Woensdag 25 April 1917 33s1® Jaargang N°. 2279, voor de Zuldhollandsehe en Keenwiche Eilanden. 11e Oorlog. Antireva Orgaan IN HOC SIGNO VINCES De politiek en do zondeval. BUITENLAND. BINNENLAND. Be» Courant versohgat sïkes WoessSig sa Zateïdsg, j BITQEVSRS: Ab©Kas®i8sifeï)r3j2 pes drie saaaata fip. g. p, 5© Csag by vooruitbetaling BOEKHOVEN Zonen, Snttenlaad YOOruübetalïag f 4,10 p®r Ja®? jj SOMMSLiSDIJK. ifeonderlijke eb.®i§56'fs 5 C®at» i' Seleses®;® Intoreeauc. 3. SE i MY@rfoa.ti8K 10 aeat ga? rogel «a li% aaal, Bed&a&s Sö ma regsh S©©&aaak@MIf!ag I ©gal pes segsl Vs ®»aL MeBsteaivrragea sa IHfinstnantaiedhigeB I© öeafc ges pisafaing. Groote lettere m vignetten worden berekend staar de pk&tersïis&ie die hmma MvegtentlSa worden Ingewacht tol Dinsdag- sa Vrijdagmorgen iO aas. .41 le sfiatóesg voor feesterascl, Adverteiitiën en verdere AdsnlnSstratle trurié® toe te «enden aan <H© IIMgew: In deze saamkoppeling gees profanie In geenen deels. Voer ieder, die ook maar slecbts de eerste beginselen en begrippen van zelfkennis bezit, staat 't onwrikbaar vast, dat de uitingen van een goed hart anders zijn dan van een boos hart; en wat zich zoo maar in den gewonen trein des levens laat zien n.l. dat het kwaad overal invreet, op al ons doen en laten invloed uit oefent, zou dit dan ook in 't politieke leren geen invloed hebben. En daarom "~>ben we recht do woorden politiek ttu eendeval te vereenigen. Politiek is StaatkundeStaatkunde is openbaring van Recht; God is recht; de mensch maar gedeeltelijk. En daarom allerlei wanverhoudingen. ¥t Laten we de zaak van den grond af ephalen. In den beginne schiep God den hemel en de aarde (Gen. I 1) en in dit eerste vers des Bijbels ligt de volle soevereiniteit des Aller koogsten Hij heeft op alles recht, omdat Hij aan alles 't lerensbestaan schonk; en in 't Paradijs werd dat recht beoefendAdam en Ira leefden naar de Goddelijke or dinantie zij hadden inzicht in zijn wil en achteden al hun handelingen te steunen op dien wil en op dat recht en ©p die ordinantiën, die in hart en fiA waren ingeschapen; ze waren èoed geschapen on deden goed; en dwang tot goed of strafreeht was hun onbekend; ze hadden lief en zondigden niet en plant en dier en damp en stroom 't was alles één heilige openbaring van vrede en rust en lofuiting Godes. Tusschen God en mensch was 't Werkverbond: doe zóó en gij zult loven tot in eeuwigheiden in God zelf was de rechtsverhouding al uitgestippeld tusschen Vader, Zoon en H. Geest. In den hemel't Recht. En op de aarde 't Recht. En alles in zoete harmonie. In eenswillendheid Boven en Beneden. Boven: de Vader was Vader en niet Zoonde Zoon was Zoon en niet H. Geest; de H. Geest ging uit van bei den; en ieder zijn eigen taak in 't scheppingswerk. Dat was de gezamen lijke Godswil't Goddelijk Recht in de Drieëenheid, En daarom was er een eere des vaders, en een eere des Zoons en een eere des Geestes: ieders taak was afgemeten en te zamen arbeidden ze tot één wil en tot één schepping, Zoo was er Goddelijk Recht in den hemel en kwam tot openbaring op aarde, want Adam kreeg recht op 't Paradijs, op zijn vruchten en stroomen, op zijn dieren en plantenrecht op zijn vrouw als haar Hoofdrecht op de kinderen en dies was er gezag. Maar een Over heid was er nog niet Ze was niet noodig. Maar Adam vielde zonde brak uit. de Dood trad in; 't mensehelijk ver atand ging dwalen; de Natuur kwam onder den vloekder mensehen wil boog naar 't onrechtmaar in den he - mei bleef 't recht ongeschondenrecht bleef èn was nog recht, al zag de mensch zijn glinstering niet meer volkomen; 't Paradijsrecht, 't Goddelijk recht bleef toch, hoe diep de mensch gezonken was, Eet Reéht. En voor dat recht heeft nu nog, en tot der aarde einden, volk en Overheid te buigen; en alle men sehelijk recht en gezin, en Staat, voor ons persoonlijk en sociaal en kerkelijk leven mag slechts zijn afspiegeling en afstraling van 't Hoogste Recht. Er rs maar één Recht. Er is maar één wet, omdat er maar één onveranderlijk we- xt ^i°^s *seu majesteit van elke Neaerlandscbe wet kan slechts liggen in 't licht dat de Hoogste Wetgever er op vallen laat. Nederlandsche wetgeving èn Godde lijk Recht moeten elkaar volkomen dekkendat is eisch Gods. Minder mag en zal de hemehehe Wetgever nooit eischen omdat Hij heilig en rechtvaar dig is. Maar kloppen ze wel opelkan der Helaas neenDe zonde mij is de oorzaak van de wanverhoudingen tus schen mensehelijk en eeuwig recht. NochtansGod is wel rechtvaardig, maar ook barmhartig en daarom schonk Hij in de vervallen menschheid toch nog goede rechtelijke verhoudingen Wel kwam d« zonde, maar de algemeen© genade stuitte veel. Wel kwam de dood, maar ook 't erfrecht. WA kwam eiekte en verderf; maar ook Gezondheids- en Woning- en Krankzinnigenwet. Wel kwam verstand en wil onder de zonde, maar kwam ook de strafwet en de Burgerlijke Wet en de Eed. Wel kwam de wrevel, maar ook de Overheid als draagster de# zwaards met al haar po litiek» en sociale bemoeiingen. In vandaar nu d# «isch: Geef ons een Christelijke Recbtebedeeling, zoo nauw mogelijk aanpassend aan 't God delijk Recht, Geef ens Christelijke Staatslieden, die 't Woord Gods doorzoeken om dat Hoogste Recht te ieeren kennen en toe passen. Geef ons Christelijke kiezers, die voor 't Hoogste Recht eerbiedig buigen en daarnaar ook bij, vóór en na de stem bus willen optreden als Christelijke en niet als revolutionaire staatsburgers. Geef ons een Christelijke Overheid, die recht doet en 't eeuwige Recht Gods kennen wil uit Geschiedenis, uit Na tuur, uit ervaring, uit'sHeeren Woord. Bijbel en Staatsrecht: houd ze bij elkaar, opdat de verhoudingen van ou ders en kinderen; man en vrouw; ar beider en patroon onderdaan en Over heid Overheid en God Almachtig, nog beter bezien kunnen worden dan uit Natuur en ervaring Zondeval en Staatsrecht: ze staan niet los van elkaar; de zonde verdoe zelde 't Rechtsbesefde genade ver sterkt het. Adam zag het volle Recht niet meerChristus zag en openbaarde het. En eens, als deze aarde is voorbij gegaan zal alle »Staatsreeht« hemelsch, Goddelijk recht zijndan geen Eed meer geen Burgerlijk Recht meer; geen Han delsrecht meerniet meer een strafrecht ea een privaatrecht, maar dan zal Hij zijn alles in allendan is 't Goddelijk Recht weer in aller verstand en hart en daad. Dan is er weer harmonie in de Scheppingsordeningen. Dan buigt al les voor de ééne Goddelijke Wet. DE TOESTAND. De Fransche doorbraakpoging deelt het zelfde lot als de Engelsche, ook deze liep weer dood op de starre verdediging van de Dultschers en het grootste nieuws van heden is dat „berichtjes" en „geruchten" de tus- schenj-uimte vullen. Noch de Engelschen, noch de Franschen hebben tot het oogenblik dat we dit schrij ven, den grooten aanval hervat. Zij bereiden zich daartoe voor. Want op den eersten stoot, zullen onge twijfeld nog ettelijke nieuwe volgen. Tot een der partijen een definitieve besiissingafdwingt óf tot ze alle uitgeput raken. Gevangenen worden geteld. Maar van dooden en gewonden hoort men geen cijfers. Alleen doen beide partijen hun best, om uit te laten komen, dat de verlie zen der Andere partij gruwelijk zijn. Zoo b.v. de Duitschers, die terugtrekken. „Wij kennen eiken vlerkanten meter grond", zeggen zij. Onze vervolgers, die herhaaldelijk de voe ling met hun eigen artillerie verloren, wor den telkens door ons onder moordend vuur genomen en hun verliezen overtreffen alles, wat in dezen oorlog nog is aanschouwd. De Franschen zeggen niet néén. Zij publiceeren geen verliezen. Dat hebben zij dezen ganschen oorlog nog nooit gedaan en eerst n£ den vrede krijgt het dan over gebleven Fransche volksdeel de groote doo- denrekening thui3 Maar de Franschen draaien de zaak om en zeggen, dat de Duitschers zulke gruwe lijke vei liezen geleden hebben, en dat wel wijl zij hun voorste loopgraven zoo vol troe pen hadden gestopt. Dat nu lijkt wat apokrief. De Duitschers geven zelf toe: Tegen het trommelvuur van dezen aanval is niets be stand; zij leggen het op langzaam en zoo veel mogelijk ordelijk terugtrekken aan, 't is niet aan te nemen dat ze dan juist de voorste stellingen zóó sterk bezetten zouden. Zij trekken langzaam terug Hoelang en hoever Dat is de groote vraag. De Entente heeft ons al een paar weken lang gesproken van een mysterieuse Hin denburg-linie de Duitsche berichten maken af en toe gewag van een verwonderlijke sterke Siegfriedlinie, die daar als we 't goed begrijpen een onderdeel van moet zijn, maar 't is alles even nevelig als 't weêr deze da gen op het front. We zeiden dat de geallieerden weer een aanval voorbereiden. Terwijl we dit schrijven geiooven we dat de slag wel in al zijn vol heid zal zijn ontbrand, tenminste bij de En gelschen bij Atrecht. Het Duitsche legerbe- richt laat dan ook zinspelend daarop iets door. De overzichtschrijver van de N. R. Ct. zegt dan ook: Daar in de buurt van Lens het hevige ge schutvuur voortduurt, mogen wa den vol genden stoot van de zijde der Engelschen verwachten. Reeds melden zij eenige vorde ringen ten Westen en ten Noordwesten van Lens, welke vorderingen in zoover door de Duitschers worden erkend, als deze spreken van een infanterie-gevecht, dat bij Loos „aan den gang" is. Duitsche torpedoboolen hebben een aan val gedaan op de Bngelsche kust. De Duit sche marinestaf zegt, dat de vestingen van Dover en Calais met goede uitwerking op korten afstand met tezamen 650 granaten werden beschoten. Een voor Dover aangetroffen voorposten- vaartuig werd vernietigd. „Toen op den terugtocht geen tegenstan der in zicht kwam, draaide een gedeelte der strijdkrachten onder leiding van den kapitein ter zee Gautier, nog eens om en stoomde opnieuw naar den uitgang van het Kanaal. Hierop stootten zij ten O. van Dover op een vrij groot aantal Britsche torpedojagers en commandoschepen. Het kwam tot hevige gevechten op zeer korten afstand. Een vijan delijk commandoschip werd door een torpe doschot tot zinken gebracht en verscheidene andere bodems werden door geschutvuur zwaar beschadigd. Waarschijnlijk is ook een Britsche torpedojager gezonken. Van onze torpedobooten zijn de G 85 en de G 42 uit deze gevechten niet teruggekeerd en moeten als verloren worden beschouwd. Alle overige bodems keerden zonder averij en zonder verliezen terug." De Engelsche admiraliteit deelt mede dat ten minsie twee en mogelijk drie vijandelijke bodems tot zinken werden gebracht. „De overige vluchtten met groote snelheid. Wij leden geen materieele schade en de verliezen zijn uiterst gering. Tien Duitsche officieren en 95 man werden gered.". VERSPREIDE BERICHTEN. Republikeinsche straatbetoogingen te Dublin en Cork. Omtrent de onlusten, welke te Dublin en Cork bij gelegenheid van den eersten ver jaardag van den Ierschen opstand plaats had den, geeft de Daily Mail een uitvoerig relaas waaraan hier een en ander ontleend wordt. Niettegenstaande een hevige sneeuwstorm den ganschen dag woedde, bewoog zich in de omgeving van Sackville Street bij voort during eene oproerige menigte. De politie en de soldaten hadden vaak de grootste moeite de orde te handhaven en herhaalde lijk kwam het dan ook tot botsingen met de manifestanten, waarbij duchtige klappen vie len, In den vroegen morgen reeds werd de aandacht van voorbijgangers getrokken door een groote lustig wapperende vlag, die klaarblijkelijk gedurende de nacht op een der muren van het verwoeste postkantoor ge plant was. Tot de groote vreugde van de toeschouwers vertoonde het dundoek de oranje-wit-groene kleuren der Sinn-Fein be weging. Op het gerucht dat de rebellenvlag weder over de stad wapperde snelden vele inwoners de straat op, zoodat in minder dan geen tijd eene zeer groote menigte op de been was, die zich voornamelijk in de omgeving van het Postkantoor ophield. Velen droegen ban den om den arm waarop de Sinn-Fein rosette was bevestigd. Een jonge man baande zich plotseling een weg door de menigte, die zich om de vlag had verzameld. Moeizaam be klom hij de stijle muur, die weinig steunpun ten bood. Af en toe stegen uit dt menigte kreten op, die bewezen met welk eene span ning men iedere beweging van den jongen Sipn-Feiner volgde. Eindelijk had hij zijn doel bereikt, en onder luide toejuichingen zwaaide hg met de vrijheidsvlag, die hij daarop den omstanders toewierp. De politie trachtte zich van de vlag meester te maken doch moest voor de overmacht wijken. In de avonduren nam het oproer nog in omvang toe. Herhaaldelijk werd metsteenen naar de politie geworpen, terwijl ook het tramverkeer bemoeilijkt werd. Een patrouille soldaten, die de orde moest handhaven werd door de burgerij formeel aangevallen, en op de vlucht gedreven. De kern van het oproer vormden circa 200 burgers, doch een groot deel der burger^ gaf op zoo onverholen wijze van z^n sympathie lelijk, dat het voor de politie een onmogelijke taak was ook maar eenigzins de orde te handhaven. Van ver scheidene winkels werden de vensters inge worpen, plunderingen hadden echter niet plaats. Herhaaldelijk werd met de Republi keinsche vlag gezwaaid, en op verschillende plaatsen was de proclamatie der Iersche re publiek van 1916 weer aangeplakt, thans voorzien van eene toevoeging: De iersche republiek leeft nog!". Behalve in Dublin hadden ook te Cork op stootjes plaats. Eene aanzienlijke menigte die de Sinn-Fein-kleuren droeg trok ook aldaar door de straten en begaf zich ten slofte naar het Raadhuis, alwaar de stedelijke vlag moest plaats maken voor het republikeinsche dun doek. Van bevoegde Duitsche zijde wordt het navolgende gemeld: Eenige weken geleden werd door het Office Beige te 's-Gravenhage aan de Nederland- sche pers, zoomede aan de hier te lande ver schijnende Belgische bladen uitvoerig com muniqué gezonden over eene in het Duitsche plaatsje Gerolstein gevestigde fabriek, waar heen de lijken van de gesneuvelde Duitsche mansehappen in spoorwegwaggons vervoerd zouden worden, ten einde aldaar tot men- scheüjke voedingsmiddelen te worden ver werkt. Dit bericht met vele weerzinwekkende bijzonderheden verscheen in de kolommen der Belgische bladen, doch de Nederlandsche pers weigerde opname er van. Onder deze omstandigheden hield de Duit sche Regeering het niet voor noodzakelijk dit onzinnige praatje de eer van een ormeel domonti aan te doen, waardoor het boven dien neg maar verder publiciteit zou hebben verkregen. Dit stilzwijgen is thans voer het Reuter- agentschap en de Belgische bladen, aanlei ding om te veronderstellen, dat de juistheid van het bericht door Duitschland erkend wordt. Aangezien deze tweede gruwelcampagne nu echter ook ir, de Nederlandsche pers in gang heeft gevonden, wordt nadrukkelijk het volgende verklaard. Reuter vestigd bijzonder lijk de aandacht op het door een Duitsche oorlogscorrespondent gebruikte woord „Ka- daververwertungsanstalt". Onder Kadaverver- staat men in het Duitsch echter een dood dier, terwijl een doode mensch Leiohe wordt genoemd. De Duitsche correspondent zou dus indien zijn bericht inderdaad betrekking had op verwerken van lijken van manschappen ge sproken hebben van „Leiohenverwertungsan- stalt". Dit heeft hij echter niet gedaan, aan gezien dergeljjke inrichtingen binnen het Duitsche machtsgebied niet bestaan. Even wel is de bereiding van lijn en beendermeel uit dierlijke bestanddeelen een over de gs heele wereld toegepast proces." Amerika en het duikbootgevaar. De militaire medewerker van de Times betoogt de noodzakelijkheid van eene meer krachtdadige bestrijding van het duikbooten gevaar. De leuze voor de toekomst moet zijn: „dood aan de duikbooten", aangezien anders van een geregeld militair verkeer met de Vereeenigde Staten geen sprake kan zijn. De schrijver is van oordeel dat verscheidene maanden zullen verloopen voor en aleer het Amerikaaiische leger voldoende getraind en uitgerust is om een werkzaam aandeel aan den strijd te kunnen nemen. Haastig ge vormde en onvoldoende geoefende troepen z^n waardeloos in den oorlog, en het .staat bovendien vast dat de soldaten na hunne aankomst in Frankrijk slechts zeer geleide lijk in het vuur gebracht kunnen worden, ter wijl zij eerst geruimen tijd op de hoogte moeten worden gebracht met de oorlogs praktijken voor zij voor een aanval bruik baar zijn. In ieder geval mag men niet ver wachten, dat het leger der Ver. Staten nog dit jaar op de slagvelden zal verschijnen. De militaire medewerker uit verder nog de mee ning dat Duitschland deze factoren natuur lijk nauwkeurig heeft overwogen toen het tot een breuk met Amerika dreigde te komen, en hij geeft President Wilson den raad zjjn voordeel te doen met de door En geland begane misslagen en dus zoo spoe dig mogelijk dienstplicht in te voeren. Da hongerdood. In Griekenland, zoo meidt men uit Berlijn, zijn reeds verscheiden menschen in den meest letterlijken zin van honger gestorven. Vier op 't eiland Ithaka. Een op Leukas, drie op Kephalonia, vijf in Messene enz. Verscheidene moeders hebben haar jonge kinderen zien sterven, wijl zij die niet meer voeden konden. Zoo wordt het steeds erger Laat ons toch minder morren en meer dankbaar zijn voor wat God ons nog laat I „Friesch Dagblad." NEDERLAND EN DE OORLOG. Nederl. zeilbeuger in den grond geschoten. De Katwijker logger Michiel de Ruyter heeft te ljmuiden aangebracht de volledige beman ning van den Nederlandschen zeilbeuger Arie M A 146, welke beuger door een duikbeot in den grond geschoten is. De Scheepvaart. Te Rotterdam zijn aangekomen de Amsteldijk, van de Holland—Amerika- Iijn, met een gemengde lading, van Norfolk. Dit schip heeft geruimen tijd in Engeland gelegen de Noordam.van de Holland—Amerika-iijn, uit New-York, met een lading van 12,200 zakken tarwemeel, 36,502 quarters tarwe en 398 ton lijnkoeken. Dit schip werd sinds half Februari te Halifax vastgehouden. Ook is uit Halifax te Rotterdam aangeko men de Oosterdijk, van de Holland—Ameri- ka-lijn, met een lading van 297,227 bushels tarwe, 12,042 zakken tarwemeel en 5658 zak ken lijnkoeken. Voorts zijn te Rotterdam aangekomen het Noorsche stoomschip Svinta, met een lading van 1538 ton superfosfaat, en de Uranus, van de Kon. Nederl. Stoomboot-Maatschappij, uit Halifax, met een lading van superfosfaat, nl. 3,177,860 Engeische ponden superfosphaat, gestort in 't ruim en bovendien in 1310 zak ken nog 267,800 ponden. Te Amsterdam zijn aangekomen de Leda en de Pomona, van de Kon. Nederl. Stoom boot-Maatschappij, met een gemengde lading. Deze twee schepen kwamen uit de Miödel- landsche Zee en hebben een Engelsche ha ven moeten aandoen. De Amsteldijk had aan boord de beman ningen van de getorpedeerde Nederlandsche stoomschepen Zaandijk en Noorderdijk. Een Fransch vliegtuig. Zondagnamiddag omstreeks 4 uur is nabij Oostburg, onder de gemeente Schoondijke, een Fransch gevechtsvliegtuig, de tweedek ker no. 9376 A 5, bemand met den Canadee- schen officier Keiler, wegens een defect aan den motor geland. De vlieger werd geïnter neerd, en het vliegtuig, dat voorzien was van een mitrailleur en een 12-tal bommen, onder militair toezicht gesteld. Het wordt vandaag gedemonteerd. Mjjnen. Gisfernacht is een drijvende mijn ontploft tegen een strandhoofd te Hoek van Holland, waaraan belangrijke schade is aangebracht. Op de kust van Ameland zijn twee-en- twintig mijnen aangespoeld. Het strand is afgezet. Op het Noorderstrand van Vlieland zijn 2 mijnen aangespoeld.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1917 | | pagina 1