IMS-EN Tweede Blad He Oorlog. Zaterdag 14 Juli 1917. No. 2502 Twee Bladen, PENNÈKRASSEN. N BUITENLAND. Dit nummer iestaat uit Uit de Pars. BINNENLAND. IN HOC SIGNO WSES Mlddelharnis. De kiezers hebben uitspraak gedaan pn de aftredende vrijz. candidaten zijn gevallen, daarvoor is de meerderheid van den Raad rechts geworden. Waar over hebben de kiezers uitspraak ge daan Over 't Gemeenteprogram en daarover cdHéti Natuurlijk wezen enkele stembiljetten bij de aflezing ook uit, dat de boerenbelangen niet vreemd waren aan den val van den heer v. d. Koogh, maar de hoofdindruk die ieder goed luisteraar kreeg was deze't ging Rechts tegen Links. En Rechts heeft gestreden opdat dat program werkelijk heid worde. Men is in Middelharnis en kele dingen moemen wil ook geestelijke vraagstukken aan de orde gesteld zien. waar 't niets dan stoffelijke vraagstuk ken zag opgelost. En hoezeer we 't ge voelen, dat 't voor de heeren Slis en v. d. Koogh een sombere avond was om niet herkozen" te zijn, na zooveel jaren dienst; kwam morgen weer een stem dag, we zouden niet anders onzen kiezers toeroepen danStemt weer Rechts al gold 't nog degelijker burgers dan die twee heeren. Dat is juist de macht van het Calvinismede kracht van Rechts: ze haat ai dat persoonlijk ge doe; al dat neerhalen van tegenstan ders; maar zelfs tegenover de Koningin durft zij 't te zjggen: Non possumus: wij kunnen en mogen niet anders dan Gode meer gehoorzamen dan de men- schen, al dragen ze een kroon. 't Gemeenteprogram, 't Is aan de orde gestelden 't had de sympathie des Volks blijkens den uitslag; maar aan de Kiesvereeniging nu de plicht om 't over te nemenen aan de Raadsleden de plicht om 't te onderteekenen en 't uit te voeren trouwens de Raadsleden ge voelen dat zelf wel en zoo niet, dan zullen de gevolgen niet uitblijven De kiezers waren wel dwaas om 't vuur uit de sloffen te loopen om den een of den ander eens aan een zeteltje te hel pen, Ieder tvacht daden, heel Middelhar nis wacht dat En afwachten is dus 't wachtwoord. Tot 1919. dan volgt de verantwoording; de afrekening. Ondervinding is de beste leermeesteres. Onze schoone, rijke moedertaal (helaas! hoe dikwijls wordt ze weggesmeten als oud roest en vreemde woorden en uitdrukkingen gebezigdheeft vele van die kernachtige gezegden en spreekwijzen. Het bovenstaande komt dagelijks uit. Dezer dagen bleek het weer. Maar niemand had kunnen vermoeden, dat hét zoo'n vaart zou loopen, dat politie en soldaten er aan te pas moesten komen dat het bloederig zou worden Desniet temin is het een feit, een treurig feit Maar om op m'n verhaal te komen Altijd zijn er nog menschen, die aan de pen geen waarde hechten. Nu, ja, zij lezen een locaal blaadje, om wat nieuws op te doen en daarover op kransjes en vrouwen verenigingen wat over te praten, goed en kwaad, het laatste misschien het meest, ik kom daar nooit. Maar andere, grootere dag bladen krijgen ze niet in handen, laten dat over voor de liefhebbers. Nu, ik laat ze in dien waan. Ik voor mij, zou zonder krant niet kunnen leven Ik vind, dat is de hartader van het leven. Je leest meeningen van anderenje leest er vanje doet indrukken op. Maar in ieder gevalZulk soort menschen, dat afkeer heeft van couranten-lezen zijn er maar al te veel. Er zijn d'r ook, die de courant mee uit gewoonte lezen, die (dezer dagen sprak ik er nog met iemand over) niet gelooven, dat er van de pen invloed uitgaat. 'tïs sterk, 'tis ongeloofelijk. En toch was die man zoo geen stommeling. Ik heb hem gewezen op het feit, dat men- schelijkerwijs gesproken, deze oorlog niet uitgebroken zou zijn, als de groote politieke pers van de verschillende landen niet jaren reeds in de brij had geroerd. Gewezen op de uitspraak van een bekend Staatsman„Laat in één maand tijds niet één courant verschij nen en de oorlog behoort zeer spoedig tot het verleden Gewezen ten slotte op het sprekende feit, dat bestaan kanop de relletjes in onze hoofdstad. 'tls daar treurig toegegaan. En wie is ten slotte de aanhitser? De pen, de courant, anders niet! Die heeft onverantwoordelijk gehandeld. Daar heb-je me daar Holdert of m. a. w. „De Telegraaf". Die heeft maanden lang zitten aanhitsen. Haar overdruk .,De Courant" heeft onder het volk duizenden lezers! Dat moet niet worden vergeten. We weten, wat er bij „De Telegraaf" ach ter zit. 't Is allemaal anti-Duitsche politiek. En zeer onvaderlandslievend! Maar in ieder gevalhet feit ligt er toe. in Amsterdam zijn dooden gevallen. Daar zijn soldaten aan te pas moeten komen, diet met scherp hebben moeten schieten op hun eigen medeburgers. Dat zal hun hard zijn gevallen. De gemoedstoestand van de twee compagniën, die dienst weigerden, kan ik me zoo heel goed indenken. Versta wel, ik verdedig hun daad niet. IntegendeelKeur die af. Ze hebben in ieder geval hun plicht verzaakt Behalve „De Telegraaf' dan was er het sociaal-democratische „Het Volk", al was die niet zoo erg. Maar ook „Het Volk" heeft er schuld aan Ja, natuurlijk! nu het zoover is gekomen, wasschen ze hun handen in onschuld, zijn zij net pas-geboren lammetjes En de heer Wijnkoop zal ook wel on schuldig zijn en van de prins geen kwaad weten. Zoo gaat het. Op slot van zaken moet een ander de kastanjes maar uit het vuur halen. De aanstokers blijven achterbaks, ontzet, dat het zoover geloopen is. 't Is niet mijn bedoeling te schrijven over de levensmiddelen-politiek der Regeering, zou dat trouwens niet kunnen. In 't reine was het in ieder geval niet. Maar: de beste stuurlui, laten we dat be denken, staan ook hier aan wal. In de verste verte kunnen yvij, leeken, niet vermoeden, met wat ontzaggelijke moeilijk heden, de Regeering in deze abnormale dagen heeft te worstelen Meer publiciteit bv. van de zijde der Re geering, geen communique's, maar korte, krachtige zinnen, zooals Nolens het deze week in de Kamer wilde, was wel nood zakelijk geweest. Dat had veel kunnen ver helpen. Minister Posthuma heeft het nu toegezegd. Maar dat alles neemt niet weg, dat het optreden der Amsterdammers streng is af te keuren. Te meer, waar de beweging ten slotte overging in relletjes maken door opgeschoten jongens, wat niet pleit vóór, maar tegen de jeugd. En dat niet alleen, maar ook in plun dering van winkels, wat de huiszoekingen door de politie hebben bewezen. En dat alles is indirect het werk van de pen. Die de bevolking heeft opgestookt. Verkeerd heeft ingelicht, door welke mo tieven dan ook geleid, fn plaats van te wijzen op de moeilijkheden, waarin de Regeering is gewikkeld, het gezag stelselmatig heeft ondermijnd. En nu moet zij de wrange vruchten plukken. Maar trekt zich terugwerpt alle schuld van zich. Intusschen zijn er dooden gevallen in Am sterdam. En gewonden- Dat alles had voorkomen kunnen worden. Maar het is geschied. En zij, die er de schuld aan hebben voor het overgroote deel kunnen nadenken over hun dooden. Het is te hopen, dat zij tot inkeer komen Ja, niemand spreke het tegen, de pen heeft invloed, ontzaggelijken invloed Pas heeft Amsterdam het weer bewezen. Laat het voor ons een aansporing zijn, om te werken voor onze pen. Nog te veel wordt zij stiefmoederlijk behandeld. Onze beginselen moeten verbreid worden door de pen, door onze couranten. Zien moeten we, dat van onze pen invloed uit gaat, invloed ten goede, niet overgaand in anarchie en bandeloosheid, maar als gevolg van het lezen der couranten, daden verrich tend, die strekken tot Gods eer W. K. H. K. 'n Leus voor de leus. Wat sommige leuzen, in dezen oorlog ge durig opgeheven, beteekenen, blijkt uit het geen er met Epirus gebeurt, het Noordelijk gedeelte van Griekenland. Zooals men weet, heeft Italië dit bezet, vlak vóór dat de Entente koning Konstantijn van den troon drong. En het doel is, om dit stuk zuiver Grieksch grondgebied, met Albanië vereenigd, te ma ken tot een Italiaansch protectoraat, net als Egypte dit van Engeland is geweest. Nu meldt de Zwitsersche „Bund" „De afgevaardigden van Janina hebben een resolutie met duizenden handteekenin- gen gericht aan de beschermende mogend- heden, waarin gezegd wordt „Epirus verkeert door de bezetting van Janina en andere gebieden in de grootste bezorgdheid. Het is besloten zich tot den laatsten man op te offeren, eer het de be zetting van zijn gebied door een vreemde natie erkent, waarmee liet door geen en kelen band verbonden is." Natuurlijk helpt dat niets. Italië zegt op Pilatus-manierWat ik ge nomen heb, dat héb ik genomenterwijl Engeland en Frankrijk zich in dit geding niet mengen zullen. Maar rijm dit nu eens met de nationali- teits-idee, met het recht der kleine natiën en met zooveel meer, dat in dezen oorlog als een „heilig beginsel" naar voren gescho ven wordt(FriesCh Dagblad) NEDERLAND EN DE OORLOG, V Twee Maassluissche loggers tot zinken gebracht. De stoomtreiler Holland III heeft heden middag te IJmuiden de 24 opvarenden aan gebracht van de twee Maassluische loggers Handel en Visscherij M.A. 103, van de ree- derij H. J. van Rossum, en van de Piet Hein M.A. 16, van de N.V. Reederijkantoor v.h. M. Dirkzwager Gzn., welke belde loggers Vrij dagmiddag te 5 uur door een Duitsche duik boot op 56° 50' N.B. en 5° 20' O.L. (deze opgaven volgens de journaals der sehippers) met brandbommen tot zinken zijn gebracht. De opvarenden hebben 70 uren in de booten rondgedreven en werden eerst gistermorgen nabij het lichtschip Doggersbank Zuid door den IJmuider treiler aangetroffen en opge nomen. Allen zijn ongedeerd. Volgens verklaring van den duikbootcom mandant zouden de loggers zich hebben be vonden 15 mijlen binnen het versperde gebied, welke bewering door beide schippers, die nog pas gelood hadden en 35 vaam water hadden bevonden, ten stelligste werd ontkend. De duikbootcommandant wenschte niet in te gaan op het verzoek van een officier van den onderzeeër om een nader onderzoek in te stellen naar de juiste plaats. Opgebracht. De Nederlandsche zeetjalk Roelfina, van Rotterdam naar Duinkerken, welk vaartuig 3 Juli van Vlissingen is vertrokken, is in de Noordzee door een Duitsche duikboot aan gehouden en naar Zeebrugge opgebracht. Door duikboot beschoten. Het Dinsdagmiddag te IJmuiden binnen gekomen stoomschip Uranus heeft gerappor teerd Zondag ji. door een Duitsche duikboot beschoten te zijn onder de Deensche kust. De bemanning moest op last van den gezag voerder het schip verlaten omdat men onder gang vreesde, daar de duikboot bleef door vuren. Toen de scheepsbooten gestreken waren hield het vuren op. De scheepspapieren werden daarna door den commandant van de duikboot nagekeken en in orde bevonden, waarna het stoomschip vergunning kreeg de reis naar Amsterdam te vervolgen. Onze scheepvaart stojp gezet. Men seint uit Niéuwediep De sleepbooten „Thames", „Simson" en „Hercules"* zijn vertrokken om de lichtsche pen Doggersbank Zuid en Noord en Terschel- Iingerbank binnen te halen. Stoomtrauwler verongelukt. Donderdagmorgen is te IJmuiden aange komen, aangebracht door den stoomtrauwler „Peter Paulus", een gedeelte van de beman ning van den stoomtrauwler „Elisabeth Ijmuiden 181" welke op een mijn geloopen is, circa 15 mijlen N.N.W. van Terschellin- gerbank. Vier man zijn gered en zeven man veron gelukt bij dit ongevaL DE TOESTAND. De gewichtige militaire zaken welke wij in ons vorig overzicht besprakende her vatting van het Russische offensief, de ge weldige bomaanvallen op de Duitsche en Engelsche fabriekcentra's, worden thans overtroffen door de politieke spanning in Duitschland. Wat er eigenlijk gaande is Men leest de Duitsche pers, en ernstig is de toestand zeker, maar de berichten zijn niet uitvoerig genoeg om de beteekenis der gebeurtenissen ten volle te doen overzien. Wel weten wij dat naast het offensief der rechterzijde sinds langen tijd tegen den Rijks kanselier voert, nu een beweging van links begonnen is, waarbij de kanselier een soort ultimatum gesteld is en het laat zich hooren dat deze staat van zaken uiterst gevaarlijk is voor het politieke leven van den eersten en verantwoordelijken Staatsman in het Duitsche rijk, zoodat we ons niet bepaald behoeven te verwonderen als reeds spoedig namen worden genoemd van den eventueelen opvolger van Von Bethmann Hollweg. Het feit, dat reeds tot tweemaal de keizer een langdurig onderhoud had met den kan selier, zegt ons genoeg. Laten wij in het kort resumeeren wat er bekend is. Vrijdag jl. heeft de hoofdcommissie uit den rijksdag vergaderd en daarbij heeft de centrums-afgevaardigde Erzberger, leider van de jongere groep der partij, een zeer gerucht makende redevoering gehouden, die wel is waar „vertrouwelijk verklaard" en dus niet bekend geworden is, maar welker strekking geen andere geweest kan zijn dan deze dat in de buitenlandsche en binnenlandsche po litiek beide de kanselier kleur moet beken nen, d. w. z. ondubbelzinnig zich bereid verklaren tot den vrede zonder veroveringen en het initiatief nemen tot uitvoering van 's keizers Paasch-boodschap. Dadelijk daarop heeft de commissie den wensch te kennen gegeven dat de rijkskanselier zelf in de hoofd commissie-vergadering zou verschijnen en daarom is de vergadering van den vollen rijksdag, die Zaterdag gehouden zou worden op Maandag gesteld, terwijl Zaterdag de commissie nog Vergaderen zou. Zulks is geschied en in die commissie vergadering, die feitelijk een rijksvergadering met gesloten deuren was en waar 300 per sonen tegenwoordig waren, heeft de rijks kanselier het woord gevoerd, alsmede minister Helfferich en de ministers van oorlogen marine, waarop ook de partijleiders gesproken heb ben. Die vergadering heeft volgens een enkel blad de atmosfeer gezuiverd, maar blijkens de berichten in andere .bladen is juist het tegendeel van dien het geval, omdat de kan selier als altijd noch rechts noch links- wist te bevredigen maar zijn wankelende houding bleef volhouden. Daarop zijn nieuwe beraad slagingen tusschen kanselier en partijleiders gevolgd en is ook de sociaal-democratische deputatie bij den heer Bethmann verschenen, om te „eischen" een herhaling der verkla ring dat Duitschland nog immer als in Aug. 1914 een verdedigingsoorlog voert en dus bereid is tot het openen van vredesonder handelingen op den grondslag van den toe stand, die vóór den oorlog bestond. En ein delijk heeft de Keizer weer anderhalf uur met zijn eersten staatsman overlegd. Maar ieder begrijpt, hoe ernstig nu een politieke crisis voor Duitschland zou kunnen worden. Niets is erger dan de splijtzwam in 'n tijd, dat eenheid van het volk, behoud van den Staat beteekent. Want een heengaan van Bethmann Holweg, een zoogenaamd democratiseeren van het Duitsche rijk, is niet anders dan spelen in de kaart van Lloyd George en kan in de huidige omstandighe den alleen ramp beteekenen voor het benarde Duitschland, want wij verliezen geen oogen- blik uit het oog, dat Engeland bezig is een hoogen troef uit te spelen, dat het nagenoeg alles op één worp gaat zetten en dat een revolutie in Duitschland alleen Lloyd George kan doen winnen. De strijd nu. tusschen de beide groepen, waarin de partijen en Duitschland zich nu hebben verdeeld begint allengs sterker vor men aan te nemen, en daarom gevoelt men, zal het de een of andere zijde uitmoeten. 'De Rijkskanselier kan dan ook niet meer in zijn politiek' van tusschen de partijen door te varen blijven volharden. Hij zal moeten kiezen, tusschen de mannen die een Duitsche vrede willen en de hervor mingen willen instellen tot na den oorlog en de groepen die voorstanders zijn van een vrede zonder annexectie en schadevergoeding en nu reeds de Kiesrechthervormingen vragen. Zoolang die keuze echter niet is gedaan, zal de verwarring nog steeds toenemen. En dat de beslissing nog niet gevallen is, blijkt wel uit het feit, dat gisteren wederom een zitting van den Kroonraad plaats heeft ge had. De toestand is nog zeer verward. Be richten, die de ronde doen omtrent het af treden van den Kanselier en verschillende ministers, berusten nog steeds op veronder stellingen en combinaties. Nog niets defini tiefs is bekend gemaakt. Het blijft trouwens gissen. De vergaderin gen der Rijksdagcommissie waarin de mede- deelingen worden gedaan, zijn geheim en nu zeggen de verschillende bladen allemaal de mededeelingen uit de beste bron te hebben. De officieele communiqué's zijn echter zeer kort en behelzen nog maar zeer weinig po sitiefs. Men gevoelt dit welhet gaat om de toe komst van Duitschland. Met zekerheid valt nog niets te zeggen omdat de Rijkskanselier geweigerd heeft ook maar iets te publiceeren. De Rijksdag wordt nog steeds van dag tot dag verschoven, omdat de Regeering de crisis nog niet te boven is. Men spreekt reeds dat een drietal ministers zullen heengaan. De Russen blijven hun massa-aanvallen voortzetten en behalen hier en daar ook suc cessen. De stooten, achtereenvolgens gedaan, en ondersteund door de Engelsche tanks, moe ten geweldig zijn geweest. De Oostenrijksche linie werd ingedrukt en moest eenige K.M. achteruit. De Russen zeggen dat zij 131 offi cieren en 7000 man gevangen namen, en 48 kanonnen buit maakten. Een derde aanval der Russen noodzaakte de Oostenrijkers op Lucoviva terug te trekken, dat is ongeveer 4—10 K.M. achteruit. De Duitschers meldden dat het inzetten van hun reserve's den aanval stuitte. Opmerkelijk is dat terwijl de Russen een offensief begonnen zijn, hun bondgenooten op het Westfront werkeloos zijn, m.a.w. óf niets doen, óf in het defensief zijn geworpen. De Duitschers zijn aan de Aisne onmis kenbaar in het voordeel. En ook aan den Yser hebben zij den Britten teruggeworpen. Na een zeer hevige beschieting van 24 uur aldus het bericht van Londen heeft de vijand Dinsdagavond een vastberaden aanval op onze stellingen aan het front bij Nieuw-, poort. Tengevolge van het geconcentreerde vuur des vijands werden onze verdedigings werken in het duinvak door de vernieling van de bruggen geïsoleerd. Zoodoende wist de vijand onze stellingen op een front van 1400 M. breedte en tot een diepte van 600 M. binnen te dringen en nabij de zee den rechteroever van de Yser te bereiken." Het Duitsche bericht over deze slag zegt dat 27 officieren en ruim 1250 man werden gevangen genomen. VERSPREIDE BERICHTEN. De schandalige duurte in Engeland. In de „Times" van 27 Juni vinden wij een ingezonden stuk van den voorzitter van een der talrijke voedselcommissies waaraan wij het volgende ontleenen Het gevoel van ontevredenheid en verbor genheid over de regeering, die de prijzen tot hun tegenwoordige, schandalige hoogte heeft laten oploopen en in gebreke is gebleven, controle te houden over de voorraden levens middelen, is sterk en algemeen, en neemt voortdurend toeopenlijk en in het volle bewustzijn van mijn verantwoordelijk heid, dat, tenzij er onmiddelijkheid, maatregelen worden genomen om de voedselvoorraad voor het volk en re delijke prijzen te waarborgen, deze on tevredenheid en verborgenheid zullen leiden tot een eisch om vrede tegen eiken prijs, onwel zoo dringend, dat geen regeering in staat zal zijn, deze eisch te weigeren. Met uitzonde ring van een kieine minderheid is degehee- le werkende stand solidair in hun ver langen om den oorlog te winnen, maar deze eensgezindheid wordt ondermijnd door het feit dat een groot gedeelte der bevolkingwordt beroofd en onvoldoende gevoed, tengevolge van de onhandige maatregelen en de slapheid van de regeering en de hebzucht van gewe- tenlooze woekeraars De voedselcontroleur kan er zeker van zijn dat de algemeene ontevredenheid, die thans reeds duidelijk tot uiting komt, zich heviger en gevaarlijker zal uiten, als hij niet inziet dat de volkswelvaart, en niet het belang van eenige woekeraars, den aanvoer en distributie van levensmiddelen moét leiden Wanneer men geen voedsel tegen billijke prijzen beschikbaar stelt voor de behoeftige gezinnen uit alle kringen der samenleving dat beteekent: voor het meerendeel de be volking zullen zij straks weigeren, den oor log langer voort te zetten, en de schuld zal niet op het publiek rusten, maar op de re geering, die in gebreke bleef, den volkswil tegemoet te komen. De Duitsche munitie-productie verzekerd. De Fransche onderstaatssecretaris Cochin heeft eenige tijd geleden de veronderstelling uitgesproken, dat Duitschland tenslotte bij gebrek aan munitie den strijd zal moeten op geven. Vooral aan zwavel zou ernstig gebrek zijn, daar de uitvoer van Spanje en Noorwe gen naar Duitschland stop is gezet. Naar aanleiding van deze veronderstelling meldt de officieuse Norddeutsche Allgemeine Ztg., dat Duitschland, ondanks de blokkade, over voldoende grondstoffen beschikt om voortdurend die munitie te maken. Wat het gebrek aan zwavel betreft, herinnert het blad er den heer Cochin aan, dat er in Duitsch land rijke zwavelkieslagen zijn, die tijdens den oorlog eerst goed in exploitatie zijn ge nomen, en bovendien is men er eenige maan dengeleden in geslaagd, zwavel en zwavelzuur langs chemischen weg uit hips te produceeren. Niet alleen is er zwavel genoeg voor den munitie-aanmaakook voor het vervaardigen •van superfosfaat en andere kunstmeststoffen is er ruim voldoende, en bovendien worden er nog groote partijen zwavel naar de neu tralen uitgevoerd. „Ook op dit gebied", zegt de Norddeutsche, „heeft Duitschland zich dus onafhankelijk van den invoer uit het buitenland gemaakt". De stemming In Frankrijk. Berlijn 4 Juli (Part. Tel.) Het Zwitsersche blad de Genêvois schrijft in een hoofdarti kel d. d. 3 Juli o.a. het navolgende: „De Fransche soldaten wenschen, het koste wat het wille, een einde aan den oorlog te ma ken. Hun geduld is op, zij willen eene be slissing. De gedachte aan een vierden oor logswinter is hen onverdragelijk. Dit is de waarheid 1" De schrijver van het artikel ver klaart verder nog te kunnen weten, dat de Fransche soldaten er de voorkeur aan geven hunne oorlogskansen maar onmiddellijk te beproeven, liever dan op de tusschenkomst van Amerika te wachten." Een Fransch-Engelsch ultimatimum aan Rusland Naar de correspondent van de Köln. Ztg. te Kopenhage uit betrouwbare bron verneemt moet de hervatting van het Russische offen sief beschouwt worden als een uitvloeisel van een Fransch-Engelsch ultimatum dat ongeveer medio Juni aan de Russische regeering werd overhandigd, en waarin de eisch werd ge steld, dat Rusland op 1 Juli met het offen sief zou aanvangen. Indien Rusland hierop niet mocht ingaan, dan zou zulks als een vijandelijke daad worden beschouwd, in welk geval het aan Japan zou worden overgelaten verschillende maatregelen ter verzekering van de veiligheid te nemen. Leuze Het vaderland is in gevaar", waarmede Kerinaki en ande re vooraanstaande Russische mannen het volk en het leger den laatsten tijd zijn tege moet getreden was dan ook gegrond, en hield verband met de door de Gealleerden gestelde eischen. Kali, de Bondgenoot van Duitschland. In de „Vossi8che Zeitung" is een artikel verschenen van de hand van prof. Dr. W. Roth, onder den titel„Onze bondgenoot, de kali". Schrijver noemt de kali een indirecte bondgenoot, daar zij bij de vijanden van Duitschland ontbreekt, waardoor de oogstop brengst in de Ententelanden telken jare klei ner wordt. In de Vereenigde Staten was de oogstopbrengst in 1914 ruim 27,5 millioen ton, in 1917 nog slechts 17,8 millioen ton. In Frank rijk bedroeg de opbrengst per H.A. de laatste vredesjaren 1.26 ton, in 1916 nog slechts 1,12 ton en voor 1917 schat men haar in het gun stigste geval op 1,05 ton. Natuurlijk is deze vermindering niet enkel en alleen een gevolg van het gebrek aan kalimeststoffen, hebben ook andere factoren medegewerkt, maar dat het gebruik van kali en de oogstopbrengst nauw met elkander in verband staan, blijkt duidelijk uit de volgende, voor 1913 gelden de cijfers: Duitschland: kalibemesting per H.A. 1322 K.g.tarweopbrengst 2,15 ton. Engeland kalibemesting per H.A. 189 K.g.; tarweopbrengst 1.86 ton. Frankrijk: kalibemesting per H.A. 97 K.g.; tarweopbrengst 1.26 ton. De laatste 25 jaar is de kalibemesting in Duitschland veel sterker toegenomen dan in andere landen. De opbrengst van veldvruchten steeg in Duitschland met 64%, in Frankrijk met 14% en in Engeland slechts met 4%. In het tarweland Argentinië, in de vruchtbaarste streken van Noord-Amerika en Frankrijk oost men 18 H.L. tarwe per H.A.; zoo groot was de opbrengst in Duitschland 30 jaar geleden; sindsdien is zij tot 28 H.L. gestegen. „De Vereenigde Staten hebben langen tijd roofbouw gedreven", aldus prof. Roth.,, Eerst toen de opbrengst van den oogst op hetzelfde peil bleef staan, zelfs achteruitging, is men overgegaan tot een meer rationeelen landbouw en werd een begin gemaakt met het gebruik van kunstmest, vooral van kali. Onze kaliuit- voer naar Noord-Amerika steeg voor den oorlog van jaar tot jaarin 1907 5,9 millioen doppelzentner kalizout ter waarde van 32 millioen Mark; in 1909 7 millioen doppel zentner ter waarde van 39 millioen Markin 1911 reeds 10,7 millioen voor 68 millioen Mark en in 1913 11,5 millioen doppelzentner voor 71 millioen Mark. „Onze uitvoer naar Engeland steeg gedu rende 1907 tot 1913 slechts van 1,2 millioen doppelzentner (6 millioen Mark) op 1,7 mil lioen doppelzentner (10 millioen Mark), die naar Frankrijk van V» millioen doppelzentner op IV»". Nu te hebben herinnerd aan de mislukte po gingen, die Amerika tijdens den oorlog heeft gedaan om zelf kali te produceeren, zegt de schijver; „Zelf het overigens aan grondstof fen zoo rijke Amerika blijft ons in de toekomst schatplichtig" Engeland betrekt wel wat kali uit Indië, maar dit is nauwelijks voldoende om de behoeften der munitie-industrie te dekken. In Frankrijk zijn pogingen gedaan om kali uit zeewater te produceeren, maar dit gaat moeilijk en veel te langzaam. „Men troost zich daarom met de gedachte", zegt prof. Roth, „dat de nood aan het einde van den oorlog dadelijk zal ophouden, want de vrede brengt natuurlijk het „geroofde" Elzas- Lotharingen terug en daarmee uitstekende kalilagen". Schrijver is echter van meening, dat Ribot zelf niet in érnst gelooft, dat deze Duitsche kaligroeven ooit Fransch zullen worden. Rusland en Argentinië gebruiken nog geen kali, maar, zegt de auteur, voor beide landen is het sleets een kwestie van tijd, wanneer zij, om hun oogst op dezelfde hoogte te hou den, onze klanten zullen worden. De Duitsche kali is dus een schitterende troef voor de vredesonderhandelingen, want de geheele wereld, zoover men thans reeds rationeel het land bebouwt, moet de geduren de drie a vier jaar uitgemergelde akkers na den vrede van zeer groote hoeveelheden kali voorzien, wanneer men de oogst weder op het vredespeil wil terugbrengen. Onze kaliproducenten moeten dus groote voorraden op slaan; vooral echter moeten onze diplomaten overleggen, hoe zij de kali- troef het beste kunnen uitspelen; men moet met deskundigen bespreken, welke jjitvoer- rechten men op de kali kan leggen, wanneer het tenminste niet voordeeliger is, om met de kali onzen vijanden grondstoffen koper, gummi, katoen, nikkel, enz. af te dwingen. Het treft bijzonder goed, dat onze voornaamste leverancier van grondstoffen, Amerika, ook onze beste kali-afnemer is. Ook al betrokken wij quantitatief veel meer grondstoffen uit Amerika, dan wij er de kali heenzenden, dan moet men niet uit het oog verliezen, dat kali een biologische noodzakelijkheid is, het mid del om de oogst opbrengst te vergrooten, dat door niets is te vervangen, dus voor Amerika een levensvoorwaarde, die wij duur moeten verkoopen „De kali is dus tijdens den oorlog onze bondgenoot en kan bij de vredesonderhande lingen te onzen gunste veel gewicht in de schaal leggen". De Fransche graanreserves raken op. De „Moniteur du Commerce" verheugt zich over de zwenking in de economische politiek van den levensmiddelendictatornu geen op timistische redevoeringen meer en geen dub belzinnigheden thans de waarheid 1 En die is in weinige woorden saam te vatten, zegt het blad„er mag geen enkele fout meer w orden gemaakt als wij tot den aanstaande® A

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1917 | | pagina 3