EN.
Woensdag 31 Januari 1817.
818êe Jaargang N*. 2255,
,4 n tirevo
Orgaan
enz.
w
1
IN HOC SIGN O VINCES
voor de Zuldlaollandsclie em Zeeawsehe Eilanden.
UIZEN
Isdijk YrliMfl rajöopr DMi
H
I
nrp
lie Oorlog.
I
1
lil
I
m
i 0?
eten»
GEMEENTERAAD.
èages.
jr.
Door de vorst is de post
verbinding niet als ge
woon en daardoor ontvangen onze
lezers buiten Flakkee de Courant
niet op tijd.
Dit in antwoord op de verschil
lende ingekomen berichten over
het te laat ontvangen van ons blad.
DE UITGEVERS.
'A, CÜJMMl
fabrieksprijs
10740
EN.
Interc. No. 9.
I
if!
■HHBH
IELI.E
>rskaat©or.
gmorgeo van
10594
agmlddag van
D. MEIJDE.
van Effecten.
Prolongatiën.
sen van gelden a
der vast te stellen.
V.
I'
d es GI3-
slen.
h inrocvBDc. il .fcOTersettiM» I» «#»«per tvgpi ©a *,t o&a&u Üeoiaaae» Sü per
B« °™t °fa" W,wwites 1 - "S* V,«si.
JLö©BM^©ftt$prlj§ pöï tóe p. g» SU oij voonutböteïiiig.i yyJSUiiiKHUV LW A 0II0II, ^!@BSt;ai8tiEiTCag©3gi sa ]Mei&£t&&i&M6difig0K S0 0®eI g@ï plaatsing
Bviitesnland fejj TOOmitbetaUag f 4,60 y«s Jaas SOMMELSDIJK. jjtfiioot© leitasa @a vignettea worde® bsrekeni naar de piaateamte dia butaan
ifeonderlljks nnmmeni 5 Cent. f ^©?©fi©@si ImerareisaM®. B®. ^v«rtanttSB worden matewgctet tot Piasdag-
met de groot-
10021
igstraat).
Mieakat^» «ie- iwes-ste %g%wersfeEgWas8 r.u vwiw t©&
8«»e* «te* s*«
S
ijgeai r vliajs*®
10871
»J>
straat; 32-14.
e MEUBELEN
Ublementen in
eiken Spiegel
;n de concur-
10259
b m
w»
ues etc.
erzekering etc.
3
®Vfc
Barak.
igeti2—4 uur n.m.
mijders
voor
chinen,
a?" met
feewie-
smeer-
mguad-
3
jjd
iel
66
:38
19
IS
'a
vrijheid van 't H. 0. ligt ge
waarborgd in de Grondwetwordt
geëischt door het rationalistiseh mono
polie der Staatsgymnasia en Staatsuni
versiteiten en is ten voordeele van 't
Staatsbelang én van het Onderwijs én
van de W etecschap, voorzoover die aan
die Hoogere scholen gedoceerd wordt.
Historisch is de vrijheid vastgelegd
in 1848, en in 't bekende Grondwets
artikel 192 geformuleerd in deze woor
den „Het geven van onderwijs is vrij".
Is 'dua vrij voor 't Lager, Middelbaar
en Hooger Onderwijs, behoudens 't toe
zicht der Overheid, en bovendien voor
zoo eer het Middelbaar en Lager onder
wijs betreft, behoudens het onderzoek
naar de bekwaamheid en zedelijkheid
des onderwijzers, wat heteekent, dat
ieder Hooger Onderwijs mag geven
zonder een voorafgaand Staatsexamen
hebben afgelegd, maar dat men niet
ij 't Lager en Middelbaar onderwijs
mag werkzaam zijn, tenzij na wél een
Staatsexamen te hebben afgelegd,
In 1848 is verkregen niet enkel de
vrijheid om anderen te onderrichten;
doch vrijheid van onderwijseen in
stelling, een geheel© regeling met al
■wat tot het instandbrengen en instand
houden dier vrijheid noodig is Bij die
wet van '76 verviel de eisch van stu
dietijd, nl. 3 jaar voor de studenten in
de rechten en 4 jaar voor die in de
medicijnenen aan ieder, waar hij ook
kundigheden had opgedaan, werd toe
gang verleend tot examens voor dokter
of advocaat enz Art. 85 van de wet
van '76 zegt 't duidelijk: „Tot 't af
leggen der examens wordt ieder, on
verschillig, waar hij de daarvoor ver
eischte kundigheden heeft opgedaan,
toegelaten, mits hij in 't bezit zij van
een der getuigschriften vermeld in art.
11 en 12 d.i. mits hij een einddiploma
had van een gymnasium of een gelijk
diploma verkreeg na door een aparte
Staatscommissie te zijn geëxamineerd
maar ook werd in art. 99 bepaald,
dat 't aan ieder Nederlander, aan ieder
vreemdeling, asn elke erkende vereeni
ging en aan ieder kerkgenootschap vrij
stond een bijzondere school van hoo
ger onderwijs te openen. Door deze be
paling kon de vereeniging voor Hooger
onderwijs aan 't werk die in 1880 de
Vrije Universiteit stichtte.
Voorts bleek in la76 die vrijheid
ook uit a>'t. 16, letter i, waarin staat,
"at ook aan de gymnasia tot leeraar
mochten worden benoemd, die geen
aatsdiploma, geen doctorsgraad be-
naald hadden aan een Staatsuniversi-
tut daardoor mochten ook leeraar
aan t gymnasium worden de Israelieti-
he Godgeleerden van den eersten
en tweeden rang, en ook Israelietische
godsdienstonderwijzers van den hoog
«ten en middelsten rang; deze gaven
nan les in 't Hebreeuwsch, maar zonder
staatsacte in den zak.
in 1 qqi Zej^de gedachte van art. 16 is
w laui breeder opgevatde vrijkga
werd dus weer wat grooter. Toen in
1901 is een poging gewaagd en ze is
gelukt, om, wat 't gymnasiaal onder
wijs aangaat, ook aan Bijz. Gymnasia
hetzelfde recht toe te kennen, wat de
Israelietisclib gemeenten reeds in 1876
hadden verworvend i. dus, om 't
diploma van zoo'n niet Openbaar gym
nasium bij de Overheid te doen er
kennen.
fre
Totdat in 1904 de Hooger Onder
wijswet is gewijzigd
Een Bijzondere Universiteit, welke
ook, had en heeft, (want niemand kan
dat ooit beletten, omdat 't een puur
huishoudelijke aangelegenheid is van
welke school) een B. Univ. heeft
't Jus Promovendi di 't recht om den
advocaatstitel uit te deelen, na afge
legd examen. Maar! en dat was lee
lijker, dat „mr.", dat „meester" voor
je naam bracht je nog niet binnen de
balie. Je mocht, als je van de Vrije
kwam, niet pleiten. Je titel werd door
de rechtbanken niet erkend Ja, in 't
gewone leven mocht men zich advo
caat* noemenen »meester in de rech
ten* maar wie de bul van de Vrije
had kon worden griffier, niet kanton
rechter, niet raadsheer niet ambtenaar
van 't openbaar ministerietotaal niets
De Vrije had dus wel 't Jus Promo
vendi; maar de bezitter, de gepromo
veerde schoot er geen sikkepit mee op,
als hij de school, de Vrije, had verlaten.
Toen heeft dr. Knijper de vrijheid
van 't H. O. uitgebreid door 't Jus Pro
movendi cum effectu civili d.i. 't recht
om te promoveeren met burgerlijk ge
volg zoo, dat de behaalde graad je de
balie en in de gerechtszalen bracht.
De Overheid mocht je benoemen tot
rechter enz.
Maar dat niet alleen. Behalve dat
nu ge'dswaardig geworden diploma,
rechtgevend op allerlei rechterlijke
ambten en fuuctien in den Staat, ging
de vrijheid nog een stap verder nl
door de Subsidieering van de Bijz.
gymnasia en ook van de Vrije Univer
siteit. Subsidieering maar dat is nog
geen gelijkheidis nog geen gelijkstel
ling ,met de Openbare gymnasia Dat
lijkt nog nergens na. Wat de Bijz,
gymnasia en de Vrije Universiteit van
't Rijk krijgen, is maar een peulschil
letje bij wat een stedelijk gymnasium,
en een Staatsuniversiteit kost. De
rechtsgelijkheid is er in de verste verte
nog niet; omdat de Gemeenten, net
als bij 't Lager Onderwijs, nog als
groote melkkoe dienst doen; uit die
Gemeente kassen patten de openbare
gymnasia maar volop, doch de Bijz.
gymnasia krijgen er geen cent uit.
De vrijheid van Hooger Onderwijs
is na 1876 uitgebreid èn door 't recht
met »burgerlijk gevolg* én door bree
der opzet der Bijz. Universiteiten èn
door breeder opzet der Bijz. Leerstoe
len, en door de subsidieering, Maar
rechtvaardig en eerlijk is de toestand
belangena nog niet.
Zookomt 't nu ook. dat er in ons
Land heelwat ontevredenen zijn over
't werk der staatscommissie van 31
Dec. 1913. In dat verslag is't H Ondw.
bijna uitgeschakeld Natuurlijk is die
Oommissie onschuldig. Minister Cort is
de schuldige. Toen de commissie geïn
stalleerd werd zei hij tot de 14 beeren
Het ligt niet in de bedoeling het
onderwijs aan universiteiten of hooge
scholen in den kring uwer bemoeiin
gen te trekken. Uwe taak is reeds
zoo omvangrijk, dat regeling van die
belangen beter tot later bewaard blijve
't Hooger Onderwijs krijgt dus nu
geen kans.
Wel 't Lager! Wel 't Middelbaar!
Wel 't voorbereidend H. Ond. d.i. de
gymnasia. Maar het H. O het echte
neendaar heeft de Commissie zich
niet mee bemoeid. De Bijz. Universiteit
blijft wat ze was, d.i. wordt financieel
er niets beter of slechter van,
PENNEKRASSEN.
II.
We hebben het gehad over de smokkelarij
in verband met de bestrijding.
Maar nu over het feit zelf, over het demo-
raliseerende, wat we even aanhaalden uit het
artikel van Mr. van Schalk in „De Beiaard".
Even hebben we het aangestipt in vorige
„Pennekrassen" toen we spraken over de
soldaten, die omgang hebben met meisjes uit
de grensstreken, zich door haar laten verlei
den! Het groote gros van die meisjes is ook
fatsoenlijk geweest. Ik weet voorbeelden te
over van meisjes, waarop niets te zeggen
viel, maar die door de ouders werden ge
dwongen, aan dergelijke praktijken deel te
nemen, alleen uit zucht.naar winstbejag. Van
vrouwen, die eerbaar waren, maar waarvan
de militairen de-geiegenheia te baat namen
en haar zuike oneerbare voorstellen deden.
Eerst zulien ze hebben geweigerd, maar ze
zijn gevallen, en haar val was groot.
Begrijpt ge dat Ge moet er niet te licht
over denken. Ge moet niet geringschattend
op die menschen neerzien, want ze zijn (uit
zonderingen natuurlijk voorbehouden) als u en
een ander. Ze hebben een strijd gestreden.
Maar in dien strijd gingen zij onder
omdat hun zucht naar geld, hun afgod geld,
hen nader was dan hun eer en fatsoen
Nog iets
Hoeveel durf, hoeveel moed is er niet noo
dig om in donkere nachten op eenzame we
gen, in bosschen en velden hun gevaarlijk
bedrijf uit te oefenen
Dan gaat men „mocdwater" gebruiken en
de alcohol gaat een rol speien en geweet
het misschien niet, maar die rol isvreeseüjk
in zijn gevolgen.
Daar komt van moord en doodslag op
groote schaal. Dari worden als gevolg van
het alcoholgebruik, zonden tegen het zevende
gebod gepleegd, die ten hemelschreien
In het aangehaalde artikel wordt het ook
nog even beproken, noe vrouwen in gezel
schap van mannen haar gruwelijk bedrijf
uitoefenen. Ook dat is niet onschuldig. Dat
kan immers niet.
Is het dus demoraliseerend voor hen, die
zijn aangewezen om het smokkelen tegen te
gaan, het is het ook voor hen, die zelf smok
kelen.
Men ziet niet alleen geen zonde meer in
het smokkelen, maar men gaat verder, men
vindt het zonde, als men het niet doet: ik
heb door en door brave en eerbare menschen
van voorheen de stelling hooren verkondigen,
dat het een zonde zou zijn tegenover God,
om het niet te doen, heb ik aangehaald vo
rig maal.
Alles smokkelt: man en vrouw, groot en
klein, rijk en arm. Niets oniziet men. Het is
een schande. Voor de rechtbank te Arnhem
waren onlangs 10.000 smokkelzaken te be
handelen. Bijna allen kregen gevangenisstraf.
Dat vindt men niet meer erg, beschouwt het
als een onaangenaam iets. En als men dan
er uitkomt, wil men toch wel oppassen er niet
weer in te komen, want het is toch niet prettig.
Niets erg.
Daar vindt men wel wat anders op. Dan
neemt men menschen, die voor geld hun
taak wel willen overnemen. Zij hebben dan
maar toe te kijken en strijken toch de lieve
centen op.
En wèèr zijn menschen verleid en gebracht
op het verkeerde pad.
Zoo gaat het.
Want alles smokkelt. Ik heb gelezen van
een pastoor, die een heele smokkeiaffaire op
touw had gezet en ook van een onderwijzeres,
die op heeterdaad werd betrapt, terwijl ze
bezig was, verboden waar over de grens te
voeren. 'tMensch wilde zeker een centje bij
verdienen. Haast zou ik zeggen je kunt het
haar als onderwijzeres niet kwalijk nemen.
Die verdienen niet veelMaar daarom is het
smokkelen niet goed te keuren. Een burge
meester van een gemeente werd verwezen
uit het ambtsgebied van zekere territorialen
bevelhebber, omdat de EdelAchtbare Heer
smokkelde
En zoo kun-je maar door gaan. Ovéral is
het kwaad van smokkelen inslopen. In alle
kerken en gezindten.
De classis van Gereformeerde Kerken in
Twente, op de Duitsche grens, heeft beslo
ten die leden, die zich overgeven aan smok
kelarij, van het Heilig Avondmaal te weren.
En een Christelijke Werkliedenvereeniging,
ook in die streek, schrapt alle dezulken van
haar ledenlijst.
Alle goede maatregelen.
Die niet meer dan billijk zijn.
Omdat smokkelen verfoeielijk is
En zonde voor God
Maar met dat al is het ontzettend, hoe het
voortwoekert.
Mammondienst
Nederland heeft wel zijn deel aan den oor
log Want het is niet alleen op de grens
streken. 'tis in heel het land zoo.
Om het lieve geld is het alleen te doen.
Allemaal materialistische gedachten,
't Geestelijke dringt op den achtergrond.
DM heeft de oorlog Nederland gedaan.
En ook daarom snakken we naar het einde,
dat, helaas, er voorloopig nog niet is.
Moge het jaar 1917 ons den vrede brengen.
Dan zal ei^pas een einde komen aan dat
onwaardig en zondig gedoe van het smok
kelen, niettegenstaande alle maatregelen ge
nomen er tegen.
En mogen de menschen inkeeren van hun
zondigen weg en inzien, dat ze verkeerd han
delen.
Dat ze weerkeeren nu, nu het nog tijd is
Kr. H. K.
BUITENLANO.
DE TOESTAND.
Op alle fronten wintert het sterk doch
niettegenstaande is er op bijna alle terreinen
een zoeken en tasten waar te nemen wat
somtijds in een hardnekkig gevecht van man
tot man overgaat.
In Noord-Rusland aan weerszijden van de
Aa brachten aanvallen verscheidene Russi
sche bosch-stellingen over een breedte van
10 K.M., met 14 officieren, 1700 man en 13
machinegeweren in Duitsch bezit. Krachtige
tegenaanvallen konden het oprukken niet ver
hinderen. Ten Westen van Luzk drongen de
stormtroepen der Rijnlandsche regimenten in
de aorpstelling van Cemerynki. Zij haalden
er 14 gevangenen uit.
in Roemenië zijn de groote ondernemingen
gestaakt.
Het bombardement van Galatz wordt voort
gezet. In heldere nachten en bij den schijn
der vlammen is de brandende stad mijlen
ver ^ichtbaar.
Zeven Russische schepen, die beiaden met
waren en oorlogsmateriaal in de duisternis
Reni trachtten te bereiken, werden door ons
geschutvuur tot zinken gebracht, zegt de
Duitsche staf.
Op het Westfront ook talrijke krachtige ver
kenningen van Engelsche en Duitsche zijde,
wat ook tot heftige botsingen aanleiding geeft.
De Franschen melden weer een forsche
verkenning der Duitschers in de Vogezen.
De lucht-oorlog neemt de laatste dagen
weer groote afmetingen aan.
Beide partijen hebben blijkbaar wat te
verbergen. Tal van vliegtuigen werden om
laag gehaald ,in de verbitterde gevechten.
Het zal ook, menschelijk gesproken, tot ge
vechten moeten komen, zooals de wereld nog
nooit aanschouwde, en waarbij de Somme-
slag van verleden jaar neg maar voorspel is.
Het spreken houdt op het zwaard of
liever het kanon moet beslissen.
Het politiek debat verloopt. Von Bethman
Hollweg, Wilson, Lloyd George en Briand
zijn aan het woord geweest over den vrede
En heel de wereld luisterde in gespannen
aandacht.
Nu is men aan de ré- en duplieken bezig.
Nieuws wordt er niet meer. gezegd en het
gehoor verloopt.
Juist als op de politieke vergaderingen in
verkiezingstijd. Wanneer spreker en debaters
het woord hebben gevoerd en bij het eind
nog verder van elkander afstaan, dan bij het
begin der vergadering. En als dan een der
debaters het laatste woord wil hebben en bru
taal begint op te treden, i3 de aandacht weg.
Alleen die op een relletje belust zijn, blijven.
Maar de verstandigen gaan naar huis. Zij wé
ten het nu wel.
Zoo wordt het ook tijd, dat het politiek
debat over den toekomstigen vrede gesloten
wordt verklaard. De Engelsche debaters wil
len met alle geweld gelijk hebben.
En het nare is, dat er een heele troep achter
in de zaal zitten. Telkens staat een ander op
en begint weer van voren af, wat zijn col
lega's ook al gezegd hebben, nog eens te
herhalen.
De president (Wilson) is er gewoon verle
gen mee en het publiek wordt ongeduldig.
De Fransche en Russische debaters ge
droegen zich netjes. Voor elk dezer volken
sprak een man, de minister-president.
Maar de EngelschenHoevele ministers
hebben na Lloyd George wel het woord ge
had De een maakt het erger dan de andere.
Zoo pas heeft Bonar Law gesproken.
Hij heeft geantwoord op de jongste rede
van den Amerikaanschen president in den
Senaat gehouden.
Maar hoe zag de man kans om in één re
devoering, zooveel onwaarheden en dwaas
heden te vertellen.
Hij kwam natuurlijk mededeelen, dat En
geland tóch doorvechten wil. Dat wisten we
allang.
Maar Bonar Law staat cfaar note bene met
een „stalen gezicht" Je beweren, dat de En
gelsche regeering het volmaakt met president
Wilson eens is.
Wilson's vredesdenkbeelden, kijk dat is nu
precies wat de Geallieerden willen; riep
hij uit.
En daarom juist mbet Engeland doorvech
ten
Dat Duitschland den oorlog voert op de
wijze die hem goeddunkt en niet zooals de
Geallieerden dat gaarne zouden wenschen
dat Belgie nog bezet is en massa's duikboo-
ten de Engelsche zeeën onveilig maken
is de schuld van de neutralenHeusch, de
man heeft die enormiteit gedebiteerd.
President, zou het maar niet beter wezen
om de vergadering te sluiten
De Engelschen willen toch niet anders dan
ruzis.
VERSPREIDE BERICHTEN.
Het Berliner Tageblatt verneemt dd. 27
dezer uit KopenhagenEen Engelsche nota
kondigt de blokkade van de Duitsche Noord-
zee-bocht, met inbegrip van een gedeelte van
Denemarken en Nederland, aan. De nota werd
hier pas vanmiddag bekend. Zij is den Deen-
schen gezant te Londen eergisterenavond
medegedeeld, nadat zij merkwaardigerwijze
eerst ter kennis van de Noordsche regeering
gebracht en door deze reeds Donderdag open
baar gemaakt was.
Het Noorsche Dagblad schrijft over den
Engelschen maatregel: Het vaarwater, dat
Engeland onveilig zal maken, vormt den noor
delijken uitgang van de bocht van Helgoland
en strekt zich uit tot tei hoogte van Ring-
köbing. Esjberg ligt dus binnen de zone. In-
tusschen is Nederland er in veel sterker mate
dan Denemarken bij betrokken. Voor Noor
wegen heeft de maatregel slechts beteekenis
met het oog op het verkeer met Rotterdam,
dat echter op het oogenblik niet groot is.
Het doel van den Engelschen maatregel, die
in hoofdzaak wel in het uitleggen van mij
nen zal bestaan, is blijkbaar een poging om
den Duitschen duikbooten het in- en uitva
ren te beletten.
Over den invloed van de blokkade op de
Deensche scheepvaart schrijft Nationaltidende
geruststellend, dat er geen verandering te
verwachten is, daar de reizen naar Engeland
van Esjberg uit reeds langs een omweg over
Hanstholm en de Noordengelsche kust ge
schieden.
Gemeenterrad te HELLEVOETSLUIS
op Maandag 22 Januari 1917 des
avonds te 7'/j ure.
Voorz. dhr. Vermaes.
Aanwezig alle leden behaive dhr. P. Gal
las, Burgemeester.
Voortzetting behandeling Hoofdelijken Om
slag.
Dhr. Prins vraagt ingeval de nieuwe ver
ordening valt, of B. en W. de oude verorde
ning handhaven of een andere ontwerpen.
De voorz. antwoordt dat vermoedelijk de
oude zal worden toegepast.
Dhr. de Klerk zou in dat geval direct een
voorstel willen doen, de aftrek van f 400 op
f 500 te brengen in de oude verordening.
Dhr. Kerbert zegt, dat f 500 reeds is aan
genomen en er enkel gesiemd moet wordeu
over de gewijzigde verordening; bij dit
denkbeeld sluiten zich meerdere leden aan.
Het artikel kinderaftrek, wordt nu opnieuw
in stemming gebracht, de stemmen staakten
wederom, zoodat dit voorstel verworpen is.
De voorgestelde nieuwe progessieve tabel
wordt met 7 tegen 3 stemmen aangenomen.
(Tegen de hh. v. Lien, v. d. Wiele en de
Voorz.) j
Voor deze stemming had een bespreking
dezer tabel plaats gehad.
Dhr. Schlosser had aan elk der raadsleden
eene berekening hiervan doen toekomen.
Dhr. de Klerk vraagde over deze becijfering
eenige inlichtingen en meende een onjuist
heid te hebben ontdekt.
Dhr. Schlosser zegt, dat hij met haast
deze cijfers had moeten samenstellen en na
verzending zag, dat ze foutief waren.
Hij maakt dhr. de Klerk zijn compliment.
U'«
'f
1
§1
=5-
II