1ÜS-®
Derde Blad.
van de „STELLA" ZAAIMACHINE
en de „LIPSIA" WIEDMACHINE?
LANDBOUWERS,
BOEKE HUlDEKOPEfi
MC. CORMICK NAAIMACHINES
LANDBOUW.
Zaterdag M Maart 1947. No. 2270
Advertenties
Wat zeggen wij en
wat zeggen onze gebruikers
J. M. VAN DONGEN, Dirksland.
OFFICIÉÉL GEDEELTE.
UIT DE PERS.
INGEZONDEN STUKKEN.
BQEKE A
die plan hebben een
[NAAIMACHINE
of
WIEDMACHINE
aan te schaffen, raden wij
aan direct het boek met
bovenstaanden titel aan te
vragen bij
GRONINGEN - HAARLEM - LEEUWARDEN - KAMPEN
- SCHAGEN BERGEN OP ZOOM - VRIESCHELOO. -
IN HOC SIGrNO WSES
Maar waarlijk komt daar een eerste klas-
DIRECT UIT VOORRAAD LEVERBAAR
Voor Goeree en Overflakkee bij onzen vertegenwoordiger:
OPENBARE KENNISGEVING.
BROODVOORZIENING.
Burgemeester en Wethouders van Sommels-
dijk vestigen de aandacht van de inwoners
met nadruk op hetgeen de Provinciale Brood
commissie voor Zuid-Holland onder dagtee-
kening, d.d. 16 dezer o.a. schrijft en hierna
volgt.
8. Het besef, dat de broodkaartenregeling
in het belang van het publiek zelf is inge
voerd, blijkt weinig te zijn doorgedrongen.
Zoo worden meermalen aan het einde eener
week de nog aan de broodkaarten aanwezige
bons aan de bakkers afgestaan, zonder dat
daartegen brood wordt in ontvangst geno
men. Zoowel de houder eener broodkaart, die
toelaat dat de bakker bons inneemt zonder
daartegen brood te leveren als de bakker, die
deze bons ontvangt, begaan een strafbaar feit,
waarop zeer zware straf gesteld is.
De houder eener broodkaart, die bons van
de broodkaart afscheurt of doet {laat) af
scheuren, waarvoor niet de overeenkomstige
hoeveelheid brood, tarwebloem, tarwemeel of
bakkersbeschuit wordt in ontvangst genomen
is, al naar gelang de handeling opzettelijk
verricht wordt of aan schuld te wijten is
strafbaar met een gevangenisstraf van ten
hoogste 4 jaar of geldboete van ten hoogste
f 10,000 resp. met hechtenis van ten hoogste
1 jaar of geldboete van ten hoogte f6000
(art. 21, sub 4o Distributieregeling van brood,
enz. jctis artt. 8 en 12 der Distributiewet.
Dezelfde straffen kunnen worden opgelegd
aan den bakker, die opzettelijk of door
schuld bons afscheurt, doet afscheuren of
in ontvangst neemt, waarvoor niet de overeen
komstige hoeveelheid brood, tarwebloem of
bakkersbeschuit wordt afgeleverd.
Niet slechts staan de houders van brood
kaarten, die, om welke redenen dan ook toe
laten, dat bakkers de op hun broodkaart nog
aanwezige bon3 zonder daartegen biood te
leveren, innemen aan eene zeer zware straf
bloot, zij werken ook toe mede, dat het brood
koren, waarmede in verband met de belem
meringen in den overzeeschen aanvoer, met
de uiterste zuinigheid moet worden omge
sprongen, aan het vee wordt vervoerd.
De granen, welke voor veevoedering dienen
zijn immers uiterst schaarsch, zoodat voor het
broodkoren dat tevens een zeer goed vee
voeder is een aanzienlijk hooger prijs kan
worden gemaakt, indien het voor veevoeder
wordt bestemd dan indien het voor mensche-
lijke consumptie wordt gebruikt. In het laatste
geval gelden immers de door de Regeering
vastgestelde prijzen.
De bakkers kunnen op de door hen recht
matig van hun klanten ingenomen bons eenen
voldoenden voorraad grondstoffen bekomen
om hunne klanten geregeld te kunnen be
dienen.
Personen, die op hun broodkaart onge
bruikte broodbons aan de bakkers afstaan,
werken er derhalve toe mede om broodkaarten
aan de menschelijke consumptie te onttrekken.
Indien ons in het vervolg bekend wordt,
dat broodbons, al is het in nog zoo'n klein
aantal, door een bakker wordt in ontvangst
genomen zonder dat hij daartegenover een
evenredige hoeveelheid brood, bloem, meel
of bakkersbeschuit aflevert, zullen wij den
Minister van Landbouw, Nijverheid en Han
del voorstellen overeenkomstig art. 20 der
Distributieregeling voor brood enz. dien bak
ker eenigen tijd geen grondstoffen te ver
strekken.
Het spreekt vanzelf dat onzerzijds in die
gevallen eene strafrechterlijke vervolging én
tegen den houder der broodkaart, én tegen
den bakker zal worden bevorderd.
Wordt eene overtreding als hiervoren be
doeld ontdekt dan zal niet worden geaarzeld
te bevorderen dat de overtreder zijne gerechte
straf niet ontloope.
Sommelsdijk, 19 Maart 1917.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
Iz. GEELHOED.
BOUMAN.
MILITIE.
Opleiding tot verzorger bij den Rijks-
postduivendienst.
De BURGEMEESTER van Sommelsdijk
vestigd de aandacht van liefhebbers van post
duiven behoorende tot de lichting 1918 op
de mogelijkheid om te worden opgeleid en
aangesteld tot verzorger bij den Rijkspost-
duivendienst.
Zij, die daarvoor in aanmerking wenschen
te komen, moeten dit voor 15 April a.s. schrif
telijk te kennen geven aan den Directeur van
den Rijkspostduivendienst te 's-Gravenhage.
Zij moeten zich daarbij bereid verklaren
tot het aangaan van een vrijwillige verbin
tenis als verzorger bij den Rijkspostduiven-
■dienst. Minderjarigen moeten voorts overleg
gen een bewijs van toestemming tot het aan
gaan van de verbintenis, afgegeven door hem
•of haar, die de ouderlijke macht of de voogdij
aiitoefent.
Zie verder aanplakbord.
Sommelsdijk 20 Maart 1917.
De Burgemeester voornoemd,
BOUMAN.
Indeeling bij de Motorafdeeling.
De BURGEMEESTER van Sommelsdijk
brengt ter algemeene kennis van de militie-
plichtigen der lichting 1918, die voor indee
ling als milicien bij de Motorafdeeling in aan
merking wenschen te komen, het verlangen
daartoe vóór 15 April a.s. schriftelijk moeten
mededeelen aan den Commandant van de
Motorafdeeling te Delft.
Het verzoekschrift behoeft niet gezegeld
te zijn. In het verzoekschrift moeten worden
vermeld de geslachts- en voornamen van den
•dienstplichtige, voorts de gemeente, waar hij
voor de militie is ingeschreven, zijn lotings
nummer of, zoo hij niet heeft geloot, den
datum van geboorte. Het is wenschelijk, bij
het schrijven verklaringen over te leggen,
waaruit de bekwaamheid in het chauffeurs
vak blijkt.
Sommelsdijk, 20 Maart 1917.
De Burgemeester,
BOUMAN.
Triomfkreet.
„De zaak is feitelijk deze: Wij, liberalen,
zijn en blijven de nazaten van Luther, die
voor de poorten van Wittenberg voor gansch
de wereld voor de consciëntievrijheid mani
festeerde door het gezag van Pausen en con
ciliën te verwerpen, terwijl de Calvinisten
ten onzent, door het socialisme verschrikt,
als behoedmiddel daartegen kleine pausjes en
kleine conciliën in het leven hebben geroe
pen.
De nieuwste omschrijving der antihesetus-
schen links en rechts, zooals die na oplos
sing van den schoolstrijd zal voortbestaan.
Aldus uitgevonden door den HoogEd. Gestr.
heer A. Roodhuyzen, lid van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal voor het district
Brielie en bovendien hoofdredacteur van het
„Vaderland" en van de „Vaderlander" in
het roemrijke jaar 1917, het jaar der veel-
bewierookte pacificatie op onderwijsgebied,
in een zijner meest onheldere oogenblikken.
Zou men den bekenden trommel van de
zen „prins" maar niet op slot doen?
N. H. Ct.
Noord-Hollandsche zeden.
Een onzer Noord-Hollandsche correspon
denten schrijft ons:
Terecht wordt er tegen opgekomen dat in
deze benarde dagen, waarin de levensmidde
len, brandstoffen en vele andere dingen zoo
schaarsch zijn, maar steeds voortgegaan wordt
met feest vieren. Dat O. W'ers goeden sier
maken, och, we halen er onze schouders over
op. Maar dat men ook in de kringen van het
volk feestvergaderingen met bal na aankon
digt, terwijl men overdag betoogingen tegen
de duurte houdt, op zulke tegenstrijdigheden
heeft De Nederlandder onlangs nog met klem
gewezen.
Maar wat te zeggen van het bestuur van
een Vrijzinnig Hervormde Zondagsschool, dat
haar (50) kinderen de vorige week voor het
publiek in een Tooneelzaal laat optreden, en
waar de kinderen liederen zongen in costu
mes, geleverd door een tooneelfirmant? Mis
schien (dit weten wij niet) onschuldige lie
deren, (eenige titels luiden: „De doktersvi
site", „De muizenoptocht", (met de booze
kat in het midden) „De kleine gevangene",
enz.
Wij dachten en wisten niet beter als dat
ooh het doei eener Vrijzinnige Zondagsschool
was de kleinen bekend te maken met de
Bijbeische geschiedenis en het Evangeiie. Wij
weten althans van zulke Zondagsscholen, waar
de kinderen gewoon een tekts en een psalm-
of gezangvers leeren en waar zij ook het
kerstfeest vieren. Maar in het verlichte Noord-
Hollandsche dorp Oosthuizen (want wij willen
den naam van de plaats niet verzwijgen) laat
men de kinderen der Zondagsschool in een
tooneelzaal vertooningen maken voor het pu
bliek. Want het ergerlijkste moeten wij nog
vermelden. Na de eerste uitvoering in de
week, werd aangekondigd dat deze j.I. Zon
dagavond in dezelfde zaal zou worden her
haald. En, naar men verwachtte, „ongetwijfeld
wederom voor een volle zaai".'t Schandelijke
is, dat er in de annoce aangekondigd wordt
dat „er gelegenheid was tot dansen". Een
uitvoering van de kinderen der Zondagsschool
ia, costuum en met bal na 1 Wie heeft in dezen
bangen tijd sterker gehoord? En tot zulke
avonden verleenden de predikanten van Oost
huizen en Grosthuizen, benevens de dames-
eliti der plaats hunne medewerking.
(Ned.)
Onder het hoofdje
„Zenuwen"
schrijft het Friesch Dagblad.
Zooals het den een in de beenen slaat, zoo
slaat het den ander in de zenuwen en met
name in 't centrum des lands, waar men veel
meer leeft onder den invloed der Holdert-
Telegraaf-Courant-pers, dan in de omtrek-
provinciën, zijn sommiger zenuwen bedenke
lijk aan 't trekken gegaan, nu de heer Schroder,
van genoemde pers, tof drie maanden zitten
veroordeeld werd.
't Spijt ons voor hém.
Hij heeft 't niet zoo kwaad bedoeld. Och
als men 'n vlugge pen heeft en 'n kwieken
geest en 't bloed stijgt dan wat gauw naar
boven en duizenden staan op straat al gereed,
om U toe te juichen als ge maar frisch en
hartig scheld, dan zegt ge zoo licht een
woord te veel.
En dat heeft hij gedaan.
Daar zal wel geen Nederlander, die z'n hoofd
koel en z'n zenuwen in bedwang heeft, wat
tegen kunnen zeggen 1
Zijn schrijven over een troep gewetenlooze
schurken, in 't centrum van Europa, die den
oorlog voor hun rekening hebben, was in
crisistijd, terwijl alom dynamietstrooisel ligt,
dat met één vonk ontbrand, zeer onver
standig en ongepast.
Of het drie maanden waard is, weet ik niet.
Daarin ben ik niet deskundig. Ik hoop van
niet. En 'k ben humaan genoeg om van harte
te wenschen, dat de man er met een „voor
waardelijke" veroordeeling afkomt als dat kan.
Maar ziet nu de zenuwzwakke lieden
Zij gaan te keer, of er majesteitschennis is
gepleegd.
In de rechtzaal was 't al dadelijk een op
gewonden juffrouw, die in plaats van stil
thuis haar potje te koken, kwam schreeuwen
van „ploerten" en „schurken", totaal over
'r zenuwen heen.
Nu is dat nog wat.
Zoo'n juffrouw geeft men wat hoffman en
houdt haar 'n doek met azijnethe'r onder den
neus.
journalist verklaren dat-ie in deze juffrouw
de stem-van-het-recht had beluisterd!
Een ander weet te vertellen, dat op de
jongste vergadering der Haagsche journalis-
ten-vereeniging het requisitoir van dien pro
cureur-generaal „stapelgek" werd geheeten.
En iemand, zoo hoog staande als prof. Hec
tor Treub, noemt de rechters, die denTele-
graaf-man veroordeelden„eenige in de
juristerij versutte raadsheeren".
Zóó werken daar in 's lands centra bij som
migen de zenuwen.
Jammer van dat „hart des lands".
't Lijd aan ziekelijke kloppingen.
Trede er spoedig genezing in
De copie van Ingezonden Stukken, die niet ge
plaatst zijn, wordt niet teruggegeven.
Buiten verantwoordelijkheid van Redactie
en Uitgevers.
Aan de Redactie van de „Maas- en Schel-
debode" voor plaatsing van het onderstaande
met dankzegging.
Mijnheer de Redacteur
't Gaat, zoo schrijft de Red. dezer Courant,
in 1918 over art. 80 en 192.
Het zal echter volgens onze meening in
enkele districten ook gaan vóór of tégen de
landbouw.
Het staat volgens deze Red. niet op't pro
gramma, maar wij land- en tuinbouwers,
zullen 'f zelf op de agenda zetten en als 't-
kon, onderstreepen.
Hij, mijnheer de Red. spreekt van duur
brood, is dit dan nu duur, terwijl de Ame-
rikaansche tarwe 27 cent per Kilogram kost
als ze in Rotterdam arriveerde. Was ons maar
25 cent beloofd dan had men minder schépen
daarvoor te charteren, die konden voor an
dere doeleinden gebruikt worden, dan had
de helft van 't bouwland vermoedelijk met
tarwe bezaaid geworden.
Maar met leede oogen zou men 't geid naar
den boer zenden, men kan 't beter naar Ame
rika sturen.
En geen Kamerlid die voor ons, en voor
dit voedingsv?aagstuk, voor 't gansche Nederl.
volk pleit, zeker wegens gebrek aan land-
bouwkennis.
Bespottelijk dat wij van dezen Red. niet
mogen trachten om hierin verbetering te
brengen door een groep landbouwers in de
kamer te brengen. Hij wil door enkel partij
mannen ieders belang dienen. Hij zal toch
door de landbouw aan banden te leggen en
hongerproductieprijzen te bepalen, wél de
steden, niet 't platteland met zijn land- en
tuinbouw dienen. Er werken toch in de land
bouw niet minder duizenden dan in de in
dustrie en handel die met 't wel of wéé der
boeren op en neer gaan.
Hij is met de thans, door onkundige ge
voerde landbouwpolitiek niet 't minst op de
hoogte. De productiekosten der melk b.v. en
de daarvoor door de regeering ver daar be
neden vastgestelden prijs. De onteigening
der aardappelen verleden jaar, en de prijs
die daarvoor betaald werd, was althans in
deze omgeving een hongerprijs voor den
producent. Hij weet niet dat de land- en
tuinbouwer bijna dagelijks op zijn buik krui
pend om verbetering vraagt en niet wordt
gehoord. En geen Kamerlid die voor ons pleit.
Hij weet zeker niet welke heeren buiten 't
bedrijf of vak onze prijzen moeten bepalen,
dikwijls te bespottelijk om te hooren.
Thans is dit iets verbeterd maar er mogen
maar 3 landb. van de 7 heeren in die Comm.
zijn, (men moet met de ondeskundige baas
blijven). Hij weet niet dat in Overijsel, (waar
ik op verzoek van een afdeeling der Overijsel-
sche Maatschappij van Landbouw geweest
ben voor het door hem gevreesde doel) de
rogge van die arme heiboeren daar, die zon
der kunstmest niets kunnen telen, en dat was
er weinig, werd opgeëischt voor f 7.40. Toen
zij ze niet wilde leveren voor dat geld, kre
gen zij gedaan dat ze door deskundige ge
taxeerd mocht worden. Ze werd gewaardeerd
op f 9.75, en toen, wel toen moesten zij ze
toch leveren voor f 7.40.
Geen Kamerlid die voor hun sprak, ook
hun eigen afgevaardigde niet.
Veel meer zou ik kunnen noemen maar de
Red. zal toch wel buiten 't bedrijf staan en
voor hem zijn er geen belangen, dan partij
belangen art. 80 en 192, dus ik eindig.
Hoe hij met die partij klaar moet spelen
die alles voor de steden en niets voor het
platteland willen, ben ik zeer benieuwd na.
Gaat U nu Plattelanders, land- en tuinbouw-
boeren enz. straks te wapen vliegen enkel
voor uw partijman, of volgt U ons door te
zorgen dat bij die partij hem landbouwcapi-
citeiten ten dienste staan. Wij willen dat een
rechts landbouwiisXtici een rechtsche en een
links dito een linksche land- of tuinbouwer
afvaardigd naar de Tweede Kamer der Staten-
Generaal in Den Haag.
Geeft Goden wat Goden, des Keizers wat
des Keizers, maar ook de Landbouwers wat
des Landbouwers is. Dat is hier het loon dat
hem toekomt, in ruime maten verband hou
dend met 't produceeren van zijn voedings
middelen, dan zal elk land- of tuinbouwer
zijn uiterste best doen om ons kleine land
door deze moeilijke tijden heen te werken,
nu moet 't met dwang.
Neen collega's, niet in 1918, maar in dit
jaar in 1917, over enkele maanden gaan wij
Candida,ten stellen, laat de oude heeren uit
gaan, pfaats makend voor nieuwe, voor ander
bloed. Wel willen zij blijven zitten een jaartje
nog roepen zij, maar naar ons zin zitten zij
alreeds 3 jaar te lang.
Zij gaan niet arm naar huis, neen, zij heb
ben zich, terwijl 't gouvernement in geldnood
zit, een pensioen gegeven (wat een partij,
wat een staatsbelang is dat.) Een pensioen
van terugwerkende kracht, ze hebben zichzelf
gewaardeerd en ze zijn ruim met hun eigen
voldaan, daarom geven zij zich 100 gulden
pensioen voor elk gezeten zittingsjaar, gaat
b.v. Roodhuizen huistoe, dan heeft hij 1600
gulden pensioen per jaar, wijl hij 16 jaar zat.
De Red. schreef:
„De industrie eischt goedkoopen grond
stof, de handel óók, maar de landbouw
heeft belang bij hoogere prijzen der arti
kelen."
Dus volgens hem heeft „de landbouw" géén
behoefte aan goedkoope grondstof, chili van
30, zwavelz. van 40, super van 14 enz. en de
industrie géén belang bij hoogere prijzen
zijner voortbrengingsartikelen.
Neen, zijn redeneering houdt weinigsteek.
Neen, op enkel partij staat voor ons platte
landers 't méné tekel, het is hari kari plegen,
en zichzelf te kort doen.
Laat vrij dien Red. werken op zijn kiezers,
op zijn aanhang, wij zullen trachten het
mundus ful dicipi decipiadum ergo op zijn
lezers geen Ingang te doen vinden.
A. BRAAT,
Landbouwer, Hekelingen.
"[Aangezien geen nieuwe gezichtspunten
geopend worden, en al 't bovenstaande aan
ieder krantenlezer bekend is, gaan we niet
nóg eens volledige onze grieven tegen de
oppositie van den heer Braat meedeelen. De
uitkomst van zijn optreden zal een groote
mislukking worden. De heer Braat moet in
normale tijden propaganda maken voor een
„agrarische" partijals hij zich tenminste
eerst publiekelijk en officieel van zijn partij
heeft losgemaakt. In troebel water visschen
de beste stuurman op den wal te willen zijn,
nu, waar alles in ongeordenden staat en stand
verkeert, dunkt ons geen gelukkige visscherij
en geen blijk van sociale voorzichtigheid en
politieke bescheidenheid.
Willen we dan stilzwijgen bij „vertrapping".
Gansch niet. leder deel onzer Natie heeft
ernstige klachten; maar niet één deel dan
juist 't Hekellngsche groepje gaat den onge-
wonen weg van nieuwe partijvorming. De
rest roept tot zijn partij en partijorganisatie
en die moet voor haar naar den Ministèren
de Kamerleden. Deputatie's van Bonden en
Vereenigingenmotie's in de Kamersde
groote Pers, die invloed heeft bij de autori
teiten en zooveel meer is de weg om te
spreken. Doch niet is 't de weg om tegen de
partij besluiten in, in 1917 landbouwcandidaten
te stellen't Rijk op groote verkiezingskosten
te jagen en tevens de partijkassen.
De heer Braat blijve desnoods protesteeren
vóór zijn belang, maar in den weg van or
ganisatie. Zoo doet men in alle rangen en
standen. Maar eigen candidaten stelleneen
Kamerlidmaatschap zien machtig te worden
buiten zijn partij omde heer Braat zal de
mislukking voor zijn oogen zien.
En hiermede eindigen we dit debat.
RED.J
i I
41