Woensdag 17 Januari 1917. machines EEI Ir. plaat voer de Knidbollandücbe en Zeeuwsehe Bilaintien. 11© florlog* aarkt Antirevolutionair Orgaan een IN HOC SIGNO VINCES FEUILLETON. wSand. DUITEN LAND. BINNENLAND. EEN VERWOEST LEVEN. IS ERS 10832 Jpecuiaassnij-, ttij-MacMnes, enz, «Motoren, ïpl, Installaties BX. ,a !®|©e- 10258 OELAARS W. BOEKHOVEN Zonen, H 1 14) Kogelfleschjes Gemberbie* nas en andere iesre artikelen 10666 kkt 1733. 'ftllCO. 818le Jaargang N#. *2251. J1S" Machines. 3£0ïi bij dsn II.-eiland en |ën les&eat. :er 8686 >IJR. [.rantie. ELSE, voor s Oeae Courant vereohgnt ©ik®a W©SBSdRg ZatefftSag:! kboimemeMeprljfi p®r dris maamiea fe. p. g. €«tëf by voomitbetaliHg.'| BMtenlnnti bij vooiraitbetallmg f 4,50 par jaas Afzonderlijke nummers 5 Cent. UITGEVERS SOMMELSD1JK. Iteïefoos» ImterconsMsa. ÏB«. S. Astwïtatlëa 10 oeni por segel sa */a maal, Reokssss 20 pes r«stó. 3mM%r-kmMgMg Ctoat per s?©g®» en */s mmh en Blenstsanbiedingem 6©- €eaé per plaafadng. filroeia letters en vignetten wmém berekend naar de plaatsruimte dis ssj b«ia»» AslvertentiJH worden iagowaoht tot Dinsdag- an Vrijdagmorgen 10 nar. _4Kl<e «tukken v®«®r de Hedaei toestenacl, Adverteallér^ esi Terdege AefiHsiiiiaiffatfie Étrmue® tee 6e aenttMs «S© iJilgreTeirs Zitten, wat zit i.a KS|I S^l inoij si] i De politieke partijen hebben in haar cen trale besturen overleg gepleegd en sijn ten slotte overeengekomen om bij de Juni-stem- bus in 1917 te laten sitten wat zit. Op Piakkee blijft dus mr. Patijn onbestreden; in Brielle wordt tegen den hr.Roodhuijsen geen candidaat gesteld. Het is nochtans voor ons niet heel duidelijk, of over 'tgan- sche Nederland die wensch der partijen zal worden gebillijkt. De S. D. P. (die van Wijnkoop) én de bond van Christen-Socia listen zijn al maanden lang aan 't overleg gen hoe en waar ze saam tegen 't Impe rialistisch streven kunnen optreden en can- didaten willen stellen, die in Juni. tegen dat stelsel te vuur en te zwaard zullen op treden, alsmede voor de Dienstweigering. Deze twee partijtjes spuwen week in, week uit, vuur en vlam tegeu da christelijke par tial en de Liberale Concentratie en de S. P. over hun meeheulen» met dat Imperialisme. Scherpe verwijten over natio nalisme worden week in, week uit, ons allen naar het hoofd geslingerd. Het Chris- tsndom der Liefde; de Geest Gods, die liefde is, zeggen ze, wordt door alle partijen, be halve door heD, veracht enz. enz. Vrage menkan en mag zoo'n Wijnkoop- partijtje en zoo'n bondje van Christen-So cialisten door 't accoovd van de groote partijen gedwongen worden om in Juni, geen tegencandidaten te stellen? Het xs de partijtjes der heilige overtui ging, dat dienstweigering plicht is; ze zijn vóór een anti-oorlogs-daad. Ia orde. Maar nu komen de groote partijen en die leggen de kleinere 't botte zwijgen op en beletten de demonstratie bij de stembus. Mag dat? Mag een groote, de kleine den principieelen mond snoeren, omdat ze maar klein is? Laat zitten, wat zit? Ja! de groote partijen komen er op zoo'n manier goedkoop af; de verkiesing kost ze 4' V cent 'maar i3 't billijk, is dat nu vrijheid? Want men legt de kleine partijen absoluut 't slot op den mond. En daar voelen we niets voor. V Engeland en de Vrede. Met stevige vuiet heeft Engeland zijn bondgenooteu vast en wil se beletten af zonderlijk vrada te sluiten. Overal èn ia Frankrijk, èu in Italië, èa in Rusland heeft 't op die Landen zijn druk uitgeoefend; öf door geld, óf door geld en toezegging van hulptroepen. Zooals een reuzenslang zich slingert om zija slachtoffer en 't de ribben doet kraken, zoo heeft zich Engeland ge slingerd, om zijn bondgenooteu en laat ze zijn druk en persing voelen. Totdat (o arme bondgenooten, die U niet meer kunt ontworstelen aan den greep en klemtot dat die bondgenooten. afgemarteld, macht loos, futloos, bij den Vrede, hulpeloos neer liggen op 't Wereldtooneel. Dan zijn er op dia wereld maar twee handelaars;' hij Engeland en 't door hem gehate Duitsch- iand. En tusschen die twee zal dan een han- de'sstrijd begonnen te worden over deheele wereld; terwijl 't uitgeputte Frankrijk, 't armzalige Italië en 't inwendig rctte Rus land als uitgeknepen citroenen worden terzij gestooten. De Bondgenooten van Engeland zien dat ookmaar 't is te laat. Engeland heeft ze ia zija klauw en se moeten nu alle naar sijn pijpen dansen, totdat ze, oververmoeid, in geen jaren meer iets flinks op 't Wereld iooneei kunnen prestoeren. Dau blijft die Wereld met zijn Handel en Scheepvaart, met zijn Industrie en Verkeer voor Engeland, want die Duitscher moet ook dood. Dan is 't Heelal voor den Esgelsch- man. Zijn Haan kraait Koning in alle zeeën en alle werelden. Zijn eigen Bondgenooten afmatten, om op hun ruïnen zich een naam en zaak, zich nieuwen rijkdom en winst te ver werven dat is Ecgelands bedoeling. Daarom geen vrede. Engeland haat elk gevoel van patriot tisme. 't, Is een Land van kosmopolitische gedachte. En daarom haat 't Duitschland, maar heeft 't ook een afkeer er van, als Frankrijk een afzonderlijken vrede sloot, terwiile van sijn belangen. DE TOESTAND. Twee nota's op eenen dag kwamen de vorige week los. Die van de Entente aan pres. Wilson en die van de Centrale mogendheden aan de „neutralen". Beiden bevatten weinig nieuws. Maar als we ze vergelijken, kunnen we niet anders dan de slotsom opmakenWeer moet het zwaard, of liever het kanon beslis sen. Entente en Centralen, of laten we maar zeggen Engeland en Duitschland, staan nog steeds even ver van elkander. Engeland en Duitschland, zeiden we En dat niet zonder opzet I Wat toch is aan beide zijden opmerkelijk Dat de sterkste mogendheid aldus het Fr. Dagbl. steeds meer de leiding neemt zoodat steeds meer de twee groote tegen standers elkander te lijf gaanEngeland en Duitschland. Ga het zelf maar na. De Duifschers zijn zoowat overal. Alleen aan het Italiaansche front hebben wij ze nog niet gesignaleerd gezien. Maar overigens strijden ze aan Somme en Ijzer, bij Oost- en Zwarte Zee, in Macedonië en in de woestijn. Hun aanvoerders leiden den krijg. Hindenburg, Fdkenhayn, Mackenzen. En oqk financieel zijn zij het, die moeten bijspringen, zullen hun bondgenooten aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Maar met Engeland is 't net zoo 'tEngelsche leger staat in Frankrijk, dat is waar. Doch daarentegen is de Engelsche vloot weer overal en beheerscht zij de zeeën èn de bondgenooten. Ook de „bondgenooten"; Frankrijk, Rus land, Italië, om nu van de kleinere maar te zwijgen. Ga het alweer zelf na! Stel eens, dat een van deze bondgenooten afzonderlijk vrede wilde sluiten, tégen En- geland's zin hoe zou dat nreten Hoe kan Frankrijk dit, met 2 millioen En- gelschen op zijn bodem? Hoe Italië, dat on middellijk precies eender zou worden gerin geloord als het arme Griekenland. Rusland zou nog 't meest vrij zijn. Doch daarom mengen zich dan ook de Britten, met den Engelschen gezant voorop, zóó in de Russische binnenlandsche zaken, dat men zich afvraagt, hoe 't mogelijk is dat de Rus zoo iets duldt! 'tWordt meer en meer: Engeland contra Duitschland. Een strijd op leven en dood. Europa's ondergang .als God het niet verhoedt Er zijn nu „voorwaarden" genoemd, vre desvoorwaarden, door de Entente, dat is waar! Maarzóó komt er geen vrede Ga ze zelf maar weer na: België, Servië en Montenegro moeten wor den hersteld, mét schadevergoeding. Franktijk, Rusland en Roemenië moeten ontruimd en vervolgens „hersteld" ja! zélf3 ook Roemenië, dat geheel naar eigen vrijen wil in den oorlog ging, om zijn deel van den buit te halen en dat in eerlijken strijd overwonnen is. Europeesch Turkije moet verdwijnen eigenaardig genoeg; hóé we de nota ook doorgezocht hebben, den eisch dat Rusland Konstantinopel krijgen moet, vonden we niet Engeland weet wel, wat het doet! En dan voorts nog deze voorwaatde: „Reorganisatie" van Europa Van de andere werelddeelen wordt gezwe gen. Van de Duitsche koloniën, van deBoeren- Republieken, van Egyptte enz. Zeker, dat zijn voorwaarden. En als de Entente de volledige eindover winning had behaald, dan zouden de Cen tralen over zulke voorwaarden moeten spre ken. Ze hadden dan geen keus meer. Maar in de omstandigheden, zooals ze thans nog zijn, beteekenen ze heel gewoonWij d. i. in hoofdzaak Engeland willen geen vrede. „In hoofdzaak Engeland", zeiden we. Zelden kwam dit nog zóó kras uit ais in de rede, die Engeland's eerste minister, Lloyd George, Donderdag hield voor de groote geld mannen van het Britsche Rijk, om hen te bewegen in te schrijven op de nieuwe En gelsche oorlogsleening. Hooren we hem daar zelf: „Ik ben juist teruggekeerd van den oorlogs raad van vier groote geallieerde landen, op wie de last van dezen vreeseiijken oorlog rust Een ding, dat me op deze confe rentie diep trof, is het feit, dat de gealliëerde volkeren in steeds toenemende mate naar Groot-Brittannië opzien en vertrouwen op zijn frissche kraCht en groote hulpbronnen. Het is voor hen als een groote toren in zee Ik ken geen natie, die het na den oorlog zal wagen ons aan te raken Openhartiger is de groote wereldmacht der toekomst nog zelden geteekend. De Centralen tot onmacht gedoemd. De„ bondgenoten" Engeland's vasallen want daar komt die toren-in-zee-beeldspraak op neer. En geen volk ter wereld, dat Engeland durft aanraken Dan mag de wereldvrede komen. Als Grcot-Brittannië „het" wereldrijk ge worden is. Waar zulke ideeën heerschen, daar zet men den oorlog door, tot het „bittere eind." De nieuwe stellingen aan de Putna, waar van de Russen meldden, dat zij, na het ver lies van Foscani waren getrokken, hebben het niet lang gehouden. Slechts eenige uren later berichte Mackenzen, dat zijn troepen zich van die stellingen hadden meester ge maakt. De Russen wijken snel over de Sereth, het eenige wat hen overblijft te doen. Zij verlo ren daar opnieuw 550 man. Noordelijker, in de Karpathen, worden de Russen eiken dag een eindje achteruit ge drongen. De Oostenrijkers maakten daar Maandag 800 man gevangen. De buit bij de verovering van Braila en het doorbreken der Russische stellingen vlak voor de Sereth, wordt nu opgegeven als volgt14,486 gevangenen, 9 stukken geschut en 80 machinegeweren. Uit een ovei zicht, van Duitsche zijde, over den veldtocht in Roemenie, nemen wij het volgende over Het ingrijpen van Roemenie in den oorlog verlengde het Oostfront, hetwelk tot dat tijdstip van Riga tot Kirlibaba 1300 Kilome ter lang was geweest, tot Wejena met 1400 Kilometer. Door de geslaagde opmarschvan de Centrale troepen is inmiddels dit front belangrijk korter geworden, zoodat dit thans van Riga tot den monding van de Donau slechts nog 1900 kilometer meet. Daarentegen is het Russische front, tengevolge van het overnemen der Roemeensche linie, 600 kilo meter langer geworden. Het Fransche minis terie van Oorlog zendt thans 200 officieren naar Jassy om het Roemeensche leger, dat tot hoogstens 100.000 man is tezamen ge smolten en met nieuwe recruten op 300.000 man moet worden gebracht, af te richten. Voor een reorganisatie zouden echter 5000 officieren, 150.000 geweren, ongeveer 800 kanonnen, evenveel machinegeweren, nieuwe munitie en een nieuwe trein noodig zijn. Voor de oorlogsindustrie der Entente een zware belasting. Geïnterneerde onderzeebooten Hollandsch bezit. In een nota van wijziging op de Marine- begrooting voor 1917 doet de minister van marine de mededeeling, dat hij van Engeland en van Duitschland de onderzeebooten heeft aangekocht, die hier te lande geïnterneerd zijn. Tot dezen stap wordt overgegaan, omreden onze onderzee-vioot zoo spoedig mogelijk versterking behoeft en onze eigen aanbouw vertraging ondervindt. De onderhandelingen met de Duitsche eu met de Engelsche regeering zijn geslaagd, zoodat wij nu twee zoo goed als nieuwe duikbooten bezitten. De kosten van aankoop kon de minister nog niet met zekerheid opgeven. Een Duitsche Duikboot aangehouden. Hedennacht is een Duitsche duikboot ter hoogte van Westkappelle ^op Walcheren) aangehouden en te Vlissingen binnengebracht waar ze in de Binnenhaven onder militaire bewaking werd gesteld. Nadat hedenmorgen door autoriteiten ver schillende ondervragingen hadden plaats ge had, is de duikboot te half een weer naar buiten gebracht. Ze-werd toen begeleid door twee torpedobooten. (Officieel.) Zondagmiddag ongeveer 4 u. 15 min. is ongeveer 1 zeemijl binnen de Ne- derlandsche territoriale wateren aangetroffen een Duitsche duikboot die door den sedert verscheidene uren heerschenden zwaren mist en vloed uit haar koers was geraakt. Door het vaartuig van den onderzoekingsdienst, is de duikboot bevolen te ankeren in af wachting van de beslissing der regeering. De regeering heeft nadat de duikboot commandant de schriftelijke verklaring heeft afgelegd, dat hij den genoemden dag niet in aanraking met vijandelijke strijdkrachten is geweest, en dat derhalve de aanwezigheid binnen de territoririale wateren niet het ge volg was van een achtervolging door vijan delijke strijdkrachten aan de duikboot vrijheid gegeven weer naar zee te vertrekken en zulks op grond van de overweging, dat DOOR HUGO KINGMANS. (Auteursrecht voorbehouden). 10460 Verontwaardigd ging de hospita heen. „Wat verbeeldde dat nest zich wel 1 Die was zeker ook van de familie van die „nette" heer, die zoo dikwijls dronken thuis komt! Maar het zou voor de laatste maal zijn, dat ji zij een dame op mijnheers' kamer liet, als mijnheer weg was. Dan moesten zij maar ,0) komen als haar commensaal thuis was 1" Intusschen bleef Mies echter ten prooi van ji de grootste wanhoop i Instinctmatig vogi^e zij, dat er iets „zat". Zij keek om zich heen. Wat gek, dat haar portret niet te zien was. Nergens kon zij het ïD&peuren. Waren dan al zijn brieven leugens geweest? net drong bij haar op als een niet-te-dragen wee Zij stond op het punt heen te gaan. Maar .1 fwas ?'j nog niet op de hoogte. Neen, wachten 7°°k waa; ,Zii moest °P hem hoiharrt" u™ 1 m^est de waarheid weten, zou zijn onmeedoogenloos hard die ook Op Taco's kamer viel zij op de knieën en vroeg om kracht, om het leed 0? zh gen? naa maar tal te goed! te ku"nén dra- O 23 ,Z1J' nog steeds met hoed °P en met mantel aan, staroogend t op de trap verraadde zich hevig ge stommel. Kort daarna wordt de kamerdeur geopend en treedt Taco binnen, met hoog- roode kleur op de wangen en verraderlijk- schitterende oogen. Van het kantoor, waar hij, zooals we weten, zijn congé had gekre gen, was hij zijn café binnengeloopen en had, naar gewoonte, meer gedronken, dan goed voor hem was. Plots, als hij Mies ontwaart, blijft hij staan, als aan den grond genageld. „Miesstotterd hij en wil op haar toevliegen, „hoe kom jij hier?" Met beide armen weert zij hem echter af. „Wat gebeurt er Taco Ik begrijp het niet." „Er is niets, Mies," gaat hij verder, maar bedremmeld staat hij vóór haar; nogrooder worden zijn wangen. Maar nu is het schaam rood, nu, nu hij nuchter geworden is, nu alles als volle zwaarte op hem neerkomt, nu hij de gevolgen overziet, de gevolgen van zijn daden, voor God noch menschen te ver antwoorden Hij staat vóór haar; hij wil verontschul digen, maar alle woorden stokken hem in de keel. Zij staat daar vóór hem als een Engel der Gerechtigheid. Haar oogen zijn op hem gevestigd, haar lippen trillen Zij zegt nog nietszij kan nog niets zeggenzij blikt hem alleen aan en in haar oogen is te lezen een verwijt, bij al de liefde, die nóg bij haar is Maar als hij nog nader komt, en zijn mond opent, ruikt zij de alcohol-lucht. En wat zij vermoed had, bleek werkelijk heid. Nu rollen de woorden van verwijt van haar lippen, terwijl hij zijn oogen op den grond gevestigd heeft en hij vóór haar staat als een kwajongen. „Taco, je hebt je woord niet gehouden Waar is mijn portret Waarom heb-je mijn brief niet gelezen, die daar nog ongeopend ligt? Ik geloof niet, dat je niet kon komen, toen vader stierf." Bij deze woor den begonnen haar tranen te vloeien. „Je hebt me bedrogen, Taco Weet je nog, dat je me beloofd hebt, geheelonthouder te zijn? En wat nu Je komt avond aan avond laat thuis, dronken zeker. O, neen, zeg maar niets. Ik begrijp alles. Misschien is er nog veel meer. O, dat moest er nog bijkomen O, God wat 'n smart! Dan, met een beweging van krachtig-wil- len, maar met een-niet-te-beschrijven leed in haar oogen, trekt zij de ring van haar vin ger, werpt hem voor de voeten en gaat hem snel voorbij, alleen [een zacht vaarwel'" maar ingehouden snik Het is voorbij Zij gaat de trap af, naar haar familie. Maar zij moet een omweg makenzij moet haar verwarrelde gedachten verzamelen, in de drukke stad moet zij afleiding zoeken voor het haast-niet-te-dragen leed Dan kan zij naar huis; dan kan zij haar stil kamertje opzoekenzich op de knieën werpen voor haar God en smeeken om kracht Het is voorbij Zij is heengegaan voor zijn voeten glinstert de ring het is voorbij Hij werpt zich in zijn stoel, stut beide han den op de knieën en staart gedachteloos naar beneden, stom van de emotie Heel zijn leven komt'nu voor zijn geestes oog; het gaat voorbij als een panorama, als een film Hij verwijt haar niets, hij moet haar gelijk geven Het komt echter niet in hem op, dat er nog verandering kan komen, hij is verward in Satans strikken Evenals Mies gaat hij heen. In de kamer kan hij het niet uithouden. Hij loopt zijn gewonen weg, voorbij het café, waar hij stamgast is, waar de buffetjuffrouw al glundert, als-ie aan komt Hij aarzeltwat zal hij doen Zal hij zijn zinnen gaan verzetten Hij loopt doorkeert teruggaat naar bin nen en bestelt I HOOFDSTUK XV. Taco, ik heb niet onbezonnen gehandeld. Ik weet niet, of je me begrijpt, maar je weet, wat we besproken hebben. Ik lijd er onder. Ik had je lief en heb je nóg lief. Ik kan je niet zoo gemakkelijk vergeten, denk dat niet! Ik heb den ring voor je voeten geworpen. Dat had ik wel anders kunnen doen. Ik deed het in mijn eerste, diepe smart. Maar dat is zekerals ik hem niet had weg geworpen, had ik hem gegeven, want ik kan het niet voor mijn God verantwoorden, dat ik verloofd ben met iemand, die zich te bui ten gaat aan sterken drank; die daar voort leeft zonder God in de wereld. Je moet niet denken, dat het mij geen smart heeft gekost, u te verliezen. Want als er een is geweest, die van je gehouden heeft, die het goede met je voorhad, dan ben ik het geweest! Och, Taco, mijn beste jongen, hoe kun je mij, hoe kun je je ouders toch zoo'n ver driet aandoen Je hebt je opvoeding ver geten; je leeft maar onbekommerd voort, zonder te denken aan een Godsbestaan, aan Hem, Die alles ziet en Die je rekenschap zal vragen van je daden I Ik ben bij je thuis geweest. Moe (nu kan ik ze zoo niet meer noemenhad rood geweende oogenvader keek ernstig ik heb alles verteld; ik had het willen ver zwijgen, maar ik moest het zeggenVader had al een brief uit Rotterdam ontvangen. Toen ze hoorden, dat haar zoon, haar lieve ling, (want Taco, dat was je en je bent het nog!) een dronkaard was geworden, snikte Moe het uit. O, Taco, het was hartbrekend! Jongen, keer weer, want het gaat het ver- keerke pad op. Ik heb verteld, dat ik je de ring heb teruggegeven. Vader heeft me ver weten, dat het verkeerd was; „juist nu had ik je moeten steunen", zei hij, „nu je m'n hulp noodig had". Ik heb mij verdedigd, dat het volstrekt geen liefdeloosheid was, (o Taco, ik hou zoo oneindig veel van jeGod geve, dat je weerkeert). Je weet mijn stelregel en ik wijk er niet van af. Ik heb het moeder beloofd, die de drank-ellende van nabij heeft gezien; ik heb het vader beloofdik kan niet huwen met iemand die Bacchus liefheeftik kan het niet; ik mag het niet; ik kan het niet verant woorden Mijn hart breekt er onder, maar God zal mij kracht geven, bij mijn besluit te blijven, ik zal voor je bidden, Taco, even als je moeder. En God geve, dat er veran dering komt. Dan zal ik je met open armen ontvangen, ik, die je altijd zoo liefdevol „vrouwtje" noemde en die o, jongen, hoe heb je het toch kunnen doen die je bedrogen hebt! Want Taco, ik weet je heele levenswandel in RotterdamNooit heb ik kunnen denken, dat mijn Taco zich zoo kon verlagen 1 God vergeve je het verdriet, dat je je ouders en mij hebt aangedaan. Hij zij je genadig (Wordt vervolgd.) f

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1917 | | pagina 1