Zaterdag 7 Juli 1917. 82*,e Jaargang N°. 2800. Antirevolutionair Orgaan voor de Znidhollaiidfiehe en Zeenwsehe Eilanden. Eerste Blad. IN HOC SIGNO VINCES Wij worden geleefd. „HET GOUDEN HEÜT\ jropriëtair R. C. F. 14. LEE-Moom C. 0. Bruggeman. J. v. d. Slik. C. C. Bruggeman. J. v. d. Slik. OP DEN UITKIJK. Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden te. p. p. 50 Oent bij vooruitbetaling. Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. W. BOEKHOVEN Zonen, SOMMELSDUK. Advertentiën I2J/2 Cent par regel. Reclames 25 par ragai. Boekaankondiging 5 Cent per regell. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 nnr. Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertenties! eti verdere Administratie franco toe te zenden aan de tuitrev s Hotel Restaurant DINERS 60 cent en hooger. LOGIES MET ONTBIJT f 1.26, f 1.60 en f 1.76 Tel. No. 1632 Aanbevelend, Eu wie die openbaring erkent; als gids UITGEVERS Telefoon btereowa. Mo. s. Laten wij eerst zeggen, wat we niet bedoelen. Er is een Calvinisme, maar ook een Fatalisme, 't Calvinisme leert de predestinatie aller dingeneen voor beschikking door den allerhoogsten God, die alles beschikt, waar de mensch wikt; maar er is ook een Fatalisme dat God op zij schuift doch alles van noodwendigheden doet afhangenen of ge nu nog onderscheid maakt tusschen de soorten van fatalisme of noodlots leer en spreekt van Stoïcijnsche kalmte en gelatenheid* bij alle lot der men- schenkinderén of dat ge de Muzel mannen napraat, die zich ten doode offeren durven, omdat ze Gods wil toch niet ontloopen kunnen en daarom alle verantwoordelijkheid maar uitschud den en zich als slaaf neerwerpen aan de voeten Gods Die als een oostersch despoot, naar hun meening, hen regeert en bestuurt; of dat ge in de fouten vervalt van Descartes en Spinoza, om 't Gods- en wereldleven saam te laten vallen en zoo 't noodzakelijk wereld gebeuren van God totaal losmaakt en de wereldwetten maar laat onbeteugeld heerschen zoodat er toch geen houden aan is hoe ge ook dat fatalisme aller eeuwen beschouwt en opvat: Hierin komen ze alle overeen er is nu eenmaal een noodlot, een fatum, een kettingreeks van oorzaken en gevolgen en daar buiten is geen roeren of be wegen mogelijkin dat geval loopt men, leeft men en sterft menaan dien dwang ontkomt niemand en zoo het noodlot over ons beschikt heeftzooals nu eenmaal de oorzaken van wereld en persoonlijk leven zijn, zoo moet de gansche natuur daarvoor zwichteneen zuiver geleefd wordenwaar tegenover ieder machteloos staat, en als gevolg daarvan vaak pure lijdelijkheid en on verschilligheid, -omdat het toch niet anders kan en 't kan niet anders, om dat 't zóó eenmaal moest. Daar tegenover neemt de Calvinist positie. Ook hij belijdt, dat er een voor beschikking, een predestinatie is; 't is zelfs een zijner meest beminde dogma's, 'thart der Kerke Gods, de troost der geloovigen, de zuil van hun levens- en wereldbeschouwing maar deze belijde nis is die van God almachtig, die alles werkt naar den raad van Zijnen wil; wiens Raad bestaat en Hij zal al zijn welbehagen doen; Die de Soeverein is en hoven de wereld staat, maar niet met die wereld éénDie een eigen Wezen heeft en de wereld van uit zijn heiligdom regeert en bestuurtDie zich geopenbaard heeft in Zijn Woord, in Christus, en met Wiens geopehbaarden wil, maar nooit met Zijn verborgen wil, we te rekenen hebbenDie de eerste oorzaak is aller oorzaken en alzoo een vastheid van wereld- en levensorde heeft ingelegd in 't geschapene maar den mensch zijn verantwoordelijk heid laat en hem daarnaar zal oordee- lenD e de wetten gaf en geeft, maar den mensch zijn wil en verstand niet ontnam, om zelf te denken en te beslissen. Neeneen fatalist zijn we niet. We gelooven ook in een vaste levenswet; in eeuwige ordinantiën voor't persoon- lijk en 't huiselijk en maatschappelijk en kerkelijk en Staatkundig leven, maar alles onder God, Die van eeuwigheid tot eeuwigheid de werelddraden in Zijn hand heeft; doch van een van de na tuur geëischte noodzakelijkheid; van een nu eenmaal bot mechanisch.ingrij pen van 't eene rad in 't andere als bij een machineneen, daaraan gelooven we niet. Uit Hem, door Hem en tot Hem zijn alle dingen. God de Eerste oorzaak, wij de tweede, en onder de zwaarste verantwoordelijkheid voor elke gedachte, woord en daad met 'tdoel de eeie Gods op alle terrein. Een ge leefd worden, ja! maar niet machinaal doeh met eigen denken, eigen willen, eigen vrijheid, onder toelating Gods, hoewel niet steeds met Goddelijke goed keuring Wij worden geleefd. Maar God regeert. Wij worden geleefd, doch zie nu de ontmoediging door de omstandigheden. Dagelijks worden we overstelpt door de bonte massa van verschijnselen, die zich opdringen aan onzen geesten in den doolhof van allerlei gebeurtenissen rondom ons en verre van ons raken we den draad des levens kwijt en staan we futloos, amechtig, machteloos, als een .kind dat voor 'teerst een onzer groote steden bezoekt en niet weet, waar 't eerst kijken moetonbekwaam om zijn indrukken behoorlijk te ver werken; moe en afgemat van't zooveel zien en hooren, dat 't zijn legio gewaar wordingen niet anders luchten kan dan in een kort't Was mooien daarna vermoeid zijn ledikant gaat opzoeken. De oorlog maakt ons moe. De dis tributie maakt moe. De toekomst maakt moe. De staatkunde en 't maatschap pij le ven maken moe. Alles is gedrukt en de mysteriën des levens zijn som ber. We zoeken naar licht; naar op lossing van allerlei vraagstukken, maar we kunnen niet vinden, wat we zoeken. We staren in 't verleden, toen alles zoo rustig wastoen er niets normaals in onzen levensgang was; toen we houvast meenden te hebben aan vele vraagstukken van allerlei levensaard we staren in de toekomst en »geven't maar aan God over* dat is 't eind. In 't vele, raken we de eenheid kwijt. We dachten om 't absolute, en zie, 't lijkt maar relatief of betrekkelijk. We ge loofden aan een Kosmos, en zien een Chaos van ellende en verwildering alsof God weg is We voelden ons iets, en we zijn nietswe worden 't levens pad opgejaagd, als schapen maar waar heen De wil verzwaktde lijdelijk heid neemt toe't weerstandsvermogen zinktwe worden geleefdde stroom voert ons mee. Zoo is thans het leven. Idealen zijn gebroken en nieuwe durft men niet te bezitten, uit vrees voor spoedig verlies. We leven maar mee Je zit in den trein en je moet vooruit, maar hoe Regeeringloosheid in uw hart, in uw hoofd in uw daden, geen vaste stuur meer en 't doel in nevelen gehuld. Nochtans, bij zulk een anarchie; bij zulk een regeeringloosheid is er één genadebetooning Gods: Hij heeft zijn Woord nog niet weggenomen; nog is er die Goddelijke Openbaring; nog is de Kerk van Christus daar; nog is de Dienst des Woords en der Sacramenten nog is de weg naar den hemel open en 't moede hart, zoekend naar een rustpunt in den chaos van ons huidig leven smeektZend Heer, uw licht en waarheid nederLicht, o God voor ons beneveld oog één tipje op van 't waar om deze» tijds En we eindigen in een God regeert en Hij is de Soevereinde -Absolute die weet waarom 't zóó moet en niet anders kan en gaan mag. En daarin rusten we. Zijn doen is majes- fledenpte Boerensteiger 63A, 63B 12451 Direct nabij de Hoofditeec, Rstterdam. Het dour ieder aanbevolen adrev. teit en al worden we bitterlijk geleefd, tot klagens toeal dringen de omstan digheden ons naar voren en naar ach teren; links en rechts; naar boven en naar onder; er is een God ook dier omstandigheden Dat te mogen zien, te gelooven, te weten, is genade bij zooveel levens- glibberingen. De uits:ag te Middelharnis. Onder plaatselijk Nieuws staan de cijfers en dan wijten die niet op een bijzonder succes aau oase zijdewe hebben eenvou dig onse twee zetels terugOns aftr. lid Vroegindeweij is herkozen en in ome vac. Schilperoord (door overlijden) is weer een antirovolutieonair gekozen altoo geen winst en geen verlies niets positiefs wel is er als zoodanig wiast te boe ken, dat we op Donderdag as. bij de herstemming nog kans hebben op twee zetels, ornaat de 2 aftredende Vrijzinnigen in herstemming komen met 2 nieuwelingen van onsen die 2 nieuwelingen haalden hooger cijfers dan de heeren Sus en v. d. Koogh .maar men verlieze niet uit 't oog, dat er op a.s. Donderdaggeen De Haas is, die 159 stemmen afgriste; èn van Links 't meeste. Derhalvealle becijfering nu eens daar latende, zal ieder 't hierin met ons ééns zijn werken I hard werken is de bood- chap Want heusch de heeren Slis en v d. Koogh zijn geduchte coucurrenten laat men de herstemming niet licht, maar zeer zwaar zich voorstellen. De Raad kan om, maar 't zal een strijd vergen, zooals we die in ons dorp nog eens eenmaal gestre den hebben, een jaar of 10 geleden. Doch de kiesver. waaktWoensdagavond na den afloop was ze in de Consistorie der Ger. Kerk reeds bijeen in grooten ge tale. De Voorz. opende met psalngeiang en gebed, wijdd, etn ge woorden aan den afloop en gaf toen 't woord aau de ver gadering over de a.s. Propaganda. En daarin werden reeds de middelen aangewezen om 't d.ol: de Raad om! te bereiken. O ver die middelen kunnen we nog niet schrijven, omdat er geen besluiten zijn gevallen. Maar dit komt wel recht. De kiezers zullen er meer van hooren want onze partij werkt en btrijdt met open vizier, we hopen onzen tegenstander ridderlijk te bejegenen en wil len overwinnen met eere. Zoodan gaan we de herstemming tegemoet met stille hoop, dat op Donderdag a.s. zul len gekozen worden onze twee kandidaten In 't vuur, mannen! Ia 't vuur. Niet door kracht, noch door geweld maar door de macht onzer beginselen en de trouw aan onze mannen, kan de overwinning ons zijn. Voorwaarts dan! eensgszind en vol eendracht! Mag Ik Links stemmen Mag een Rechtsch man ooit L:cks stem men? Eu onze overtuiging isneen,nooit? Maar zijn er dan geen gevallen denkbaar, dat toch een Rechtsche op een Linksche kan stemmen? Gewis, maar men moet goed onderscheiden. Stel dat er in een Gemeente een Re gen tenkliek" jaar in jaar uit de lakens uit deelt; de man van Rechts wordt dat har- 'elijk moe, doch ook bij Links wordt men dat moe. Dan is er niets geen bezwaar om met Lüks een stembusakkoord aan te gaan. omdat euvel weg te nemenbij gevaar voor allen helpen allenbij brand en overstrooming gevaar voor ieder, helpt ieder; en dan bij zoon toestand in de Gemeente, als er één overheerschendebooze macht is een regentensamenzwering die niets ontziet; dan is er geen bezwaar om ook Linksche tegenstanders van zoo'n knoe boel te kiezen maar alléén voor dat doel en zoolarig die treurige toestand duurt daarna komt er scheiding on der beleefde dankzegging voor de weder- zijdsche diensten den Dorpe bewezen. Bij gezamenlijk onrecht, dat men geza menlijk voelt, kan men gezamenlijk t kwaad bezweren, mits men dan ook maar gezamenlijk vaststelt, dat de samenwerking alléén die en die voor allen pjnlijke kwestie geldt; en dat men, na oplossiog weer van elkaar gaat; dan kunnen de Recht-chen een Li kschen kiezen en de Linkschen een Rechtsche. Maar nog eens onder accoordt en als er is een gemeen schappelijk doel om een gemeenschappelijk kwaad af te weren; om na afwering en bazwering van 't dorpseuvel, weer ieder zijn eigen pad te kiezen. Wanneer in zoo'a Dorpstoestand moet ingegrepen worden; wanneer er tyrannie is door oen Bur gemeester; wanneer een fractie in den Raad on recht pleegt; wanneer de fioantien gaan kraken; wanneer er verwaarloozing is le con- stateeren wanneer allerlei vriendjes de baantjes krijgen; wanneer de belastingen éénzijdig druk ken; wanneer de Raad door knoeierij een valsch beeld is van de richting der kiezers en hun wil; enz. en wanneer dat door Rechts en een deel van Links wordt gezien; men zich daar aan ergert, omdat 't de Gemeente verwoest dan mag een Rechtsche ook Links stemmen mits maar eerst èa indeAntirev. èn in de Liberale of Socialistische kies- vereenigiDg die zaak, en dte zaak alléén aan de orde is gesteld; gemeenschappelijk gevaar mag gemeenschappelijk tegengestaan worden. Maar wanneer zoo'n gemeenschappelijk gevaar er niet is, dan stemt ieder naar t Beginsel, dat hij, in tegenoverstelling met een ander, belijdt. Dan stemt een Rechtsche de Rechtsche mannen en een Linksche de Linksche mannen. Er is nu eenmaal eeo ondempbare klove tusscheD Rechts en Links, Links negeert God op 't Staatsterreinze willen vaa Hem niets weten in Gemeente zaken. God moge in hun eigen hart eeo plaats bezitten maar op 't publiek terrein zoo is hun overtuiging, staat God en zijn Woord er buiten. In ons oog een groote dwa'icg. Is God God, dan is Hij 't ook van ons dorp; ook van onze School; ook van onze kerken; ook in de Rvadszaal. We hebb n nooit kuonen begrijpen, waar om de Vrijzinnigheid die consequentie niet aanvaardt? God in 't hart, z-ggen ze; maar daarbuiten moet God wegHoe komt men toch tot zoo'n opvatting over God Almachtig. Eu waar nu deze twee beschouwingen den strijd steeds beheerschen, zal een Recht sche niet op een Linksche gaan;-tenzij, we wezen er reeds op er een algemeen, een gemeenschappelijk dreigend gevaar is. Dan strijdt men eamea om een gemeen schappelijk »goed« te verwerveo. Niemand stemme ooit op Links 1 Er is een klove, hoe edel een tegenstander ook zij; sn de klove wordt dubbel groot, als de tegenstander onedel optreedt en per soonlijkheden gaat propageeren. Mag ik Links stemmen? Neea, en dui zendmaal neen. tenzij we 't zelfde beoogen. Ea is een Openbaring Gods en daarop beroept i'ch de Rechtsche. Door de Rede is hem veel helder, maar nog veel meer duisters, en ia dat duister is 't Licht des Woords hem een baken, een gids. des levens; d.'e is Rechts. En die kiest dan ook ziende op ons eigen dorp: Weg dat gepraat over personen! 'tGaat om 't Beginsel. Elk mensch heeft zijn fou ten. Volmaakt is hier op aarde niets. Ook een Vrijzinnige niet. Maar we zoeken geen fouten. We vragen naar Rechts of L nks. En danken nu reeds voor aller steun ons bewezen en vragen om nieuwen steun op a.s. week. Stemt dan goed Rechts. En de Raad om, zij de leus! Als ik mij niet vergis, heb ik het eeris in de werken van Hofdijk gelezen, 'n man die een halve eeuw geleden naam had op 't ge bied van onze Vaderlandsche geschiedenis. 't Was in den tijd der oude Germanen Batavieren, Friezen, Franken enzoovoort. Er heersehten toen geheel andere gewoon ten, rechten en gebruiken dan tegenwoordig in onze beschaafde maatschappij van zoo ingewikkeld samenstel. Eenvoudig b.v. was de rechtspraak. Bij ons heeft men dikke wetboeken met vele artikelen, die de oningewijde vaak wel lezen, maar niet begrijpen kan; rechtbanken van allerlei soort; advocaten, ingewikkelde processen, jaren moet Iemand er voor sfudeeren voor hij met dit alles precies op de hoogte is. En dat kan niet anders, waar ons leven zoo veelsoortig en veelvormig werd. Bij de oude Germanen ging 't eenvoudiger. Op onbepaalden tijden vergaderden alle mannen, die tot den stam behoorden, op een gewijde plaats in de open lucht, meest in een bosch, onder voorzitterschap van hun oudsten en onder leiding hunner priesters. Ddér werden de zaken dan behandeld. Daér werd de vierschaar gespannen, de zaak onderzocht en vonnis gestreken. En een der zwaarste vonnissen was wel wanneer iemand werd ultgestooten uit de samenleving, afgeneden van den stam, levende „dood" werd verklaard. Daar gaf Hofdijk een schets van. Op zoo iemand werd geen eigenlijk ge zegde „straf" toegepast, waardoor hij zijn misdaad boeten kon, om daarna weer als voorheen in de samenleving te worden op genomen. Hij kreeg geen geldboete, geen stokslagen, hij werd niet in de gevangenis opgesloten, hij bleef zoo vrij als een vogel in de" lucht. Maar die vrijheid was de zwaarste straf! Niemand sprak meer tegen hemniemand kocht iets van hem of wilde hem iets leve ren niemand groette hem of bewees hem hulp in benauwdheid; hij wandelde daarheen te midden zijns volks als een, die niet be stond, als eenmelaatsche, door allen ge schuwd en zelfs door zijn naaste verwanten en zijn vrienden van voorheen niet gekend. Denk u zulk een leven eens in Hij was van nature een vriend van kinde ren en waagde het, om een spelend knaapje Iets vriendelijks te zeggen, om dan toch van één menschenkind eens een wederwoord te ontvangen dra klonk scherp en schel de stem der moeder, niet zoodra zij gezien had wie haar kind aangesproken had, en het werd onverbiddelijk weggeroepenmet zoo één, op wien het vonnis van den stam rustte, mocht zelfs het stamelend kind geen woord wisselen. H(j liep dorstig langs de rivier, zag een aarden vat liggen, schepte daarmee wat wa ter en verfrischte zich er de brandende tong medeniet zoodra had de vrouw, die het vater neergezet had, gezien wie er uit dronk, of ze ijlt er toornig heen en werpt het met één smak aan stukken voor de voeten van den geteekendehaar man Immers zou lie ver zijn tong stuk kauwen dan uit zulk een vat ooit meer drinken Het leven werd hem erger dan de dood. 't Werd hem zoo onhoudbaar gemaakt. De ouden streken met hun vingeren langs den grijzen baard en keken straf langs hem heen, of hij minder was dan een schim enkel lucht. De kinderen weken schuw van hem weg of wezen hem elkaar met spottend gebaar. Nog een poos sleept hij zijn ellendig leven voort, in de ij dele hoop, dat het nog een maal veranderen zaldan, plotseling, is hij verdwenen eenige dagen later haalt de visscher, die met zijn kano de ri vier afvaart een lijk op ft is de uitge- bannene, die als een beest hier of daar wordt onder den grond gestopt. „Hij heeft eindelijk zichzelf recht gedaan", ïegt de heidensche volksmond.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1917 | | pagina 1