318te Jaargang N°. 2350,
voor de Zaidholland§iehe en Zeenwsclie Eilanden.
Eerste Blad.
I ppriëtair r. c. f. t. ft. lee-Mooaen
DEN SJSTKIJK.
Zaterdag 13 Januari 1017.
Antirevolutionair
Orgaan
IN HOCSIGNO VINCES
BELGIË.
„HET GOUDEN HEBT".
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag»
Abonnementsprijs per drie manden fr. p. p. 50 Cent bij vooruitbetaling.
Buitenland bij vooruitbetaling f4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
W. BOEKHOVEN Zonen,
SOMME1LSD IJK.
'afeleffooM XufereomiB. Mo. 3.
Advertentiën 10 Oeat per regel en ®/s maal. Reclames 20 psr regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en Va maal»
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die sij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
Alle stukken voor de Kesteetfe feestesnd, Advertentiën era verdere Admlalstrstfie franco toe te eenden aait de (Jltgreverg.
Met het uitvallen van de
trein van 9,15 (de post
trein nog al n.b.zijn we verplicht ons
blad met de avoadtrein te verzenden
en een paar uur vroeger af te drukken.
Noodig is in verband hiermee, dat de
berichten, advertentiën enz., zoo vroeg
mogelijk ontvangen en groote verslagen
door onze Correspondenten zoo vlug
mogelijk worden opgezonden.
Menig Correspondent heeft reeds
vroeger aan eenzelfde verzoek gevolg
gegeven. Wij vertrouwen dat ze ook
thans hunne medewerking zullen ver-
leenen.
In Nederland vooral is er belangstel
ling, wat er toch bij den vrede met en
van België zal wordenin verband
natuurlijk met zijn handel en industrie
als zelfstandige Staat of als provincie
van Duitschland. De haven van Ant
werpen; de nog rijkere kanalisaties
naar Noordzee en den Rijn en 't Ach
terland hebben al vaak de vraag doen
rijzenAls Duitschland België anexeert,
wat zal er dan van Rotterdam worden
We laten de vraag onbeantwoord, maar
willen alleen even herhalen de velerlei
wederwaardigheden, waaraan dat kleine
Land reeds in den loop der eeuwen is
blootgesteld. In de vroegere tijden was
't een stuk van Frankrijk. Werd later
een stuk van Duitschland èn met Ne
derland één. Werd later Spaansch en
scheidde zich van Nederland af. Werd
daarna Oostenrijksch. Nadien Fransch.
Toen weer één met Nederland. Weer
gescheiden. Ten slotte een zelfstandige
Staat onder 't Huis Saksen-Coburg,
Vooral in 1713 is 't Land in actie
geweest om zijn zelfstandigheid te ver
krijgen en de pogingen van Keizer Jo
seph II werkten dat uitnemend in de
band. 'tWas dien Keizer te doen om
België te maken tot een provincie van
Oostenrijk, maar zijn onbeholpen maat
regelen leidden juist tot het tegenover
gestelde. Hij joeg alle provinciën in 't
harnas door te gaan tornen aan de oude
rechten en vrijhedenwant zooals 't in
Nederland was, zoo ook in België. Vlaan
deren had bijzondere rechten en previ-
legienmaar ook Brabant; maar ook
Henegouwenmaar ook Namen en
Luxemburg, ook Luik enz. En deze
rechten stonden beschreven op oude
oorkondendeels wareü ze gewoonte
recht, deels gegrond op de religie der
bevolking. Joseph begon zijn hervormin
gen met ingrijpen in de kerkelijke en
schooltoestandenjrust de kruidjes roer-
me-niet, vooral in dien tijd, van't Bel
gische volk, dat nog uit zijn historie
herinneringen had aan Beeldenstorm en
Hagepreeken en Mrartelaren. Zoo ernstig
werd de toestand, dat èn de rechtsge
leerden, maar ook de theologen de door
hem gestichte scheden boycotteden, en
er een opstand onstond; ja zelfs de
gerechtshoven weigerden de vonnissen
te bevestigen; die door nieuwe recht
banken zouden gewezen wrorden, Een
uostenrijksch leger moest er aan te pas
Komen om aan de inwendige verwar
ringen weer een eind te maken, maar
i i twepanwnding was oorzaak,
at t Belgische Volk de Republiek uit
riep; en voor Jozeph andermaal met
l7Qfi ger 150n optreden, stierf hij in
li .in den Franschen Tijd.
aar laaf men. nu zich dien tijd eens
voor den géést halen, toen ook Belgie
door de Franschen overstroomd werd;
en het geheel onder controle enleidiog
van Frankrijk was tot 1815dan be
grijpt ieder hoe de vereeniging met Ne
derland een teleurstelling worden moest
voor de Belgen. Weer, als in de dagen
van 1713, maar nu een eeuw later,
kwamen weer in wrijving èn Kerk èn
Schoolen daarbij de oude herinnerin
gen uit een ver verleden, toen een
Oranje niet vermocht een pacificatie
tot stand te brengen tusschen Noord
en Zuid.
En net als in 1576, en net als in
17131790, en net als in 1794; was
ook in 18151830 de Franschman de
groote onruststoker en ophitser van
Belgie tegen Nederland.
Men kent 't somber verloop van de
Vereenigingin 1839 kwam de vrede
Leopold I was en bleef koningin 1863
betaalde Belgie ons 18 millioen gulden
tot afkoop van de Seheldetollen en
sinds dien bleven de partijschappen
gisten zooals ze 't voor dien tijd gedaan
haddenRoomsch tegen Liberaal, en
daarbij het Zuidelijke deel met sym
pathieën voor Frankrijk en 't Noorde
lijk deel met ambitie voor de Germa
nen, 't Vlaamsche element ten Noorden
en 't Fransche element ten Zuiden,
Zelfs is er nog sprake geweest van een
plan tot inlijving van Belgie en Frank
rijk in 1897, onder 't kabinet Meline
en nog heden houden de Duitschers
staande, dat Belgie niet neutraal was
op 1 Augs. 1914, toen de oorlog uit
brak, maar er geheime betrekkingen
bestonden, en zekere afspraken met
Frankrijk en Engeland, ingeval van
een aanval op Frankrijk door Duitsch
land.
Belgie is eeuwen lang geweest een
Land vol politieke wederwaardigheden,
waarvan de religie niet éen der minste
oorzaken was, waarbij dan nog kwam
de bijzondere ligging van dezen staat
tusschen Noord-, Zuid- en West-Europa.
En 't is vooral Frankrijk geweest, dat
eeuwen lang gepoogd heeft zijn over
wegenden geestelijken invloed te doen
gevoelen op volk en staatsaangelegen-
heden.
Wat zal van dit volk het einde zijn
Er wonen een 10000 Protestanten.
Voorts is 't Roomsch; en daaronder
zeer velen voorstanders der Vrije ge
dachte. Er is een aartsbisschop te Me-
chelenen 5 bisschoppen te Brugge,
Gent, Doornik, Namen, en Luik. Er zijn
rijke centra's van metaal industrie
rijke landbouwprovincien, steenkolen
mijnen. Eens was Belgie de wereld
markt van Europa en nog was 't een
handelsstaat van de grootste beteeke-
nis, met fabrieksstaat tevens. -
Wat zal Duitschland met dit Land,
rijk aan bronnen van bestaan, doen?
Dat Belgie bij een annexatie er pro
ductiever door worden zal, is gewis.
Maar of de onrustige geest gedood zal
worden, dat dit Volk steeds heeft ge
kenmerkt, en onder 't stoken van
Frankrijk en Engeland weer niet eens
uitbarsten zal als voorheen, wie durft,
't absoluut te ontkennen, die de Bel
gische historie eenigermate kent.
QedsiEjpte fSoerensteiger S3A, 638
S&«$terd«Ka.
DINERS PD eeafc ets hooger.
LOGIES MET ONTBIJT
Het «foor ieder aanbevolen adres.
UITGEVERS
De Uitgeveks.
Zondagsrust.
Dank zij de kolennood wordt thans het
spoorwegvervoer niet onbelangrijk beperkt.
Ook op Zondag.
Daarbij komt nu nog dat door de Spoor
wegmaatschappijen besloten werd de be
stelling van vracht- en bestelgoederen niet
meer op Zondag te doen plaats hebben.
Wat vroeger onmogelijk heette te zijn
is nu plotseling mogelijk gebleken.
Wel werden onder een vorig rechtsch
Kabinet verschillende Zondagstreinen uit-
Direct nabij de Hoofdstee^,
f 1.25, f 1.50 en f 1.75
Tel. No, 1532. Aanbevelend,
geschakeld, maar van beteskenis was dit
toch niet.
Allerlei bezwaren waren oorsaak, dat op
deïen weg niet werd voortgegaan.
Thans echter nu de kolennood dreigt,
worden al deze beswaren ter zijde gescho
ven.
Nn blijkt, dat het wel kanmits men
maar ernstig wil.
Zou het nu niet mogelijk zijn, dat als
straks de kolennood voorbij is, toch het
beperkte verkeer op Zondag blijft
Het is nu de tijd om een anderen koers
in te slaan.
Het publiek raakt aan een beperkten
dienst gewend, er wordt in allerlei opzich
ten mee gerekend en aoo zou zonder iemand-
te schaden of te hinderen of te ergeren, aan
het personeel vau de spoorwegen en zoo
vele andere die bij de publieke verkeers
middelen betrokken zijnmeer Zondagsrwst
verzekerd kunnen worden.
Laten allen die over eenigen invloed be
schikken aan deze zaak hunne aandacht
wijden en thans nuhetdetijd is,met kracht
op beperking van den Zondagsdienst aan
dringen.
Tot zoover de Vrije Westfries.
En in verband met t bovenstaande is de
vraag niet overbodig of voor Fiakkee ook
die weg niet kan worden ingeslagen.
Waarom b.v. de Dienst der tram op de
werkdagen niet gehouden sooals ze was
(uitgenomen die latere dienst) en op Zondag
maar één dienst die vaa 6 28 uur uit Rot
terdam en 7.30 uit Ouddorp en Ooltgens-
plaat
Dan had het geheele personeel den Zen-
dag vrij
dan werden veel meer kolen gespaard
doordien men ds machines niet onder stoom
behoefde te houden, zooals nu moet ge
schieden
dan werd de handel op Flakkeej niet
belemmerd, dis nu ernstig wordt bedreigd
dan werd, maar laten we niet meer op
sommen. 't Is ons een raadsel hoe de re
geering hare goedkeuring kan hechten aan
een daad die zoo ingrijpt in het zakenle
ven op Fiakkee als desa.
Zou de Directie der Tramweg-Maatschappij
niet te vinden zijn alsnog deze richting
t.e wijzigen in haar belang en die der za-
kenmenschen od Fiakkee?
Rouw-expedltie.
Mej. Douwes Dekker roept op iedere
vrouw, die in staat is soo'n rouw te voe
len over den oorlog, dat moeilijkheden, zor
gen en ontberingen noch eenig ander leed
vat op haar hebben om deel te nemen aan
een rouw-expeditie naar de oorlogvoerende
Landen. Haar adres van sijmpathie betui
ging is 't Secretariaat van de Anti-oorlog-
Daad, niet te verwarren met den Aati-
oorlogs-üaad. Postbus 103, Den Haag. Zij
rekent op do scherpzinnigheid der vrou
wen, op de hulpvaardigheid der mannen
en op 't verantwoordelijksgevoel van hen
die niet meewerken of die tegenwerken.
Wat van deze vrouwelijke onderneming
te zeggen 't Is natuurlijk, dat ia geen
laud ter wereld, ziende 't bloedbad, dat
aangericht is, sinds Augs. 1914, blijdschap
heerscht over de ellende. Zou er wel één
rechtschapen mensch zijn dat geen deernis
en rouwgevoel met al den oorlogsjam-
mer in en buiten Europa. Maar een
rouw-expeditie; ja, dat is nogwatanders.
Meeut Mej. Douwes Dekker, dat ook maar
één teeder woord, één teedera daad dezer
mee bstoogende vrouwen in dit stadium
van den oorlog, invloed zou kunnen oefenen.
Er is maar één weg tot oplossingof
de Vrede óf 't neerleggen der wapens op
alle fronton. Aan 't laatste twijfelt ieder;
geen soldaat zal de wapens neersmijten en
invloed heeft 't niet al deden 't er 1000 te
gelijk. Over den Vrede verkeert men in 't
onzekere. Zou dan een Rouw-expeditie de
Kabinetten van meening doen verac deren.
Er is nog een wegAlle vrouwen in En
geland enz. teekenen op een petionnement
en dat met vele millioenea geteekenda stuk
kan naar de Regeericgen worden gezonden.
Geen expeditie dus, maar handteekeningen
van moeders en vrouwen en ons dunkt
dat 't daarvoor nog niet telaat is, mits de
Regeeringen dat handteekeningen verzame
len gedoogen zouden mits 't dan in alle
Landen geschiedde.
Ontzaglijke bezwaren zijn uit den weg
te ruimen, en toch zal 't doel niet bereikt
worden.
Uitvechten schijnt 't wachtwoord ta sijn
als Wilson niet krachtiger gaat optreden,
En andere maatregelen, hetzij door nobele
vrouwen, hetzij door vooraanstaande man
nen, zullen geen doel treffen.
De bedoeling moge uitstekend zijn, maar
dat ze tot Vrede zou leiden: niemand, die 't
gelooft. En om Vrede i3 't te doen.
Ze kwamen bij mij om voorlichting.
En, als 't kón ook om raad.
Nu gebeurt dat meer met iemand, die aan
de krant werkt.
Daar is een deel van 't publiek, 't welk in de
vaste meening verkeert dat ze „aan de krant"
alles weten wat door menschen geweten wor
den kan, of zooals me eens door iemand
werd toegevoegd„Jullie, krantenlui, moeten
van alles goed op de hoogte zijn. dat is je
vakwaarop ik hem antwoordde, dat ik geen
wandelende encyclopeedie was, en zoo al,
dat ik dan nóg niet voor Jan en alleman
klaar lag.
Neen, wat dit alles-weten betreft
Dezer dagen vroeg me 'n eenvoudig kar-
rekoopman, die met z'n waar de dorpen ver
in 't rond afreist, of ik ook zeggen kon, hoe
veel 20 van een dubbeltje was.
„Jawelantwoordde ik, „dat is 2 cent".
„Mis", zeit-ie, „'t is tegenwoordig vijf."
Ik haalde m'n schouders op en wilde door
gaan. De man drinkt nooit, anders
Maar hij hield me staande.
,,'t Is geen gekheid," betoogde hij in alien
ernst. „U weet, dat de tarieven aan 't spoor
met Januari verhoogd zijn om de men
schen 't reizen zuur te maken, dat ze wat
meer thuisblijven
„Jawel, met 20 procent" zeg ik.
„Juistement, mijnheer! Nu, ik moet voor
m'n zaken elke week naar X, en naar Y, en
naar Z, hier alle drie dicht bij. Naar X en Z,
was 't voor Nieuwjaar 'n dubbeltje, en naar
Y drie stuivers. Nu komt daar 20 °/o bij en
wat betaal ik? Naar X en naar Z drie stui
vers en naar Y 20 centheb ik nu ge
lijk of niet?"
„Gelijk heb je", moest ik toegeven, „maar
je moet reclameeren man
„Heb ik gedaan, mijnheer 1 Eerst bij 'n door
geschoten jog met 'n knipbrilletje op en 'n
paar stekeltjes onder den neus, nu, die
was te grootsch en zeiOch, vent 1 kies niet
Later bij 'n hoogere m'neer; die was wel
vriendelijker en legde me uit, dat ze aan de
spoor slechts kenden nullen en vijven, andere
cijfers daar rekenden ze niet mee.
Dan is die jongeheer daar zeker een nul,
zei ik nog, want die weet niks
Genoeg over mijn procenten koopman.
Ik keer tot mijn uitganspunt terug.
'n Paar broeders kwamen er inlichtingen
vragen inzake hun school, waar ze bestuurs
lid van waren en waarmee 't niet alles naar
wensch ging. Ze wilden daar es iemand over
hooren, die er geheel buiten stond en van
wien ze vertrouwden, dat hij beslist zwijgen
kon. En daarom kreeg ik de eer.
Die eer en die zwijgers-reputatie had ik
déaraan te danken, dat uit hun gemeente in
dertijd es 'n lastig stukje in de krant had
gestaan en toch niemand ooit, hoe er werd
gevraagd en gevischt, is te weten gekomen,
wie er de schrijver van was.
Ze kwamen dus over hun school.
Maar nu moet ik voorzichtig zijn.
Hun dorp moet een naam hebben en om
dat niemand weten zal waar ergens dat dorp
te vinden is, noem ik het pi: wie wiskunde
leert, weet wat pi is.
Als het dorp maar een naam heeft
En nu klaagden zij mij hun nood.
Zij hadden vroeger een meester gehad aan
't hoofd van hun school, die er wezen mocht.
Ver in 't rond had die school een goeden
naam, zelfs uit beslist ongeloovige gezinnen
kwamen kinderen op school, omdat ze bij
dien „fijnen" meester zoo goed leerden. Maar
die man was 'n jaar of vier geleden vertrok
ken
„Zeker om zijn kinderen," zei ik zoo.
„Hij had geen kinderen", was't antwoord.
„Kon hij of z'n vrouw dan niet wennen?"
De twee keken elkaar es aan en eindelijk
zei de oudste
„Kijk es, m'neer! 't zat eigenlijk zóó. De
man had 'n laag tractement en wou wel wat
verhooging hebben. De arbeider is zijn loon
waardig, zei die. Maar hoe gó&t dat
er zijn altijd zuinige lui en die rekenden voor:
meester had kind noch kraai, hij zou toch
vast geen honger lijden, en als meester meer
traktement hebben zou, dan moesten de con
tributies verhoogd dan werd er ook ge
zegd meesters bennen d'r tegenwoordig ge
noeg en 't gaat net als met 't vee, als er veel
aanvoer is, gaan de prijzen naar beneden
Meester is daar een en ander van te weten
gekomen, hij solliciteerde en werd dadelijk
benoemd.
Tóén wilden ze 'm een 150 gulden meer
geven, maar hij zei tegen 't bestuurik ben
geen koe, en hij ging."
„Maar die dat vroeger van dat vee zei,
was wel een koe," vond ik.
„Daar heeft m'neer wel gelijk aan 1"
Enfin, nu 't verdere verhaal hunner school-
ellende.
Ze hadden voor hem een ander in de plaats
gekregen, en zoo goed als hun vooi ganger
voldeed, zoo slecht ging 't met dezen. De
school ging hollende achteruit. De man was
driftig en beet iedereen af. Naar verzoek of
raad luisterde hij niet, en meende ailes zelf
't beste te weten, 't Was een rommelige school
geworden, en de kinderen leerden slecht.
Verscheidene ouders hadden hun kinderen al
weggenomen
„Wie hebben jullie tegenwoordtg toch 1"
vroeg ik.
En nu moet ik met hun antwoord weer
voorzichtig zijnmeester Q noemden ze.
„Meester Q herhaalde ik „Die vroe
ger in de school bij de Kikkerswiel in de ge
meente Rammelgat onderwijzer is geweest?
Ja Maar dan vraag ik toch, hoe jullie
er toe gekomen zijn om hém tot hoofd aan
jullie school te benoemen 1"
Het hoofd te Rammelgat was 'n kennis van
me, en zoo kende ik bij name ook Q.
Iemand, die nooit onderwijzer had moeten
worden, maar met zijn sterke armen aehter
den ploeg had moeten gaan, of den voorha
mer had moeten zwaaien. Alleen onderzeer
strenge controle zou hij als onderwijzer bruik
baar zijn geweest, maar eigenwijs als-le was,
nam hij controle op als persoonlijke krenking
en was 'n plaag voor mijn vriend. Na vijf
keer gezakt te zijn, had hij tenslotte de hoofd
akte gekregen, hóé begreep geen mensch,
hoe die man „hoofd" geworden was, begreep
ik niet.
En dat zei ik de broeders ronduit.
Eerst draaiden zij er wat omheen, maar in
't eind biechten ze alles op.
Meester- Q was getrouwd met 'n nicht van
den toenmaligen voorzitter van 't bestuur.
Die had familiezwak en was bovendien wel
wat heerschzuchtig. Hij had, misschien in een
zwak oogenblik, aan Q zijn steun beloofd en
toen was 't voor hem een zaak-van-eer ge
worden, dat nu ook zijn candidaat het haalde.
„En heeft het hoofd te Rammelgat een goed
getuigenis gegeven vroeg ik.
„Die wou heel niet getuigenHij had daar
vroeger al eens kwestie over gehad met mees-
Q en toen kort en goed gezegd, dat-ie zich
nergens meer mee bemoeide
Ik knikte dat ik het begreep.
Toen werd handig Q voorgesteld als de
verdrukte onschuld, 't slachtoffer van harte-
looze en onbroederlijke bejegening, begrepen 1
„Zijn jullie hem niet gaan zien?"
„Ja, de secretaris en de penningmeester
zijn er heen geweest. Toen ging het nogal,
maar hij wist, dat we kwamen, en later hoor
den we, dat-ie de kinders allerlei moois had
beloofd, als ze es heel stil zouden zijn, als
de „heeren" kwamen
„En hadden jullie géén deskundige meege
nomen? Hebben jullie ook bij 't schooltoe
zicht geinformeerd Of bij de inspectie van
Chr. Nationaal Géén nadere inlichtingen ge
vraagd? Enkel die twee „leeken" in 't vak
gestuurd, om den man te kennen?"
Ja, zooals ik vermoedde was 't gegaan.
En nu zaten ze er mee en kwamen infor-
meeren of er ook wat „aan te doen" was,
of ze niet van hem af konden komen, al moest
het hun dan wat kosten
Ik zei dat 'k daar niet op inging, 't Was
hun eigen schuld, dat ze nu in de penaire
zaten en gelukkig is de wet en zijn de ge
schil-commissies er, om er tegen te waken,
dat niet één man, met eigen én met ander er
schuld beladen in de woestijn gestuurd wor
den kan.