J Zaterdag '30 Januari 1917.
'XX
i en
LFABRIEK
MISSE.
Antirevolutionair
31ste Jaargang N\ 3353,
Orgaan
voor de Zuidliollandsclie en Zeeuwisclte Eilanden.
■kbank
Tweede Blad.
11© Oorlog;,
e! 173175
ïferkoopers
IN HOC SIGNO VINCES
3>
E L
Twee Bladen.
:«J
TTERDAM,
TTERDAM~
LAND- EN TUINBOUW.
BINNENLAND.
RECHTZAKEN.
Bedrijfskraeht
CVESTIGD
>rsstraat
ifoon No.4645
filialen,
oorten op elke
ZOOM EN
tct imder cvftroea
1ROOHD
W. BOEKHOVEN Zonen,
SOMMELSDIJK..
Ad?enèe®t!Sa 1® cent per ragei ea */s staal, BmImkm 89 per raggeL
Boekaaakonilglfig Oea* ges rag®! m Vb
iBieastaaavrageM m Bienstswisbiedingen 8® öeat pas ^laateiag.
j 0-soöte lattass ea vignetten vrosdsa berekend aaas da plaafesrais&te die sij beslaan
MTertentlëE worden iagewaeht tot Dinsdag- &n
LEÜW.
as.
ese sedert 25
107.
ten kantore der
Dit nummer bestaat tut
BUITENLAND.
>PSTE en
3TE
pitorente.
stln&Ite «5®. 4,
is AesnrsatiSa,
DEPOSITO
ïiisg 1 pCt.
ling iy% pet.
greist verkrfjg-
«ait.
NIDEL
5DELHARNIS.
nljne groote voor
in S 9738
u&esen
en- en geschilderde
iMssfascMafels
oelen en Fauteuils,
'agens Sportkarren
Schilderijen
juten
zen. Bestellingen
elijken tijd franco
ran den leeuw ont-
troomat-
IT.
JITBAKKERIJ
adresje beschuit.
Flinke provisie
10596
Oaaa Courant vereohgat elkea Woanadsg ®n Zaterdag.
POEae^eïitsprijs per drie aaaaaden is. p. p. 5® Celt by vooruitbetaling.
Buitenland by vooruitbetaling f 4,50 pes ja as
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
UITGEVERS
VeletooJK Ia4er®©BRS«. S®. S.
Alle stukltefis voor de Redactie bestemd, AdvertentlëB en verdere AdsMiiii^ratle iraaie® toe te zeefiissB aast €e tltljg-evegs.
merk M.V.R.
RMEEL
en VISCHMEEL.
MIDDELHARNIS.
n, Spaden, Poot-
en, Paarden- en
ïachines, Geldkis-
slagersmessen en
LL1JK.
ri3-
0E HAAS.
it
III.
)LPENS in 't zuur,
ND,
sn, Etorieget,
TTERDAM.
Onze productie In 1917.
Wij moeten bedacht zijn op de mogelijk
heid van een noodtoestand, die kan intreden
als de oorlog blijft voortduren. Daarom heeft
de Minister van Landbouw de boeren willen
aanmoedigen, om vooral produkten te ver
bouwen, die we alsdan voor de voeding van
Jnensch en dier, voor den mensch in de eer
ste plaats, noodig zullen hebben. Daartoe be
noemde Commissies zullen zeker binnenkort
met nadere voorstellen komen. Die zullen dan
naar des Ministers bedoeling betreffengroo
teren verbouw van granen, peulvruchten en
aardappelen. Wat kan zonder scheuring
van grasland in deze richting gedaan wor
den? Vooral het tarwevraagstuk is in de
Tweede Kamer besproken en het werd dan
voorgesteld, alsof bij uitbreiding van den
tarwe verbouw met een aantal H.A. de oogst
ook naar evenredigheid zou kunnen worden
verhoogd. Dit moge zoo zijn in normale tij
den, bij overvloed van mest, thans bij mest-
gebrek mag dat allerminst worden verwacht.
De Minister en de Kunstmest-Commissie heb
ben ongetwijfeld reeds al het mogelijke ge
daan, om in onze behoefte aan kunstmest
stoffen te voorzien, maar bestellen is nog
lang geen ontvangen. De aanvoer van Chili-
saipeter is allerminst verzekerd, en met de
mogelijkheid, dat deze stikstofmest heel niet
aankomt, moet de boer met zijn bouwplan
rekening houden.
Voor uitbreiding van de tarweteelt is het
nu te laat, voor die der roggeteelt eveneens
'althans voor den eerstvolgenden oogst; wel
kunnen met het oog op den a.s. herfst maat
regelen worden overwogen. Wanneer stel
het allerergstevan overzee de aanvoer ge
regeld minder wordt, dan zal de aardappel
nog meer dan tot heden de hoofdschotel moe
ien worden. Aan vet en eiwit krijgen we dan
nog grooter behoefte. Het „Ned. L. W.", dit
punt besprekende, zegt, dat met het oog op
die behoefte het aallerminst te betreuren is,
dat de verbouw van koolzaad is uitgebreid,
welk gewas dan ook niet valt onder de be
palingen van beperking van den verbouw van
handelsgewassen. Het blad acht het zeer de
vraag, of men met de beperking van den
verbouw van blauwmaanzaad en vlas niet
reeds te ver is gegaan. In Duitschland wordt
de verbouw dier gewassen juist van Regee-
ringswijze bevorderd.
Het noodige eiwit wordt op de beste wij
ze geleverd door de peulvruchten. De teelt
van aardappelen en peulvruchten dient krach
tig te worden bevorderd. De verbouw van
erwten en boonen is in ons land geleidelijk
achteruit gegaan. In 1915 verbouwden we
24.000 H.A. erwten en 15.600 H.A. boonen
terwijl in de jaren 1910 gemiddeld per jaar
werd verbouwd 29000 H.A. en 24000 H.A.
Er valt dus een sterke achteruigang te con-
stateeren, en dat is onder de tegenwoordige
omstandigheden een zeer bedenkelijk ver
schijnsel. Want die peulvruchten zijn naast
de aardappelen, een kostelijk voedsel voor
mensch vee, terwijl ze ook voor een goede
melkproductie noodzakelijk zijn.
Een enorm voordeel geeft de verbouw van
peulvruchten tevens, dat deze geteeld kun
nen worden zonder stikstofmest, zoodat de
Chilisalpeter indien ze komt voor de
granen en suikerbuiten welke het zonder stik
stofmest niet kunnen stellen en slechts een
matigen oogst zouden leveren, kan worden
aangewend. De peulvruchten (leguminosen)
verrijken zelfs den bodem nog met stikstof
uit den dampkring en ook in ander opzicht
laten ze een stoppel achtter, waarin voor den
volgenden jaaroogst tarwe met eucces kan
worden verbouwd. Tarwe na een peulvrucht
geeft een nog beter resultaat dan na haver
bij dubbel zooveel stikstof.
Waarom zal misschien een lezer vragen
is de verbouw van peulvruchten allengs
teruggegaan, indien er zooveel voordeelen
aan verbonden zijn Om deze redendat
er aan de teelt veel risico verbonden isde
opbrengst schommelt bij deze gewassen veel
meer dan bij granen En hierom is het dus
zeer gewenscht, dat de Minister reeds nu
hooge minimumprijzen voor de peulvruchten
va8t stelt, zoodat de boeren tot de teelt wor
den aangemoedigd, ondanks het mogelijke
risico. Dit gevaar van risico zal de teelt niet
temin binnen zekere perken honden, zoodat
geen al te groote uitbreiding behoeft gevreesd
te worden.
Wanneer tengevolge der aanmoedigings
premie de verbouw weer even groot of nog
grooter werd dan in de eerste 10 jaren dezer
eeuw, dan zou reeds hierdoor het vooruit
zicht worden geopend op een wenschelijke
uitbreiding van tarweverbouw in den a.s.
herfst. Bij voortdurende ongunstige tijdsom
standigheden kon dan ook in plaats van
gerst, welke vaak na peulvruchten worden
verbouwd, tarwe worden gezaaid. Gerst
(voedsel voor varkens en runderen) zou dan
natuurlijk moeten wijken voor het mensche-
lijk voedsel, de tarwe. Gewoonlijk wordt
ruim 50,000 H. A. met dat gewas bebouwd.
Door voor gerst deels tarwe te telen, (meer
dan 20.000 H. A. wordt gewoonlijk met win-
tergoed bezaaid) en voorts door een bevor
derde teelt van peulvruchten zouden die
50,000 H. A. tot 80,000 H. A. kunnen worden
uitgebreid. Dit mag zeker een aanwinst van
beteekenis heeten. -» C. B.
DE TOESTAND.
Een verdwazing overal.
De geallieerden hebben door het weigeren
der voorstellen van de centralen de zaken
geheel op den kop gezet; een ander woord
is daar niet voor te vinden.
De meest ongewone dwaasheden ziet men
in deze dagen begaan en kan men dag aan
dag lezen. Maar de grootste van alle is en
blijft, wat de staatslieden aan de Theems
bedachten. Duitschland is strategisch onmis
kenbaar de overwinnaar.
En toch doet de Entente of zij het is en
vredesvoorwaarden te dicteeren heeft. Duitsch
land en zijn bondgenoten bezetten uitgestrekte
gebieden van 's vijands land. Maar niet zij,
de Geallieerden geven op hoogen toon aan,
hoe de kaart van Europa zal worden. Enge
land en zijn bondgenooten schenden op de
meest brutale wijze verdragen, declaraties,
overeenkomstenzij stelden, heel den oorlog
dooi, macht boven recht; zij vertrapten en
misbruikten kleine volken op de schandelijk
ste wijs.
En toch dagen zij Duitschland en zijn
bondgenooten voor hun rechterstoel. Alleen
zooals Engeland de wereld hebben wil, mag
zij goed zijn. De Geallieerden beschuldigen
Duitschland, Oostenrijk en Bulgarije van"ver
overingszucht, en zelf willen ze niet minder
dan een half werelddeel onder elkander ver-
deelen
Nu is er maar tweeërlei mogelijkheid om
dezen hoogen toon en die dwaze houding te
verklaren. De Geallieerden moeten wel zeer
overtuigd zijn van Duitschland's innerlijke
verzwakking of de zaak der Geallieerden
zelf moet hopeloos staan. Hopeloos in dezen
zin, dat een beeindigen van den oorlog in
dit stadium, groote onlusten onder eigen, be
drogen volken tengévolge zou hebben en
een bron van wrevel tusschen de Geallieer
den onderling.
Een Engelsche courant melde, dat President
Wilson zeer uit het veld geslagen was, toen
hij de „vredesvoorwaarden" der Geallieerden
las. Wij kunnen het ons voorstellen.
En de mogelijkheid, dat Engeland een
macht zou krijgen, zooals het die in de nota
aan Wilson omschreef, achten wij een ramp
voor Europa en voor Nederland in het bi
zonder.
Maar zoover is het nog niet.
De onbeschaamde eischen der Geallieerden,
hebben in Duitschland een storm van ver
ontwaardiging gewekt. Het regent telegram
men aan den Keizer, die allen sympathie
betuigen met zijn woorden, tot hetDuitsche
volk gericht.
De Duitsche Bondsvorsten richten procla
maties aan hun volken en aan den Keizer,
de rijksdag zond een uitvoerig telegram,
Kamers van Koophandel en Vereenigingen
betuigden hun trouw aan Keizer en rijk.
Het Pruisische Huis van afgevaardigden,
Dinsdag in vergadering bijeen, toonde één
geest en één wil. De minister van financiën
erkende, zonder eenig voorbehoud, den moei
lijken economischen toestand. Maar heel het
Huis was het met den voorzlrter eens„Thans
moet worden gestreden tot de anderen om
vrede vragen. Wanneer dat zal zijn is in
Gods hand. Wij houden echter vol, vertrou
wende op Hem, die onze wapens deed zege
vieren. Hij zal onze rechtvaardige zaak tot
een goed einde brengen I"
Heel het Huis stond als een man op, bij
deze redevoering.
Maar het merkwaardigste is zeker het tele
gram van duizenden vrouwen, moeders, wier
zonen aan de fronten staan of sneuvelden
en die betuigen bereid te zijn ontbering, hon
ger en de verschrikking van den oorlog te
zuilen lijden, wanneer de snood-aanslag van
den vijand slechts mislukt en vrijheid en
recht mogen zegevieren.
Dit teekent den geest die het Duitsche
volk nu gaat bezielen.
En groote ontroering gaat door het volk,
dat zich voor de vreeselijkste beslissing
ziet geplaatst.
Het was natuurlijk niet zoo bedoeld, maar
Lloyd George heeft met zijn voorstellen, te
Rome gedaan, de bedreigde volken nog dich
ter bijeengebracht en zal Germanje als één
volk tegenover zich vinden.
De geallieerden mochten zich wel hebben
bedacht wat zij deden, voor zij zulke „vre
desvoorwaarden" publiceeren. Want een volk,
waarin de vrouwen en de moeders naast
man en zonen staan, om hun aan te vuren,
is onoverwinlijk.
Hoe 't gaat in Roemenië?
In Oost-Wallachije, niet ver van deSereth
en de Donau, zit een man, over kaarten ge
bogen en omringd door officieren. Hij weet
wat er omgaat in de wereld achter hem. Hij
kent de „vredesvoorwaarden" van den vijand,
zoo menigmaal terneergeveld in roemrijken
slag.
Hij weet dat zijn volk nu de lippen sa
menperst tot een moedig, een heldhaftig
besluit.
Hij grimlacht onderwijl zijn staalgrijs oog
de kaart vergelijkt met de juist ingekomen
berichten. Constantinopel, Bosporus en Dar-
danellen voor den Rus. Gepaste schadever
goeding voor Roemenië I Hij weet dat het
de vijand van overzee is, die dit schreef. De
„vredesvoorwaarden" zijn als zoovele belof
ten door Engeland aan de Geallieerde bond
genooten gedaan, mits zij trouw blijven en
Groot Britannie bevestigen in zijn macht.
Maar een van de voorwaarden, waarop ai
die zegeningen zullen volgen, is, dat Rusland
zijn tegenwoordige linie behoudt.
Dat de legers van den Czaar zich aan d e
Sereth machtig kunnen versterken om, zooals
de Czaar dezer dagen zelf zeide, het krijgs
bedrijf op den Balkan binnenkort geheel te
beheerschen.
Generaal Mackenzen, want hij is de man,
dien wij hier in zijn hoofdkwartier opzoeken,
is bezig dit plan te verijdelen.
Een grootsche taak is hem opgedragen.
Heel zijn vaderland ziet op het oogenblik
naar Europa's Z.O. hoek, daar waar Sereth
en Donau samenvloeien, waar in den breeden
stroom de vesting Galatz zich spiegelt.
Mackenzen, weet wat men van hem ver
wacht, hij kent zijn taak, maar hij is er de
man niet naar om over zijn plannen te pra
ten. Wanneer hij klaar is, wanneer het werk
half volbracht is en zijn geweldige krijgers
bezig zijn de zege te behalen, dan zal hij
eenige telegrammen afgeven, die zijn plannen
kenbaar maken.
Maar eerder niet. Zie dat grimmige gelaat
van dien Pruisischen generaal maar aan. Dat
is geen man van woorden. Daden, dat is het
waar het op aankomt en die vordert hij van
zijn regimenten.
Van Foscani tot benoorden Braiia staan
zijn troepen op een front van 100 K.M. aan
of vlak voor de Sereth. Hier en daar houden
de Russen den westelijken oever nog hard
nekkig bezet.
Vlak tegen hen over ligt Galatz, dat de
geheele situatie beheerscht. De Duitsche en
Bulgaarsche troepen hebben in de laatste
dagen een drietal dorpen bezet, waardoor
zij 4 K.M. van Galatz staan.
Maar die 4 K.M. worden gevormd door
de breede rivier en haar moerassige oevers.
Galatz zelf staat onder het kanonvuur der
Duitschers en groote verwoestmgen zijn daar
mede aangericht.
Mackenzen wil over de Sereth. Dat is zijn
taak. Maar de Russen doen hevige uitvallen
om het hem onmogelijk te maken. Wéér hij
de Sereth forceeren wii, dat is zijn pian, dat
hij alleen kent. Daaraan wordt gewerkt.
En de buitenwereld verneemt nu alleen, in
korte telegrammen, dat de Duitsche en Bul
gaarsche troepen de westelijken Sereth-oever
trachten te zuiveren, dat de Russen uitvallen
en dat de Oostenrijkers vanuit de Karpathen
de Russen langzaam achteruit drijven.
Het kan den toeschouwer lijken alsof de
strijd aan de Sereth tot stilstand is gekomen.
Wellicht kan dat nog verscheidene dagen
zoo blijven.
Want Mackenzen staat hier voor een zeer
moeilijke taak, die buitengewoon door het
weer en het jaargetijde belemmerd wordt.
Maar binnenkort zullen we wel van meer
actie hooren.
De Duitsche Nota aan de Neutralen.
BERLIJN, 16 Januari (Wolff.) Van bevoegde
en welingelichte zijde is Wolff's bureau ge
machtigd op de officieele Reuter-uitlating
over de Duitsche nota aan de neutralen het
volgende te antwoorden
De vragen e verwijten, die Reuter in op
dracht van de Engelsche regeering aanvoerd
om Duitschlands schuld aan het uitbreken
van den oorlog te bewijzen, zijn voor nie
mand meer nieuw. Het zijn dezelfde frazen
die al lang zijn weerlegd.
Wij doen eenige tegenvragen.
Heeft Grey niet verklaard, dat hij het plan
van een conferentie zou prijs geven, indien
Duitschland er in slaagde, Oostenrijk-Hon-
garije fot rechtstreeksche onderhandelingen
met Rusland te brengen, en is dit niet aan
Duitschlands aanhoudende bemoeiingen ge
lukt.
Was niet het aanbod van een scheidsgerecht
op denzelfden dag dat Rusland mobiliseerde
tegen den Oostenrijksch-Hongaarschen bond
genoot van Duitschland, dat dien bondgenoot
bij verdrag hulp verschuldigd was, een toe
leg, waarop Duitschland slecht kon reageeren
zooals het heeft gereageerd
Heeft niet de Engelsche gezant te St.
Petersburg reeds den25sten Juli 1914 Sasonof
gewaarschuwd, geen mobilisatie te gelasten
aangezien Duitschland zich niet met epn
tegenmobilisatie zou kunnen vergenoegen
maar aanstonds den oorlog moeten verkla
ren
Heeft niet graaf Pourtales (de Duitsche
gezant) voortdurend Sasonof hetzelfde ge
zegd
Had Engeland het niet in de hand, uit den
oorlog te blijven, maar wilde het niet veeleer
de gelegenheid gebruiken om zich op Duitsch
land te werpen, toen Grey weigerde onzijdig
te blijven, zelfs indien Duitschland België's
onzijdigheid of de integriteit van Frankrijk
en de Fransche koloniën zou waarborgen?
Spreekt daaruit en uit de strikte weigering
de voorwaarden te noemen, waaronder En
geland onzijdig zou blijven, niet de absolute
wil van Engeland om aan te vallen
Heeft Rusland nadat zijn mobilisatie haar
beslag had gekregen, niet Engeland bedankt
voor de vaste houding, die het tegenover
Duitschland had aangenomen
Waarom zwijgt het Reuter-bericht over
Ierland, waar Engelsche officieren onschul
dige Ieren uit zuiveren lust tot dooden zonder
krijgsraad hebben doodgeschoten?
Herinneren de Engelschen zich niet de
concentratiekampen uit den Boeren-oorlog,
waar duizenden onschuldige Bóeren-kinderen
ten gronde zijn gegaan Weet de Engelsche
regeering niet hoe een groot aantal Boeren
nu nog over Engeland denkt Zijn aan de
Engelsche regeering de beraadslagingen in
deDoemaoverde behandeling van de vreemde
volken in Rusland onbekend Nog onlangs
zeide de Russische afgevaardigde Tsjexkeli
in de Doema, dat er in de Doema dikwijls
van gesproken werd, dat de Russische regee
ring tijdens den oorlog alle menschelijke en
goddelijke wetten ten aanzien van de vreemde
volken in het rijk geschonden had. Zijn niet
volgens het onbetwistbaar getuigenis van
Russische Doemaleden tallooze joden in
Rusland onschuldig opgehangen en Moham
medanen in den Kaukasus dood gefolterd?
Richten niet Engeland en Frankrijk onder
den huichelachtigen dekmantel van bescher
mende mogendheden eischen tot den souverein
van Griekenland, die veel zwaarder waren
dan die, welke indertijd Oostenrijk-Hongarije
gedwongen was tot Servië te richten
Wat de koloniën betreft, heeft Duitschland
de zijne alle verkregen door minnelijke af
spraken. Het heeft geen schuld op zijn ge
weten, zooais Engeland in Indië en Frankrijk
in Marokko heeft. Kan Engeland er eenig
bewijs voor leveren, dat Duitschland, voor
de uitzetting van het Engelsche mijnveld in
de Noordzee, ergens anders mijnen gelegd
heeft dan aan de Duitsche en Engelsche
kusten en in de toegangswegen naar de En
gelsche wateren, na de neutralen behoorlijk
gewaarschuwd te hebben? Is niet de Duit
sche duikbootoorlog uitsluitend een vergel
dingsmaatregel tegen de Engelsche uithon-
geringspolitiek Is het den Engelschen onbe
kend, dat Parijs een vesting was, die door
Duitschland volgens de wetten van den oorlog
direct belegerd werd Is het den Engelschen
onbekend dat er Russische gevangenkampen
zijn waar gedurende den oorlog vele duizenden
Duitsche gevangenen jammerlijk ten gronde
zijn gegaan? Te Totzi alleen 17.000? Weet
men in Europa, dat in vele gevangenkampen
de lijken van de gestorvenen in bevroren
toestand voor de kampen op stapels gelegd
worden
Waarom noemt de nota van Reuter wel
het geval van de Lüsitania, maar niet de
progroms te Johannesburg, Londen, Moskou
het geval van de Baralong, van de King
Stephen, de zaak van Felicie Pfaadt, het
doodschieten van onschuldige kooplieden in
Marokko, den moord op den Duitschen ge-
zantschaps-ambtenaarKattner, onder de oogen
en met goedkeuring van de Russische politie
Waarom houdt de Engelsche pers zich niet
bezig met het Engelsche aanbod aangaande
België in 1887 Vermijdt men te erkennen
dat de Engelsche regeering tweeërlei inter
pretatie van het volkenrecht kent? Waarom
heeft men in Engeland de openbaarmaking
verboden van de rapporten van Belgische
gezanten over de omsingelingspolitiek van
Engeland.
Schaamt men zich over zijn eigen daden
Mr. Dr. H. Goeman Borgesius. f
Gisteren is te 's-Gravenhage in denfouder-
dom van 70 jaren, overleden mr. dr. H. Goe
man Borgesius, voorzitter van de Tweede
Kamer, der Staten-Generaal, oud-minister van
Binnenlandsche Zaken.
Als politicus, werker op sociaal gebied,
journalist en koopman heeft Goeman Borge
sius uitgeblonkenals koopman directeur
eens van een groote verzekeringsmaatschap
pij bezat hij zeker niet minder uitblinkende
eigenschappen dan als staatsman.
Tot ongeveer een uur voor zijn verschei
den is Mr. Borgesius bij zijn volle bewustzijn
gebleven.
Tegen half twee zag men in, dat er weinig
hoop meer overbleef om hem in het leven te
behouden. Langzaam vlood het bewustzijn
en te ongeveer drie uur waren de levens
geesten geweken.
Het stoffelijk overschot zal a.s. Maandag
op de begraafplaats Oud-Eik en Duinen wor
den ter aarde besteld. De begrafenisstoet zal
te 1 uur van het sterfhuis aan den Bezuiden-
hout vertrekken.
KANTONGERECHT TE SOMMELSDIJK.
Strafzitting van 17 Januari 1917.
Veroordeeld
Ter zake strooperij van uien, A. J. D. v. d
W. en C. B., beiden te den Bommel, ieder fot
eene gevangenisstraf van een maand.
Ter zake „politieovertreding te Stad aan
't Haringvliet M. K. te Stad aan 't Haring
vliet tot een boete van f 3 subs. 3 dagen.
Ter zake verkeer belemmeren op den open
baren landweg." S. v. N. te den Bommel tot
een boete van f 0.50 sub3. 1 dag.
A. T. te den Bommel tot een boete van
f 4.-subs. 4 dagen, ter zake „revolver bij zich
hebben op den openbaren weg".
W. B. te Ouddorp tot een boete van f 10
subs. 10 dagen, met verbeurdverklaring van
de in beslag genomen revolver.
Ter zake „openbare dronkenschap, H. B.
te Ouddorp tot een boete van f 3,-subs. 3
dagen.
Ter zake „loopen over grond waarvan de
toegang is verboden", W. A. v. A., E. v. d.
B., P. v. B., J. N. allen te Nieuwe Tonge tot
een boete van f 0,50.
Ter zake „orde verstoren in dronkenschap",
J. v. d. L. te Goedereede tot een boete van
f 3, subs. 3 dagen.
A. Y. te Middelharnis tot een boete van
f 3 subs. 3 dagen.
Ter zake „rijwielen berijden zonder licht"
W. K. te Melissant, C. d. V. te Oude Ton
ge, W. Dr. te Nieuwe Tonge, A. H. te Som-
melsdijk, E. v. M. te Oude Tonge tot een
boete van f 3,-subs. 3 dagen.
Ter zake „rijden zonder licht", A. Bi. te
Oude Tonge, E. T. J. L. te Oude Tonge ie
der tot een boete van f 3.-subs 3 dagen.
Ter zake „overtreding der leerplichtwet",
W. W. te Oude Tonge, W. S. te Ouddorp,
Chr. F. te Ouddorp, J. Gr. te Sommelsdijk,
J. M. te Sommelsdijk, E. J. V. te Sommels
dijk, J. B. te Ouddorp, J. V. te Ouddorp, P.
Br. te Ouddorp, C. L. te Sommelsdijk, G. v.
d. N. te Sommelsdijk, J. v. d. P. te Sommels
dijk, L. T. te Nieuwe Tonge, B. v. d. D. te
Sommelsdijk, C. v. W. te Middelharnis, J.Vr.
te Sommelsdijk, St. V. te Sommelsdijk, S. K.
te Sommeisdijk, T. H. te'Sommelsdijk allen
tot een boete van f 8-subs. 8 dagen hechte
nis.
Arrondissements Rechtbank te Rotterdam
Zitting van Dinsdag 16 Januari.
De 20-jarige arbeider J. W. te Rockanje
bekende op 11 November zes faizanten te
hebben weggenomen ten nadeele van een
niet-verschenen getuige. Volgens zijn verkla
ring had hij ze overgegeven aan den arbei
der A. de B., die in zijn gezelschap geweest
was en de vogels de nekken had omgedraaid,