Zaterdag 17 Maart 1917. 32me J aargang N°. 2268, voor de Zaidhollandsclie en Zeenwsche Eilanden. Eerste Blad. An tirevo lutionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES De Politiek en de Waarheid. One Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag» Abonnementsprijs per drie maanden b. p. p. 50 Cent bij vooruitbetaling. Buitenland bij vooruitbetaling ƒ1,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. W. BOEKHOVEN Zonen, SÜMMELtSDiJK. Alle stukken voor de i&edaetie bestemd, Adverteiaaiëu en verder© Administratie franc© toe te eenden mm de ftJltfreverg. UITGEVERS ®»E®fiooa Intercoaaat. 35®. S. i Advertentiën 10 Cent per regel ea */s Besksankendiging I Cant per regal m saai. maal. Beelames SO p@r regel. BieMstaauvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vigaettea worden berekend naar de plaateruiaate di® a§ beslaas. Afivertentien worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrgdagmorgan 10 uur. Welke partij is 't dichtst bij de waar heid? Welke 't dichtst bij den leugen Zeer teedere vragen, voorwaar! Die een nauwkeurig onderzoek vergenwant iedere partij streeft naar waarheid in de politiek en in de politieke wetge ving en wordt niet gaarne van onwaar heid beschuldigd en met leugen be zwadderd. Sterker nogdurft wel één partij te beweren, dat zij 't monopolie der waar- heid heeft en dus de andere ze maar voor een deel bezitten of in 't geheel niet. Wie durft te zeggen: Ik hen al léén rein en de andere zijn onrein. Kle ven aan alle partijen niet leugenen plus een stukje waarheidOf veel waarheid plus nog leugens. Hoe zit 't daar nu toch eigenlijk mee Welke politieke partij heeft de waar heid? üf indien er niet één de waar heid heeft, welke partij is er toch 't dichtste bijEn bij die sluiten we ons aan. Welke partij is dan enkel leugen Of indien er waarheid in haar is, hoe ver staat ze dan van den leugen af? Bij die sluiten we ons niet aan. Wat is waarheid? Wat is leugen? Maar hier gaan de meeningen al uit- y een en de Christen denkt er anders over dan di# zijn Bijbel miskent, ver acht, negeert. Voor den Christen is de waarheid: de Jcennis van en 't geloof, in dedingen in hemd en aarde, zooals deze waar achtelijk zijn zooals deze door God ge formeerd zijn en zooals ze krachtens Zijn Schepping en Zijn Raadsbesluit moeten zijn. Voor den Christen is dus de leugen: de kennis van en 't geloof m de dingen in hemel en aarde, zooals het verdorven menschdijk verstomd dat zich inbeeldt; 'de schyn voor 't zjn; de verbeelding vow de werkelijkheidhet inbeeldsel voor de zekerheid en absolute gewisheid. Vóór Satan viel, was hemel en aarde waarheid; maar hij is in de waarheid niet staande gebleven; hij was schepsel Gods, maar ging zich inbeelden onaf hankelijk te zijn; De waarheid was: zijn bestaan uit God en zijn plicht om daarin te berusten en om tot eere Gods ook als gezant Gods te leven, waar zijn Heere hem ook op aarde henen zond; maar hij nam den schijn aan van zelfstandig te kunnen zijnen verbeeldde zich onder God niet behoeven te staan daarom was hij leugen, de vader der leugen, de tegenstelling der Eeuwige Waarheid, zooal# het Was, Het Is en Eeuwig zijn zal. Hij droomde en dacht zich een positie, die met de waarheid in volkomen strijd iswant hij is schep sel onder God, en niets meerdaarom is in Satan in der eeuwigheid geen waarheid meerhij plaatste zich in een nieuwe wereld; in een ingebeelde,door hem gedachte en gefantaseerde wereld en hij deed dit niet per ongeluk, om naderhand tot zich zelf te zeggen.»Hoe, wat dwaalde ik! ik leefde in verbeel ding, maar nu zie ik dat 't alles lucht kasteel is«neenwelbewust maakte hij zich met plezier die nieuwe wereld van denken en doen; en nam scich voor 't zóó te laten. Als iemand die denkt: »zie zoo, nu ben ik vrije, terwijl hij toch in der waarheid gebonden is met duizenden vezelen aan zijn volk en om geving. De waarheid is dus inzicht in 't waarachtig zijn der dingen. Daarom is er maar ééne WaarheidGod. En zijn zoon Jezus, die zeggen kan: Ik en Ik alléén ben de Weg, de Waar heid en 't Leven! En door dien Zoon, weet de Christen er iets van; omdat die Zoon is 't Vieesch geworden Woord, Die ons God heeft verklaard en wij hebben die verklaring van God d i. der Waar in onzen Bijbel. Welke politieke partij heeft dus de waarheid Geen één. Want geen één partij, ook niet de antirevolutionaire, kan zeggen die Waarheid God, dat is, de waarachtigheid der dingen, zooals ze alle moeten zijn, te kennen omdat de Antir, partij ook uit zonda ren bestaaten zelfs, al waren ze allen zeer Godzalig en bezield met den H. Geest van oud tot jong; van pro pagandist tot de leiderstoch kan nie mand hunner zeggen: Wij met ons dan verhelderd verstand, verstaan alle ge dachten Gods. Dan zou de Antirev. partij zelf >God« of »Jezus« moeten zijn. Maar de liberale party staat van de waarheid nog veel verder afwant zij aanvaardt 't Gods Woord niet; en kan dus ook voor 't politieke leven, God als 't Zijn der dingen, zooals Jezus dat ge openbaard en verklaard heeft, gansche- lijk niet begrijpen, noch zijn ordinan tiën, noch zijn bestaan zelf. Gewiszeer zeker de politiek wordt niet alléén opgedolven uit den goudmijn des Woords; maar ook door logisch nadenkenmaar ook door de con- cientiemaar ook door de er varing der eeuwen of de wereldge schiedenis, die den vinger Gods is voor eiken staatsman, nochtansal stemmen Anti's en liberalen daarmee in, en al gebruiken Anti's en Liberalen allebei die Rede en die Consciëntie en dat Vol- keren-feiten-materiaal toch doet de Anti nog daarenboven een beroep op 't Woord, als de Eeuwige Waarheid, om te weten hoe dié Rede én die Cons ciëntie én die Wereldfeiten al of niet staan naast, dan wel vlak tegenoverge steld aan die Waarheid Gods. En de R. Kath. doet daarenboven nog een beroep op zijn Kerk en Concilies. Wie heeft de Waarheid? Geen en kele politieke partij. Wie staat er 't dichtst bij De Chris telijke partijen. Wie onder die drie Christelijke par tijen dan weer 't dichtst En ons ant woord is zoo beslist mogelijk de Antirev. partijen geen ander. Maar dat dient bewezen? Daarvoor is 't hier niet de plaats, want dan zouden we van de politiek over moeten stappen op 't gebied der dogmatiek en theologie, waarvoor ons politiek orgaan niet de aangewezen weg is. Wat is, dat durven we wel te vragen, wat is voor den Antirev. de Bijbel. Wat voor den Chr. Hist? Wat voor den Roomsche Op 't gebied van Gezin, School, Maat schappij, Kerk en Staat? En dan zal men in elk geval dit wel erkennen, dat er is een Roomsche levensopvatting, maar ook een Chr. Historischedie van de Calvinistische verschilt. Al was 't alleen op 't terrein der Kerk, zoo nauw saam- hangend met den Staat en 't Staats leven. Zelfs verschil op Schoolterrein. Verschil in Gezag en Vrijheid, der Kroon en der burgers. Hotel fftesfiftoiremi „HIT GOIJHfiN MEËT". ÖedteEspt© Bffi©r©ïïsteigeF 03A, Bireot nabij de Hoafttafesg, 1 Iiotte*dlöL!®a, DINERS 60 eefès m hooger. LOGIES MET ONTBIJT f 155, f 1.50 en- f 1.75 Tel. No. 3532. -Aanbevelend, 1 pprtëtair R. G. F. 11 LEE-Ioosen Het door teder aanfe&voSan adros. Daaromsluit U aandaar waar 't Woord naar Uw inzicht 't zuiverst, het scherpst belijnd en dus de Waarheid 't meest beleden, en dus 't Zijn der din gen 't scherpst gezien wordt, Daar is de waarheid 't dichtst bij. De onwaarheid 't verste af. De staat moet weer terug. Abnormal} tijden eiseheu MDuorraale re- gearingsdaden. Ea ai zijn za tegenwoordig van tamelijk staatssoeialistischen aard, waa? tegen elk vrijheidlievend measch sput tert, toch is de nood van 't alias maar kalm te aanvaarden, oas in dese buitenge wone tijden opgelegd. Nochtansieder vóelt hethet Socialisme ia da productie ea de consumptie vindt nergens bijval het is voor on te 6 snillioen inwoners tot heden eea misiukking, al komen er ook allerlei Ministers, chefs van departementen, Ka merleden, distributieburaaux en allerlei kan toren aan te pas. Zes miüioen te helpen op socialistische wijie in al hun zorgen van handel en scheepvaart, landbouw en veeteelt, schip perij en ontginningenvoedselkweeking en voedselverdeeling neen 't is een werk, dat afschriktdat faalt en dus ook onte vredenheid wekken moet. Het Staatssocia lisme, sooals 't nu reeds in alle hoogere bureaux om den hoek komt kijken, waar bij de Staat als de groote pleegvader van 6 millioen inwoners optreedthet heeft niemaada goedkeuring. Ea de vraag ligt op aller lippenhoe lang nog dat voogöij- schap? hoe lang nog die ongewilde band oaa ons levensbestaan Tot de oorlog voor bij is, leggen sommigea, dan houdt die dwang van Vader Staat op. Het aal nog duren vele jaren daarna, beweren anderen en deze laatsten ziju het vooral die nu al hun waarschuwende stem doen hooren om zich van heden af de oorea en oogen goed open te zetten om den staat nauwkeurig ts controleeren; rijn gangen scherp na te gaan en hem te vragen om sijn lange vin gers zooveel mo$e ijk thuis ts houden. 't Staatssocialisme moet terug. Vader Staat meet van sijn plaats; &!s dat maar goed gehamerd kan worden in de hoofden en harten des volks, dao gaan we nog een goeden tijd tegemoetvan oude vrijheid en burgerrechten. Maar blijft de staat op sijn stuk staanea doen, wat 't nu al een jaar of drie doet: aller belangen trachten te behartigen buiten de eigen energie der maatschappelijke groepen om, dan leeft de Maatschappij nog jaren te haren nadeele, in knechtschap eu gaat 't sociale en eco nomische volksleven achteruit. OF DEN OMUL Mag ik ze m eens voorstellen? Marie, Louise, Agatha, Trinette en Eva, alle Hollandsche meisjes, zoo op den leeftijd van 14 tot 16 jaar en vriendinnen, goede ken nissen tenminste. 'k Heb ze eens 'n keer verrast, bij een harer in den tuin, hoog afgeschuttingd de tuin nl. en buiten 't spiedend oog van groote broers en hun vrienden t. w. de meisjes met roode wangen en schitterende oogen aan 't touwtjespringen, zooals ze dat vroeger zoo leuk konden doen in haar ïagere-school- jaren, toen ze nog „kind" mochten zijn: Spring-in-'t veld, wildebras waren ze, met wuivende haren en gloeiende gezichtenzco gansch geen jongedames maar „echt" was het wèl In 't gewone leven ziet men ze echter zoo niet. Marie komt eiken morgen tegen negenen met haar fiets uit 't tuinpoortje stuiven, de kleeren flodderig om 'tlijf, de laatste brok ken nog in den mond, rukt de voordeur open, giit naar binnen om er boekentasch en trapt haastig weg. Zij is op de H. B. S,, zat tot gisteravond laat te pennen .en te blokkentelefoneerde van morgen al vroeg aan een kennis, dat-ie haar 's zeggen wou, wat er toch uit die „lamme" algebra-sommen kwam zou op enkele prettige lessen na, die heele zooi wel in de lucht willen trappen, ze heeft er niéts geen zin in en vooral voor die wiskunstige vakken absoluut geen her sens maar thuis willen ze 't nu een maal zoo, rondlummelen kan toch niet; in de huishouding doet ma zelf ook bijna niets't kind moet dus hier of daar naar school. Louise is op het „gym." Zij leert iaüjn en begint het volgende jaar met grieksch. Ze heeft „een goed hoofd" en zal daarom studeeTen. Ze heeft er zin in ook; 't valt haar niet zwaar en thuis zijn ze niet rijk, zoodat het hun later wel te pas komt, als hun dochter een flinke posite heeft en goed haar eigen brood verdiendniets tegen, veel voor. En ze is er heel wat beter aan toe, dan nummer drie: Agatha. 'n Echt weeldkindjepa en ma zijn klein begonnen, maar werden schatrijk. Waar 't pas geeft en waar 't geen pas geeft, iaten ze goed uitkomen, dat hun kind nooit voor haar brood zai behoeven te werken,— en dat bazuinen ze rond met een aplomb, alsof de Heere God, met eerbied gezegd, voor hen het boek-der-toekomst had open gedaan Zij zitten immers dik in 'tgeid. Dat werken om den broode kan hun kind aan anderen overlaten. Zij kan zich aan de „kunst" wijden 'n Onderwijzer, die haar vroeger privaatles gaf en zijn goedbetalende klanten wel wat aangenaams zeggen wilde, heeft zich meer malen laten ontvallen, dat Agatha heel aar dig teekenen kon. Pa en ma knoopten zich dat in 'toor. En besloten na Agatha's schooljaren, dat het kind „schilderes" zou worden. Talent had ze, zei die schoolmeester. Welnu dan kwam het er maar op aan, dit te ontwikkelen Daar was geid voor noo- digdure lessen moesten genomeneerste klas leermeesters gezochtmaar dat konden de ouders zich immers veroorloven Enfin, 't kind „teekent wel aardig" haar ouders hebben al een paar dingetjes van 'r in vergulde lijstjes laten zetten, maar zulke menschen-met-eenig-talent zijn er dui zenden meer en in geen geval behoort het meisje tot die zeer weinige verkorenen, die den kleinen kring vormen der echte kun stenaars, bij de gratie Gods. Plichtmatig teekent en schildert ze. Maar de les werd haar al 'n strafze heeft al tijden, dat ze geen tuben of houstkoolen wat gerei meer ze gebruikt; mag zien Trinette is op een handelsschool. Héar ouders hebben 'tmaar krap; zij zal straks haar eigen brood moeten verdienen en ze vinden het thuis, eerlijk gezegd, wat vernederend als hun dochter, onder wat mooie naam misschien, gaan zou in een huis houdelijke dienstbetrekking. Daarom kozen zij 't voor haar zóó. Er zijn al heel wat tranen om gehuild, want het kind heeft maar weinig aanleg, om boekhouden of handelsrekenen te leeren ze bleef al es een keer zittentypen alleen, dóór is ze handig in, maar overigens heeft ze al wel tienmaal gevraagd, om van die school weg te mogen en thuis te komen helpen, maar de ouders vinden nu een maal, dat wie voor den heer des hnizes brieven typt en boeken bijhoudt een zeer eervolle betrekking heeft, maar wie voor de vrouw des huizes een deel der huiselijke bezigheden doet, zich als volwassen meisje -schamen en beklagen moet. Of ik dan niet voor den „vooruitgang" ben? jawel, zeer zeker. Ook in onze kringen was en is er soms een conservatisme ten opzichte van den vrouwenarbeid, dat zich moeilijk met Gods Woord laat dekken, laat staan er uit af te leiden is. Zóó weinig conservatief wil ik in dit op zicht zijn, dat ik mij niet kan aansluiten bij de afkeuring, in onze pers en ook wel in de Kamer vernomen, toen onze regeering onlangs een vrouw tot professor benoemdege steld natuurlijk dat zij door haar bekwaam heid werkelijk de naast aangewezen persoon was, om in dat vak te doceeren. Wij erkennen Gods souverein bestel. Goed, maar dan moeten wij dat in de prak tijk zóó eeren, dat als God ook in een vrouw de talenten voor een professoraat heeft ge legd en den levensloop dezer vrouw zóó be stuurde, dat die talenten zich ten volle konden ontwikkelen, wij niet eigenwijs zijn en zeggen gaanNu zuilen wij tóch die talenten niet benutten, wijl ze in een vrouw zijn ge legd en niet aan een man werden gegeven gelijk behoorlijk zou zijn geweest. Met „emancipatie" heeft dit niets te maken. De „emancipatie"-idee gaat juist uit van een valsche gelijkheids-gedachte. Zij komt juist in strijd met Gods souverein bestel, die als regel, niet slechts lichamelijk, maar ook wat aangaat de vermogens der ziel, de vrouw onderscheidde van den man en de gave van diepe studie meer aan hém gaf dan aan haór. Minder is zij daardoor niet. Want zij, als vrouw, kreeg weer andere geestesgaven, die de man haar vaak benijdt. Door intuïtie en fantasie komt zij niet zelden als spelend op een hoogte, waartegen de naarstig studeerende man moeizaam op kruipt. Maar diezelfde God, die de regelen schept, maakt ook de uitzonderingen. En zulk een uitzondering, als ook de vrou welijke professor blijven zal, willen wij dank baar uit Zijne hand ontvangen, zonder Hem onze regeltjes te gaan voorschrijven Te meer, waar 't geval van prof. Johanna Westerdijk zoo duidelijk leert, dat de vrouw ook als geleerde „prof." toch ook echt vrouw blijven kan. Carel Scharten in de „Nieuwe Groene" heeft zoo leuk verteld van „Hans". „Zij mist alle zelftroetelende Ada Gerlo- maniertjes en is niet „interessant" en niet gewichtig, en allerminst een blauwkous, maar een mensch, die genoeg ernst maakt met het leven, om er rustig en eenvoudig tegenover te staan en het, cp zijn tijd frank en vroolijk te genieten." Het kim zeker samengaaneen echt ge leerde en toch ook een echte vrouw. God maakte niet zichzelf tot een slaaf van de gewone regelen, zooals wij die zien. Debora was ook wei een vrouwelijke pro feet en richtte het volk, maar wordt tegelijk genoemd een „moeder in Israël.'" Nu komt echter de zotte overdrijving. Naar de uitzondering moet een' gansch geslacht van meisjes worden gefatsoeneerd. Er. wordt naar talent of gezondheid, naar aanleg of smaak niet gevraagd, ze moeten den weg der studie op, vaak die van exacte wetenschappen zelfsstudeeren voor een academischen graad, voor een middelbare acte of iets dergelijks. De ééne zal er voor begaafd zijn. En de negen, die er niet voor geschikt zijn, worden denzelfden weg opgezonden, wijl 't mode is. Mevr. Labarre-baronnesse Mulert, vroeger directrice van de Godelindeschool te Hil versum, heeft het dezer dagen zoo juist ge zegd in een lezing te Rotterdam „Vooral voor meisjes geldt, dat men een kind in geen geval voor academische studie moet bestemmen, dat niet getoond heeft aanleg en liefhebberij daarvoor te bezitten. Tegen de heerschende mode, die alle heil in studeeren zocht, wil ik ernstig waar schuwen. Er zijn tal van opleidingen, die de meisjes veel vlugger in de praktijk brengen en haar toch in staat stellen haar brood te verdienen Daar ben ik 'tvan harte mee eens. Alleen moet er voor zulk een meisjes opleiding nog veei meer worden gedaan. Ik sloeg daar straks Eva nog over met opzet. Sommige kennissen zeggen, dat haar op leiding verwaarloosd wordt. Tot haar veertiende jaar kon ze op de „Mulo" blijven; toen moest ze thuiskomen. De dienstbode ging trouwen en een nieuwe was eenvoudig niet te krijgen. Gelukkig is haar ma 'n „praktisch mensch" en'n knappe huishoudster. Eva kwam direct in de soms harde praktijk. Van „avondjes-houden", fiets- middagen, clubs enz. kwam weinig in. 's Morgens gelijk met ma er uiten die was vroeg op. Maar ze leert thuis letterlijk van alles. Amper zestien, kan ze, als't moest, alleen voor de huishouding zorgen. Naai- en knipcursus heeft ze gehad, 't Vol gend jaar gaat ze drie middagen in de week lessen volgen in 't costumevak. Een strijk- cursus staat later nog op 't program. Als 't even kan wil haar moeder haar, al is 't maar één jaar, kooklessen laten volgen. En ze heeft er zin in, Eva tdapper huishoudstertje, die ze al is. Toch. wordt haar opleiding verwaar loosd, zegt men vaak in haar kringen. 't Spijt meik kan 't niet zien. UITKIJK. PEKKRASSEN. „De groote Fransche natie pleegt zelf moord". Waar is de tijd gebleven, die roemrijke

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1917 | | pagina 1