32ste Jaargang N°. 2283. s!@ ZuidhollantiscSie en ffl©egiwselie Eilanden. lie Oorlog. Woensdag 9 Mei 1917 Antirevolutionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES LAND- EN TUINBOUW. UIT DE PERS. Nieuwe tijden. BUITENLAND. Des® Courant verssant sikan Woensdag m gatoMsg. JLboasoMeatsprija per «Ma maanden fs. p. p. 50 Cjest bij vooruitbetaling. Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 gs@r jass 4&«atolijke nummers 5 Cent. UITGEVERS W. BOEKHOVEN Zonen, SOMMELSDUK. Is&6®se©s»a*. Ka. A«Iv®rteïti3a 12Va eantper regel, Reclame» 25 par regel, loekaaakoadigiffig Cent per regel. Bienstsuumrages en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. ihoote lettere en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die sij beslaan 1 Advertentiën worden mgewaebt tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 nnr. AM© stüKltesi ■w©©r «si© S&edaette foesfenati, Adverteiitfëss est verdere Administratie Sraite© toe te ^©iraden aaa «1© SJIt&eve?s. Men kan aan alles merken, dat de Oorlog en de komende naweën een ge- duchten ommekeer gaan brengen in de hoofden der menschen. Op internatio naal terrein praat men over een Europee- schen Statenbond, iets ongehoords. En nationaal komt men in Landen, waar men er niet over dacht, tot Algemeen Kiesrecht en Vrouwenkiesrecht; over Invoerrechten om de hooge belastingen te betalen schudt men niet spijtig meer 't hoofden minister Treub pakt zelfs aan, [de monopoliseering van 't Verze keringswezen, te dragen in handen van van den Staat, om de winsten voor fc Rijks schatkist te bestemmen, Van zoo'n nieuwe gedachte leest men ook in de Vr. Dem. van 5 Mei j.l. Het in teressante artikel luidt aldus Democratie en Industrie. De verhouding tusschen democratie en in dustrie vormt den laatsten tijd een punt van ernstige overweging en van bespreking in verschillende vergaderingen enbijeenkomsten. 'tls een teeken des tijds, dat de democratie veld wint op allerlei gebied en met name ook in het bedrijfsleven tot een factor van beteekenls is gegroeid, waarmede rekening dient te worden gehouden De uitnoodiging, door de Industrieele Club tot den soclaal-democratischen Heer Vliegen gericht, om in deze organisatie van werkgevers op nijverheidsgebied het standpunt der werk nemers uiteen te zetten, kan als een bewijs worden beschouwd, dat men ook in industrie kringen met democratische denkbeelden be gint rekening te houden. Meer-en-meer begint men in te zien, dat de economische bloei des lands niet uitslui tend kan worden bevorderd door een kleine groep van ondernemers en kapitalisten, doch dat daartoe ook de krachtige medewerking noodzakelijk is van hen, die ondergeschikte betrekkingen in het bedrijfsleven vervullen. Tot de handhaving en verhooging der volks welvaart in Nederland wordt de inspanning van aller krachten vereischt en de eensge zinde samenwerking van werkgevers en werk nemers, zoowel op het gebied van land- en tuinbouw, ais van handel en industrie, scheep vaart en finantiewezen. Vooral in de eerste jaren na den oorlog, wanneer geheel andere economische verhoudingen in het volkeren- verkeer zullen gelden, kan alleen van een drachtige samenwerking tusschen de verschil lende maatschappelijke klassen voor ons land heil verwacht worden, ten einde aan onze bodem- en nijverheidsvoortbrengselen een blijvende plaats op de wereldmarkt te ver zekeren. Van werkgevers-zijde is echter menigmaal de klacht geuit, dat het ondergeschikte per soneel zoo weinig belangstelling toont voor de welvaart en bloei der ondernemingen, doch zich in hoofdzaak er toe bepaalt om den opgedragen arbeid automatisch te ver richten en het verdiende loon in ontvangst te nemen. Bij de thans geldende economische toe standen is dit gemis aan belangstelling echter alleszins verklaarbaar. Aan den eenen kant wordt de werknemer te zeer in beslag geno men door zijn streven naar lotsverbetering, hetwelk naast zijn dagelijkschen arbeid en naast de voortdurende bestaanszorgen, bij kans zijn geheele denkvermogen en energie vereischt. Aan den anderen kant is de meer dere of mindere bloei der onderneming, waar hij werkzaam is, tóch van weinig invloed op den persoonlijken welstand van den werk nemer, ja meestal zijn de bedrijfsresultaten hem in 't geheel niet bekend, daar inzage der boeken en balansen natuurlijk uitgesloten is en de gemiddelde arbeider de koerslijst der effecten en de vermelding der betaalbaar gestelde dividenden in zijn courant meestal ongelezen laat! Ten einde bij de werknemers meerdere belangstelling voor- en samenwerking tot den bloei der industrie te wekken, is 't daarom noodzakelijk, dat de arbeiders belang hebben bij de bedrijfsresultaten. In sommige industrieele ondernemingen ontvangen de arbeiders wel-is-waar reeds thans een kleine tantième uit de gemaakte winst, doch de vaststelling dezer tantièmes hangt geheel en al van de Directie af en is in de meeste gevallen onafhankelijk van de bedrijfswinst, d. w. z. dat de resultaten van bijzonder gunstige jaren weinig of geen in vloed hebben op het tantième-bedrag, dat aan de arbeiders wordt uitgekeerd. De democratische stroom blijft echter steeds wassende. Weldra zuilen de maatschappelijk- ondergeschikten op politiek terrein alle rech ten hebben verkregen, waarvoor door hen sinds tientallen jaren is gestreden en zal de democratie hare krachten des te beter kunnen wijden aan noodzakelijke verbeteringen der levensvoorwaarden op sociaal-economisch gebied. 'tls te verwachten, dat de bemoeiing der democratie zich dan niet alleen zal uitstrek ken tot de verbetering der levenspositie van degenen, die in Staatsdienst werkzaam zijn, en tot de verzekering tegen sociale nooden, doch bovendien hare aandacht zal wijden aan de bestaansvoorwaarden der arbeiders in particuliere nijverheids-bedrijven. Deze bemoeiing der democratie zal er waar schijnlijk toe leiden, dat van Staatswege maatregelen worden vastgesteld omtrent de deelgerechtigheid der werknemers in de win sten der industrieele (en andere) onderne mingen. Evenals de bedrijfsleiders, die hun energie, en de aandeelhouders, die hun kapitaal aan wenden tot de bevordering der nationale nij verheid, hebben ook de arbeiders, die hun werkkracht ten dienste stellen, recht op deel genootschap in de behaalde winsten. Alleen door de erkenning en toepassing van dit recht van deelgenootschap kan de belangstelling der werknemers, alsmede hunne krachtdadige medewerking tot verhooging der bedrijfsresultaten worden gewekt en de eco nomische bloei van ons land worden bevor derd. Er zal echter nog heel wat water door onze rivieren moeten vloeien, alvorens dit recht op deelgenootschap allerwege zal zijn erkend en toegepast. 't Is de vraag, of de arbeiders-organisaties in staat zullen blijken, om deze algemeene erkenning te bewerkstelligen zonder hulp van Staatswege. Hoewel op politiek gebied de werknemers in de naaste toekomst verreweg de meerderheid zullen bezitten, behoudt de in aantal kleine groep der werkgevers op economisch gebied voorloopig nog de teugels in handen. Daarom is 't te verwachten, dat de demo cratie hare politieke macht zal aanwenden om van Staatswege de verplichting vast te stellen tot beschikbaarstelling aan de werk nemers van een percentage der winsten, in nijverheids-bedrijven gemaakt, n.l. een be langrijk deel van de overwinst, welke in deze bedrijven beschikbaar blijft na uitkeering van een behoorlijk salaris aan de bedrijfleiders en een matige rente aan de aandeelhouders, welke laat9ten natuurlijk, evenals de leiders, bovendien hun percentage van de overwinst zullen ontvangen. Een behoorlijke controle op de bepaling der netto-winst, In verband met de noodza kelijke afschrij vingen en reserves in industrieele ondernemingen, kan uit den aard 't best van Staatswege geschieden, opdat een gelijke mate van winstverdeeling en een gelijke op vatting omtrent reserves en afschrijvingen worden gehuldigd, en knoeierijen, zooals b.v. ongemotiveerde opvoering der onkosten en der Directie-salarissen onmogelijk worden gemaakt. Het Instituut van Rijks-accountants, het welk thans ten dienste der belasting- enandere controle wordt gevormd, zal in dit opzicht groote diensten kunnen bewijzen. Het deelgenootschap in de winst, dat nu door enkele vooruitstrevende en weldenkende industrieeien aan hunne werknemers als GUNST wordt toegestaan, zal alsdan een RECHT voor de arbeiders vormen. De jaar- lij ksche balansen en rapporten, door de Rijks accountants te publiceeren, zullen de belang stelling der arbeiders voor de bedrijfs-resul- taten wekken en hen tot verhoogde werk kracht en energie aansporen, hetgeen weder onmiddellijk aan den economischen bloei der gansche industrie ten goede komt. Er wacht echter der democratie nog een zware taak, alvorens een desbetreffende wet in het Staatsblad gepubliceerd* zal zijn en de deelgerechtigdheid der werknemers in de bedrijfswinsten zal zijn vastgesteld. Een Openbaring: of een klucht, die nog nooit is vertoond. „Onverklaarbaar is het, dat er onder de boeren nog zoovelen worden gevon den, die zich ondanks alle waarschu wingen en voorlichting nog laten beet nemen". Op, landbouwers, opOp naar Cooi3ingel 68 Rotterdam, waar de Kaliasch-Maatschappij een voorstelling geeft. Een doorloopende voorstelling, waartoe aan alle boeren een vrijkaart wordt verstrekt. Wat nooit is ge zien, wordt dctér vertoond. Het geheim der wonderbare plantenvoeding wordt daar ont sluierd. De Kaliasch-Mij. doet aan haar be zoekers een verbluffende openbaring, Kali- asch, Kalimest, doopte zij eerst haar mest stof, maar toen kwam het Landbouwproef station vertellen, dat er zoo goed als geen kali inzat. Het artikel kreeg nu den veelbelovenden naam vanToekomstmest. Die „Toekomst- mest" bleek bij onderzoek te bestaan voor een deel uit fijn uitgezifte sieenkolenasch van den gemeentereinigingsdienst te Schie dam, voor het grootste deel bleek hij afkom stig van de vuilverbrandingsovens der ge meente Rotterdam. De Proefstations te Goes en te Maastricht en tal van landbouwbladen waarschuwden er tegen. Dat was natuurlijk niet bevorderlijk aan den afzet van het goedje. In het Maandblad, dat de Mij. uitgeeft, schrij ven de heeren dan ook, teleurgesteld te zijn in hun meening, „dat de landbouwers allen hun kalimest zouden koopen, zonder nieuws gierig te zijn naar den oorsprong, wijze van prepareeren, enz." Door de „lasterartikelen" en de „dolzinnigste onwaarheden" in de land bouwbladen waren zij nu wel genoodzaakt om bewijzen te geven. Daarom heeft de Mij. nu haar laboratorium (wie lacht daar open gesteld voor belangstellenden, om aldaar de „werking der bacteriën" te kunnen aanschou wen Want en nu komt de openbaring, lezer de kaliasch is eigenlijk geen meststof, het gaat zoo zeggen de heeren zonder de kaliasch ook wel. Het zijn de landbouwbac- teriënj die het hem doen. Die geven de vrucht baarheid, en die worden nu door de Mij. in haar fabrikaat geleverd. Zij kweekt die in haar laboratorium Coolsingel 68, Rotter dam In drie soorten. Eén soort is er bij, neen maarWonderbaar, wonderbaar De hardste, ongemalen beenderen, stroo, aard appelloof, graszode, heide, enz. wordendoor haar omgezet tot een kostbare meststof voor de planten, met behulp van de twee andere soorten. Meer kunnen de heeren er tot hun spijt niet van mededeelen, zij meenen vast openhartig genoeg geweest te zijn. Nu, dat is ook zoo. Mij dunkt, het is ook al mooi genoeg om de werking der bacteriën te mogen aanschouwen. Om daar, in het laboratorium Coolsingel 68 te Rotterdam het bacteriën- broed te zieh knagen aan harde beenderen, aardappelloof, graszoden, enz. en dit alles in puiken mest, waaraan wij thans zoo'n behoefte hebben, te zien omzettenHoe lang de voorstelling duurt, wordt helaas niet ge zegd. Wel lezen we, dat reeds „verschillen den" van de uitnoodiging gebruik maakten, „ten zeerste voldaan" en „ten volle over tuigd" zonder uitzondering verklaarden, te kunnen begrijpen, dat Kaliasch een goede meststof moest zijn. Op dus, landbouwers! Allen naar het reeds beroemde laboratorium, Coolsingel 68, om daar het wonder dezer eeuw te aanschouwen I Alle Iandbouwers-exursiën moeten in het aanstaande seizoen daérheen. Komt, ziet en oordeelt! Hebben we de alles verslindende bacteriën, daar aan het werk gezien, dan voorzien we ons van eenige fleschjes der wondervolle bacterie-cultuur. Thuisgekomen, besproeien we daarmee allen mest en afval, die maar binnen ons bereik is, en weldra zal overal in ons land de mestnood hebben plaats gemaakt voor mestovervloed. 't Gevaar voor voedselgebrek is geweken. Het vaderland is gered. De Kaliasch-Maatschappij verdient den eeuwigen dank van ons allen, straks van heel het menschdom. C. B. Fruithandel. In „Land en Vee" komt een waarschuwing voor aan bezitters van boomgaarden om te breken met den windhandel. Er bestaan in den fruithandel schromelijke misbruiken.'t Ge beurt bijna ieder jaar, dat boeren, die al heel vroeg het fruit van hun boomgaarden tegen goede prijzen hebben verkocht, met hun fruit blijken zitten, omdat de opkoopers zich later niet meer vertoonen, en de boeren blijven wachten, wachten, niet wetende of zij aan een ander mogen verkoopen. 't Gevolg is, dat de vruchten gaan rotten of de boer ze zelf moet opeten. Ook voor dit jaar is nu reeds op menige plaats het fruit verkocht.'t Is al een zeer oude verkoopswijze om het fruit te verkoopen lang voordat het zichtbaar is. Er is verandering ingekomen door het in stellen van publieke verpachtingen in den zomer' als het fruit goed zichtbaar is. Er werden overal veilingen opgericht en lang zaam aan verdween de windhandel. Zij, die reeds eenige jaren achtereen hun fruit zelf geplukt hebben en naar een vellling brach ten, zullen niet meer gaan verpachten. Alleen zij, die nog steeds uit de hand hebben ver pacht, zullen ook nu weer hun fruit overge ven aan den opkooper tegen prijzen, waar van voorloopig niemand kan zeggen of ze goed dan wel slecht zijn. Er wordt verluid, dat de bestede prijzen bij schatting lager zijn dan in 1916. Op welken grond is echter de prijs nu minder hoog? Alle levensmiddelen stijgen voortdurend in prijs en een prijsstij ging van fruit ook een noodzakelijk voe dingsmiddel kan dus eer worden verwacht dan een daling. Straks, bij den oogst, zul len zich wel moeilijkheden voordoen, 't Ge brek aan voldoende vervoermiddelen zal ze ker ernstig gevoeld worden. Daartegenover staat, dat de[conservenfabrieken en drogerijen, wanneer zulks eenigzins mogelijk wordt gemaakt, al, wat hiervoor geschikt is, zullen verduurzamen. „Land en Vee" geeft de volgende wenken Verpacht uw boomgaarden nooit uit de hand! Plukt zelf uw fruit en zend het naar de veiling in uw omgevingDraagt zelf de risico van uw bedrijf, waardoor gij uw inkom sten zult verhoogenHet verpachten van boomgaarden vóór den bloei is windhandel en kan alleen in 't belang zijn van den pachter. C. B. De tulnbouw-onderlinge in 1916. Op 3 Mei 1917 heeft te Amsterdam, onder Voorzitterschap van den Heer G. Kruiff, de Algemeene Leden-VergaderingderTuinbouw- Onderlinge plaats gevonden, ter vaststelling van het Jaarverslag en de Balans en Reke ning en Verantwoording over 1916. Aanwezig waren vertegenwoordigers van bijna alle Afdeelingen, terwijl de vergadering werd bijgewoond door leden van het Cen traal Bestuur van den Nederlandschen Tuin- bouwraad. Uit het verslag en de mededeelingen van de Directie bleek, dat het ledental gedurende 1916 vrijwel stationair is gebleven, n.l. ruim 27000. Het verzekerd loon bedraagt thans, 3 Mei, ongeveer f 6.200.000. Bovendien zijn 327 pa troons voor zich persoonlijk of hun echtge- noote bij de Tuinbouw-Onderlinge verzekerd gezamenlijk tot een bedrag van f 277.500. Er zijn in het jaar 1916 473 arbeiders door -een ongeval getroffen. In die 473 ongevallen zijn 22 gevallen van bedrijfsziekten begrepen. 11 Patroons werden door een ongeval ge troffen. Van deze ongevallen werden 458 door de Secretarissen der Plaatselijke Ongevallen Commissies behandeld. Van de ongevallen brachten 33 geen kosten mede, 59 gaven slechts aanleiding tot vergoeding van genees- en heelkundige behandeling. In 366 gevallen was de getroffene binnen 2 maanden hersteld. In 24 gevallen duurden de gevolgen langer. Van deze laatsten werden aan 2 getroffenen een blijvende uitkeering toegekend. Van deze 24 patiënten zijn er 17 weder hersteld, ter wijl een vijftal nog in het genot Is vaneene tijdelijke uitkeering. In hoeverre bij deze ge troffenen kans op blijvende invaliditeit be staat, valt op het oogenblik niet te zeggen op de balans is hiervoor zekerheidshalve een bedrag gereserveerd. Er kwamen 2 ongevallen met doodelijken afloop voor. In één dezer gevallen had de overledene geen nagelaten betrekkingen, die met zijn loon werden onderhouden. Wat de kosten betreft bleek uit de Reke ning en Verantwoording dat het totaal der schadeloostellingen over 1916 met inbegrip der reserve voor nog te betalen schadeloos stellingen, heeft bedragen f 14.836.90 Het totaal der confante waar den van de blijvende uitkee- ringen en de afkoopsommen bedroeg, met inbegrip der re serve voor nog te verwachten blijvende uitkeerlngen f 13.388.— De ongevallen-kosten heb ben dus bedragen in totaal f 28.224.90 De overige kosten, met inbe grip van de onkosten der Plaatselijke Commissies, sala rissen en gewone administra tiekosten waren f 12.002.365 Zoodat dus alle kosten te zamen hebben bedragen f 40.227.265 In verband met het verzekerd loon over 1916 zijnde f 6.083.700.— zal dus met de le den afgerekend kunnen worden tegen 65 cent per f 100.— loon. Over het geheel genomen, mag wat de on gevallen betreft het jaar 1916 een gunstig jaar heeten. Het verslag bevat voorts woorden van lof voor de zorg en toewijding waarmede de Voorzitters, Secretarissen en leden der Plaat selijke ongevallen-commissies hun vrijwillige taak hebben uitgevoerd, benevens belang wekkende overzichten der ongevallen, hunne oorzaken gevolgen en kosten. Knoeiend Nederland. Over de allerergerlijkste belastingontduiking in ons vaderland, heeft als men zich wellicht herinnert min. Treub nog pas in de kamer gezegd Het is zóó erg en zóó ergerlijk, dat het mij leed doet dat ik niet nader kan en mag aanduiden, wie er wel aan schuldig staan". „Wat in de laatste maanden, maar spe ciaal in de laatste weken zoo langzamer hand aan het licht komt, leidt er toe te zeggenalle chicanes moeten worden af gesneden, want haast zou ik zeggen: er zijn maar al te weinig Nederlanders die er tegen opzien om te knoeien. Als ik namen mocht noemen van per sonen, die gebleken zijn knoeiers te zijn, dan geloof ik dat de geheele Kamer er van zou opschrikken". Terecht schrijft naar aanleiding daarvan de „St. Cour.": Dit is toch verschrikkelijkHoevele men schen die van het deelnemen aan een diefstal nooit zouden willen weten, beste len toch op deze manier de schatkist. En feitelijk bestelen ze ook hun medeburgers, die óf eerlijker zijn dan zij, of wier inko men (denk b.v. aan ambtenaren) zóó bekend is, dat van valsche opgaven geen sprake kan zijn. Want deze beide groepen van burgers betalen ten slotte voor hen, die den fiscus misleiden. Hoe jammer 1 „Wij zijn", sprak de President Wilson, „laat ik het herhalen, oprechte vrienden van het Duitsche volk, en verlangen niets liever dan dat spoedig weder tot wederzijdsch voor deel de nauwe betrekkingen tot dat volk hersteld zijn zullen." Tot toelichting van dat „niets liever ver langen" strekke de volgende mededeeling van de „Economist" betreffende den uitvoer van oorlogsmatriaal uit de vereenigde Staten Patronen in 19146.567.122, in 191525.408.079 in 1916 551.03.904. Dynamiet in 1914 1.213.600, in 1915 1.50.9050 in 1916 4.173.175. Geweer en geschutkruit in 1914 289893, in 1915 66.922.807. in 1916 263.423.149. Andere springmiddelen in 1914 1 966 972 in 1915 95.129.156, in 1916 392.875.078. Wij lazen, dat de Vereenigde Staten nu zelf allen toevoer naar Nederland willen te genhouden, ten einde te spoediger den vre de met Duitschland door het te helpen uithongeren tot stand te doen komen. Jammer dat de vrede lievende President, toen hij nog niet met geliefde Duitsche volk in oorlog was niet op de gedachte is geko men, al dadelijk geheel den uitvoer naar Europa te staken of althans den vrqen han del met de Centralen en de neutralen te eischendan ware datgene wat hij zoo innig verlangt, reeds lang bereikt geworden. (Ned.) DE TOESTAND. Over de gevechtsactie op de slagvelden moeten we heden niet veel uitwijden. De vierde Engelsche aanval, en om ze maar tegelijk te noemen, de derde Fransche, hebben beiden ook al niet veel uitgewerkt. De beide doorbraakpogingen op een zoo ge wichtig stuk van het Duitsche front verloo- pen, en Nlvelle zoowel als Haigloopen zich, om de Duitsche taal over te nemen, te pletter tegen de zoogenaamde Slegfriedstelling, ach ter de „woestijn". De slag moet daar vreeselijk zijn. De „Times" deelt mede, dat de Engelsche gewonden niet meer naar hun vaderland zui len worden getransporteerd, oogenschijnlijk wegens het gebrek aan scheepsruimte en het duikbootgevaar. De waarheid is echter, dat het Engelsche volk den vollen omvang der verliezen, die de vergeefsche doorbraakpo gingen hebben gekost, niet mag beseffen. Daarom laat men de Engelsche artsen naar Frankrijk komen. De stad St. Omer is één groot hospitaal, waar vijf en twintig duizend gewonden meest Canadeezen en Schotten zijn onder gebracht. Bij den aanval van 24 April j.l. stonden twaalf Engelsche divisies in de voorste en vier divisies in de tweede linie, bij elkaar dus 320.000 man. Het totaal der bloedige verliezen, die de Engelschen op een betrek kelijk smal front bij hun drie opeenvolgende aanvallen hebben geleden, mag zeer zeker op meer dan twee honderd duizend man worden geschat. Doch er was iets anders, waar we op wil den wijzen, dat de oorzaak is dat we ons overzicht hierboven bekrimpen. Er zit iets in de Europeesche politieke lucht. Maar wat?

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1917 | | pagina 1