet nu 't een naast 't ander. De heer Warnaer ingeboorne in elk geval ingeze tene Van Dirksiand Wethouder, Kerkvoogd der Ned. H. Kerk, en daarnaast de heeren Sterck en de Winter als Geref. eeniger- mate vreemdeling, dan valt de keus tenvoor- deele van den heer Warnaer uit al is hij nog nooit Burgemeester geweest. Alleen de leeftijd nog. Maar de heer Warnaer is nog vlug als een jong hoen, al g'ijat hij al; en in zijn Lidmaatschap voor de Prov. Staten is hij nog net zoo kwiek als de beste der 82, die in 't Haagje Vergaderen dus man van durf en stavast kan hij ook als Burge meester zijo. Eq hij is een Rechtsehe, on kreukbaar in trouw en vol liefde voor de antirev. beginselen. En heeft hij eens raad en daad noodig: burgemeesters Bouman. Sterck en de Winter zullen hem dien nooit onthouden; dus dat komt wel terecht. Is men in Dirksiand al aan. 't adresseeren voor Warnaer. Ja toch? Is er al een au diëntie aangevraagd bij minLter Cort v. d. Linden? Weet de Commissaris dor Koningin nog niet, dat deheerWarnaer r en zeer geschikt candidaat is. Heeft de hejr Warnaer al gesolliciteerd? 't Is alles zoo doodstil in Dirksiand. We zien in zulke windstilte nooit veel heil op j>olitiek terrein. Eo onze antirev. partij heeft er 't grootste belang bij dat er eer R-chtsche komt. Trouwens de dorpen zijn Rechts en burgemeester Zaaier was een vreemde eend in de bijt. Zoo'n tegenstelling tusschen R jcht?che dor pen en een L'nksche burgervader dient belet Ia Dirksiand wc ont de Voorzitter der Centrale Antirev. Kiesv. Hij woont er, en dus werkt hij nog; nu vooral is er werk aan den winkel. Is de Voorzitter al op de bres? Staat hij al op den uitkijk? Er is zwaar werk te doen in de vacature. War nier moest burgemeester worden, tenzij hij weigert. Maar waarom zou hij weigeren. Hij mag niet weigeren 't Was voor onze partij een eere als hij 't werd. De heer Bonar Law, minister der Kroon in Engeland, is niet slechts 'n zeer eerlijk, maar ook een zeer oprecht en openhartig mandat moet ik hem nageven. Zoo iets ziet men niet vaak. En als hij had nagelaten, wat hij deed, dan nog zou hij zonder ons een eerlijk, een oprecht en een openhartig man gebleven zijn. Wat er dan aan de hand was? Wel, in Engeland zoo goed als bij ons, kent men het geslacht der O, Wee'ers. En na den eersten, guldentijd, die maar kort duurde, is ook voor hen de tijd aangebroken, dat zij beschouwd werden als een zeer ge schikt „object" om in de rijksbelastingen extra te worden aangeslagen. Ook in Engeland is O. W.-belasting. En hoe langer de oorlog duurde, hoe hoo ger deze werd opgedrevenals ik me niet geheel vergis is ze den laatsten keer gebracht op een maximum van 80, zegge tachtig procent. Geen wonder, dat ervtöcn O.W-ers waren, die gingen piepen. En zoo kwamen dan bij die gelegenheid met name de reeders en scheepvaartmaat schappijen hun O. W-ers nood klagen, dat 't nü toch te bar werd. Dat kunnen wij niet beoordeelen. Engeland is in oorlog en dat kost nog iets méér dan mobilisatie, als bij ons. Enfin, hun klacht kwam ter sprake. En zoo op 't eerste hooren waren er na tuurlijk nogal leden in het Parlement, die hun gelijk gaven. Maar toen kwam Bonar Law aan 't woord en begon uit eigen ervaring te spreken, iels, waar in den regel nogal naar geluisterd wordt. Reeder was hij wel niet, maar hij had „aandeelen" in reederijen en nu begon hij eeris te vertellen, wat hem die aandeelen, Iet wel: na aftrek van de oorlogswinstbe lasting opgebracht hadden. In 't geheel had hij voor ongeveer 8000 pond (d.i. bijna 100,000 gulden) „aandeelen". Meest waren die belegd in reederijen, die vrachtschepen in de vaart hadden, waarmee in onze tijd het meest wordt verdiend. Vijf procent .noemde hij een behoorlijke winst en, wanneer er flink wordt afgeschre ven en gereserveerd, dan is het dit ook. Dat zou dus 400 pond winst of rente zijn Welnu, in 1915 was hem uitgekeerd 3634 pond en in 1916 zelfs 3847, terwijl er be halve dat nog een zéér royale reserve voor latere, kwade jaren was opzij gelegd. Op een 500 pond na had hij dus (en alle andere aandeelhouders met hem) in twee jaar tijds, na aftrek der O. W.-belasting zijn gansche kapitaal als winst uitgekeerd gekregen! Nog een ander geval vertelde hij. Een der schepen was verkocht of gezon ken, dat wist hij niet recht. Maar 't had zijn geld opgebracht! Hij had er een aandeel in van 200 pond en na een zeer mooi dividend was hem bij de eindafrekening nog 1000 pond uitgekeerd, zoodat er voor het schip, 'tzij dan als ver koopsom, 'tzij uit assurantie, meer dan vijf maal de oorspronkelijke waarde moest ver kregen zijn. Zulke cijfers maakten indruk. En vooral het feit, dat de minister niet met andermans, maar met eigen zaken voor den dag kwam, deed het Parlement inzien, dat deze O.W.-makers waarlijk nog niet te klagen hadden. Als alle boeken eens werden opengelegd, zouden deze voorbeelden denkelijk nog met zeer veel andere te vermeerderen zijn. Ze zijn leerzaam, ook voor ons. Er blijkt zoo duidelijk uit, hoe ons gan sche maatschappelijk samenstel is ontwricht en welke kwade gevolgen dit heeft. Winst op zichzelf is geoorloofd. En in handel en scheepvaart is een ruime, een dubbele winst zelfs geoorloofd, verge leken met rente die men van staatspapieren en schuldbrieven trekt. Want die blijft, als regel, vast. En in de bedrijven kunnen op de goede ook weer kwade jaren volgen, v/aarin weinig winst wordt behaald of ook soms met verlies wordt gewerkt. Maar er blijven toch grenzen. En die grenzen worden door al zulke oor logswinst verre overschreden. Want wat is de keerzij van deze gouden medalje Die ontzaglijke winstsommen moeten na tuurlijk ergens vandaan komen. In 't geval, dat de Engelsche minister noemde, kwamen ze uit de vrachtprijzen en uit de assurantie-penningen. Doch daar deze laatste, door de hooge premiën de vracht nog meer naar boven jagen, kan men wei zeggen dat ten slotte alles op den vracht prijs drukt. En wie nu betaalt dien vrachtprijs? De consument en de belastingbetaler. De consument of verbruiker, wanneer het een artikel betreft, dat over zee wordt aan gevoerd en straks in den vrijen handel wordt verkocht; de belastingbetaler, wanneer de vracht drukte op een artikel, dat voor de Regeering werd aangebracht In elk geval dus: 't groote publiek. En mag wellicht de belasting nog min of meer naar draagkracht geregeld zijn, met de artikelen in den vrijen handel is dit niet zoode prijs gaat met vele procenten tege lijk naar boven, telkens meer en voor rijk of arm geldt dezelfde prijs, met dit gevolg, dat de mindere man een aanmerkelijk deel van dergelijke réuzenwinsten opbrengen moet. Men moet dit goed verstaan. 'k Wil volstrekt niet beweren, dat alle prijsverhoogingen 't gevolg zijn van reuzen- winsten door reeders, fabrikanten enz. ge maakt volstrekt niet Maar voor een deel toch wèl. En dat is het gevolg van den ontredder den toestand, waarin de oorlog het geheele maatschappelijk samenleven heeft gebracht. Nu voelt ieder, dat dit zoo niet blijven kan op den duur. Temeer, wijl 't geval niet alleen staat. Ook in vredestijd waren de groot-onder nemers er op uit, om de markt, de productie en het vervoer van eenig artikel zoo stevig in hun handen te krijgen, door 't vormen van trusten, reuzen-maatschappijen enz., dat ze er veel meer voor konden laten betalen, dan bij een gezonde concurrentie mogelijk zou zijn. Nog pas is door de opheffing der concurrentie tusschen de twee groote spoor wegmaatschappijen feitelijk 't gansche spoor wegverkeer in ons land in. één hand geko men en 't zal de vraag zijn of de regeering macht genoeg hebben zal, om de vervoer- voorwaarden binnen behoorlijke grenzen te houden. We staan hier dus voor een zeer ernstig vraagstuk. Anti-kapitalisten zijn we stellig niet. Maar nog nooit is de gelegenheid en de verleiding voor het kapitaal, om buiten sporige winsten van het volk af te villen, zoo groot geweest als thans. De vraag moet worden gesteld, hoe dit kan beteugeld wor den. En ook onze christen-staatslieden en economen zullen wel doen, deze vraag zeer ernstig in overweging te nemen. UITKIJK. NEDERLAND EN DE OORLOG. De distributie van brandstoffen. Door het rijkskolenbureau is inzake de verdeeling van brandstoffen in den a.s. win ter, de volgende regeling getroffen: De belanghebbenden zijn verdeeld in de volgende groepen: A (particulierepersonen) omvat Klasse I. woningen met 1 haardstede, en Ia met 1 haardstede met kookgasII met 2 haardsteden en Ila met 2 haardsteden met kookgasHI met 3 haardstedenIV met 4 haardstedenV met 5 haardstedenVI met 6 haardsteden; VII met 7 en meer haardste den VIII met centrale verwarming. Groep B. (groote magazijnen, winkels, particuliere kantoren) omvat: klasse I en ia met 1 haardstedeII en lila met 2 haard steden III met 3 haardstedenIV met 4 haardstedenV met 5 haardstedenVI ntet 6 haardstedenVII met 7 en meer haard steden VIII met centrale verwarmingen. Voor Groep C (openbare gebouwen (niet voor publieke vermakelijkheden) ziekenhui zen, rijks-, gemeente en provinciale kantoren, gestichten van weldadigheid of algemeen nut, kerken, gevangenissen, kazernes, scholen, hotels en restaurants) en D (gebouwen voor publieke vermakelijkheden) is als behoefte opgegeven in totaal 360.000 ton. Groep A. Basis voor vaststelling van de rantsoenen is de hoeveelheid, welke Klasse I (de woningen met 1 haardstede) gedurende het stookseizoen (1 October—1 April) bij een normalen winter en bij een tot het uiterste doorgevoerde zuinigheid behoeven. Deze hoeveelheid wordt bepaald op 10 H.L. steenkool (onder, steenkool te verstaan kachelkolen, anth'aciet en eierbriketten). Klasse Ia ontvingt dezelfde hoeveelheid, terwijl Klasse I tot 1 October nog zoo noo dig tot een maximum van 2 H.L. kan ont vangen (dit echtsr niet in mindering van rantsoen volgens brandstoffenkaart). Uitgaande van het feit, dat klassen II en Ha als regel niet meer dan één kachel zullen stoken, ontvangen klassen II en Ila zeer wei nig meer dan klassen I en Ia.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1917 | | pagina 1