32ste Jaargang N°. 2283.
s!@ ZuidhollantiscSie en ffl©egiwselie Eilanden.
lie Oorlog.
Woensdag 9 Mei 1917
Antirevolutionair
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
LAND- EN TUINBOUW.
UIT DE PERS.
Nieuwe tijden.
BUITENLAND.
Des® Courant verssant sikan Woensdag m gatoMsg.
JLboasoMeatsprija per «Ma maanden fs. p. p. 50 Cjest bij vooruitbetaling.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 gs@r jass
4&«atolijke nummers 5 Cent.
UITGEVERS
W. BOEKHOVEN Zonen,
SOMMELSDUK.
Is&6®se©s»a*. Ka.
A«Iv®rteïti3a 12Va eantper regel, Reclame» 25 par regel,
loekaaakoadigiffig Cent per regel.
Bienstsuumrages en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
ihoote lettere en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die sij beslaan
1 Advertentiën worden mgewaebt tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 nnr.
AM© stüKltesi ■w©©r «si© S&edaette foesfenati, Adverteiitfëss est verdere Administratie Sraite© toe te ^©iraden aaa «1© SJIt&eve?s.
Men kan aan alles merken, dat de
Oorlog en de komende naweën een ge-
duchten ommekeer gaan brengen in de
hoofden der menschen. Op internatio
naal terrein praat men over een Europee-
schen Statenbond, iets ongehoords. En
nationaal komt men in Landen, waar
men er niet over dacht, tot Algemeen
Kiesrecht en Vrouwenkiesrecht; over
Invoerrechten om de hooge belastingen
te betalen schudt men niet spijtig meer
't hoofden minister Treub pakt zelfs
aan, [de monopoliseering van 't Verze
keringswezen, te dragen in handen van
van den Staat, om de winsten voor
fc Rijks schatkist te bestemmen, Van
zoo'n nieuwe gedachte leest men ook
in de Vr. Dem. van 5 Mei j.l. Het in
teressante artikel luidt aldus
Democratie en Industrie.
De verhouding tusschen democratie en in
dustrie vormt den laatsten tijd een punt van
ernstige overweging en van bespreking in
verschillende vergaderingen enbijeenkomsten.
'tls een teeken des tijds, dat de democratie
veld wint op allerlei gebied en met name
ook in het bedrijfsleven tot een factor van
beteekenls is gegroeid, waarmede rekening
dient te worden gehouden
De uitnoodiging, door de Industrieele Club
tot den soclaal-democratischen Heer Vliegen
gericht, om in deze organisatie van werkgevers
op nijverheidsgebied het standpunt der werk
nemers uiteen te zetten, kan als een bewijs
worden beschouwd, dat men ook in industrie
kringen met democratische denkbeelden be
gint rekening te houden.
Meer-en-meer begint men in te zien, dat
de economische bloei des lands niet uitslui
tend kan worden bevorderd door een kleine
groep van ondernemers en kapitalisten, doch
dat daartoe ook de krachtige medewerking
noodzakelijk is van hen, die ondergeschikte
betrekkingen in het bedrijfsleven vervullen.
Tot de handhaving en verhooging der volks
welvaart in Nederland wordt de inspanning
van aller krachten vereischt en de eensge
zinde samenwerking van werkgevers en werk
nemers, zoowel op het gebied van land- en
tuinbouw, ais van handel en industrie, scheep
vaart en finantiewezen. Vooral in de eerste
jaren na den oorlog, wanneer geheel andere
economische verhoudingen in het volkeren-
verkeer zullen gelden, kan alleen van een
drachtige samenwerking tusschen de verschil
lende maatschappelijke klassen voor ons land
heil verwacht worden, ten einde aan onze
bodem- en nijverheidsvoortbrengselen een
blijvende plaats op de wereldmarkt te ver
zekeren.
Van werkgevers-zijde is echter menigmaal
de klacht geuit, dat het ondergeschikte per
soneel zoo weinig belangstelling toont voor
de welvaart en bloei der ondernemingen,
doch zich in hoofdzaak er toe bepaalt om
den opgedragen arbeid automatisch te ver
richten en het verdiende loon in ontvangst
te nemen.
Bij de thans geldende economische toe
standen is dit gemis aan belangstelling echter
alleszins verklaarbaar. Aan den eenen kant
wordt de werknemer te zeer in beslag geno
men door zijn streven naar lotsverbetering,
hetwelk naast zijn dagelijkschen arbeid en
naast de voortdurende bestaanszorgen, bij
kans zijn geheele denkvermogen en energie
vereischt. Aan den anderen kant is de meer
dere of mindere bloei der onderneming, waar
hij werkzaam is, tóch van weinig invloed op
den persoonlijken welstand van den werk
nemer, ja meestal zijn de bedrijfsresultaten
hem in 't geheel niet bekend, daar inzage
der boeken en balansen natuurlijk uitgesloten
is en de gemiddelde arbeider de koerslijst
der effecten en de vermelding der betaalbaar
gestelde dividenden in zijn courant meestal
ongelezen laat!
Ten einde bij de werknemers meerdere
belangstelling voor- en samenwerking tot den
bloei der industrie te wekken, is 't daarom
noodzakelijk, dat de arbeiders belang hebben
bij de bedrijfsresultaten.
In sommige industrieele ondernemingen
ontvangen de arbeiders wel-is-waar reeds
thans een kleine tantième uit de gemaakte
winst, doch de vaststelling dezer tantièmes
hangt geheel en al van de Directie af en is
in de meeste gevallen onafhankelijk van de
bedrijfswinst, d. w. z. dat de resultaten van
bijzonder gunstige jaren weinig of geen in
vloed hebben op het tantième-bedrag, dat aan
de arbeiders wordt uitgekeerd.
De democratische stroom blijft echter steeds
wassende. Weldra zuilen de maatschappelijk-
ondergeschikten op politiek terrein alle rech
ten hebben verkregen, waarvoor door hen
sinds tientallen jaren is gestreden en zal de
democratie hare krachten des te beter kunnen
wijden aan noodzakelijke verbeteringen der
levensvoorwaarden op sociaal-economisch
gebied.
'tls te verwachten, dat de bemoeiing der
democratie zich dan niet alleen zal uitstrek
ken tot de verbetering der levenspositie van
degenen, die in Staatsdienst werkzaam zijn,
en tot de verzekering tegen sociale nooden,
doch bovendien hare aandacht zal wijden aan
de bestaansvoorwaarden der arbeiders in
particuliere nijverheids-bedrijven.
Deze bemoeiing der democratie zal er waar
schijnlijk toe leiden, dat van Staatswege
maatregelen worden vastgesteld omtrent de
deelgerechtigheid der werknemers in de win
sten der industrieele (en andere) onderne
mingen.
Evenals de bedrijfsleiders, die hun energie,
en de aandeelhouders, die hun kapitaal aan
wenden tot de bevordering der nationale nij
verheid, hebben ook de arbeiders, die hun
werkkracht ten dienste stellen, recht op deel
genootschap in de behaalde winsten.
Alleen door de erkenning en toepassing
van dit recht van deelgenootschap kan de
belangstelling der werknemers, alsmede hunne
krachtdadige medewerking tot verhooging der
bedrijfsresultaten worden gewekt en de eco
nomische bloei van ons land worden bevor
derd.
Er zal echter nog heel wat water door onze
rivieren moeten vloeien, alvorens dit recht
op deelgenootschap allerwege zal zijn erkend
en toegepast.
't Is de vraag, of de arbeiders-organisaties
in staat zullen blijken, om deze algemeene
erkenning te bewerkstelligen zonder hulp van
Staatswege. Hoewel op politiek gebied de
werknemers in de naaste toekomst verreweg
de meerderheid zullen bezitten, behoudt de
in aantal kleine groep der werkgevers op
economisch gebied voorloopig nog de teugels
in handen.
Daarom is 't te verwachten, dat de demo
cratie hare politieke macht zal aanwenden
om van Staatswege de verplichting vast te
stellen tot beschikbaarstelling aan de werk
nemers van een percentage der winsten, in
nijverheids-bedrijven gemaakt, n.l. een be
langrijk deel van de overwinst, welke in deze
bedrijven beschikbaar blijft na uitkeering van
een behoorlijk salaris aan de bedrijfleiders
en een matige rente aan de aandeelhouders,
welke laat9ten natuurlijk, evenals de leiders,
bovendien hun percentage van de overwinst
zullen ontvangen.
Een behoorlijke controle op de bepaling
der netto-winst, In verband met de noodza
kelijke afschrij vingen en reserves in industrieele
ondernemingen, kan uit den aard 't best van
Staatswege geschieden, opdat een gelijke
mate van winstverdeeling en een gelijke op
vatting omtrent reserves en afschrijvingen
worden gehuldigd, en knoeierijen, zooals b.v.
ongemotiveerde opvoering der onkosten en
der Directie-salarissen onmogelijk worden
gemaakt.
Het Instituut van Rijks-accountants, het
welk thans ten dienste der belasting- enandere
controle wordt gevormd, zal in dit opzicht
groote diensten kunnen bewijzen.
Het deelgenootschap in de winst, dat nu
door enkele vooruitstrevende en weldenkende
industrieeien aan hunne werknemers als
GUNST wordt toegestaan, zal alsdan een
RECHT voor de arbeiders vormen. De jaar-
lij ksche balansen en rapporten, door de Rijks
accountants te publiceeren, zullen de belang
stelling der arbeiders voor de bedrijfs-resul-
taten wekken en hen tot verhoogde werk
kracht en energie aansporen, hetgeen weder
onmiddellijk aan den economischen bloei der
gansche industrie ten goede komt.
Er wacht echter der democratie nog een
zware taak, alvorens een desbetreffende wet
in het Staatsblad gepubliceerd* zal zijn en de
deelgerechtigdheid der werknemers in de
bedrijfswinsten zal zijn vastgesteld.
Een Openbaring: of een klucht, die nog
nooit is vertoond.
„Onverklaarbaar is het, dat er onder
de boeren nog zoovelen worden gevon
den, die zich ondanks alle waarschu
wingen en voorlichting nog laten beet
nemen".
Op, landbouwers, opOp naar Cooi3ingel
68 Rotterdam, waar de Kaliasch-Maatschappij
een voorstelling geeft. Een doorloopende
voorstelling, waartoe aan alle boeren een
vrijkaart wordt verstrekt. Wat nooit is ge
zien, wordt dctér vertoond. Het geheim der
wonderbare plantenvoeding wordt daar ont
sluierd. De Kaliasch-Mij. doet aan haar be
zoekers een verbluffende openbaring, Kali-
asch, Kalimest, doopte zij eerst haar mest
stof, maar toen kwam het Landbouwproef
station vertellen, dat er zoo goed als geen
kali inzat.
Het artikel kreeg nu den veelbelovenden
naam vanToekomstmest. Die „Toekomst-
mest" bleek bij onderzoek te bestaan voor
een deel uit fijn uitgezifte sieenkolenasch
van den gemeentereinigingsdienst te Schie
dam, voor het grootste deel bleek hij afkom
stig van de vuilverbrandingsovens der ge
meente Rotterdam. De Proefstations te Goes
en te Maastricht en tal van landbouwbladen
waarschuwden er tegen. Dat was natuurlijk
niet bevorderlijk aan den afzet van het goedje.
In het Maandblad, dat de Mij. uitgeeft, schrij
ven de heeren dan ook, teleurgesteld te zijn
in hun meening, „dat de landbouwers allen
hun kalimest zouden koopen, zonder nieuws
gierig te zijn naar den oorsprong, wijze van
prepareeren, enz." Door de „lasterartikelen"
en de „dolzinnigste onwaarheden" in de land
bouwbladen waren zij nu wel genoodzaakt
om bewijzen te geven. Daarom heeft de Mij.
nu haar laboratorium (wie lacht daar open
gesteld voor belangstellenden, om aldaar de
„werking der bacteriën" te kunnen aanschou
wen
Want en nu komt de openbaring, lezer
de kaliasch is eigenlijk geen meststof, het
gaat zoo zeggen de heeren zonder de
kaliasch ook wel. Het zijn de landbouwbac-
teriënj die het hem doen. Die geven de vrucht
baarheid, en die worden nu door de Mij.
in haar fabrikaat geleverd. Zij kweekt die in
haar laboratorium Coolsingel 68, Rotter
dam In drie soorten. Eén soort is er bij,
neen maarWonderbaar, wonderbaar
De hardste, ongemalen beenderen, stroo, aard
appelloof, graszode, heide, enz. wordendoor
haar omgezet tot een kostbare meststof voor
de planten, met behulp van de twee andere
soorten. Meer kunnen de heeren er tot hun
spijt niet van mededeelen, zij meenen vast
openhartig genoeg geweest te zijn. Nu, dat
is ook zoo. Mij dunkt, het is ook al mooi
genoeg om de werking der bacteriën te mogen
aanschouwen. Om daar, in het laboratorium
Coolsingel 68 te Rotterdam het bacteriën-
broed te zieh knagen aan harde beenderen,
aardappelloof, graszoden, enz. en dit alles
in puiken mest, waaraan wij thans zoo'n
behoefte hebben, te zien omzettenHoe lang
de voorstelling duurt, wordt helaas niet ge
zegd. Wel lezen we, dat reeds „verschillen
den" van de uitnoodiging gebruik maakten,
„ten zeerste voldaan" en „ten volle over
tuigd" zonder uitzondering verklaarden, te
kunnen begrijpen, dat Kaliasch een goede
meststof moest zijn.
Op dus, landbouwers! Allen naar het reeds
beroemde laboratorium, Coolsingel 68, om
daar het wonder dezer eeuw te aanschouwen I
Alle Iandbouwers-exursiën moeten in het
aanstaande seizoen daérheen. Komt, ziet en
oordeelt! Hebben we de alles verslindende
bacteriën, daar aan het werk gezien, dan
voorzien we ons van eenige fleschjes der
wondervolle bacterie-cultuur. Thuisgekomen,
besproeien we daarmee allen mest en afval,
die maar binnen ons bereik is, en weldra zal
overal in ons land de mestnood hebben plaats
gemaakt voor mestovervloed. 't Gevaar voor
voedselgebrek is geweken. Het vaderland is
gered. De Kaliasch-Maatschappij verdient den
eeuwigen dank van ons allen, straks van
heel het menschdom. C. B.
Fruithandel.
In „Land en Vee" komt een waarschuwing
voor aan bezitters van boomgaarden om te
breken met den windhandel. Er bestaan in
den fruithandel schromelijke misbruiken.'t Ge
beurt bijna ieder jaar, dat boeren, die al heel
vroeg het fruit van hun boomgaarden tegen
goede prijzen hebben verkocht, met hun fruit
blijken zitten, omdat de opkoopers zich later
niet meer vertoonen, en de boeren blijven
wachten, wachten, niet wetende of zij aan
een ander mogen verkoopen. 't Gevolg is,
dat de vruchten gaan rotten of de boer ze
zelf moet opeten. Ook voor dit jaar is nu
reeds op menige plaats het fruit verkocht.'t Is
al een zeer oude verkoopswijze om het fruit
te verkoopen lang voordat het zichtbaar is.
Er is verandering ingekomen door het in
stellen van publieke verpachtingen in den
zomer' als het fruit goed zichtbaar is. Er
werden overal veilingen opgericht en lang
zaam aan verdween de windhandel. Zij, die
reeds eenige jaren achtereen hun fruit zelf
geplukt hebben en naar een vellling brach
ten, zullen niet meer gaan verpachten. Alleen
zij, die nog steeds uit de hand hebben ver
pacht, zullen ook nu weer hun fruit overge
ven aan den opkooper tegen prijzen, waar
van voorloopig niemand kan zeggen of ze
goed dan wel slecht zijn. Er wordt verluid,
dat de bestede prijzen bij schatting lager zijn
dan in 1916. Op welken grond is echter de
prijs nu minder hoog? Alle levensmiddelen
stijgen voortdurend in prijs en een prijsstij
ging van fruit ook een noodzakelijk voe
dingsmiddel kan dus eer worden verwacht
dan een daling. Straks, bij den oogst, zul
len zich wel moeilijkheden voordoen, 't Ge
brek aan voldoende vervoermiddelen zal ze
ker ernstig gevoeld worden. Daartegenover
staat, dat de[conservenfabrieken en drogerijen,
wanneer zulks eenigzins mogelijk wordt
gemaakt, al, wat hiervoor geschikt is, zullen
verduurzamen.
„Land en Vee" geeft de volgende wenken
Verpacht uw boomgaarden nooit uit de
hand! Plukt zelf uw fruit en zend het naar
de veiling in uw omgevingDraagt zelf de
risico van uw bedrijf, waardoor gij uw inkom
sten zult verhoogenHet verpachten van
boomgaarden vóór den bloei is windhandel
en kan alleen in 't belang zijn van den pachter.
C. B.
De tulnbouw-onderlinge in 1916.
Op 3 Mei 1917 heeft te Amsterdam, onder
Voorzitterschap van den Heer G. Kruiff, de
Algemeene Leden-VergaderingderTuinbouw-
Onderlinge plaats gevonden, ter vaststelling
van het Jaarverslag en de Balans en Reke
ning en Verantwoording over 1916.
Aanwezig waren vertegenwoordigers van
bijna alle Afdeelingen, terwijl de vergadering
werd bijgewoond door leden van het Cen
traal Bestuur van den Nederlandschen Tuin-
bouwraad.
Uit het verslag en de mededeelingen van
de Directie bleek, dat het ledental gedurende
1916 vrijwel stationair is gebleven, n.l. ruim
27000.
Het verzekerd loon bedraagt thans, 3 Mei,
ongeveer f 6.200.000. Bovendien zijn 327 pa
troons voor zich persoonlijk of hun echtge-
noote bij de Tuinbouw-Onderlinge verzekerd
gezamenlijk tot een bedrag van f 277.500.
Er zijn in het jaar 1916 473 arbeiders door
-een ongeval getroffen. In die 473 ongevallen
zijn 22 gevallen van bedrijfsziekten begrepen.
11 Patroons werden door een ongeval ge
troffen. Van deze ongevallen werden 458 door
de Secretarissen der Plaatselijke Ongevallen
Commissies behandeld. Van de ongevallen
brachten 33 geen kosten mede, 59 gaven
slechts aanleiding tot vergoeding van genees-
en heelkundige behandeling. In 366 gevallen
was de getroffene binnen 2 maanden hersteld.
In 24 gevallen duurden de gevolgen langer.
Van deze laatsten werden aan 2 getroffenen
een blijvende uitkeering toegekend. Van deze
24 patiënten zijn er 17 weder hersteld, ter
wijl een vijftal nog in het genot Is vaneene
tijdelijke uitkeering. In hoeverre bij deze ge
troffenen kans op blijvende invaliditeit be
staat, valt op het oogenblik niet te zeggen
op de balans is hiervoor zekerheidshalve een
bedrag gereserveerd.
Er kwamen 2 ongevallen met doodelijken
afloop voor. In één dezer gevallen had de
overledene geen nagelaten betrekkingen, die
met zijn loon werden onderhouden.
Wat de kosten betreft bleek uit de Reke
ning en Verantwoording dat het totaal der
schadeloostellingen over 1916 met inbegrip
der reserve voor nog te betalen schadeloos
stellingen, heeft bedragen f 14.836.90
Het totaal der confante waar
den van de blijvende uitkee-
ringen en de afkoopsommen
bedroeg, met inbegrip der re
serve voor nog te verwachten
blijvende uitkeerlngen f 13.388.—
De ongevallen-kosten heb
ben dus bedragen in totaal f 28.224.90
De overige kosten, met inbe
grip van de onkosten der
Plaatselijke Commissies, sala
rissen en gewone administra
tiekosten waren f 12.002.365
Zoodat dus alle kosten te
zamen hebben bedragen f 40.227.265
In verband met het verzekerd loon over
1916 zijnde f 6.083.700.— zal dus met de le
den afgerekend kunnen worden tegen 65 cent
per f 100.— loon.
Over het geheel genomen, mag wat de on
gevallen betreft het jaar 1916 een gunstig
jaar heeten.
Het verslag bevat voorts woorden van lof
voor de zorg en toewijding waarmede de
Voorzitters, Secretarissen en leden der Plaat
selijke ongevallen-commissies hun vrijwillige
taak hebben uitgevoerd, benevens belang
wekkende overzichten der ongevallen, hunne
oorzaken gevolgen en kosten.
Knoeiend Nederland.
Over de allerergerlijkste belastingontduiking
in ons vaderland, heeft als men zich wellicht
herinnert min. Treub nog pas in de kamer
gezegd
Het is zóó erg en zóó ergerlijk, dat het
mij leed doet dat ik niet nader kan en mag
aanduiden, wie er wel aan schuldig staan".
„Wat in de laatste maanden, maar spe
ciaal in de laatste weken zoo langzamer
hand aan het licht komt, leidt er toe te
zeggenalle chicanes moeten worden af
gesneden, want haast zou ik zeggen: er
zijn maar al te weinig Nederlanders die er
tegen opzien om te knoeien.
Als ik namen mocht noemen van per
sonen, die gebleken zijn knoeiers te zijn,
dan geloof ik dat de geheele Kamer er van
zou opschrikken".
Terecht schrijft naar aanleiding daarvan
de „St. Cour.":
Dit is toch verschrikkelijkHoevele men
schen die van het deelnemen aan een
diefstal nooit zouden willen weten, beste
len toch op deze manier de schatkist. En
feitelijk bestelen ze ook hun medeburgers,
die óf eerlijker zijn dan zij, of wier inko
men (denk b.v. aan ambtenaren) zóó bekend
is, dat van valsche opgaven geen sprake
kan zijn. Want deze beide groepen van
burgers betalen ten slotte voor hen, die
den fiscus misleiden.
Hoe jammer 1
„Wij zijn", sprak de President Wilson, „laat
ik het herhalen, oprechte vrienden van het
Duitsche volk, en verlangen niets liever dan
dat spoedig weder tot wederzijdsch voor
deel de nauwe betrekkingen tot dat volk
hersteld zijn zullen."
Tot toelichting van dat „niets liever ver
langen" strekke de volgende mededeeling
van de „Economist" betreffende den uitvoer
van oorlogsmatriaal uit de vereenigde Staten
Patronen in 19146.567.122, in 191525.408.079
in 1916 551.03.904.
Dynamiet in 1914 1.213.600, in 1915 1.50.9050
in 1916 4.173.175.
Geweer en geschutkruit in 1914 289893,
in 1915 66.922.807. in 1916 263.423.149.
Andere springmiddelen in 1914 1 966 972
in 1915 95.129.156, in 1916 392.875.078.
Wij lazen, dat de Vereenigde Staten nu
zelf allen toevoer naar Nederland willen te
genhouden, ten einde te spoediger den vre
de met Duitschland door het te helpen
uithongeren tot stand te doen komen.
Jammer dat de vrede lievende President,
toen hij nog niet met geliefde Duitsche volk
in oorlog was niet op de gedachte is geko
men, al dadelijk geheel den uitvoer naar
Europa te staken of althans den vrqen han
del met de Centralen en de neutralen te
eischendan ware datgene wat hij zoo innig
verlangt, reeds lang bereikt geworden.
(Ned.)
DE TOESTAND.
Over de gevechtsactie op de slagvelden
moeten we heden niet veel uitwijden.
De vierde Engelsche aanval, en om ze
maar tegelijk te noemen, de derde Fransche,
hebben beiden ook al niet veel uitgewerkt.
De beide doorbraakpogingen op een zoo ge
wichtig stuk van het Duitsche front verloo-
pen, en Nlvelle zoowel als Haigloopen zich,
om de Duitsche taal over te nemen, te pletter
tegen de zoogenaamde Slegfriedstelling, ach
ter de „woestijn".
De slag moet daar vreeselijk zijn.
De „Times" deelt mede, dat de Engelsche
gewonden niet meer naar hun vaderland zui
len worden getransporteerd, oogenschijnlijk
wegens het gebrek aan scheepsruimte en het
duikbootgevaar. De waarheid is echter, dat
het Engelsche volk den vollen omvang der
verliezen, die de vergeefsche doorbraakpo
gingen hebben gekost, niet mag beseffen.
Daarom laat men de Engelsche artsen naar
Frankrijk komen.
De stad St. Omer is één groot hospitaal,
waar vijf en twintig duizend gewonden
meest Canadeezen en Schotten zijn onder
gebracht. Bij den aanval van 24 April j.l.
stonden twaalf Engelsche divisies in de voorste
en vier divisies in de tweede linie, bij elkaar
dus 320.000 man. Het totaal der bloedige
verliezen, die de Engelschen op een betrek
kelijk smal front bij hun drie opeenvolgende
aanvallen hebben geleden, mag zeer zeker
op meer dan twee honderd duizend man
worden geschat.
Doch er was iets anders, waar we op wil
den wijzen, dat de oorzaak is dat we ons
overzicht hierboven bekrimpen.
Er zit iets in de Europeesche politieke
lucht. Maar wat?