lKEHS I Woensdag 10 Januari 1917
81st® Jaargang N°. 2249.
üIhcébs
HEEK Ir.
splaat
mm
m jaci
SEN -
1
i
voor de Zuidhollandsclie en Zeenwsche Eilanden.
Antirevolutionair
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
euwiand.
ar een
DAM.
JOOLS.
Het toekomstig finantiëel
beleid.
RECHTZAKEN.
IIOEZOIOEI STUKKEN.
i franco.
ffiiDDELHARNIS.
ËJ.
Des® Courant verschijnt elke» Woensdag en gaterttsg,
W. BOEKHOVEN Zonen,
SOMMELSDIJK.
f
10832
HUIS"
Machines.
es, Speculaassnij-,
nitsnij-Machines,
ES enz,
htingen bij den
Z.H.-eilanden
leriën
iBenzinelotoren,
complJnstallaties
Kc^cifleschjes
zijn Gemberbier
Aaaaaa en andere
asdeic artikelen
10666
srishi WB.
n 4 Tfllt f 0,40,
melkglasreflector
SNTAARN met 40
t. Alles 1st Dultsch
ïRIJLIJSTEN in alle
in Ivens <5 Co.
twee ORGELS. 1
s. 1 Asnerikaansch
i orde. Billijke prij-
10847
J, D1RKSLAND.
fuur «ais©
rer^eïkss
kend b§
DËELBAENI8,
rl 1840.
i prgses worde®
ranaf f 5,— a&n-
hü 10. «rehwel.
jZINKWERKER.
WATERLEIDING.
EIüOimVOET
y TBI EDEN.
k een PRACHTIGE
9739
<S
»t de ALLERFIJN
DELLEN.
iaat. Overal te
Beenkappen in alle
rijzen.
ijd en on-
stiap.
ielea.
i cuda bekend als
SOJDa.,
tegen LAGE
VELEND,
#1
PonneMoatsprijs per tóe saaaadea fe. p» p. 5® Cüttt bij voornitbetssling.;
Brciienlend bij yoorEitbetsIiag f 4,50 p®ï jaar
Afaönöerlijke nummers 5 Csat.
UITGEVERS
gteteSsts® Ki«. So
jj.Actf©ifêeaMSa 1® eest per ragai ea maait Eeeiasaea §0 per ïsgei.
li l©sk»aak®adigï®g 5 Gent p®» tegd ea
jMoBsteaïOTfflgOB ea BienstasffifeieSingea S® ösai per plasfesiag,
f :Asoota letters ea vignetten worden berekend naar dg plaatsruimte dis sij beslaan
I Afrrertentigffi warden iagewaaht tot Dinsdag- en Vrijdagsaorgsa 10 aar.
Alle stokken voor de iftedacts® bestemd, Advertenllèn en verdere twe te «enOen aaa gfe Uitgeven g.
Met het uitvallen van de
trein van 9,15 (de post
trein nog al n.b zijn we verplicht ons
blad met de avsudtreiai te verzenden
en een paar uur vroeger af te drukken.
Noodig is in verband hiermee, dat de
berichten, advertentiën enz., zoo vroeg
mogelijk ontvangen en groote verslagen
door onze Correspondenten zoo vlug
mogelijk worden opgezonden.
Menig Correspondent heeft reeds
vroeger aan eenzelfde verzoek gevolg
gegeven Wij vertrouwen dat ze ook
thans hunne medewerking zullen ver
benen.
De Uitgevers.
Het moeilijkste vraagstuk, dat den
toekomstigen Staatslieden voorgelegd
worden zal en reeds wordt, is 'tfinan-
tieele vraagstuk. Want dat vraagstuk
raakt niet maar éen of twee moeilijke
jaren, maar waarschijnlijk een groot
tiental jaren. Immersdoor den oorlog
is er leening op leening gesloten. De
derde is in zicht.
De schuldenlast is met legio mil-
iioenen en millioenen toegenomen. Rente
en aflossing moeten volgen. Terwijl de
finantieele uitgaven jaar in jaar uit
et tonnen gouds toenemen. De gewone
begrootingen, eenige jaren geleden een
120 tot 140 millioen bedragende, stegen
steeds onrustbarend, terwijl er naar 't
algemeen gevoelen in de toekomst een
crisis voor de deur staat; de land
bouwprijzen en daggelden zullen dalen
de industrie met moeite 't hoofd boven
water zal kunnen houden in haar ge
weldigen strijd met 't Buitenland, dat
te vuur en te zwaard vechten zal om
verloren economische terreinen door
zijn fabriekswerk te heroveren endoor
allerlei rechten op den invoer pogen
zal eigen fabrikaat naar alle hoeken
der wereld af te zetten, waarbij waar
schijnlijk Nederland 't onderspit zal
moeten delven.
Algemeen is de vrees, dat handel
en industrie veeren zullen laten en
oud-minister Treub sprak het dan ook
pas geleden voor ieder duidelijk uit,
dat zelfs de leidende Staatslieden, die
in gewone omstandigheden voor vrij
handel zijn, zich wel driemaal moeten
bedenken, of ze in de komende periode
wel stokstijf op dat beginsel blijven
staan zullenmaar integedeel in ern
stige overweging hebben te nemen
een protectie, die hun principieel
tegenstaat, maar plichtmatig is om de
industrie te beschermen
Daarom gaat er nu reeds uit 't de
mocratisch kamp stemmen op, om ook
den arbeider meer dan vroeger aan te
slaan in de directe belastingen
en desnoods in de indirecte.
»Haal 't waar te halen is«, zoo
klonk jaren achtereen de democratische
leus, en men bedoelde daarmeestroop
de rijken 't vel af en geef dat aan de
armen. Maar lees nu eens wat mr.
Mar chant schrijft in zijn hoofdartikel
van De Vrijzinnig Demokraat, van 30
Dec. j.l,, waarin hij de oude leus los
laat, en nu, met 't oog op 't finantieele
vraagstuk, dit schrijft:
Onze beginselen eischen, dat de be -
lasting bij voorkeur worde geheven als
directe belasting en dat in deze direc
te belasting een sterke progressie wor
de gebracht. Daarbij vinden wij steeds
als tegenstanders tegenover ons hen,
die aan de indirecte belasting de voor
keur geven en die bij de regeling
der directe belastingen de groote in
komens en vermogens zooveel móge
lijk willen sparen.
Het behoeft geen betoog, dat ook
wij al diegenen, wier inkomen zoo
beperkt is, dat zij menigmaal moei
te hebben om rond te komen, allen
belastingdruk liefst geheel zouden
besparen. Dit is echter onmogelijk.
Directe belastingen zijn nu eenmaal
niet naar zoodanigen maatstaf te
heffen, dat de lage inkomens vrij val
len. Dan zou de schaal van heffing
zoo moeten worden ingericht, dat
men in de hoogere klassen tot aan
slagen komt, die de geheele belasting
zouden doen verwerpen Vooral waar
zoo enorme bedragen moeten worden
geheven als thans, zijn de groote aan
tallen van aanslagen in de lagere
klassen niet te missen. Wanneer in
deze abnormale tijden een dikke laag
wordt gelegd bovenop de hoogere
aanslagen, moeten ook de lagejeeen
dunne laag extra zich getroosten. Zoo
alleen is in de praktijk de voorkeur
voor de directe belastingen door te
voeren.
Alle nieuwe lasten te vinden uit
de directe belastingen is praktisch
reeds en mogelijk gebleken. Een ver
deeling, als de minister Van Gijn
thans bezig is door te voeren, stuit
reeds op veel verzet.
Men kan natuurlijk elk voorstel
tot heffing van directe belasting zoo
danig amendeeren, dat de lage aan
slagen vervallen of worden verlicht
anderzijds kan omgekeerd worden
voorgesteld, de hooge aanslagen te
sparen. Doch van al deze wijzigin
gen zon het gevolg zijn, dat de op
brengst vermindert, en dit tekort
moet op andere wijze worden gevon
den, want het Rijk heeft nu eenmaal
zijn schulden te betalen, zijn uitga
ven te dekken.
Wie het verloop van de behande
ling der belastingvoorstellen waar
neemt, behoeft geen oogenblik te twij -
felen, langs welken weg het tekort dat
deze wijzigingen zouden opleveren,
moet worden gedektdat bedrag zal
aan indirecte belastingen moeten bin
nenkomen De lasten hiervan wor
den gedragen niet in hoofdzaak door
hen, die in de directe belastingen zijn
aangeslagen, maar door het overgroo
ts deel van het volk, dat daarin niet
bijdraagt, ook door de armen. OP
die wijze wordt de druk, dien men
veriicht van de kleinen overgebracht
op de kleinsten. Dat is niet bedoeld,
maar het is het noodzakelijk gevolg
Zoodanige voorstellen zijn in hun
ne gevolgen derhalve minder demo
cratisch dan zij schijnen.
Veel te weinig wordt, bij den aan
drang tot het nemen van maatrege
len, die millioenen verslinden, over
wogen, dat al deze millioenen door
het volk zelf moeten worden opge
bracht. Den last van deze millioenen
te leggen alleen op de rijken, die
betrekkelijk weinig in aantal zijn,
is onmogelijk. Het zou reeds bezwaar
lijk zijn, indien de onzen alleen over
de verdeeling van den belastingdruk
hadden te heslissen. Maar nog veel
minder komt ervan, nu wij den strijd
voor een verdeeling van lasten in
onzen geest zoo menigmaal moeten
verliezen.
Wie met ons van meening is, dat
de schatkist bij voorkeur met de
opbrengst van directe belasting moet
worden gevuld, moet daarbij als on
vermijdelijk aanvaarden, dat de lage
aanslagen meebetalen. Wat dat niet
wil, dringt naar, de accijnsen en in
voerrechten.
Dit wat lange citaat heeft geen toe
lichting noodig. Er moet ia de toekomst
belasting geheven worden ook van de
schaarsbedeeldenliefst directe belas
tingen en ook accijnsen en in
voerrechten.
De kiesrechtkwestie is voorloopig van
de baan. Idem de lagere schoolstrijd.
Wat hierover nog nagestreden wordt
zal de nationale wateren nauwelijks
rimpelen't blijven meer interne zaken,
die op 't publiek erf der Wetgeving
geen roering en ontroering meer geven
kunnen. Maar wel zal de toekomstige
vraag zijnwelk belastingstelsel én
welke klassen des Volks zullen er zijn
om de millioenen uit den grond te
stampen voor onze geldelijke Staats
huishouding.
Nu reeds tobt mr. v. Gijn. Wie zal
de Hercules zijn, die dat zware pro
bleem dragen kan zonder na eenige
maanden arbeids gevallenen bezweken
te zijn?
En wat we hierboven schrijven geldt
nog maar als in 1917 de vrede komt.
Doch stel, dat ook ons Land den doo-
denmarsch mee moet maken, of in ver
wikkelingen komt met nog langere
mobilisatie èn nog meer grenswacht
enz. Wat dan
lOITEiLAHO,
DE TOESTAND.
't Schijnt Hindenburgs tactiek te wezen de
Rus nooit met rust te laten.
Nu, men weet, hij is vooral ook specia
liteit in de oorlog tegen Rusland. Hoeveel
Russen onder zijn opperbevel reeds zijn ge
dood ot gevangen genomen, van den slag
aan de Masurische meeren in 1914 af tot nu
toe het zou wei de moeite waard zijn
om daarvan de statistieke gegevens te raad
plegen.
't Is nu weer zuiver: Rusland.
Wat er van het Roemeen'sche leger over
bleef, telt als gevechtskracht nauwelijks
meer mee.
Hindenburg nu houdt geen rust.
Al ligt op een groot deel van het ooste
lijk front de sneeuw voeten hoog, ja op
plaatsen tot manshoogte toe, hij kent geen
winterkwartier en zet de operaties „volgens
het krijgsplan", zooals 't dan heet, voort.
In Roemenië drijft hij naar de Sereth.
Achter deze bijrivier van den Donau, die
door zijn richting Noord-Zuid een mooie
frontscheiding vormt, wil hij zoo spoedig
mogelijk de Russen terugdringen.
Om dan verder te zien.
Van drie kanten worden daartoe de Rus
sen aangegrepeneen korte beschrijving
maakt het mogelijk deze operaties zelfs op
een gewone, goede schooikaart te volgen.
in de Dobroedsja hebben nu de Turken en
Bulgaren vrijwel den laatsten Rus gedood,
gevangen genomen of over den Donau ge
jaagd en nu zoo zeggen de berichten
„dringen zij op Galatz en Braila aan".
Wat dit precies beteekent
Deze twee belangrijke Donauhavens toch
liggen aan den anderen kant van den Donau.
Een van beiden dus:
Of deze steden worden van de Dobroed-
sja-heuvels uit door de Bulgaren onder ka
nonvuur gezet; of Turken en Bulgaren trach
ten den Donau over te steken, om zóo die
steden aan te vallen. Het laatste zal echter
in dit jaargetijde niet zoo gemakkelijk gaan.
Op deze wijze wordt dus de Russische
Sereth-steliing uit het Zuiden aangetast.
Uit het Westen, uit de richting Boekarest,
door de laagvlakte dus, dringen Mackensen's
heirscharen vooruit.
Taaien weerstand biedt de Rus ook hier.
De plaatsjes Slobozia en Rotestie zijn
stormenderhand genomen en, zoo werd ge
meld, de bruggehoofdstelling bij Braiia is
doorgebroken, en de stad zelve bezet.
En nu in de derde plaats.
Maanden lang hebben aan de Oostgrens
van Zevenburgen in 't gebergte, de partijen
tegenover elkaar gestaan en elkander in
evenwicht gehouden.
Thans echter zijn de Centralen ook hier
voorwaarts gerukt en dalen hun troepen uit
het gebergte in de vlakte af. Eiken dag wordt
eenige nieuwe terreinwinst gemeld en 't be
hoeft' niet gezegd, dat al deze operaties in
goed onderling verband geregeld zijn.
Hindenburg laat den Rus geen rust.
Voorai nu niet, in den winter.
Hij weet zoo goed als iemand, dat de Rus
het wat zijn geschut en munitie betreft van
zijn vrienden hebben moet en die kunnen
hem in den winter, als de meeste havens
dichtgevroren liggen, zeer moeilijk bereiken.
Drie a vier maanden lang heeft Hindenburg
dus nog een goede kans, om de meerderheid
te hebben wat de artilleiie betreft en deze
oorlog heeft wel getoond, hoe dat de hoogste
troef is.
Er wordt dus maar doorgestreden.
Winter of geen winter.
Men behoeft niet te vragen, hoeveel ellende
en ontbering dit meebrengt.
Zoo oppervlakkig zou men zeggen, dat het
Russische „menschen-materaal" 't meest aan
de kou gewend is en dus best een winter-
veldtocht verdragen kan.
Dit is toch zoo niet.
Tenminste, kenners verzekeren dit.
De Russische boer begraaft zich den gan-
schen winter in zijn warme woning, waar
hij weer uitkruipt als de lente den bodem
ontdooit en zoodoende komt hij zeer weinig
met de koude in aanraking.
Ook zal Hindenburg wql gezorgd hebben,
dat de gevechtstroepen dahr in Roemenië uit
mannen bestaan, die al eens een wintertje
aan het front hebben doorgemaakt.
't Zij, hoe 't zij, de ellende zal groot
genoeg zijn.
Mocht de vrede er, voor 't lente wordt,
nogeens 'n eind aan maken
Ja! mocht er vrede zijn.
Doch nu de entente de vredesvoorwaarden
niet nader wil raadplegen gelooven wij niet
dat dit spoedig het geval zijn zal, 'wel cijfe
ren we alles niet weg, en verwachten wij,
dat nu Engeland de voordeur dicht gooide,
de achterdeur nog openstond, doch dit neemt
niet weg, dat de vrede wel weer eenige
maanden verder gezocht zal dienen te worden.
Om op het antwoord van de Entente nog
even terug te komen
Welke twee grieven legde Engeland aan
de Centrale Rijken voornamelijk ten laste?
Aan Duitschland het ultimatum tot België
gericht. De doortocht door en onderwerping
van België ziedaar het onderwerp dat in
geen goed gestelde Entente-nota ontbreekt.
En wat doet Engeland nu tegenover Grie
kenland
Tot de Grieksche regeering werd opnieuw
een ultimatum gericht, waarvan de voornaam
ste eisch is, dat het heele Grieksche leger
met artillerie enz. op het Peloponnisch schier
eiland wordt geïnterneerd, waarop dan de
Entente haar troepen en voorraden te Itea
aan de Golf van Corinthe zal ontschepen en
ze door Griekenland naar Saloniki vervoeren.
Is er geen roerende eenstemmigheid met
den Duitschen eisch tegenover België?
„Militaire noodzaak" is ook thans het motief.
En nu nummer 2.
Welke grief had de Entente tegen Oosten
rijk
Was het niet, dat de Oostenrijksche regee
ring een gemengde commissie wilde zien
benoemd om den moord te Serajewo te on
derzoeken Dit heette toen voor Servië on
aannemelijk, onvereenigbaar met Servië's sou-
vereiniteit, het klaarste bewijs dat Oostenrijk
den oorlog wilde enz.
En wat "doet Engeland nu tegenover Grie
kenland
Het eischt: verbod van vergadering voor
de reservistenbonden, controle over telegraaf
en spoor, invrijheidsstelling van de Venize-
listen en een gemengde commissie tot
onderzoek van de gebeurtenissen van 1 en
2 December.
Hier is niet slechts treffende overeenkomst
hier is tegelijk nog een verschil ten nadeele
van de Entente.
Oostenrijk stelde een reeks eischen aan
Servië, dat ongehinderd de anti-Oostenrijk-
sche propaganda in eigen boezem had laten
voortwoekeren. De plannen tegen de monar
chie waren ondubbelzinnig gebleken.
De geallieerden treden thans met veel groo-
ter zelfbewustzijn tegen de Helleensche natie
op, om haar te vernederen en haar onafhan
kelijkheid te ondermijnen, terwijl zij Grieken
land niet anders kunnen verwijten dan dat het
weigert zijn neutraliteit te schenden of zich
tot een werktuig der Entente te maken.
O, die dubbelhartigheid van Albion
KANTONGERECHT TE SOMMELSD1JK.
Zitting op 5 Januari 1917 n.m. 1 ure.
Het O. M. eischte tegen
M. K. te Stad a/'t H. vorige maal aange
houden om verbalisant te hooren wegens
ontkennen van te hard om een hoek te heb
ben gereden met paard en wagen f3 boete
subs. 3 dagen hechtenis.
S. v. N. 40 jaar metselaar te den Bommel
vorige maal aangehouden ten einde getuigen
te hooren, wegens ontkennen van den weg
met steenen voor de passage te hebben be
lemmerd, f0,50 boete subs. 1 dag hecht.
J. d. R. komt in verzet tegen zijn vonnis
waarbij hij was veroordeeld tot f8 boete
subs. 8 dagen hecht, wordt geeischt f 5 subs.
5 dagen hecht.
J. Gr. 34 jaar arbeider te Sommelsdijk Leer
plichtwet, f8 boete subs. 8 dagen hecht.
J. M. 69 jaar arbeider te Sommelsdijk. Als
voren f5 boete subs. 5 dagen hecht.
E. J. V. 43 jaar landbouwster te Sommels
dijk. Als voren f8 boete subs. 8 dagen hecht.
E. T. J. L. verstek op getuigen verklaring
fl boete subs. 1 dag hecht.
J. B. 47 jaar arbeider te Ouddorp. Als voren
f8 boete subs. 8 dagen hecht.
J. V. 56 jaar arbeider te Ouddorp. Als
voren voor zijn twee dochters 2 geldboeten
elk van f8 subs. 2X8 dagen hecht.
P. B. 41 jaar arbeider te Ouddorp Leer
plichtwet f5 boete subs. 5 dagen hecht.
C. L. 32 jaar Landbouwer te Somme'lsdijk
Als voren f8 boete subs. 8 dagen hecht.
G. v. d. N. 44 jaar landbouwer te Sommels
dijk. Als voren f8 boete subs. 8 dagen hecht.
L. T. 41 jaar arbeider te Nieuwe Tonge
Als voren f 3 boete subs. 3 dagen hecht.
C. v. W. 40 jaar zeevisscher te Middelhar-
nis. Als voren f 8 boete subs. 8 dagen hecht.
Jb. V. 53 jaar landbouwknecht te Sommels
dijk als voren f 10 boete subs. 10 dagen
hech
St. V. 39 jaar straatreiniger te Sommels
dijk. Als voren voor 2 zoons. 2 geldboeten
elk van f8 subs. 2X8 dagen hecht.
T. H. 41 jaar schoenmaker te Sommelsdijk
Leerplichtwet f5 subs. 5 dagen hecht.
S. K. 39 jaar landarbeider te Sommelsdijk
Alsvoren f8 boete subs. 8 dagen hecht.
W. A. v. A. 18 jaar Nieuwe Tonge loopen
over een andermans land f2 boete subs. 2
dagen hecht.
H. G. 22 jaarS Landbouwknecht te Oolt-
gensplaat. Rijden zonder licht met een fiets
f 1 subs. 1 dag hecht.
A. T. 28 jaar beurtschippersknecht te den
Bommel. Op 11 December 1916 onder Oolt-
gensplaat in staat van dronkenschap de open
bare rust verstoord f5 boete subs. 5 dagen
hecht.
v. W. en B. beiden te den Bommel de
vorige maal aangehouden wegens ontkenning
ajuin te hebben weggenomen, na hooren der
getuigen eischt het O. M. tegen ieder 1 maand
gevangenisstraf met bevel de in beslag ge
nomen uien enz. terug te geven aan P.
Luijendijk te den Bommel.
W. W., W. S., Chr. T., Abr. BI., J. v. d.
L., E. v. M., Anth. H., B. v. d. D.,J.v. d. P.,
A. V., W. Dr., C. d. V., W. K., H. B., H. B.,
allen verstek.
De copie van Ingezonden Stukken, die niet ge
plaatst zijn, wordt niet teruggegeven.
Bulten verantwoordelijkheid van Redactie
en Uitgever.
Mijnheer de Redacteur!
Geen plaats meer.
Weet ge wat dit zeggen wil Hebt ge
ooit bij ervaring gevoeld, wat dit kan be-
teekenen
Wil mij dan vergunnen in eenige zinnen
U de beteekenis hiervan te doen gevoelen
voor een groep ongelukkige menschen.
Toen in 1910 de Vereer.iging tot Stichting
van Chr. Inrichtingen voor Verpleging van
Zwakzinnigen (Rekkensche Inrichting) werd
opgericht, werd feitelijk nog niets gedaan
voor de groote schare zwakzinnigen.
Ik zal niet trachten, U een wetenschappe
lijke definitie te geven, doch dit is ook niet
noodig.
Ieder kent ze allicht uit zijn omgeving.
Het zijn die menschen zwak van wil, on
geschikt veelal voor de maatschappij, dik
wijls bekende straattypes, voorwerp van me
delijden soms, meestal echter van spot en
wat zooveel te erger is, overheerscht door
velen, die van hunne geestelijke minder
waardigheid schandelijk misbruik maken,
zoodat zij in elk opzicht, niet in het minst
uit een zedelijk oogpunt, een gevaar voor
de maatschappij opleveren.