J Zaterdag '30 Januari 1917. 'XX i en LFABRIEK MISSE. Antirevolutionair 31ste Jaargang N\ 3353, Orgaan voor de Zuidliollandsclie en Zeeuwisclte Eilanden. ■kbank Tweede Blad. 11© Oorlog;, e! 173175 ïferkoopers IN HOC SIGNO VINCES 3> E L Twee Bladen. :«J TTERDAM, TTERDAM~ LAND- EN TUINBOUW. BINNENLAND. RECHTZAKEN. Bedrijfskraeht CVESTIGD >rsstraat ifoon No.4645 filialen, oorten op elke ZOOM EN tct imder cvftroea 1ROOHD W. BOEKHOVEN Zonen, SOMMELSDIJK.. Ad?enèe®t!Sa 1® cent per ragei ea */s staal, BmImkm 89 per raggeL Boekaaakonilglfig Oea* ges rag®! m Vb iBieastaaavrageM m Bienstswisbiedingen 8® öeat pas ^laateiag. j 0-soöte lattass ea vignetten vrosdsa berekend aaas da plaafesrais&te die sij beslaan MTertentlëE worden iagewaeht tot Dinsdag- &n LEÜW. as. ese sedert 25 107. ten kantore der Dit nummer bestaat tut BUITENLAND. >PSTE en 3TE pitorente. stln&Ite «5®. 4, is AesnrsatiSa, DEPOSITO ïiisg 1 pCt. ling iy% pet. greist verkrfjg- «ait. NIDEL 5DELHARNIS. nljne groote voor in S 9738 u&esen en- en geschilderde iMssfascMafels oelen en Fauteuils, 'agens Sportkarren Schilderijen juten zen. Bestellingen elijken tijd franco ran den leeuw ont- troomat- IT. JITBAKKERIJ adresje beschuit. Flinke provisie 10596 Oaaa Courant vereohgat elkea Woanadsg ®n Zaterdag. POEae^eïitsprijs per drie aaaaaden is. p. p. 5® Celt by vooruitbetaling. Buitenland by vooruitbetaling f 4,50 pes ja as Afzonderlijke nummers 5 Cent. UITGEVERS VeletooJK Ia4er®©BRS«. S®. S. Alle stukltefis voor de Redactie bestemd, AdvertentlëB en verdere AdsMiiii^ratle iraaie® toe te zeefiissB aast €e tltljg-evegs. merk M.V.R. RMEEL en VISCHMEEL. MIDDELHARNIS. n, Spaden, Poot- en, Paarden- en ïachines, Geldkis- slagersmessen en LL1JK. ri3- 0E HAAS. it III. )LPENS in 't zuur, ND, sn, Etorieget, TTERDAM. Onze productie In 1917. Wij moeten bedacht zijn op de mogelijk heid van een noodtoestand, die kan intreden als de oorlog blijft voortduren. Daarom heeft de Minister van Landbouw de boeren willen aanmoedigen, om vooral produkten te ver bouwen, die we alsdan voor de voeding van Jnensch en dier, voor den mensch in de eer ste plaats, noodig zullen hebben. Daartoe be noemde Commissies zullen zeker binnenkort met nadere voorstellen komen. Die zullen dan naar des Ministers bedoeling betreffengroo teren verbouw van granen, peulvruchten en aardappelen. Wat kan zonder scheuring van grasland in deze richting gedaan wor den? Vooral het tarwevraagstuk is in de Tweede Kamer besproken en het werd dan voorgesteld, alsof bij uitbreiding van den tarwe verbouw met een aantal H.A. de oogst ook naar evenredigheid zou kunnen worden verhoogd. Dit moge zoo zijn in normale tij den, bij overvloed van mest, thans bij mest- gebrek mag dat allerminst worden verwacht. De Minister en de Kunstmest-Commissie heb ben ongetwijfeld reeds al het mogelijke ge daan, om in onze behoefte aan kunstmest stoffen te voorzien, maar bestellen is nog lang geen ontvangen. De aanvoer van Chili- saipeter is allerminst verzekerd, en met de mogelijkheid, dat deze stikstofmest heel niet aankomt, moet de boer met zijn bouwplan rekening houden. Voor uitbreiding van de tarweteelt is het nu te laat, voor die der roggeteelt eveneens 'althans voor den eerstvolgenden oogst; wel kunnen met het oog op den a.s. herfst maat regelen worden overwogen. Wanneer stel het allerergstevan overzee de aanvoer ge regeld minder wordt, dan zal de aardappel nog meer dan tot heden de hoofdschotel moe ien worden. Aan vet en eiwit krijgen we dan nog grooter behoefte. Het „Ned. L. W.", dit punt besprekende, zegt, dat met het oog op die behoefte het aallerminst te betreuren is, dat de verbouw van koolzaad is uitgebreid, welk gewas dan ook niet valt onder de be palingen van beperking van den verbouw van handelsgewassen. Het blad acht het zeer de vraag, of men met de beperking van den verbouw van blauwmaanzaad en vlas niet reeds te ver is gegaan. In Duitschland wordt de verbouw dier gewassen juist van Regee- ringswijze bevorderd. Het noodige eiwit wordt op de beste wij ze geleverd door de peulvruchten. De teelt van aardappelen en peulvruchten dient krach tig te worden bevorderd. De verbouw van erwten en boonen is in ons land geleidelijk achteruit gegaan. In 1915 verbouwden we 24.000 H.A. erwten en 15.600 H.A. boonen terwijl in de jaren 1910 gemiddeld per jaar werd verbouwd 29000 H.A. en 24000 H.A. Er valt dus een sterke achteruigang te con- stateeren, en dat is onder de tegenwoordige omstandigheden een zeer bedenkelijk ver schijnsel. Want die peulvruchten zijn naast de aardappelen, een kostelijk voedsel voor mensch vee, terwijl ze ook voor een goede melkproductie noodzakelijk zijn. Een enorm voordeel geeft de verbouw van peulvruchten tevens, dat deze geteeld kun nen worden zonder stikstofmest, zoodat de Chilisalpeter indien ze komt voor de granen en suikerbuiten welke het zonder stik stofmest niet kunnen stellen en slechts een matigen oogst zouden leveren, kan worden aangewend. De peulvruchten (leguminosen) verrijken zelfs den bodem nog met stikstof uit den dampkring en ook in ander opzicht laten ze een stoppel achtter, waarin voor den volgenden jaaroogst tarwe met eucces kan worden verbouwd. Tarwe na een peulvrucht geeft een nog beter resultaat dan na haver bij dubbel zooveel stikstof. Waarom zal misschien een lezer vragen is de verbouw van peulvruchten allengs teruggegaan, indien er zooveel voordeelen aan verbonden zijn Om deze redendat er aan de teelt veel risico verbonden isde opbrengst schommelt bij deze gewassen veel meer dan bij granen En hierom is het dus zeer gewenscht, dat de Minister reeds nu hooge minimumprijzen voor de peulvruchten va8t stelt, zoodat de boeren tot de teelt wor den aangemoedigd, ondanks het mogelijke risico. Dit gevaar van risico zal de teelt niet temin binnen zekere perken honden, zoodat geen al te groote uitbreiding behoeft gevreesd te worden. Wanneer tengevolge der aanmoedigings premie de verbouw weer even groot of nog grooter werd dan in de eerste 10 jaren dezer eeuw, dan zou reeds hierdoor het vooruit zicht worden geopend op een wenschelijke uitbreiding van tarweverbouw in den a.s. herfst. Bij voortdurende ongunstige tijdsom standigheden kon dan ook in plaats van gerst, welke vaak na peulvruchten worden verbouwd, tarwe worden gezaaid. Gerst (voedsel voor varkens en runderen) zou dan natuurlijk moeten wijken voor het mensche- lijk voedsel, de tarwe. Gewoonlijk wordt ruim 50,000 H. A. met dat gewas bebouwd. Door voor gerst deels tarwe te telen, (meer dan 20.000 H. A. wordt gewoonlijk met win- tergoed bezaaid) en voorts door een bevor derde teelt van peulvruchten zouden die 50,000 H. A. tot 80,000 H. A. kunnen worden uitgebreid. Dit mag zeker een aanwinst van beteekenis heeten. -» C. B. DE TOESTAND. Een verdwazing overal. De geallieerden hebben door het weigeren der voorstellen van de centralen de zaken geheel op den kop gezet; een ander woord is daar niet voor te vinden. De meest ongewone dwaasheden ziet men in deze dagen begaan en kan men dag aan dag lezen. Maar de grootste van alle is en blijft, wat de staatslieden aan de Theems bedachten. Duitschland is strategisch onmis kenbaar de overwinnaar. En toch doet de Entente of zij het is en vredesvoorwaarden te dicteeren heeft. Duitsch land en zijn bondgenoten bezetten uitgestrekte gebieden van 's vijands land. Maar niet zij, de Geallieerden geven op hoogen toon aan, hoe de kaart van Europa zal worden. Enge land en zijn bondgenooten schenden op de meest brutale wijze verdragen, declaraties, overeenkomstenzij stelden, heel den oorlog dooi, macht boven recht; zij vertrapten en misbruikten kleine volken op de schandelijk ste wijs. En toch dagen zij Duitschland en zijn bondgenooten voor hun rechterstoel. Alleen zooals Engeland de wereld hebben wil, mag zij goed zijn. De Geallieerden beschuldigen Duitschland, Oostenrijk en Bulgarije van"ver overingszucht, en zelf willen ze niet minder dan een half werelddeel onder elkander ver- deelen Nu is er maar tweeërlei mogelijkheid om dezen hoogen toon en die dwaze houding te verklaren. De Geallieerden moeten wel zeer overtuigd zijn van Duitschland's innerlijke verzwakking of de zaak der Geallieerden zelf moet hopeloos staan. Hopeloos in dezen zin, dat een beeindigen van den oorlog in dit stadium, groote onlusten onder eigen, be drogen volken tengévolge zou hebben en een bron van wrevel tusschen de Geallieer den onderling. Een Engelsche courant melde, dat President Wilson zeer uit het veld geslagen was, toen hij de „vredesvoorwaarden" der Geallieerden las. Wij kunnen het ons voorstellen. En de mogelijkheid, dat Engeland een macht zou krijgen, zooals het die in de nota aan Wilson omschreef, achten wij een ramp voor Europa en voor Nederland in het bi zonder. Maar zoover is het nog niet. De onbeschaamde eischen der Geallieerden, hebben in Duitschland een storm van ver ontwaardiging gewekt. Het regent telegram men aan den Keizer, die allen sympathie betuigen met zijn woorden, tot hetDuitsche volk gericht. De Duitsche Bondsvorsten richten procla maties aan hun volken en aan den Keizer, de rijksdag zond een uitvoerig telegram, Kamers van Koophandel en Vereenigingen betuigden hun trouw aan Keizer en rijk. Het Pruisische Huis van afgevaardigden, Dinsdag in vergadering bijeen, toonde één geest en één wil. De minister van financiën erkende, zonder eenig voorbehoud, den moei lijken economischen toestand. Maar heel het Huis was het met den voorzlrter eens„Thans moet worden gestreden tot de anderen om vrede vragen. Wanneer dat zal zijn is in Gods hand. Wij houden echter vol, vertrou wende op Hem, die onze wapens deed zege vieren. Hij zal onze rechtvaardige zaak tot een goed einde brengen I" Heel het Huis stond als een man op, bij deze redevoering. Maar het merkwaardigste is zeker het tele gram van duizenden vrouwen, moeders, wier zonen aan de fronten staan of sneuvelden en die betuigen bereid te zijn ontbering, hon ger en de verschrikking van den oorlog te zuilen lijden, wanneer de snood-aanslag van den vijand slechts mislukt en vrijheid en recht mogen zegevieren. Dit teekent den geest die het Duitsche volk nu gaat bezielen. En groote ontroering gaat door het volk, dat zich voor de vreeselijkste beslissing ziet geplaatst. Het was natuurlijk niet zoo bedoeld, maar Lloyd George heeft met zijn voorstellen, te Rome gedaan, de bedreigde volken nog dich ter bijeengebracht en zal Germanje als één volk tegenover zich vinden. De geallieerden mochten zich wel hebben bedacht wat zij deden, voor zij zulke „vre desvoorwaarden" publiceeren. Want een volk, waarin de vrouwen en de moeders naast man en zonen staan, om hun aan te vuren, is onoverwinlijk. Hoe 't gaat in Roemenië? In Oost-Wallachije, niet ver van deSereth en de Donau, zit een man, over kaarten ge bogen en omringd door officieren. Hij weet wat er omgaat in de wereld achter hem. Hij kent de „vredesvoorwaarden" van den vijand, zoo menigmaal terneergeveld in roemrijken slag. Hij weet dat zijn volk nu de lippen sa menperst tot een moedig, een heldhaftig besluit. Hij grimlacht onderwijl zijn staalgrijs oog de kaart vergelijkt met de juist ingekomen berichten. Constantinopel, Bosporus en Dar- danellen voor den Rus. Gepaste schadever goeding voor Roemenië I Hij weet dat het de vijand van overzee is, die dit schreef. De „vredesvoorwaarden" zijn als zoovele belof ten door Engeland aan de Geallieerde bond genooten gedaan, mits zij trouw blijven en Groot Britannie bevestigen in zijn macht. Maar een van de voorwaarden, waarop ai die zegeningen zullen volgen, is, dat Rusland zijn tegenwoordige linie behoudt. Dat de legers van den Czaar zich aan d e Sereth machtig kunnen versterken om, zooals de Czaar dezer dagen zelf zeide, het krijgs bedrijf op den Balkan binnenkort geheel te beheerschen. Generaal Mackenzen, want hij is de man, dien wij hier in zijn hoofdkwartier opzoeken, is bezig dit plan te verijdelen. Een grootsche taak is hem opgedragen. Heel zijn vaderland ziet op het oogenblik naar Europa's Z.O. hoek, daar waar Sereth en Donau samenvloeien, waar in den breeden stroom de vesting Galatz zich spiegelt. Mackenzen, weet wat men van hem ver wacht, hij kent zijn taak, maar hij is er de man niet naar om over zijn plannen te pra ten. Wanneer hij klaar is, wanneer het werk half volbracht is en zijn geweldige krijgers bezig zijn de zege te behalen, dan zal hij eenige telegrammen afgeven, die zijn plannen kenbaar maken. Maar eerder niet. Zie dat grimmige gelaat van dien Pruisischen generaal maar aan. Dat is geen man van woorden. Daden, dat is het waar het op aankomt en die vordert hij van zijn regimenten. Van Foscani tot benoorden Braiia staan zijn troepen op een front van 100 K.M. aan of vlak voor de Sereth. Hier en daar houden de Russen den westelijken oever nog hard nekkig bezet. Vlak tegen hen over ligt Galatz, dat de geheele situatie beheerscht. De Duitsche en Bulgaarsche troepen hebben in de laatste dagen een drietal dorpen bezet, waardoor zij 4 K.M. van Galatz staan. Maar die 4 K.M. worden gevormd door de breede rivier en haar moerassige oevers. Galatz zelf staat onder het kanonvuur der Duitschers en groote verwoestmgen zijn daar mede aangericht. Mackenzen wil over de Sereth. Dat is zijn taak. Maar de Russen doen hevige uitvallen om het hem onmogelijk te maken. Wéér hij de Sereth forceeren wii, dat is zijn pian, dat hij alleen kent. Daaraan wordt gewerkt. En de buitenwereld verneemt nu alleen, in korte telegrammen, dat de Duitsche en Bul gaarsche troepen de westelijken Sereth-oever trachten te zuiveren, dat de Russen uitvallen en dat de Oostenrijkers vanuit de Karpathen de Russen langzaam achteruit drijven. Het kan den toeschouwer lijken alsof de strijd aan de Sereth tot stilstand is gekomen. Wellicht kan dat nog verscheidene dagen zoo blijven. Want Mackenzen staat hier voor een zeer moeilijke taak, die buitengewoon door het weer en het jaargetijde belemmerd wordt. Maar binnenkort zullen we wel van meer actie hooren. De Duitsche Nota aan de Neutralen. BERLIJN, 16 Januari (Wolff.) Van bevoegde en welingelichte zijde is Wolff's bureau ge machtigd op de officieele Reuter-uitlating over de Duitsche nota aan de neutralen het volgende te antwoorden De vragen e verwijten, die Reuter in op dracht van de Engelsche regeering aanvoerd om Duitschlands schuld aan het uitbreken van den oorlog te bewijzen, zijn voor nie mand meer nieuw. Het zijn dezelfde frazen die al lang zijn weerlegd. Wij doen eenige tegenvragen. Heeft Grey niet verklaard, dat hij het plan van een conferentie zou prijs geven, indien Duitschland er in slaagde, Oostenrijk-Hon- garije fot rechtstreeksche onderhandelingen met Rusland te brengen, en is dit niet aan Duitschlands aanhoudende bemoeiingen ge lukt. Was niet het aanbod van een scheidsgerecht op denzelfden dag dat Rusland mobiliseerde tegen den Oostenrijksch-Hongaarschen bond genoot van Duitschland, dat dien bondgenoot bij verdrag hulp verschuldigd was, een toe leg, waarop Duitschland slecht kon reageeren zooals het heeft gereageerd Heeft niet de Engelsche gezant te St. Petersburg reeds den25sten Juli 1914 Sasonof gewaarschuwd, geen mobilisatie te gelasten aangezien Duitschland zich niet met epn tegenmobilisatie zou kunnen vergenoegen maar aanstonds den oorlog moeten verkla ren Heeft niet graaf Pourtales (de Duitsche gezant) voortdurend Sasonof hetzelfde ge zegd Had Engeland het niet in de hand, uit den oorlog te blijven, maar wilde het niet veeleer de gelegenheid gebruiken om zich op Duitsch land te werpen, toen Grey weigerde onzijdig te blijven, zelfs indien Duitschland België's onzijdigheid of de integriteit van Frankrijk en de Fransche koloniën zou waarborgen? Spreekt daaruit en uit de strikte weigering de voorwaarden te noemen, waaronder En geland onzijdig zou blijven, niet de absolute wil van Engeland om aan te vallen Heeft Rusland nadat zijn mobilisatie haar beslag had gekregen, niet Engeland bedankt voor de vaste houding, die het tegenover Duitschland had aangenomen Waarom zwijgt het Reuter-bericht over Ierland, waar Engelsche officieren onschul dige Ieren uit zuiveren lust tot dooden zonder krijgsraad hebben doodgeschoten? Herinneren de Engelschen zich niet de concentratiekampen uit den Boeren-oorlog, waar duizenden onschuldige Bóeren-kinderen ten gronde zijn gegaan Weet de Engelsche regeering niet hoe een groot aantal Boeren nu nog over Engeland denkt Zijn aan de Engelsche regeering de beraadslagingen in deDoemaoverde behandeling van de vreemde volken in Rusland onbekend Nog onlangs zeide de Russische afgevaardigde Tsjexkeli in de Doema, dat er in de Doema dikwijls van gesproken werd, dat de Russische regee ring tijdens den oorlog alle menschelijke en goddelijke wetten ten aanzien van de vreemde volken in het rijk geschonden had. Zijn niet volgens het onbetwistbaar getuigenis van Russische Doemaleden tallooze joden in Rusland onschuldig opgehangen en Moham medanen in den Kaukasus dood gefolterd? Richten niet Engeland en Frankrijk onder den huichelachtigen dekmantel van bescher mende mogendheden eischen tot den souverein van Griekenland, die veel zwaarder waren dan die, welke indertijd Oostenrijk-Hongarije gedwongen was tot Servië te richten Wat de koloniën betreft, heeft Duitschland de zijne alle verkregen door minnelijke af spraken. Het heeft geen schuld op zijn ge weten, zooais Engeland in Indië en Frankrijk in Marokko heeft. Kan Engeland er eenig bewijs voor leveren, dat Duitschland, voor de uitzetting van het Engelsche mijnveld in de Noordzee, ergens anders mijnen gelegd heeft dan aan de Duitsche en Engelsche kusten en in de toegangswegen naar de En gelsche wateren, na de neutralen behoorlijk gewaarschuwd te hebben? Is niet de Duit sche duikbootoorlog uitsluitend een vergel dingsmaatregel tegen de Engelsche uithon- geringspolitiek Is het den Engelschen onbe kend, dat Parijs een vesting was, die door Duitschland volgens de wetten van den oorlog direct belegerd werd Is het den Engelschen onbekend dat er Russische gevangenkampen zijn waar gedurende den oorlog vele duizenden Duitsche gevangenen jammerlijk ten gronde zijn gegaan? Te Totzi alleen 17.000? Weet men in Europa, dat in vele gevangenkampen de lijken van de gestorvenen in bevroren toestand voor de kampen op stapels gelegd worden Waarom noemt de nota van Reuter wel het geval van de Lüsitania, maar niet de progroms te Johannesburg, Londen, Moskou het geval van de Baralong, van de King Stephen, de zaak van Felicie Pfaadt, het doodschieten van onschuldige kooplieden in Marokko, den moord op den Duitschen ge- zantschaps-ambtenaarKattner, onder de oogen en met goedkeuring van de Russische politie Waarom houdt de Engelsche pers zich niet bezig met het Engelsche aanbod aangaande België in 1887 Vermijdt men te erkennen dat de Engelsche regeering tweeërlei inter pretatie van het volkenrecht kent? Waarom heeft men in Engeland de openbaarmaking verboden van de rapporten van Belgische gezanten over de omsingelingspolitiek van Engeland. Schaamt men zich over zijn eigen daden Mr. Dr. H. Goeman Borgesius. f Gisteren is te 's-Gravenhage in denfouder- dom van 70 jaren, overleden mr. dr. H. Goe man Borgesius, voorzitter van de Tweede Kamer, der Staten-Generaal, oud-minister van Binnenlandsche Zaken. Als politicus, werker op sociaal gebied, journalist en koopman heeft Goeman Borge sius uitgeblonkenals koopman directeur eens van een groote verzekeringsmaatschap pij bezat hij zeker niet minder uitblinkende eigenschappen dan als staatsman. Tot ongeveer een uur voor zijn verschei den is Mr. Borgesius bij zijn volle bewustzijn gebleven. Tegen half twee zag men in, dat er weinig hoop meer overbleef om hem in het leven te behouden. Langzaam vlood het bewustzijn en te ongeveer drie uur waren de levens geesten geweken. Het stoffelijk overschot zal a.s. Maandag op de begraafplaats Oud-Eik en Duinen wor den ter aarde besteld. De begrafenisstoet zal te 1 uur van het sterfhuis aan den Bezuiden- hout vertrekken. KANTONGERECHT TE SOMMELSDIJK. Strafzitting van 17 Januari 1917. Veroordeeld Ter zake strooperij van uien, A. J. D. v. d W. en C. B., beiden te den Bommel, ieder fot eene gevangenisstraf van een maand. Ter zake „politieovertreding te Stad aan 't Haringvliet M. K. te Stad aan 't Haring vliet tot een boete van f 3 subs. 3 dagen. Ter zake verkeer belemmeren op den open baren landweg." S. v. N. te den Bommel tot een boete van f 0.50 sub3. 1 dag. A. T. te den Bommel tot een boete van f 4.-subs. 4 dagen, ter zake „revolver bij zich hebben op den openbaren weg". W. B. te Ouddorp tot een boete van f 10 subs. 10 dagen, met verbeurdverklaring van de in beslag genomen revolver. Ter zake „openbare dronkenschap, H. B. te Ouddorp tot een boete van f 3,-subs. 3 dagen. Ter zake „loopen over grond waarvan de toegang is verboden", W. A. v. A., E. v. d. B., P. v. B., J. N. allen te Nieuwe Tonge tot een boete van f 0,50. Ter zake „orde verstoren in dronkenschap", J. v. d. L. te Goedereede tot een boete van f 3, subs. 3 dagen. A. Y. te Middelharnis tot een boete van f 3 subs. 3 dagen. Ter zake „rijwielen berijden zonder licht" W. K. te Melissant, C. d. V. te Oude Ton ge, W. Dr. te Nieuwe Tonge, A. H. te Som- melsdijk, E. v. M. te Oude Tonge tot een boete van f 3,-subs. 3 dagen. Ter zake „rijden zonder licht", A. Bi. te Oude Tonge, E. T. J. L. te Oude Tonge ie der tot een boete van f 3.-subs 3 dagen. Ter zake „overtreding der leerplichtwet", W. W. te Oude Tonge, W. S. te Ouddorp, Chr. F. te Ouddorp, J. Gr. te Sommelsdijk, J. M. te Sommelsdijk, E. J. V. te Sommels dijk, J. B. te Ouddorp, J. V. te Ouddorp, P. Br. te Ouddorp, C. L. te Sommelsdijk, G. v. d. N. te Sommelsdijk, J. v. d. P. te Sommels dijk, L. T. te Nieuwe Tonge, B. v. d. D. te Sommelsdijk, C. v. W. te Middelharnis, J.Vr. te Sommelsdijk, St. V. te Sommelsdijk, S. K. te Sommeisdijk, T. H. te'Sommelsdijk allen tot een boete van f 8-subs. 8 dagen hechte nis. Arrondissements Rechtbank te Rotterdam Zitting van Dinsdag 16 Januari. De 20-jarige arbeider J. W. te Rockanje bekende op 11 November zes faizanten te hebben weggenomen ten nadeele van een niet-verschenen getuige. Volgens zijn verkla ring had hij ze overgegeven aan den arbei der A. de B., die in zijn gezelschap geweest was en de vogels de nekken had omgedraaid,

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1917 | | pagina 3