IMS-EN
Tweede Blad
He Oorlog.
Zaterdag 14 Juli 1917. No. 2502
Twee Bladen,
PENNÈKRASSEN. N
BUITENLAND.
Dit nummer iestaat uit
Uit de Pars.
BINNENLAND.
IN HOC SIGNO WSES
Mlddelharnis.
De kiezers hebben uitspraak gedaan
pn de aftredende vrijz. candidaten zijn
gevallen, daarvoor is de meerderheid
van den Raad rechts geworden. Waar
over hebben de kiezers uitspraak ge
daan Over 't Gemeenteprogram en
daarover cdHéti Natuurlijk wezen enkele
stembiljetten bij de aflezing ook uit,
dat de boerenbelangen niet vreemd
waren aan den val van den heer v. d.
Koogh, maar de hoofdindruk die ieder
goed luisteraar kreeg was deze't ging
Rechts tegen Links. En Rechts heeft
gestreden opdat dat program werkelijk
heid worde. Men is in Middelharnis en
kele dingen moemen wil ook geestelijke
vraagstukken aan de orde gesteld zien.
waar 't niets dan stoffelijke vraagstuk
ken zag opgelost. En hoezeer we 't ge
voelen, dat 't voor de heeren Slis en
v. d. Koogh een sombere avond was
om niet herkozen" te zijn, na zooveel jaren
dienst; kwam morgen weer een stem
dag, we zouden niet anders onzen kiezers
toeroepen danStemt weer Rechts
al gold 't nog degelijker burgers dan
die twee heeren. Dat is juist de macht
van het Calvinismede kracht van
Rechts: ze haat ai dat persoonlijk ge
doe; al dat neerhalen van tegenstan
ders; maar zelfs tegenover de Koningin
durft zij 't te zjggen: Non possumus:
wij kunnen en mogen niet anders dan
Gode meer gehoorzamen dan de men-
schen, al dragen ze een kroon.
't Gemeenteprogram, 't Is aan de orde
gestelden 't had de sympathie des Volks
blijkens den uitslag; maar aan de
Kiesvereeniging nu de plicht om 't over
te nemenen aan de Raadsleden de
plicht om 't te onderteekenen en 't uit
te voeren trouwens de Raadsleden ge
voelen dat zelf wel en zoo niet, dan
zullen de gevolgen niet uitblijven De
kiezers waren wel dwaas om 't vuur
uit de sloffen te loopen om den een of
den ander eens aan een zeteltje te hel
pen, Ieder tvacht daden, heel Middelhar
nis wacht dat En afwachten is dus 't
wachtwoord. Tot 1919. dan volgt de
verantwoording; de afrekening.
Ondervinding is de beste leermeesteres.
Onze schoone, rijke moedertaal (helaas!
hoe dikwijls wordt ze weggesmeten als oud
roest en vreemde woorden en uitdrukkingen
gebezigdheeft vele van die kernachtige
gezegden en spreekwijzen. Het bovenstaande
komt dagelijks uit.
Dezer dagen bleek het weer.
Maar niemand had kunnen vermoeden, dat
hét zoo'n vaart zou loopen, dat politie en
soldaten er aan te pas moesten komen
dat het bloederig zou worden Desniet
temin is het een feit, een treurig feit
Maar om op m'n verhaal te komen
Altijd zijn er nog menschen, die aan de
pen geen waarde hechten. Nu, ja, zij lezen
een locaal blaadje, om wat nieuws op te
doen en daarover op kransjes en vrouwen
verenigingen wat over te praten, goed en
kwaad, het laatste misschien het meest, ik
kom daar nooit. Maar andere, grootere dag
bladen krijgen ze niet in handen, laten dat
over voor de liefhebbers.
Nu, ik laat ze in dien waan. Ik voor mij,
zou zonder krant niet kunnen leven Ik vind,
dat is de hartader van het leven. Je leest
meeningen van anderenje leest er vanje
doet indrukken op.
Maar in ieder gevalZulk soort menschen,
dat afkeer heeft van couranten-lezen zijn er
maar al te veel.
Er zijn d'r ook, die de courant mee uit
gewoonte lezen, die (dezer dagen sprak ik
er nog met iemand over) niet gelooven, dat
er van de pen invloed uitgaat.
'tïs sterk, 'tis ongeloofelijk. En toch was
die man zoo geen stommeling.
Ik heb hem gewezen op het feit, dat men-
schelijkerwijs gesproken, deze oorlog niet
uitgebroken zou zijn, als de groote politieke
pers van de verschillende landen niet jaren
reeds in de brij had geroerd. Gewezen op de
uitspraak van een bekend Staatsman„Laat
in één maand tijds niet één courant verschij
nen en de oorlog behoort zeer spoedig tot
het verleden
Gewezen ten slotte op het sprekende
feit, dat bestaan kanop de relletjes in onze
hoofdstad.
'tls daar treurig toegegaan.
En wie is ten slotte de aanhitser?
De pen, de courant, anders niet!
Die heeft onverantwoordelijk gehandeld.
Daar heb-je me daar Holdert of m. a. w.
„De Telegraaf". Die heeft maanden lang
zitten aanhitsen. Haar overdruk .,De Courant"
heeft onder het volk duizenden lezers! Dat
moet niet worden vergeten.
We weten, wat er bij „De Telegraaf" ach
ter zit.
't Is allemaal anti-Duitsche politiek.
En zeer onvaderlandslievend!
Maar in ieder gevalhet feit ligt er toe.
in Amsterdam zijn dooden gevallen.
Daar zijn soldaten aan te pas moeten komen,
diet met scherp hebben moeten schieten op
hun eigen medeburgers. Dat zal hun hard
zijn gevallen. De gemoedstoestand van de
twee compagniën, die dienst weigerden, kan
ik me zoo heel goed indenken. Versta wel,
ik verdedig hun daad niet. IntegendeelKeur
die af. Ze hebben in ieder geval hun plicht
verzaakt
Behalve „De Telegraaf' dan was er het
sociaal-democratische „Het Volk", al was die
niet zoo erg. Maar ook „Het Volk" heeft er
schuld aan
Ja, natuurlijk! nu het zoover is gekomen,
wasschen ze hun handen in onschuld, zijn
zij net pas-geboren lammetjes
En de heer Wijnkoop zal ook wel on
schuldig zijn en van de prins geen kwaad
weten.
Zoo gaat het.
Op slot van zaken moet een ander de
kastanjes maar uit het vuur halen.
De aanstokers blijven achterbaks, ontzet,
dat het zoover geloopen is.
't Is niet mijn bedoeling te schrijven over
de levensmiddelen-politiek der Regeering,
zou dat trouwens niet kunnen.
In 't reine was het in ieder geval niet.
Maar: de beste stuurlui, laten we dat be
denken, staan ook hier aan wal.
In de verste verte kunnen yvij, leeken, niet
vermoeden, met wat ontzaggelijke moeilijk
heden, de Regeering in deze abnormale dagen
heeft te worstelen
Meer publiciteit bv. van de zijde der Re
geering, geen communique's, maar korte,
krachtige zinnen, zooals Nolens het deze
week in de Kamer wilde, was wel nood
zakelijk geweest. Dat had veel kunnen ver
helpen.
Minister Posthuma heeft het nu toegezegd.
Maar dat alles neemt niet weg, dat het
optreden der Amsterdammers streng is af te
keuren.
Te meer, waar de beweging ten slotte
overging in relletjes maken door opgeschoten
jongens, wat niet pleit vóór, maar tegen de
jeugd. En dat niet alleen, maar ook in plun
dering van winkels, wat de huiszoekingen
door de politie hebben bewezen.
En dat alles is indirect het werk van de
pen.
Die de bevolking heeft opgestookt.
Verkeerd heeft ingelicht, door welke mo
tieven dan ook geleid, fn plaats van te wijzen
op de moeilijkheden, waarin de Regeering is
gewikkeld, het gezag stelselmatig heeft
ondermijnd.
En nu moet zij de wrange vruchten plukken.
Maar trekt zich terugwerpt alle schuld
van zich.
Intusschen zijn er dooden gevallen in Am
sterdam.
En gewonden-
Dat alles had voorkomen kunnen worden.
Maar het is geschied. En zij, die er de
schuld aan hebben voor het overgroote deel
kunnen nadenken over hun dooden.
Het is te hopen, dat zij tot inkeer komen
Ja, niemand spreke het tegen, de pen heeft
invloed, ontzaggelijken invloed
Pas heeft Amsterdam het weer bewezen.
Laat het voor ons een aansporing zijn,
om te werken voor onze pen. Nog te veel
wordt zij stiefmoederlijk behandeld.
Onze beginselen moeten verbreid worden
door de pen, door onze couranten. Zien
moeten we, dat van onze pen invloed uit
gaat, invloed ten goede, niet overgaand in
anarchie en bandeloosheid, maar als gevolg
van het lezen der couranten, daden verrich
tend, die strekken tot Gods eer
W. K. H. K.
'n Leus voor de leus.
Wat sommige leuzen, in dezen oorlog ge
durig opgeheven, beteekenen, blijkt uit het
geen er met Epirus gebeurt, het Noordelijk
gedeelte van Griekenland.
Zooals men weet, heeft Italië dit bezet,
vlak vóór dat de Entente koning Konstantijn
van den troon drong.
En het doel is, om dit stuk zuiver Grieksch
grondgebied, met Albanië vereenigd, te ma
ken tot een Italiaansch protectoraat, net als
Egypte dit van Engeland is geweest.
Nu meldt de Zwitsersche „Bund"
„De afgevaardigden van Janina hebben
een resolutie met duizenden handteekenin-
gen gericht aan de beschermende mogend-
heden, waarin gezegd wordt
„Epirus verkeert door de bezetting van
Janina en andere gebieden in de grootste
bezorgdheid. Het is besloten zich tot den
laatsten man op te offeren, eer het de be
zetting van zijn gebied door een vreemde
natie erkent, waarmee liet door geen en
kelen band verbonden is."
Natuurlijk helpt dat niets.
Italië zegt op Pilatus-manierWat ik ge
nomen heb, dat héb ik genomenterwijl
Engeland en Frankrijk zich in dit geding
niet mengen zullen.
Maar rijm dit nu eens met de nationali-
teits-idee, met het recht der kleine natiën
en met zooveel meer, dat in dezen oorlog
als een „heilig beginsel" naar voren gescho
ven wordt(FriesCh Dagblad)
NEDERLAND EN DE OORLOG,
V
Twee Maassluissche loggers tot zinken
gebracht.
De stoomtreiler Holland III heeft heden
middag te IJmuiden de 24 opvarenden aan
gebracht van de twee Maassluische loggers
Handel en Visscherij M.A. 103, van de ree-
derij H. J. van Rossum, en van de Piet Hein
M.A. 16, van de N.V. Reederijkantoor v.h. M.
Dirkzwager Gzn., welke belde loggers Vrij
dagmiddag te 5 uur door een Duitsche duik
boot op 56° 50' N.B. en 5° 20' O.L. (deze
opgaven volgens de journaals der sehippers)
met brandbommen tot zinken zijn gebracht.
De opvarenden hebben 70 uren in de booten
rondgedreven en werden eerst gistermorgen
nabij het lichtschip Doggersbank Zuid door
den IJmuider treiler aangetroffen en opge
nomen. Allen zijn ongedeerd.
Volgens verklaring van den duikbootcom
mandant zouden de loggers zich hebben be
vonden 15 mijlen binnen het versperde gebied,
welke bewering door beide schippers, die
nog pas gelood hadden en 35 vaam water
hadden bevonden, ten stelligste werd ontkend.
De duikbootcommandant wenschte niet in te
gaan op het verzoek van een officier van den
onderzeeër om een nader onderzoek in te
stellen naar de juiste plaats.
Opgebracht.
De Nederlandsche zeetjalk Roelfina, van
Rotterdam naar Duinkerken, welk vaartuig
3 Juli van Vlissingen is vertrokken, is in de
Noordzee door een Duitsche duikboot aan
gehouden en naar Zeebrugge opgebracht.
Door duikboot beschoten.
Het Dinsdagmiddag te IJmuiden binnen
gekomen stoomschip Uranus heeft gerappor
teerd Zondag ji. door een Duitsche duikboot
beschoten te zijn onder de Deensche kust.
De bemanning moest op last van den gezag
voerder het schip verlaten omdat men onder
gang vreesde, daar de duikboot bleef door
vuren. Toen de scheepsbooten gestreken
waren hield het vuren op. De scheepspapieren
werden daarna door den commandant van
de duikboot nagekeken en in orde bevonden,
waarna het stoomschip vergunning kreeg de
reis naar Amsterdam te vervolgen.
Onze scheepvaart stojp gezet.
Men seint uit Niéuwediep
De sleepbooten „Thames", „Simson" en
„Hercules"* zijn vertrokken om de lichtsche
pen Doggersbank Zuid en Noord en Terschel-
Iingerbank binnen te halen.
Stoomtrauwler verongelukt.
Donderdagmorgen is te IJmuiden aange
komen, aangebracht door den stoomtrauwler
„Peter Paulus", een gedeelte van de beman
ning van den stoomtrauwler „Elisabeth
Ijmuiden 181" welke op een mijn geloopen
is, circa 15 mijlen N.N.W. van Terschellin-
gerbank.
Vier man zijn gered en zeven man veron
gelukt bij dit ongevaL
DE TOESTAND.
De gewichtige militaire zaken welke wij
in ons vorig overzicht besprakende her
vatting van het Russische offensief, de ge
weldige bomaanvallen op de Duitsche en
Engelsche fabriekcentra's, worden thans
overtroffen door de politieke spanning in
Duitschland.
Wat er eigenlijk gaande is
Men leest de Duitsche pers, en ernstig is
de toestand zeker, maar de berichten zijn
niet uitvoerig genoeg om de beteekenis der
gebeurtenissen ten volle te doen overzien.
Wel weten wij dat naast het offensief der
rechterzijde sinds langen tijd tegen den Rijks
kanselier voert, nu een beweging van links
begonnen is, waarbij de kanselier een soort
ultimatum gesteld is en het laat zich hooren
dat deze staat van zaken uiterst gevaarlijk
is voor het politieke leven van den eersten
en verantwoordelijken Staatsman in het
Duitsche rijk, zoodat we ons niet bepaald
behoeven te verwonderen als reeds spoedig
namen worden genoemd van den eventueelen
opvolger van Von Bethmann Hollweg.
Het feit, dat reeds tot tweemaal de keizer
een langdurig onderhoud had met den kan
selier, zegt ons genoeg.
Laten wij in het kort resumeeren wat er
bekend is.
Vrijdag jl. heeft de hoofdcommissie uit
den rijksdag vergaderd en daarbij heeft de
centrums-afgevaardigde Erzberger, leider van
de jongere groep der partij, een zeer gerucht
makende redevoering gehouden, die wel is
waar „vertrouwelijk verklaard" en dus niet
bekend geworden is, maar welker strekking
geen andere geweest kan zijn dan deze dat
in de buitenlandsche en binnenlandsche po
litiek beide de kanselier kleur moet beken
nen, d. w. z. ondubbelzinnig zich bereid
verklaren tot den vrede zonder veroveringen
en het initiatief nemen tot uitvoering van
's keizers Paasch-boodschap. Dadelijk daarop
heeft de commissie den wensch te kennen
gegeven dat de rijkskanselier zelf in de hoofd
commissie-vergadering zou verschijnen en
daarom is de vergadering van den vollen
rijksdag, die Zaterdag gehouden zou worden
op Maandag gesteld, terwijl Zaterdag de
commissie nog Vergaderen zou.
Zulks is geschied en in die commissie
vergadering, die feitelijk een rijksvergadering
met gesloten deuren was en waar 300 per
sonen tegenwoordig waren, heeft de rijks
kanselier het woord gevoerd, alsmede minister
Helfferich en de ministers van oorlogen marine,
waarop ook de partijleiders gesproken heb
ben. Die vergadering heeft volgens een enkel
blad de atmosfeer gezuiverd, maar blijkens
de berichten in andere .bladen is juist het
tegendeel van dien het geval, omdat de kan
selier als altijd noch rechts noch links- wist
te bevredigen maar zijn wankelende houding
bleef volhouden. Daarop zijn nieuwe beraad
slagingen tusschen kanselier en partijleiders
gevolgd en is ook de sociaal-democratische
deputatie bij den heer Bethmann verschenen,
om te „eischen" een herhaling der verkla
ring dat Duitschland nog immer als in Aug.
1914 een verdedigingsoorlog voert en dus
bereid is tot het openen van vredesonder
handelingen op den grondslag van den toe
stand, die vóór den oorlog bestond. En ein
delijk heeft de Keizer weer anderhalf uur
met zijn eersten staatsman overlegd.
Maar ieder begrijpt, hoe ernstig nu een
politieke crisis voor Duitschland zou kunnen
worden. Niets is erger dan de splijtzwam in
'n tijd, dat eenheid van het volk, behoud
van den Staat beteekent. Want een heengaan
van Bethmann Holweg, een zoogenaamd
democratiseeren van het Duitsche rijk, is
niet anders dan spelen in de kaart van Lloyd
George en kan in de huidige omstandighe
den alleen ramp beteekenen voor het benarde
Duitschland, want wij verliezen geen oogen-
blik uit het oog, dat Engeland bezig is een
hoogen troef uit te spelen, dat het nagenoeg
alles op één worp gaat zetten en dat een
revolutie in Duitschland alleen Lloyd George
kan doen winnen.
De strijd nu. tusschen de beide groepen,
waarin de partijen en Duitschland zich nu
hebben verdeeld begint allengs sterker vor
men aan te nemen, en daarom gevoelt men,
zal het de een of andere zijde uitmoeten.
'De Rijkskanselier kan dan ook niet meer in
zijn politiek' van tusschen de partijen door
te varen blijven volharden.
Hij zal moeten kiezen, tusschen de mannen
die een Duitsche vrede willen en de hervor
mingen willen instellen tot na den oorlog en
de groepen die voorstanders zijn van een
vrede zonder annexectie en schadevergoeding
en nu reeds de Kiesrechthervormingen vragen.
Zoolang die keuze echter niet is gedaan,
zal de verwarring nog steeds toenemen. En
dat de beslissing nog niet gevallen is, blijkt
wel uit het feit, dat gisteren wederom een
zitting van den Kroonraad plaats heeft ge
had. De toestand is nog zeer verward. Be
richten, die de ronde doen omtrent het af
treden van den Kanselier en verschillende
ministers, berusten nog steeds op veronder
stellingen en combinaties. Nog niets defini
tiefs is bekend gemaakt.
Het blijft trouwens gissen. De vergaderin
gen der Rijksdagcommissie waarin de mede-
deelingen worden gedaan, zijn geheim en nu
zeggen de verschillende bladen allemaal de
mededeelingen uit de beste bron te hebben.
De officieele communiqué's zijn echter zeer
kort en behelzen nog maar zeer weinig po
sitiefs.
Men gevoelt dit welhet gaat om de toe
komst van Duitschland.
Met zekerheid valt nog niets te zeggen
omdat de Rijkskanselier geweigerd heeft ook
maar iets te publiceeren.
De Rijksdag wordt nog steeds van dag tot
dag verschoven, omdat de Regeering de crisis
nog niet te boven is.
Men spreekt reeds dat een drietal ministers
zullen heengaan.
De Russen blijven hun massa-aanvallen
voortzetten en behalen hier en daar ook suc
cessen.
De stooten, achtereenvolgens gedaan, en
ondersteund door de Engelsche tanks, moe
ten geweldig zijn geweest. De Oostenrijksche
linie werd ingedrukt en moest eenige K.M.
achteruit. De Russen zeggen dat zij 131 offi
cieren en 7000 man gevangen namen, en 48
kanonnen buit maakten. Een derde aanval
der Russen noodzaakte de Oostenrijkers op
Lucoviva terug te trekken, dat is ongeveer
4—10 K.M. achteruit. De Duitschers meldden
dat het inzetten van hun reserve's den aanval
stuitte.
Opmerkelijk is dat terwijl de Russen een
offensief begonnen zijn, hun bondgenooten
op het Westfront werkeloos zijn, m.a.w. óf
niets doen, óf in het defensief zijn geworpen.
De Duitschers zijn aan de Aisne onmis
kenbaar in het voordeel. En ook aan den Yser
hebben zij den Britten teruggeworpen.
Na een zeer hevige beschieting van 24 uur
aldus het bericht van Londen heeft de
vijand Dinsdagavond een vastberaden aanval
op onze stellingen aan het front bij Nieuw-,
poort. Tengevolge van het geconcentreerde
vuur des vijands werden onze verdedigings
werken in het duinvak door de vernieling
van de bruggen geïsoleerd. Zoodoende wist
de vijand onze stellingen op een front van
1400 M. breedte en tot een diepte van 600
M. binnen te dringen en nabij de zee den
rechteroever van de Yser te bereiken."
Het Duitsche bericht over deze slag zegt
dat 27 officieren en ruim 1250 man werden
gevangen genomen.
VERSPREIDE BERICHTEN.
De schandalige duurte in Engeland.
In de „Times" van 27 Juni vinden wij een
ingezonden stuk van den voorzitter van een
der talrijke voedselcommissies waaraan wij het
volgende ontleenen
Het gevoel van ontevredenheid en verbor
genheid over de regeering, die de prijzen tot
hun tegenwoordige, schandalige hoogte heeft
laten oploopen en in gebreke is gebleven,
controle te houden over de voorraden levens
middelen, is sterk en algemeen, en neemt
voortdurend toeopenlijk en in het
volle bewustzijn van mijn verantwoordelijk
heid, dat, tenzij er onmiddelijkheid,
maatregelen worden genomen om de
voedselvoorraad voor het volk en re
delijke prijzen te waarborgen, deze on
tevredenheid en verborgenheid zullen leiden
tot een eisch om vrede tegen eiken prijs, onwel
zoo dringend, dat geen regeering in staat zal
zijn, deze eisch te weigeren. Met uitzonde
ring van een kieine minderheid is degehee-
le werkende stand solidair in hun ver
langen om den oorlog te winnen, maar deze
eensgezindheid wordt ondermijnd door het
feit dat een groot gedeelte der bevolkingwordt
beroofd en onvoldoende gevoed, tengevolge
van de onhandige maatregelen en de slapheid
van de regeering en de hebzucht van gewe-
tenlooze woekeraars
De voedselcontroleur kan er zeker van zijn
dat de algemeene ontevredenheid, die thans
reeds duidelijk tot uiting komt, zich heviger
en gevaarlijker zal uiten, als hij niet inziet
dat de volkswelvaart, en niet het belang van
eenige woekeraars, den aanvoer en distributie
van levensmiddelen moét leiden
Wanneer men geen voedsel tegen billijke
prijzen beschikbaar stelt voor de behoeftige
gezinnen uit alle kringen der samenleving
dat beteekent: voor het meerendeel de be
volking zullen zij straks weigeren, den oor
log langer voort te zetten, en de schuld zal
niet op het publiek rusten, maar op de re
geering, die in gebreke bleef, den volkswil
tegemoet te komen.
De Duitsche munitie-productie verzekerd.
De Fransche onderstaatssecretaris Cochin
heeft eenige tijd geleden de veronderstelling
uitgesproken, dat Duitschland tenslotte bij
gebrek aan munitie den strijd zal moeten op
geven. Vooral aan zwavel zou ernstig gebrek
zijn, daar de uitvoer van Spanje en Noorwe
gen naar Duitschland stop is gezet.
Naar aanleiding van deze veronderstelling
meldt de officieuse Norddeutsche Allgemeine
Ztg., dat Duitschland, ondanks de blokkade,
over voldoende grondstoffen beschikt om
voortdurend die munitie te maken. Wat het
gebrek aan zwavel betreft, herinnert het blad
er den heer Cochin aan, dat er in Duitsch
land rijke zwavelkieslagen zijn, die tijdens
den oorlog eerst goed in exploitatie zijn ge
nomen, en bovendien is men er eenige maan
dengeleden in geslaagd, zwavel en zwavelzuur
langs chemischen weg uit hips te produceeren.
Niet alleen is er zwavel genoeg voor den
munitie-aanmaakook voor het vervaardigen
•van superfosfaat en andere kunstmeststoffen
is er ruim voldoende, en bovendien worden
er nog groote partijen zwavel naar de neu
tralen uitgevoerd. „Ook op dit gebied", zegt
de Norddeutsche, „heeft Duitschland zich
dus onafhankelijk van den invoer uit het
buitenland gemaakt".
De stemming In Frankrijk.
Berlijn 4 Juli (Part. Tel.) Het Zwitsersche
blad de Genêvois schrijft in een hoofdarti
kel d. d. 3 Juli o.a. het navolgende: „De
Fransche soldaten wenschen, het koste wat
het wille, een einde aan den oorlog te ma
ken. Hun geduld is op, zij willen eene be
slissing. De gedachte aan een vierden oor
logswinter is hen onverdragelijk. Dit is de
waarheid 1" De schrijver van het artikel ver
klaart verder nog te kunnen weten, dat de
Fransche soldaten er de voorkeur aan geven
hunne oorlogskansen maar onmiddellijk te
beproeven, liever dan op de tusschenkomst
van Amerika te wachten."
Een Fransch-Engelsch ultimatimum aan
Rusland
Naar de correspondent van de Köln. Ztg.
te Kopenhage uit betrouwbare bron verneemt
moet de hervatting van het Russische offen
sief beschouwt worden als een uitvloeisel van
een Fransch-Engelsch ultimatum dat ongeveer
medio Juni aan de Russische regeering werd
overhandigd, en waarin de eisch werd ge
steld, dat Rusland op 1 Juli met het offen
sief zou aanvangen. Indien Rusland hierop
niet mocht ingaan, dan zou zulks als een
vijandelijke daad worden beschouwd, in welk
geval het aan Japan zou worden overgelaten
verschillende maatregelen ter verzekering van
de veiligheid te nemen. Leuze Het vaderland
is in gevaar", waarmede Kerinaki en ande
re vooraanstaande Russische mannen het
volk en het leger den laatsten tijd zijn tege
moet getreden was dan ook gegrond, en hield
verband met de door de Gealleerden gestelde
eischen.
Kali, de Bondgenoot van Duitschland.
In de „Vossi8che Zeitung" is een artikel
verschenen van de hand van prof. Dr. W.
Roth, onder den titel„Onze bondgenoot, de
kali". Schrijver noemt de kali een indirecte
bondgenoot, daar zij bij de vijanden van
Duitschland ontbreekt, waardoor de oogstop
brengst in de Ententelanden telken jare klei
ner wordt. In de Vereenigde Staten was de
oogstopbrengst in 1914 ruim 27,5 millioen ton,
in 1917 nog slechts 17,8 millioen ton. In Frank
rijk bedroeg de opbrengst per H.A. de laatste
vredesjaren 1.26 ton, in 1916 nog slechts 1,12
ton en voor 1917 schat men haar in het gun
stigste geval op 1,05 ton. Natuurlijk is deze
vermindering niet enkel en alleen een gevolg
van het gebrek aan kalimeststoffen, hebben
ook andere factoren medegewerkt, maar dat
het gebruik van kali en de oogstopbrengst
nauw met elkander in verband staan, blijkt
duidelijk uit de volgende, voor 1913 gelden
de cijfers:
Duitschland: kalibemesting per H.A. 1322
K.g.tarweopbrengst 2,15 ton.
Engeland kalibemesting per H.A. 189 K.g.;
tarweopbrengst 1.86 ton.
Frankrijk: kalibemesting per H.A. 97 K.g.;
tarweopbrengst 1.26 ton.
De laatste 25 jaar is de kalibemesting in
Duitschland veel sterker toegenomen dan in
andere landen. De opbrengst van veldvruchten
steeg in Duitschland met 64%, in Frankrijk
met 14% en in Engeland slechts met 4%. In
het tarweland Argentinië, in de vruchtbaarste
streken van Noord-Amerika en Frankrijk oost
men 18 H.L. tarwe per H.A.; zoo groot was
de opbrengst in Duitschland 30 jaar geleden;
sindsdien is zij tot 28 H.L. gestegen.
„De Vereenigde Staten hebben langen tijd
roofbouw gedreven", aldus prof. Roth.,, Eerst
toen de opbrengst van den oogst op hetzelfde
peil bleef staan, zelfs achteruitging, is men
overgegaan tot een meer rationeelen landbouw
en werd een begin gemaakt met het gebruik
van kunstmest, vooral van kali. Onze kaliuit-
voer naar Noord-Amerika steeg voor den
oorlog van jaar tot jaarin 1907 5,9 millioen
doppelzentner kalizout ter waarde van 32
millioen Mark; in 1909 7 millioen doppel
zentner ter waarde van 39 millioen Markin
1911 reeds 10,7 millioen voor 68 millioen
Mark en in 1913 11,5 millioen doppelzentner
voor 71 millioen Mark.
„Onze uitvoer naar Engeland steeg gedu
rende 1907 tot 1913 slechts van 1,2 millioen
doppelzentner (6 millioen Mark) op 1,7 mil
lioen doppelzentner (10 millioen Mark), die
naar Frankrijk van V» millioen doppelzentner
op IV»".
Nu te hebben herinnerd aan de mislukte po
gingen, die Amerika tijdens den oorlog heeft
gedaan om zelf kali te produceeren, zegt de
schijver; „Zelf het overigens aan grondstof
fen zoo rijke Amerika blijft ons in de toekomst
schatplichtig" Engeland betrekt wel wat
kali uit Indië, maar dit is nauwelijks voldoende
om de behoeften der munitie-industrie te
dekken. In Frankrijk zijn pogingen gedaan
om kali uit zeewater te produceeren, maar
dit gaat moeilijk en veel te langzaam. „Men
troost zich daarom met de gedachte", zegt
prof. Roth, „dat de nood aan het einde van
den oorlog dadelijk zal ophouden, want de
vrede brengt natuurlijk het „geroofde" Elzas-
Lotharingen terug en daarmee uitstekende
kalilagen". Schrijver is echter van meening,
dat Ribot zelf niet in érnst gelooft, dat deze
Duitsche kaligroeven ooit Fransch zullen
worden.
Rusland en Argentinië gebruiken nog geen
kali, maar, zegt de auteur, voor beide landen
is het sleets een kwestie van tijd, wanneer
zij, om hun oogst op dezelfde hoogte te hou
den, onze klanten zullen worden.
De Duitsche kali is dus een schitterende
troef voor de vredesonderhandelingen, want
de geheele wereld, zoover men thans reeds
rationeel het land bebouwt, moet de geduren
de drie a vier jaar uitgemergelde akkers na
den vrede van zeer groote hoeveelheden kali
voorzien, wanneer men de oogst weder op
het vredespeil wil terugbrengen.
Onze kaliproducenten moeten dus groote
voorraden op slaan; vooral echter moeten
onze diplomaten overleggen, hoe zij de kali-
troef het beste kunnen uitspelen; men moet
met deskundigen bespreken, welke jjitvoer-
rechten men op de kali kan leggen, wanneer
het tenminste niet voordeeliger is, om met
de kali onzen vijanden grondstoffen koper,
gummi, katoen, nikkel, enz. af te dwingen.
Het treft bijzonder goed, dat onze voornaamste
leverancier van grondstoffen, Amerika, ook
onze beste kali-afnemer is. Ook al betrokken
wij quantitatief veel meer grondstoffen uit
Amerika, dan wij er de kali heenzenden, dan
moet men niet uit het oog verliezen, dat kali
een biologische noodzakelijkheid is, het mid
del om de oogst opbrengst te vergrooten, dat
door niets is te vervangen, dus voor Amerika
een levensvoorwaarde, die wij duur moeten
verkoopen
„De kali is dus tijdens den oorlog onze
bondgenoot en kan bij de vredesonderhande
lingen te onzen gunste veel gewicht in de
schaal leggen".
De Fransche graanreserves raken op.
De „Moniteur du Commerce" verheugt zich
over de zwenking in de economische politiek
van den levensmiddelendictatornu geen op
timistische redevoeringen meer en geen dub
belzinnigheden thans de waarheid 1 En die
is in weinige woorden saam te vatten, zegt
het blad„er mag geen enkele fout meer
w orden gemaakt als wij tot den aanstaande®
A