ill- Tweede Blad lie Oorlog. No. 2278 Zaterdag 21 April 1017, Twee Bladen. GFFICIËEL GEDEELTE. UIT DE KAMER. iNGËZÓNDËÏÏ BINNENLAND. RECHTZAKEN. GEMENGD NIEUWS. BUITENLAND. INHOCSIGINOWSES Dit nummer bestaat au LANDSTORM, jaarklassen 1909 en 1908. ZEEMACHT. Oproeping voor den vverbèlijken dienst. De BURGEMEESTER van Somraelsdijk brengt ter openbare kennis, dat de in de registers van den landstorm ingeschreven personen der jaarklassen 1909 en 1908, die zijn toegewezen aan de Zeemacht, bij dezen worden opgeroepen om op Woensdag, den 30sten Mei a.s., des voormiddags te tien uur aanwezig te zijn te 's-Gravenhage, in het gebouw van den Roomsch-Katholieken Volks bond, Stille Veerkade no. 37, ten einde in werkelijken dienst te worden gesteld. (Zie verder aanplakbord). Sommelsdijk, 18 April 1917. De Burgemeester voornoemd, BOUMAN. Naast onze Asschepoetster hebben we ook onze prinsessen. Naast onze kwijnende West staat de in vele opzichten bloeiende Oost met de vooruitgaande eilanden Java en Su matra. In 1909 had de begrooting voor het eerst de som van 200 millioen bereikt; 42 jaar geleden was het eindcijfer voor het eerst 100 millioen gulden; in 1913 steeg dit tot 300 millioen en nu in 1917 overschrijdt het de 400 millioen. Deze cijfers zijn welsprekend. Zij wijzen op een krachtigen groei. In 1906 had Nederland in verband met den ongun- stigen maatschappelijken toestand van Indië, een som van 40 millioen voor zijn rekening genomen. Dat was de tijd van inzinking. Die som is betaald en op X Va millioen na verre kend. Die goede daad werd beloond met 7 vette jaren; 1906—1912 was een tijd van grooten bloei. Indië werd wakker de gevol gen van de politiek van Van Heutsz en Iden- burg deed zich gevoelen. De ontvangsten over troffen gewoonlijk de uitgaven. Het tin alleen leverde een winst van 134 millioendat wasal- leen al voldoende om een overschot van35mil lioen te geven. Door buitengewone uitgaven, die hun rente later wel opbrengen, is er een weinig te kort. Alleen voor spoor- en tram wegen werd 310 millioen besteed, belang rijk meer dan de schuld thans bedraagt: daaruit blijkt dat aan de kredietwaardigheid van Indië niet meer behoeft getwijfeld te worden. Aan goede gemeenschapsmiddelen en goede belastingen is nu voldaan. De be vloeiingswerken zijn een stuk verbeterd. Jarenlang bleef in Indie de veiligheid on voldoende. Rekent men er onder het behoed zijn tegen diefstal, dan kan men hier in Ne derland een voorbeeld nemen aan Indië. Te Batavia laat men de hulzen openstaan, zon der dat er wordt gestolen. Op onderwijsgebied gaan we vooruit, doch er blijft nog ontzettend veel te doen, gelijk op 't gebied van land- en mijnbouw. En wil men 't Indische volk tot verheffing brengen dan is toch eerste voorwaarde de uitbreiding van 't onderwijs, zoowel lager als ambachts- en vakonderwijs. De front makers, die in indië den strijd voor de open bare school voeren, moeten bedenken dat de gouvernementsschool en de bijzondere niet eikaars vijanden, maar bondgenooten moeten zijn. De openbare school bedoelt evenzeer verandering te brengen in de levensbeschou wing van den inlaaderj de bijzondere doet het alleen intenser. Hoewel zoo in vele opzichten goed ge werkt en voortgewerkt is in de lijn der ont wikkeling van indië, dank zij 't gezonde financieele beheer der kolonie, toch is er ontstemming. De minister js in al zijn plan nen vaagwat hij wil lijkt veel op een vaan in de mist. Hij die indertijd toen het tegen 't ehr. Ministerie en gouverneur-generaal Idenburg sprak van een ramp voor indië en van een bezem in de mast, krijgt van zijn vrienden nu den wenk zelf maar te retireeren (Zutfensche Courant.) Men wees van alle zijden op de verzuimen ten aanzien de In dische defensie; van de exploitatie van de Indische rijkdommen der natuur; van de onvoldoende uitbreiding van 't inlandsche, 't Hollandsch-Indische en 't Hollandsch-Chi- neesche onderwijs; alsook ten opzichte van de reorganisatie van 't binnenlandsch bestuur. Men oordeelde, dat er geen kracht, geen energie, geen beslistheid, geen vaste lijn in 't beleid van den Minister was op te merken. En waren we in normale omstandigheden geweest zeer zeker zou na zijn 4-jarigen arbeid bij deze begrooting 't vonnis zijn uit gesproken. Aangaande de verdediging van Indië werd aangenomen een wijziging van Art. 113 van het Regeeringsreglement Op den voet bij algemeene verordening te bepalen, zijn de ingezetenen verplicht mede te werken tot bewaring van rust en orde en, wanneer zij Nederlandsche onder danen zijn, tevens tot verdediging van het grondgebied van Nederlandsch-Indië. Bij algemeene verordening wordt mede be paald wie in jden zin van dit art. als in gezetenen moeten worden beschouwd. Dit is een eerste groote stap voor de ver dedigbaarheid van Indië, niet van uit Neder land, maar van uit Indië zelf. 't Is te wen- schen, dat de Regeering nu ook deze zaak kiachtig ter hand neemt. Een tweede belangrijke levensquaestie voor Indië was de reorganisatie van 't binnen landsch bestuur. Deze zaak is vaH 1902 af in studie. Verschillende rapporten van Ne- derburgh.SnouckHargronje,Idenburg,vanRees en de Graaf liggen alle reeds afgewerkt. Mi nister Waal Malefijt had reeds een wetsont werp aangeboden, waarin dit ^beginsel der reorganisatie was neergelegd. Het werd niet verworpen, doch de behandeling opgeschort. Men wilde er meer van weten. De heer de Graaft werd weder naar Indië gezonden, om een uitvoerig rapport uit te brengen aan den Minister. Dit rapport is door een commissie vau bekwame mannen consciëntieus uitge werkt om te kunnen dienen voor een wets ontwerp. Wat zagen we toen gebeuren Dit ontwerp werd door de Kamer door de aanneming van een amendement van Deven ter voor langen tijd van de baan geschoven. Eerst was de houding van den Minister goed. Hij handhaafde de post de Graaf, doch zoo dra er een stem uit de kamer kwam, begon hij te weifelen en liet beslissing aan de ka mer over. Nu is de zaak voor langen tijd van de baan. Van de reorganisatie is niets gekomen. Een volksraad, een locale raad en de enkele gemeentebesturen, kunnen niet in dien zin verandering brengen in den treurigen toe stand van ons binnenlandsch bestuur. Er zullen nog meer vereenigingen als de Sarikat Islam ontstaan, die zich als pleitbe zorgsters voor de belangen van de bevol king tegenover 't bestuur zullen opwerpen en het kan toch niet ontkend worden dat zij dit soms met recht deden en dan ook succes hadden door verbetering van misstanden. Dit is een aanklacht tegen onze bestuursorgani satie. Het volk maakte zich als 't ware een vertegenwoordiging, omdat de wettelijke ver tegenwoordiging ontbrak. De „volksraad" kan daartoe niet dienen; die staat te ver van het volk. Daarvoor kan wel dienen de regent- schapsraad naast de dessa. De heer de Graaf vermeldt dat bij de conferenties met de be stuursambtenaren de instelling van het re gentschap als zelfstandig orgaan „wellicht meer dan eenig ander punt instemming vond, niet het minst bij de Inlandsche bestuurders, die niet ten onrechte voor het bestuur van hun land een nieuwe toekomst daarmede ge opend zagen." De inlander moet worden opgenomen in de bestuursregeling van zijn eigen land met medezeggingsschap en medebestuur. Ook wordt er nog altoos te veel opium gebruikt. Alleen op Java wordt 17 millioen per jaar verschoven. Zulke cijfer3 spreken tot onze consciëntie al Nederlanders en als Christenen. Als we dat bedenken moeten we als voogd schamen. We weten, dat het opiumschuiven, de lichaamskracht verwoest, de geestesgaven verslapt, de zedelijkheid verlaagt, de gezin nen vernietigd, vrouwen en kinderen van honger doet verbleeken, de pandhuizen vult. Dat is dus het bloed; dat aan dit geld. Ook op dit gebied moet krachtiger aangevat. Waar men overal dringt naar vooruitgang, waar ook een comité als „Indie weerbaar" een blijk is, dat men wil vooruitkomen en meer zelfstandigheid wenscht, daar is het de dure plicht der Regeering om te zorgen, dat het opkomen van Indië in goede richting wordt gestuurd, opdat indië worde een zelf standige staat en een zelfstandig volk, nauw verbonden aan het moederland, die aan dat moederland dankbaar kunnen zijn voor hun ontwikkeling ook in Westerschen geest. Magnetisme en Natuurgeneeskunde. Daar onze huidige wet op de uitoefening der geneeskunst, alle zieken overlevert aan hen, die het artsen diploma bezitten, en meer malen gebleken is, dat door geneesheeren opgegeven zieken hulp zoeken en vinden bij magnetiseurs en aatuurgeneeskundigen, die dan echter gevaar loopen justitieel vervolgd te worden en reeds herhaaldelijk vervolgd zijn, is het hoogst wenschelijk dat belang hebbenden zich vereenigen, teneinde Staats- bevcegdheid te verkrijgen voor de uitoefe ning van hunne geneesmethoden, desnoods onder speciale voorwaarden, die kwakzalvers praktijken buitensluiten. Een algemeene actie in deze richting kan tot stand komen, indien alle magnetiseurs en natuurgeneeskundigen in Nederland hun adres zenden aan het Sec retariaat van „Vis Naturae Medicatrix", Mar- nixstraat 24 boven Amsterdam. Zoowel de belanghebbenden, in cacu mag netiseurs en natuurgeneeskundigen, als de zieke bevolking van Nederland zal gebaat zijn, als er verandering komt in een wetge ving, die het monopolie der geneeskunst in handen legt van een bepaalde groep men- schen, die misschien, wel de kennis, maar niet altijd de geschiktheid bezitten om be paalde ziekten te genezen, welke natuurlijke geschiktheid daarentegen bij nietartsen veel vuldig voorkomt. Denzulken gelegenheid te geven hunne natuurlijke gaven ten dienste der zieke menschheid te stelllen, des gewenscht onder Staatstoezicht en in samenwerking met H. H. Doctoren, in het streven van degenen, die bedoelde actie in het leven willen roepen. U, geachte redactie beleefd dankzeggend voor uwe bereidwilligheid. Hoogachtend, Secretariaat „Vis Naturae Medicatrix". L. U. A. Zijlstra. „Nu ligt het in den aard der zaak, dat de ze Vereeniging liefst uitging op apsulute vrijheid. Hoeft dit Zou op die wijs het misbruik van de kwakzalvers en sterrekijkers, Frankrijk kent, niet allicht hier inslaan, en straks verscherpte voogdij uitlokken Gelijk men weet, drongen wij er daarom op aan, dat zeer zeker de vrije praktijk toe gelaten zou worden, maar nimmer is het ge heim, doch uitsluitend door aanmelding bij de Regeering, die als dan pure volksbedrie gerij en ernstige medische varatiën van el kander onderscheiden kan. Een concessie kan teweeg brengen, dat wat puur bedrog blijkt weer in de doofpot ga. Fletcheren. In verband met de schaarste der levens middelen en onze opmerkingen over goede zorg voor de gezondheid van ons lichaam nemen we een art. over van den hand van een Mr. in de rechten. Mr. Hooij schrijft over Fletcheren in de Rotterdammer. Het is een vreemd woord, dat in deze benarde tijden wel burgerrecht zai verkrijgen. Het Fletcheren staat in ver band met onze voeding. De schrijver begint met een verontschuldiging, dat hij als jurist op een terrein komt waarop de geneeskun digen zich bij voorkeur bewegen. Men beschuldige den jurist, die zich ver oorloofd, een korf woord hierover te zeggen niet van overmoed of van treden op ander mans terrein. Vooreerst toch komen zij die met gemeenteraken te maken hebben, heel wat meer met de vraagstukken der rantsoe neering in aanraking dan wie ook, medici dus inbegrepen. Daarna ieert de ervaring dat diezelfden in de 2e eeuw minstens zoo sterk voor voorkoming van ziekten en uitdrijving van ziekteukiemen als eenig ander (denk maar aan de ontsmettingsmaatregelenTen derde plegen wij de artsen, «eifs den verdwijnenden huisarts" enkel dan ter hul- pe te roepen, wanneer on3 iets mankeert en gaat de arts weer weg, zoo, de patiënt her steld is; aan het geven van wenken plegen de artsen niet op groote schaal te doen. Maar ten vierde is, wat ik hier nog eens op den voorgrond wil gesteld zien, grootendeels ont leend aan een bron, die medisch gecontro leerd en goed bevonden is." In het jongste Januari nummer van het Nedl. Tijdschrift voor Geneeskunde wordt na melijk een beschrijving gegeven over onze wijze van eten. Het komt er zoo ontzaglijk veel op aan niet maar hoeveel men eet, maar vooral hoe men eet. De meeste menschen weten wd, dat kauwen noodig is, maar volstaan met slechts zooveel te kauwen als noodig is om het voedsel te slikken. Maar zoo men zich tot zulk kauwen be perkt, vergeet men, dat de mensch aldus ge schapen is, dat het spreeksel een hoogstbe- langrijke voorbereidende werkzaamheid voor de spijsverteering heeft. Wie nu goed kauwt, doet aan die voorbereidende werkzaamheid nog lang geen recht wedervaren. Neen men moet zoo lang kauwen op spijzen en op dranken, dat deze zonder willekeurige slik beweging omlaag vloeien. En dranken zeg ik. Want ook deze worden veelal veel te snel genuttigd. Wie een slok melk of thee niet orimiddelijk naar beneden doet verhui zen, maar daarmede wacht, totdat het speek sel ook daaraan zijn werkzaamheid heeft kunnen verrichten heeft heel wat meer profijt er van dan wie aan den yluggen kant is. Deze wijze van ons voedsel binnensmonds te behandelen is het Fletcheren. Het was een niet-meducus, zekere rijke Amerikaansche maaglijder met den naam Fletcher, die op haar de aandacht gevestigd en er boeken over geschreven heeft. Hij wil de de menschheid gelukkig maken wendde zich daarom tot chittenden, een bekend phijs- iloog van de IJale-Universiteit te New. Ha ven, de hoofdstad gelijk men weet, van den Amerikaansche Staat Connecticut. Deze pro fessor sloeg eerst geen geloof aan de bewe ringen van den heer Fletcher, maar besloot toch, de proef er mede te nemen. Zulks ge schiedde als proefabject deden tal van pro fessoren, studenten en later soldaten dienst. De uitslag was verrassend. Gebleken toch is dat 1200 studenten dier knieversiteit, die zich volgens Fletchert beginselen voeden, die weinig of geen vleesch gebruikten en zich tevreden stelden met 3200 calorieën voedingswaarden en 50 60 gram eiwitdaags sterk en gezond zijn en tot veel gees telijken arbeid in staat." In Duitschland wordt het Fletcheren sterk aanbevolen. In een Duitsch tijdschrift wordt gezegd Laat een ieder tot het fletcheren overgaan en binnenkort zullen alle Duitschers tot de tanden gewapend" het „uithongeringsbeleg" van de Entente kunnen doorstaan, zonder dat hunne lichamen achteruitgaan. Het groote, ongedachte voordeel hiervan zal bovendien zijn, dat menigeen, die voor den oorlog „veelvraterij" Unser deutsches volk war gans verfressen" verzekerde mij onlangs een hoogepiaats Duttscher), daarme de voor goed gebroken heeft en voortaan zijn lichaam, die wonderen schepping Gods, beter doet functioneeren. Als slot van dit mijn „preekje" veroorloof ik mij nog een woord van „persoonlijke toe passing", gelijk onze theologen plegen te zeggen wie de proef eens nemen wil, moet vooral niet denken, dat die achter den rug is, nadat hij over eenige happen iets langer heeft gedaan dan zijn gewoonte was. Neen hij prente zich in. Ie dat je vaak moet kauwen (ik heb mij laten zeggen, dat de oude Gladstore dit 80 maal deed met iederen hap en mede daar door tot in hoogen ouderdom zoo gezond bleef). 2e dat hij goed moet kauwen d. i. zoo goed, dat hij zelf merkt hoezeer zijn gebit met omgeving op spijs inwerkt, deze tot brij verwerkt 3e dat een proeftijd van een week eer te kort dan te lang is. De mee3ten onzer toch hebben zich het intensieve kauwen niet dan bij uitzondering aangewend. Men vergete niet, dat hoogst ernstige tij den voor de deur staan. Zelfs al wat wij allen van harte hoopen en dagelijks bidden, wordt ons land niet in den oorlog betrokken toch zijn de toestanden van dien aard, dat het rantsoen moet worden ingekrompen. Toone ons volk dan, althans op voedings- gebied zooveel mogelijk „tot de tanden ge wapend" te z{jn." De raadgevingen van den Loosduinschen burgemeester zijn voortreffelijk. Men passé ze toe. Hopen we voorts, dat er in ons land voorloopig nog voedsel zal zijn om te Flet cheren. NEDERLAND EN DE OORLOG. Nederlandsche treiler verongelukt. Uit IJmuiden meldt men De stoomtreiler Flamingo bericht, dat de treiler Vischjan op een mijn geloopen en ge zonken is. De geheele bemanning is omge komen. Toen de Flamingo op de plaats van het onheil kwam, was er niets meer te vinden.' DE TOESTAND. Wat we schreven, gebeurde. De slag in wording, die we een en ander maal reeds wachtten spoedig los te branden, is begonnen. Na den Engelschen aanval op Paasch- Maandag en vervolgens, is een allerhevigst Fransch bombardement gevolgd tusschen Soisson en Reims. En sedert Maandig is het artillerie-duel daar in infanterie-aanval over gegaan. En het Duitsche leger in Noord- Frankrijk is nu in een allerhevigsten slag gewikkeld met de Fransch-Engelsche troepen. Over dien Engelschen aanval kunnen we gevoeglijk kort zijn. De Duitschers zetten reeds tegenaanvallen in en berichten daarvan „Ten N. van den weg Atrecht Kamerijk wierp een aanval den vijand op Lagnicourt en Boursies terug. Bij de bloedige verliezen der daar vechtende Australiërs komt nog het verlies van 475 gevangenen en 15 machine geweren, die binnengebracht zijn, alsmede 22 kanonnen die vermeesterd, doch onbruik baar gemaakt werden, doordat zij opgebla zen werden." Juist acht dagen na dien der Engelschen begon de Fransche aanval op het frontvak- Soissons-Reims, dus tegen het steunpunt der Duitsche linie aan de overzijde van de „woe stijn"" De Duitsche staf berichtte Woensdagavond: „Na het mislukken van vijandelijke verken- ningsaanvallen op 15 April is vanochtend over een breed front de infanterie-veldslag ontbrand." Dinsdagmorgen luidde het slagbericht: „Aan de Aisne is de groote Fransche door- braak-aanval met een verstrekkend doel na een werkzaam massavuur begonnen over een 40 K.M. breed aanvalsfront. Een verbitterde strijd om de voorste Duitsche stelling is aan den gang." Dat wilde dus zeggen, dat het begin ook hier slecht was geweest voor het Duitsche leger. Met spanning grepen we naar het Fransche bericht, dat veel later kwam en het volgende mededeelde „De Franschen namen de eerste Duitsche linie tusschen Soissons en Craonne. Ten Oos ten van Craonne namen wij de tweede Duit sche linie ten Zuiden van Juvincourt. Meer naar het Zuiden drongen de Franschen tot aan den Westelijken zoom van Bermericourt en tot het Aisnekanaal, tusschen Oivre en Courcy door. Herhaalde hevige tegenaanvallen ten Noor den van Vllle au Bols werden door ons vuur, met groote verliezen voor den vijand, afge slagen, Tot dusverre telden wij reeds tienduizend gevangenen. (Thans reeds 17000 Red.) Bo vendien maakten wij een belangrijke hoeveel heid materiaal buit." Nadere berichten melden, dat de Franschen een dubbel spervuur van zware kanonnen hebben gebruikt. De Duitsche staf geeft een heel duidelijk overzicht van dezen slag, waarin o.m. gezegd wordt Aan de Aisne is een der grootste veldsla gen van dezen geweldigen oorlog en daar mede van de wereldgeschiedenis aan den gang. Sedert 6 April hield de vuurvoorbe- reiding met artillerie- en mijnwerpersvuur onafgebroken aan, door welk bombardement, waarvan de wereld noch wat duur, noch wat aangewende artillerie-massa en munitie, noch wat heftigheid betreft, de wederga kent, de Franschen trachtten onze stellingen storm- rljp te maken, onze batterijen tot machte loosheid te doemen en onze troepen murw te maken. In den vroegen ochtend van den 16en be gon van Soupir aan de Aisne tot aan Betheny, ten noorden van Reims, over een front van 40 K.M., de met geweldig versterkte infan- terie-strijdkrachten doorgevoerde en dooraan vulling met reserves gevoedde, vele aanvals golven diepe Fransche doorbraakaanval. 's Namiddags wierpen de Franschen nieu we troepenmassa's in den strijd en deden sterke nevenaanvaiien op ons front tusschen Oise en Bondè sar Aisne. Bij het veelvuldig voorkomend vuurgevecht, waardoor de stellingen bedorven werden en diepe, breede trechtervormen ontstaan, is starre verdediging onmogelijk. Het gevecht gaat niet meer om een linie, doch om de bevestigingszone. Zoo woedde de worsteling om de voorste stellingen op en neer, met het doel zelfs al mocht daarbij ook oorlogsmateriaal verloren gaart, de levende strijdkrachten te sparenen den vijand door zware bloedige verliezen be slissend te verzwakken. Deze taak is, dank zij de voortreffelijke leiding en de schitte rende dapperheid der troepen vervuld. Maandag is de groote poging tot door braak der Franschen, welker doel zeer ver gesteld was, mislukt. De vijand leed zeer zware bloedige ver liezen en liet ruim 2100 gevangenen in onze handen. Waar de vijand op enkele plaatsen in onze linies is binnengedrongen wordt nog gestreden. Nieuwe aanvallen des vijands zijn te ver wachten. Dinsdagochtend is het gevecht in Champagne, tusschen Prunay en Auberive, ontbrand. Het slagveld strekt zich daardoor van de Oise tot in Champagne uit. De troe pen zien de komende zware gevechten vol vertrouwen tegemoet. Latere berichten melden dat de Duitschers groote tegenaanvallen inzetten. En hiermede is de slag op het Westfront, waar men reeds zooveel over schreef, geko men een siag, welke de geschiedenis nooit heeft aanschouwd. Natuurlijk is het overbo dig te zeggen, dat wij vol aandacht zijn aan de loop dier gevechten. Geen Engelsche kranten meer naar het vasteland. De Engelsche dagbladen, waaruit door de bladen der Centralen nog al dikwijls berich ten worden overgenomen, mogen voortaan niet meer uit Engeland worden uitgevoerd Wat heeft men te verbergen? Zijn de ge volgen van de duikboofblokkade zoovreese- lijk, of wint de vredes beweging even snel veld in Engeland als in alle oorlogvoerende landen Het eerste gevecht. Een Duitsche duikboot vuurde op een Amerikaansche torpedojager, 100 mijl ten Z. van New-York. Aldus is de Duitsche duikbootenblokkade van Amerikaansche havens begonnen, seint Reuter. Arrondlssements Rechtbank te Rotterdam. Zitting van Dinsdag 17 April. De gedetineerde losse werkman Th. H., zonder vaste woonplaats, had op 7 Maart, op den openbaren weg te Middelharnis gebedeld. Het O. M. waargenomen door mr, Bake, eischte wegens bedelarij 2 dagen hechtenis en plaatsing in een Rijkswerkinrichting voor den tijd van drie jaar. De 32-jarige landbouwer W. G. te Stellen dam, had op 14 Febr. een paal weggehaald uit een land, dat hij volgens den landbou wer A. v. Dam „met den geheelen inventa ris" en dus ook met dien paai aan Van Dam had verkocht. Deswege stond G. thans ter zake van diefstal terecht. Hij verklaarde dat hij dien paal niet verkocht had. Van Dam stelde een vordering tot schade- verhoeding in, tot een bedrag van f 2,50. Na verhoor van getuigen eischte het O. M. f 15 boete, subs 10 dagen hecht, ter zake van diefstal. Vernietigd werd een vonnis van het kantongerecht te Sommelsdijk, dd. 17 Janu ari, waarbij de 34-jarige arbeider A. J. D. v. d, W. te Den Bommel, ter zake van stroo- perij van een hoeveelheid uien was veroor deeld tot een maand gevangenisstraf. Opnieuw rechtdoende veroordeelde de rechtbank bekl. tot 10 boete subs. 10 dagen hecht. Vernietigd werd een vonnis van hetzelfde kantongerecht en denzelfgen datum, waarbij de 28-jarige veldarbeider C. B te Den Bommel, ter zake van gelijk misdrijf was veroordeeld tot dezelfde straf. Opnieuw recht doende, veroordeelde de rechtbank bekl. tot f 10 boete subs. 10 dagen hechtenis. FAILLISSEMENTEN. Rechtbank te Rotterdam. Geëindigd A. M. van Veen, zonder beroep te Nieu- wenhoorn. ,,'k En hoor u nog niet". Zoo zong Guido Gezelie. Hoe verstaan we nu zijn lied, zegt de Rott. 'k En hoore u nog niet, o nachtegale, en - de paaschzunne zit in 't oosten waar blijft gij zoo lange, of hebt gij misschien vergeten van ons te troosten 't En zomert, 't is waar 't en loovert, 't en lijdt geen blaadje nog uit de hagen; 't zit ijs in den wind, 't zit sneeuw in de lucht, 't is stormen, dat 't doet, en vlagen. Toch spreeuwt het en vinkt het luide, overal; de merelaan lacht en tatelt; het muscht en het meest het koevoet, in 't hout; het zwaluwt en 't zwiert en 't zwatelt. Waar blijft hij zoo lang de nachtegale; en vergeet hij van ons te troosten 't En zomert nog niet, maar zomeren zal 't; de Paaschzunne zit in 't oosten. Grove baldadigheid. Een baldadige straatjongen heeft Dinsdagmiddag een hoop pakstroo van 25.000 K.G., der firma Joh. Willems aan de Vlijtstr. te Arnhem, in brand gestokende geheele voorraad ging in vlam men op. Jeugdige booswicht. De politie te Baarn heeft aldaar in zijn woning gearresteerd den 18-jarigen zoon van den landbouwer D., die verdacht wordt van een viertal diefstallen. Ook moest de jeugdige boosdoener_nog een gevangenisstraf van 5. maanden ondergaan. Branden. Dinsdagavond zijn drie per- ceelen, w.o. een riet- en mandenvlechterij, te Hilversum door onbekende oorzaak totaal afgebrand. Te Appelscha is Dinsdag de boeren plaats van Th. Mesken afgebrand. Eenig vee kwam in de vlammen om. Ook is er voor ongeveer f 2500 kunstmest verbrand. Een schuur en twee bijna ledige hooi bergen van den veehouder A. S. in den Zuidplaspolder, gemeente Moordrecht zijn afgebrand. In de schuur waren vele land bouwwerktuigen geborgen, die verloren zijn gegaan. De oorzaak is niet bekend. De boerderij bewoond door J. Arixens staande in het gehucht Keent onder de ge meente Weert, brandde door onbekende oor zaak af. Zeven stuks hoornvee kwamen in de vlammen om, terwijl eveneens ai het huisraad verloren ging. Gasbesparing. Naar in de Fabrieksbode verteld wordt is men in de laatste weken tot de ontdekking gekomen, dat bij tal van gloeiliehtbranders een zeer aanmerkelijke be sparing verkregen wordt door een allereen voudigst middel, n.i. het leggen van een blikken plaatje met vijf openingen van on- veer 6 of 7 m.M. boven op het lampeglas. Het is de Red. niet gelukt na te speuren wie deze ontdekking heeft gedaan, maar een feit is, dat zij reeds in tal van gevallen met goed succes is toegepast. Hij volmaakt ge reguleerde branders wordt geen of zeer ge ringe besparing verkregen, maar in verreweg de meeste gevalien doet zich bij het opleg gen van het plaatje het volgende verschijn sel voor: de lamp gaat donkerder branden en men moet dan den gastoevosr verminde ren om opnieuw goed licht te hebben. Theo retisch is het verschijnsel te verklaren doordat in vele gevallen de luchttoevoer te groot is, welke lucht verwarmd moet worden en dus de temperatuur van de gloeikous doet dalen. Verminderde luchttoevoer doet deze tempe ratuur stijgen en kan men dus om hetzelfde licht te verkrijgen, met een kleineren gas- toevoer volstaan. De besparing bedraagt in sommige gevallen niet minder dan 30 pet. Meubelmakersstaking in Den Haag. De staking in de Meubelindustrie te 's Graven- hage is geëindigd. De Haagsche patroonsvereeniging heeft het collectief arbeidscontract waarom de strijd ging ongewijzigd aanvaard en onderteekend. De staking heeft precies vier weken de uitsluiting drie weken geduurd. Maandag zijn de arbeiders weder aan den arbeid gegaan. Thans werkt geheel den Haag onder de voorwaarden van het collectief con tract. Uit het zout. Zaterdag j l. kwam aan het Maasstation te Rotterdam binnen een goede rentrein uit Duitschland waarin 'n wagen stond met zout beladen. Nadat de trein tot stilstand was gebracht, sprongen uit een der wagens drie mannen. Het waren drie ontsnapte krijgsgevangenen, één Belg en twee Franschen. De mannen verklaarden den wagen zelf te hebben geladen op het afzendingsstation en zich er maar ingeladen te hebben. Een veldwachter als Inbreker. Te Arnhem is op last van de justitie gearresteerd de rijksveldwachter P. v. V. uit Oosterbeek. Deze arrestatie staat in verband met de in braak in het hotel Schoonoord. Hij stond tot dusver bij zijn supirieuren goed anngeschre-

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1917 | | pagina 3