n Woensdag 13 Juni 1917. 328te Jaargang N". 2293. He Oorlog. Antirevolutionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES 1 voor de Zaidhollandüehe en Keenwsche Eilanden. Gewetenszaak. LAND- EN TUINBOUW. BUITENLAND. Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie manden fe. p. p. 50 Cent bij vooruitbetaling. Buitenland bij vooruitbetaling f4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. W. BOEKHOVEN Zonen, SOMMKT .SDIJK. Dlenstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die ai) beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 nnr. Alle gtnfefcen voor de Redactie bestemd, Advertentlën en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitg'eves's T k I UITGEVERS Telefoon Iatereonn. Ho. S. Advertentiën 12 Va Cent per regel. Beelames 25 per rasa!, Boekaankondiging 5 Cent per regel!, 't Calvinisme heeft schoone trekken en vooral zijn historie van lijden en strijd geeft prachtige tafreelen te zien van ootmoed, fierheid en vroomheid; de tijd der martelarender verbannin gen der strijdperioden voor Kerk en Migie, voor Vrijheid en Recht geeft zoo verheven momenten van zelfover gave. onderwerping aan Gods wil, maar ook van onuitputtelijken durf en kloe ken heldenmoed, dat reeds daarom 't Calvinisme aantrekkingskracht bezit elfs voor hen, die zijn dogma's en hun 'leidingen niet wenschen te aanvaar den. Immers 't heroieke is reeds d&arom voor eiken notabelen strijder en be strijder van eenig probleem, van eenige levens- en wereldbeschouwing, bemin- lijk, omdat er heldenmoed en karakter uit spreekt, 't Heroieke is altijd aan grijpend. En een Calvinist wijkt voor geen koning, waar 't zijn geweten geldt. Wijkt nietwijkt nooit, al gold 't zijn leven. Wijkt niet, wijkt nooit, als dat geweten door de Overheid geprest wordt, hetzij in 't Gezins-, hetzij in 't School leven. Ook de school is een gewetens zaak. Koning Hendrik IV had, om Fran- krijks kroon te winnen, zijn geloof prijs gegeven, maar had nochtans zeer hooge achting voor zijn calvinistischen minis ter Duplessis-Mornay. De hovelingen haatten dezen dienaar der kroon en door allerlei verdachtmakingen moest de ko ning hem loslaten of hem overhalen maar de minister antwoordde fier en flinkMajesteit, ik ben uw dienaar in alle dingen, die 't Koninkrijk en den Staat aangaan, maar over mijn geweten is niemand koning, dan God alléén. God alléén koning der konsjentie. En daarom staat 't Liberalisme ook zoo schuldig tegenover 't Christelijk volks deel, dat 't bijna een eeuw lang den brutalen moed gehad heeft om in Gods plaats te gaan staan, en 't geweten, daar zij als Liberalisme, af moest blij ven, te tergen en er op te trappen Dit mag nooit vergeten worden. En wel ziet de Christen, dat de Liberaal, mits edel denkend, zich zelf schuldig gevoelt en nu bij art. 192 een houding aan neemt, die weldadig aandoet, maar vergeten doen we 't leed der 19de eeuw niet; en vergeten doen we 't niet, dat het niet tot schuldbelijdenis bij de Lin kerzijde gekomen zou zijn, als niet èn van Calvinistische èn van Roomsche zijde dag in dag uit de smartkreten over 't onrecht den Christenouders aan gedaan, door alle rijen des volks weer klonken haddenja gehoord zijn en doorgedrongen tot in de ooren van den Heere Zebaoth, Het Liberalisme belijdt schuld dat het de gewetens verkracht en 't onrecht bestendigd heeft, 't Belijdt schuld door de Rechterzijde daartoe gedrongen. Gewisook een Calvinist staat schul dig aan veel zondigs schuldig. En hij zegt 't den jongen Edelman, staande voor koning Karei IX en diens moeder Catharina de Medicis, van ganscherharte na: >Wij belijden, Majesteit, voor God, dat wij arme zondaren zijn, in zonden ontvangen en geboren, geneigd tot alle kwaad en onbekwaam om uit onszelf iets goed te doen en dat wij dagelijks Zijn heilige geboden overtreden, waar door we zijn toorn tegen ons verwek ken en den dood en de verdoemenis op ons laden." Maar hoeveel schuld dan ook de Cal vinist drage, niet hierin zondigde hij, dat hij God de Heere als Koning wei gerde over zijn geweten. En 't Libera lisme staat hier dubbel schuldig Ten eerste, dat het de Openbare School in 1857 zijn Bijbel ontnam en ten tweede, dat 't de Christelijke School zijn Bijbel misgunde en er met onrecht tegen op trad die school trachtte dood te druk ken door de domme kracht van 't geld. En nu spreekt 't geweten van den Liberaal. Nu is 't voor hem, mits no bel denker, een gewetenszaak om 't gedane weer goed te maken door een volkomen rechtsgelijkheid te aanvaar den. Hij ziet in, dat hij in vroeger da gen in Gods plaats is gaan staan en met geldmacht over dat geweten zijner medeburgers trachtte te heerschenhij ziet in, dat de geloovigen een machti gen, indrukwekkenden strijd gestreden en gewonnen hebben; dat 't geweten nooit te prangen en tot zwijgen te doemen ismaar dat er heldengeest kracht in die konsjentie is gevaren om zelfs de bitterste vijandschap en den felsten tegenstand te trotseerenen nu bukt hij; moet hij bukken; de feiten getuigen vóór 't geweten, tegen hem. 't Christelijk onderwijs is een gewe tenszaak niet van 't hoofdmaar van 't hartis uit liefde tot God gebrachte offerande; is luchtgegeven plichtsge voel; opvolging van ordinantiën Gods, die onze Koning isKoning ook onzer kinderen onzer gedoopte kinderen, Zijn merk- en veldteeken dragendekinde ren des Verbonds en dus met anderen uniformbij een ander regimentbij een ander compagnie; onder een anderen Commandantin een andere kazerne met andere wapenen en met andere doeleinden ten strijde. Het Chr. Onderwijs is een gewetens zaak En gelukkig, dat door scha en schande wijs geworden; door de over winningen Rechts op Schoolgebieddoor de heilige aandrift van de Christ-belij- ders, de gewetens der nobele Liberalen zijn ontwaakt en zij 't Peccavi uitspre ken wij hebben gezondigd. Dochnog is de strijd niet ten einde. De Calvinist is taai, dat bedenke elke Liberaal in de komende periode, als de School weer op 't politieke menu prijken zal in 1918- tot 1922. 't District Brlelle in actie, maar Rechts niet. Onder de 50 districten der 100, waarin verkiezing heeft plaats gehad, behoort ook Brielle. Daar staan tegenover elkaar de aftredende heer Rosdhuiien en de heer Braat. Woonden we in dat district, dan zouden we als rechtsch man van heel deze stem bus ons niets aantrekken. Waarom Omdat we den heer Braat een politieken vrijbuiter achten, die buiten alkn organitatorischen weg, op eigen houtj», op ontijdige wij te en op ongeoorloofd^ manier zijn doel tracht te bereiken n.l. een kamerzetel. Is iemand ontevree over den loop der zaken: hij blijve in den weg van eigen liberale of anlirev. of roomsche organisaiie; pleite in die or ganisatie voor verbetering en ga met toe stemming dier organisatie den boer op maar niet voor zichzelf, doch voor zijn partijgenoot en kamerlid om die door die actie te dwingen zich meer met 't Boeren belang in te laten in de Kamerdie actie van een heer Braat had voor den heer Roodhuizen een vingerwijzing moeten zijn een opbouw, maar ze is nu ontaard ineen dwaze tegen-candidatuurtwee liberalen vechten nu om een Kamerzetel; waarop de heer Roodhuizen recht heeft. De opzet van Braat deugde niet; zijn optreden was sloo- perswerkafbraak. En 't had opbouwend moeten zijn èn voor Roodhuizen èn voor de Lib. Unie in haar geheel. Voor Braat verzetten we geen voet. We negeeren hem omdat hij de organisatie miskent. Maar ook op den heer Roodhuizen stemmen we niet, omdat we als Rechtsche kierers niet ver plicht zijn in dezen familietwist partij te kiezen. Ging 't vóór of tegen to Herziening} we zouden ons nog bedenken, of we niet op Roodhuizen zouden kunnen gaan, wat we echter ten slotte met lood in onze schoenen zouden doen; omdat we tot op onzen dood zooveel hartzeer er over zouden gavoeien op een liberaal voorman gestemd te hebben; we houden liefst ons wapen gansch onbesmet, d. i. we stemmen liefst nooit anders dan Rechts,' a'.léén ter wille van de Herziening en uit gevoel, dat aan Roodhuizen de zetel toekomt. Naar recht en waarheid zouden we misschien gaan stemmen, als Braat tegen de Herziening was maar Braat is er óók voor; en nu zou een man van Rechts terwille van een zaak, die nu met de Herziening totaal niets te maken heek, naar 't stembureau moetenter wille van een franctireurvan een onvoorzichtigen en overmoedigen zeloot in de politiek E ke 4 jaar kan er wel zoo'n opposant opstaannu voor dit en dan voor dat. Braat worde door ons niet gestemd in dezen strijd! dat is onze wensch! Zuiver heid in 't politieke leven en goede trouw en waarheid en rechtschapenheid moeten steeds op den voorgrond, en vooral in onzen tijd, dat de Artt. 80 en 192 van nature aan de orde zijn. Maar óók, voor liberale fa milietwisten, om dddrin den rechthebbenden Roodhuizen te helpen, voelen we óók totaal niets. De heeren moeten 't met elkaar maar uitzoeken. Rechts blijve dus thuis. Eu be smette zijn vaandel niet door op Links te gaan. Rechts stemt Rechts en nooit Links. Reorganisatie van het Centraal Bureau. Zoo is dan opnieuw een Commissie aan 't werk om de Ontwerp-Statuten andermaal te wijzigen. Binnen 3 maanden moet zij met haar arbeid gereed zijn. Dat is goed, want het heeft reeds veel te lang geduurd. Daar moet een einde aan komen. Lang genoeg heeft men getalmd en als 't ware den spot gedre ven met de wenschen der belanghebbenden, met het mandaat der provinciale afgevaar digden. Het moet dan eindelijk, maar eens tot een resolute erkenning komen of men al of niet den goeden weg op wil. Of men er toe wil medewerken, dat we met deze reorganisatie zullen krijgen een zuiver repre sentatieve Centrale Aankoop-vereeniglng, een democratische inrichting gegrond op de ware vrijheid, óf dat men de boeren wil nopen zelf een einde te maken aan het autocratisch bestuur van het Ned. Landbouw Comité. Want daartoe zal het, indien gulle mede werking niet spoedig blijkt, onvermijdelijk komen. Het is nu de tijd, meer dan tijd, om onze volledige vrijheid te nemen. Het is niet aan het Ned. Landbouw-Comitè of aan an deren om maat, omvang en doel der reorga nisatie te bepalen, welke dan door de orga nisatie deemoedig en dankbaar zou moeten worden aanvaard. Ik herhaalde tijd is ge komen, dat we kunnen zeggenweg met alle onvrijheid 1 Over de kwestie óf het C. B. in coöper atieven vorm gegoten zal worden, kunnen de belanghebbenden zelf, naar het ons voor komt, het wel eens worden. Op de provin ciale vergaderingen heete het telkens: het Zuiden wil dat niet 1 Dat bevreemde ons, want uit het Zuiden zelf hadden we te voren een anderen toon vernomen. Op de verga dering van afgevaardigden op 12 Mei te Utrecht kantte men zich van de Bestuurstafel tegen de motie der coöperators, alweer om dat het Zuiden er tegen zou zijn. Trouwens toen liet dhr. Verheggen zelf zich in dien geest- uit, hoewel hij ten slotte verklaardedat Lim burg wel wil meewerken, als het zijn eigen organisatie kan houden zooals zij is. Waar zit nu eigenlijk de tegenkanting? Vóór en kele maanden schreef het „Algemeen Land en Tuinbouwblad" van den Diocesa- nenbond: „Als we lezen hoe het Week blad van den „N. Chr. B." te keer gaat, dan denken we staak alle moeite in die richting, want wal ge hoopt, zult ge toch niet berei ken. Wilt ge een zuiver coöperatief Centraal Bureau, leid het dan zelf daarheen, Uw or ganisatie is groot en sterk genoeg". Aan die zijde toonde men zich dus allerminst te gen de coöperatieve iedee, maar zocht men den tegenstand ook bij de heeren bestuur ders zelf. In het jongste nummer van het or gaan van den „N. Ch. B." wordt het dan ook een misverstand genoemd, dat het Zuiden absoluut tegenstander zou zijn van den coö peratieven vorm, welk misverstand zegt de Redactie schijnt ontstaan te zijn uit het onjuiste verslag, dat door het Landbouw Comité is uitgegeven over de vergadering, welke verleden jaar in Brabant is gehouden. In dat Verslag toch werd niet gerept over het feit, dat Noord-Brabant zich voor de coöperatie-wet heeft uitgesproken en dat er een Commissie benoemd is, welke later die uitspraak in den strengsten vorm heeft be krachtigd. Is dat niet een andere toon, een gansch andere lezing, dan we over het Zuiden tel kens van de Bestuurstafel hoorden? Wanneer men van de zijde van het Bestuur nu maar zijn autocratische houding wil laten varen en niet langer poogt tegen de demo cratische strooming, die het toch niet kan te genhouden, dammen in den weg te leggen, dan hebben we nog zeer veel hoop, dat we voor een scheuring bewaard blijven. De boeren aankoop-coöperatie is thans rijp voor een volkomen eigen vrijen regeerings- vorm Zij wijst daarom, met alle respect en sijmpathie overigens, alle inmenging en me dezeggenschap van derden beslist afzij wil baas zijn in eigen huis. Dat is een redelijke verlangen, waarover niet getwist mag wor den. De Commissie, welke de laatste hand legt aan het Ontwerp, mag zich daarbij door geen consideratiën van persoonlijken aard laten leiden. Het beginsel van zelfbestuur moet ongerept, onverkort worden doorge voerd. Geschiedt dit, dan hebben alle vertrou wen, dat de eenheid niet alleen bewaard blijft maar nog wordt versterkt, en op de dan verkregen basis kan zich onze aankoop coöperatie onbelemmerd ontwikkelen. C. B. Nota van het Landbouw-Export-Bureau Inzake de Export Centrale. Ook het Landbouw-Export-Bureau heeft zich tot de Tweede Kamer gewend. In een nota worden een 11 tal punten naar voren gebracht, die weergeven wat voor hen, die min of meer in het samenstel de Regeerings- maatregelen op economisch gebied zijn inge wijd, uit wetsontwerp en memorie van toe lichting valt af te lelden. Naar aanleide hier van worden opmerkingen gemaakt en con clusies getrokken. Het Bestuur van het L. E. B. heeft gezocht naar een oplossing der moeilijkheden. Het stelt voorop, dat de hoogste leiding moet zijn bij de Regeering en is voorts van oor deel, dat de regeling van het handelsverkeer met het buitenland behoort te liggen in han den van één College, waarvan Voorzitter is een Regeeringscommissaris. Dat College zal zich met vragen van algemeenen aard hebben bezig te houden en slechts in bijzondere gevallen over details raadplegen en beslissen. Het moet bestaan behalve uit vertegenwoor digers van de betrokken Departementen uit afgevaardigden van belanghebbende groepen. In de nota worden als zulke groepen genoemd 1. De N. O. T. (Nederl. Overzee-Trust Mjj.) met haar afdeelingen. 2. De Nijverheids-Commissie met haar sub-commissiën. 3. Het L. E. B. (Landbouw-Export-Bureau), bestaande uit de levensmiddelenvereenigln- gen. 4. Rijkskolendistributie. 5. De geldhandel. 6. Het transportwezen (spoorwegen, bin nenvaart en overzeesche vaart). De gedragslijn, welke het College vaststelt, moet voor iedere groep bindend zijn. Het zal daartoe het veto moeten kunnen uitspre ken over de in die groepen genomen beslui ten. Naast de Commissie komt te staan het Centraal Distributiekantoor. Dit zal moeten worden geëxploiteerd door de georganiseerde groepen van belanghebbenden, onder leiding van gemachtigden der Regeering; de Com missie van Bijstand Inzake de Distributiewet 1916, met zoo noodig vertegenwoordigers van belanghebbende Departementen. De taak der Rijkscommissies van Toezicht (ter wille van een gladde afwikkeling van zaken liefst te vervangen door enkele Rijkscommissarissen van Toezicht) zou zich moeten bepalen tot hetgeen haar naam aangeefttoezicht op de richtige naleving van de ministerieele be schikkingen en der uit de organisatie voor komende besluiten. Tot haar specifieke taak zou moeten behooren het in laatste instantie vaststellen van lijsten van im- en exporteurs, het bepalen van het aandeel, dat ieder van hen in de transacties zal kunnen nemen, het op grond van de gemaakte regelingen uit reiken of machtigen tot uitreiken van con- centen. Aan het slot der Nota wordt gezegd, dat genoemde instellingen elders elkaar dienen te ontmoeten, elkanders plannen en inzichten vergelijken, om tot een omlijnde werkver- deeling te komen. Dat acht het Bestuur be reikbaar langs de lijnen, die het in zijn Nota aangeeft. De organisaties van de N.O.T., het L.E.B., de Nijverheids-Commissie en de Rijkskolendistributie zijr. reeds in hoofdzaak pasbaar om in dit verband te werkende andere twee, onder 5 en 6 genoemd, kunnen daarna worden ingericht. Aan samenwerking bestond reeds geruimen tijd behoefte. C. B. DE TOESTAND. Zoo is dan Donderdagmorgen de aanval der Engelschen in Vlaanderen ontbrand, waarvan we j.l. Zaterdag reeds de eerste telegrammen opnamen. Een heuvelkam, waarvan de Engelschen met begrijpelijke voldoening getuigen, dat zij gedurende 21/, jaar in de handen der Duitschers de „bocht van Iperen" beheerschte, werd bestormd en gedeeltelijk genomen. Dit succes was goeddeels te danken aan het uit gebreide mijnenstelsel, dat de Engelschen hadden aangelegd en op 't juiste oogenblik lieten springen, zoodat gansche dorpen van den aardbodem werden weggevaagd. Komen ooit de voormalige bewoners terug, dan kennen zij er hun eigen land niet meer 1 De Duitschers geven toe, dat ze op som mige plaatsen teruggedrongen zijn, echter, zeggen zijnaar vooruit in gereedheid ge brachte stellingen. Wat weer zeggen wilGeen doorbraak. Tenminste tot op 't oogenblik niet. Wat het worden wil, zal blijken. De strijd is nog in vollen gang. En intusschen putten de vijanden zich van weerskanten uit, om over de, beide eerste dagen van den strijd de berichten zóó te stellen, dat ze er voor den tegenstander 't aller-ongunstigt uitzien en natuurlijk zijn ze, in deze eerste fase van den aanval, van En- gelsche zijde verre het uitvoerigst, omdat de eerste twee, drie dagen de winst uitsluitend voor den aanvaller is. Reeds werden 5000 gevangenen geteld. blijkt, dat de Engel- Yperen een jaar lang Uit nadere berichten schen dezen aanval bij hebben voorbereid. Een officieel bericht zegt er b.v. van „Een jaar lang hadden Flumer en zijn staf hun plannen voor dezen aanval voorbereid, hun materieel bijeengebracht en in alle on derdeden hun vernietigingstaak bestudeerd. Terwijl de andere legers in het Somme-ge- aan het vechten waren en de geheele wereld dien strijd gadesloeg, hield het tweede leger de uitstekende punt bij Yperen rustig bezet, zich steeds defensief houdend en niet meer moeite uitlokkend, dan zij al hadden. Zij wachtten het oogenblik af voor hun eigen offensief en oefenden hun troepen daarvoor. Een week geleden waren zij klaar met de spoorwegen, kanonnen, „tanks" en allerlei soort ontplofbare middelen". Toen dus alles klaar wa3 en alles geregeld, begon de eigenlijke voorbereidende kanon- nade. Hoe die geweest is gaat alle beschrijving te boven. Ooggetuigen kunnen ons nog het beste daarover inlichten. Men oordeele: Toen alles klaar was en het aanvalsplan om zoo te zeggen op de seconde af geregeld was, begon de voorbereidende kanonnade. Wat zullen we daarvan zeggen Hier zijn geen woorden voor! De oog- en oorgetuigen houden ook maar op, met er een felle beschrijving van te ge ven, dan alleen ditBij elk nieuw bombar dement zeggen zij, dat dit nu toch weer over treft wat totdusver is gehoord en gezien. Een hunner beschrijft het als volgt „Er was dan ook vanmorgen, vóór de man schappen zich uit de loopgraven opmaakten om tot den grooten aanval op het vijande lijke gebied over te gaan, een woeste wer velstorm van granaatvuur. De geaardheid van het terrein werd totaal gewijzigd. De lucht opende zich en liet een hageibui van staal neerkomen. De aarde werd in stukken gereten en vlammen sloegen op. Deze be schieting was zoodanig voorbereid, dat zij alle waarborgen voor het succes verzekerde, behalve dien eenen, die door de onbereken bare oorlogskans wordt geleverd.''^ Zelfs die kans was zeer klein gemaakt I De troepen waren met zorg uitgezocht. Zij waren voortreffelijke geoefend. Ja, échter het front, was de aanval zooals die tenslotte Donderdagmorgen begon, twee driemaal tot in het bizonder heden gerepe teerd, zoodat iedere compagnie precies wist, wat ze te doen had, als het beslissende mo ment zou zijn aangebroken. En 't aller-verschrikkelijkste moet wel, vlak vóór den aanval, die ontzettende mijnont- ploffing zijn geweest Een ander ooggetuige teekent dit zóó; i-

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1917 | | pagina 1