voor de Znidliollandsclie en Zeenwiche Eilanden. Zaterdag 6 Januari 1917. Antirevolutionair 8ri* Jaargang NT. 3248. Orgaan Eerste Blad. IN HOC SIGNO VINCES „HET GOUDEN MEET'. Oe toekomst der Antirev. partij, 1 pprlair R. C. F. i LEE-Ioom OP DEN UITKIJK. Bsao Courant versehgnt ©ike® Woensdag m SSater&ag. Abonnementsprijs pee drie maanden fe. p. p. 50 Cast bij vooruitbetaling. Buitenland bij vooruitbetaling ƒ4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent W, BOEKHOVEN Zonen, SOMMELSDIJK. IBTéteffooBi ES®. Advertentiën 10 0®s4 pe? r©g®i es 8/s maal, Beelames SO par regd. Boekaankondiging 6 €®at pes: rsgeï en mml Mengtaanvragen m Dienstaanbiedingen 5© ösai psg plaatsiag. droos® letters ®a vignetten rrorden berekend naar d® plaatsruimte die beslaan. Advertentiën worden ingew&eht tot Diasdag- ©a Vrijdagmorgen 1© uur. Mie itukfeen voor «e Medaetle bestemd, Advevtentlên em verdere Administratie franco toe te seisden aan den Uitgever. Met het uitvallen van de trein van 9,15 (de post trein nog al n.b.zijn we verplicht ons blad met de avoadirein te verzenden en een paar uur vroeger af te drukken.. Noodig is in verband hiermee, dat de berichten, advertentiën enzzoo vroeg mogelijk ontvangen en groote verslagen door onze Correspondenten zoo vlug mogelijk worden opgezonden. Menig Correspondent heeft reeds vroeger aan eenzelfde verzoek gevolg vegeven. Wij vertrouwen dat ze ook -'thans hunne medewerking zullen ver- leenen. P* of. Fabius geeft in zijn Studiën en Schetsen van Jan. 1917 een eerste ar tikel: .Donkere Dagen®, waarin hij voor de Antirev. partij niet veel goeds voorspelt. Hij ziet verflauwing der grenzen ai. jaren lang en noemt eenige punten op, waaruit die afzakking zou blijken In 1911 noemde Oosterbaan den leerdwang als behoorend tot de neutrale zone; het Ministerie Heems kerk stelde voor»in 't algemeen be hang® openbare armenzorg op uitge- x J? reider schaal mogelijk te maken en in heide Kamers der Staten-Generaal ging de rechterzijde eenparig mee. Toen Mi nister Kolkman de Staatsloterij ver dedigde, werd van Antirev. zijde niet één woord van tegenspraak geuit. Ver- zekeringsdwang, aanvankelijk principieel verworpen, werd straks van de vrijzin nigen overgenomen en heette toen neu trale zone; op grond waarvan men later, nadat de liberalen naar Staats- pensioneering waren doorgezakt, hun verweet, dat zij niet langer wilden meedoen. In »Uit 't diensthuis uitgeleid® ver klaarde dr. Kuyper in 1912 een »gul ouden-dag pensioen* noodig te hebben voor de verkiezingen van het volgende jaar. En als 9 Dec. 1913 een »ouden- dag -pensioen® voor 70-jarigen inwerking trad, was er één jubelzang in Het Volk, De Standaard en De Nederlander. 19 Sept. 1912 sprak Patrimonium uit, geen principieel onderscheid tusschen regeling van arbeidstijd en regeling van loon door Overheidsmaatregelen te zien en neigde daarom ook tot 't laatste Van den eisch, de vrije school tot regel te stellen, gleed men af naar dien van geldelijke gelijkstelling tusschen openbare en vrije school, wat er ten laatste toe bracht de laatsle zoodanig aan de eerste vast te hechten dat allerlei wat een vrijzinnig-eocialistisch bewind voor de openbare school ver ordent, vanzelf doorwerkt voor de vrije school. Met algemeen stemrecht had zich feitelijk reeds vóór de Grondwetsher ziening ook de rechterzijde vereenigd. Op 29 Mei 11. ried De Standaard, dat de leus der rechterzijde bij de Prov. stembus nog krasser en oprechter dan van de linkerzijde moest zijnvóór het Kabinet. Reeds wie dit alles overziet, zoo schrijft de professor, zal verstaan, hoe moeilijk het voor de rechterzijde ware geweest in 1917 een principieelen stem busstrijd tegenover de linkerzijde te voeren in verband met 't regeerings- beleid van den laatsten tijd. Met de Grondwetsherziening in eerste lezing achter den rug en in tweede lezing voor den boeg wordt de toestand waarlijk niet gemakkelijker. Omtrent het algemeen kiesrecht voor Tweede Kamer, Prov. Staten en Gemeenteraden evenredige vertegenwoordiging; stem- dwangtoelating van de vrouw in genoemde colleges, was de gansche Kamer eenstemmig. En in .zake onder wijs ontbrak aan de volkomen eens gezindheid alleen de medewerking des heeren Lieftinck. Hoe ter wereld, vraagt nu Mr. Fabius, ware mogelijk, straks de oude partij- leuzen in acht te nemen? In'94 heette men nog Takkeanen en waande men frisch antirevolutionair te zijn, thans kon de gansche rechterzijde zich wel naar den heer Ketelaar of naar Mr. Troelstra noemen; en daarom is het begrijpelijk, wat gemeld wordt van een pogen om in 1917 bij de stembus al gemeen af te zien van strijd. En voor de rechterzijde ware dit in zekeren zin een uitkomst. Immers had de Standaard leus van 29 Mei j 1. voor de Eerste Kamer en 't Kabinet", nu moeten luidenvoor de Tweede Kamer en 't Kabinet". Maar tegen wie ware dan de strijd gericht? Men zegtwij antirev. hadden alléén van de schoolkwestie studie gemaakt. Maar er was toch materiaal voor andere studie opgestapeld, hoewel nu ook weer wordt erkend, dat de rechterzijde bui ten het schoolterrein de draagwijdte harer beginselen nog weinig kent, en daarom besluit voorshands met de vrij zinnigheid mee te gaan. Slotsom isslechts studie, dege studie van. antirev geschriften in binnen- en buitenland, niet 't minst van schrijvers, die reeds dood zijn, en hunne begin selen verkondigden huiten alle bereke- keuing van 't succes in't heden, schijnt hoop te kunnen geven, dat op de don kere dagen van dezen tijd nog eens volge 't doorbreken van licht. Wat Prof. Fabius in dit artikel zegt, is herhaaldelijk door de Vrijzinnigheid betoogd in deze woordenIs de school strijd uit, dan springt de Coalitie; of: 't Geloof der Rechterzijde is geen cement voor politieke eenheidof't Geloof kan geen grondslag zijn van politieke organisatie. En ook de Vrijzinnigheid wees dan telken maal op de stemmin gen, waarin meermalen allerlei mannen van Rechts precies eender stemden als allerlei mannen van Links. En zelfs wees de Linkerzijde er dan op dat de Antithese dood wasdat er een nieuwe partij groepeering in aantocht was niet meer in verticale richting d.i. van boven naar onder, d.i. Geloof tegen Rede; maar in horizontale richting d.i de conservatieven van Rechts en Links ter eener zijde en de democraten idem ter andere zijde. Het zelfde lijstje van prof. Fabius over kiesrecht, evenredige vertegenwoordiging, financieele gelijk stelling waarin de rechterzijde zich on principieel gedroeg enz. enz. is velen bekend. Is 't daarom onwaar? Is 't onwaar, wat prof Fabius schrijft en wat door de Linkerzijde al jaren her den kiezers is voorgepraat Deze vraag hondt onmiddelijk verband met een andere n.l.is er in de Nederlansche politiek wel ooit eene periode geweest, waarin de antirev. partij en zij alléén de meerderheid had en onder de kiezers en dus ook in 't parlement, en als die periode er nooit geweest is en nooit komen zal, is 't dan ook niet te recht vaardigen, dat men op coalitie uit moest en als men op coalitie uit moest, is 't flotel itep8®fsraiiii feedesapt© Heerensteiger SSA, @31 DINERS 50 cassi ess hoogeï. LOGIES MET ONTBIJT Hei éten? ieder aarsbevo!©® adres. dan ook al weer niet logisch, dat elk der 3 gecoaliseerde partijen haar eigen beginselen ten deele moest inruimen en dus water in haar wijn moest doen, om toch dat doel te bereiken, dat aan de 3 verbonden partijen één was Maar dat niet alleen. Dat raakt nog maar de 3 verbondenen onderling. Doch de 3 stonden tegenover Links, en wan neer er dan bij Links een door het vólk zelf aangevuurde agitatie ontstaat het zij vóór een zeer algemeen kiesrecht, hetzij vo or een betere Rechtsverhouding inzake de school .als dan hei vólk spreekt, is dan de antirev. partij ge roepen te zwijgen, of zich ook in dien bruisenden stroom te werpen en voor haar eigen beginsel te redden, wat or nog te redden is, in dit gevalde Chris- lijke school. Mag men nu uit deze resultaten der praktische politiek, uit de tijden gebo ren [want niet een partij maakt den tijd maar de tijden formeeren en geven leven aan de partijen En die partij is 't ver standigst, die der tijden spraak verstaat besluitende antirev. partij heeft geen toekomstze glijdt telkens af. Neende antirev. partij heeft tot grondslag de eeuwige beginselen van Gods Woord en de partijgenooten belij den dat Woord.-Zoolang nu dat geloof aan die openbaring stand hondt, zal er een antirev. partij zijn, maar een antirev. partij, die in tal van zaken precies eender functioneert dan de Lin kerzijde, omdat de praktische politiek zich voor 't grootste deel in de neutrale zone beweegt en een geven en nemen schering en inslag is van allen arbeid op de neutrale zone. En bij coalitie, als regeeringspartij zal zij zich tevreden moe ten stellen met 't halve ei, beter dan de leege dop. Doch als uitsluitend antirev. partij, los staande van alles, zal zij dat Woord doen spreken, als 't zelf uit sluitsel geeft In isolement, in afzonde ring, in oppositie ligt haar kracht, ligt trouwens de kracht van elk individu en van elke partij. Maar in den stroom des levens gesleurd, en dat in 't zoo individualistisch Nederland, is palstaan wel eervol, maar de vloed wrijft 't hout der steigers, tot ze rotten en breken en de vloed holt toch voort en lacht je uit in zijn schuimen en bruisen. Engeland en de anderen hebben gespro- [nooit UITGEVERS De Uitgevers. Direct srsbij da Hoo.?Sstssgs f 1.25. f 1.50 en f 1.75 Tel. No. 1532. Aanbevelend, De Nota der Geallieerden. kan, eu «iemand kan o-jtkennen of we staan dichter bij den vrede, dan toen Duitsch- land zijn stukken verzond. Wat trotsche, brallende toon in de Parlementen. Wat permantigheid in Rudauds Doema om daar de Kamerleden en dus 't Russische Volk nog 4e paaien met Konstantinopel en de Dardanelles. Wat hooge toon in P/ankrijk door Brijan. of waarlijk 't leven der Duit- scbers van het nog handjevol niet gesneu velde soldaten afning. Wat drukte over de Nota van Wilson. Maar let er nu op in de Entente Nota; er staat bij alle humbug en groote woor den niets in over Konstantinopel en de Dardanellenniets in over 't terug trekken (en vroeger sei Ljoijd George.on middellijk terugtrekken®) uit Frankrijk er staat niets positiefs in over België, niets over de Balkanstaten. 't Zijn enkele ver- wijtsngen, die men Duitechland naar 't hoofd e'iuiert, maar de hoofdzaak is Wewillen vrede, mits ge nw voorwaarden voorlegt. De Entente zet de deur open: En we hopen 't spoedig te koore-n en te beleven: De voorwaarden van Duitschland worden bekend en dan 's binnenskamers afgedaan. Zoo zal 't verloop der zaak zijn. De Entente doet nu al genoeg water in haar eerst zuren wijn, dan dat Duitschland niet zou drinken. Men scheldt wel, maar vraagt om lichtl Wilson heeft zich niet blootgesteld voor heei de wereld aan een bespotting. Hij heeft al aardig goed geweten, wat er om ging sinds vele weken. Een president van ïoo'n groot Land laat men niet in zija hemd staan. Of Wilson was een blind kuiken, wat hij niet is De Vredesgedachte kan niet meer ge smoord de Volken, uitgeput nu, en bang voor een nog somberder toekomst, hebben se gehoord. Ze spreken nu al luide. 't Eenige, wat we nog een paar weken merken sullen, is wat kijven in de Pers mekaar door de Pers uithoor en en tevens eigen volk aan den pols voelen terwijl dan in de kabinetten de brieven, geschreven worden, die de Nieuwe Nota's vergezellen. Want zoo als 't bij familietwisten gaat. gaat 't ook hier: eerst de voelhorens op; dan een hard, boos woord, om te laten merken, dat men heusch toch zóo boos is; maar en passant aanbod van vreda, als dat en dat gebeurt; en zoo al schui felend voor de daur, komt men op de vooraiat; dan in 't portaal en eindelijk hebben se mekaar tusschen da vier muren onder vier oogen. Dan is 't Vrede. Een blik in de toekomst Wij wéten bij ervaring, dat die toekomst voor ons verborgen isGods Woord waar schuwt ons zeer ernstiglijk, om van die toe komst aiets méér te willen weten, dan de „geopenbaarde dingen", die voor ons en onze kinderen zijn, en toch is er wel iemand, die er geheel aan ontkomen kan, om al is 't dan maar met zijn berekenend verstand tenminste eenige vaste lijnen te trek ken waarlangs hij meentof hooptdat die toekomst zich ontwikkelen zal Thans is dit moeilijker dan ooit. Banger onzekerheid heeft zelden geheerscht. Nooit weten wij, wat eenig nieuw begon nen jaar ons brengen zal, maar in 1917 moe ten we meer dan immer onze kleinheid en kortzichtigheid erkennenWij zijn van gister er, weten niets Zal het Oorlog zijn of Vrede? De meest ervaren deskundigen, die hun leven lang acht sloegen op de teekenen der tijdendie de kronkelpaden kennen der di plomatie de geheime krachten, die er wer ken in de kabinetten der machthebbers dezer aardedie .studie maakten van de volksziel en van de stroomingen in het leven der na tiën, kortom van al die „tweede oorzaken", welke mêe de toekomst bepalenzij trekken de schouders op. Zij weten het niet En als het vrede worden mocht: Wat zal dan die vrede brengen Ik bedoel nu niet op welke voorwaarden hij zal gesloten worden, maar wél welk een invloed hij hebben zal op de toekomst, die wij niet kennen. Het zou een geweldige ommekeer geven Stel u voor een sneltrein, die met duize lingwekkende vaart voortraast en dan met één schok, één ruk, één greep, in enkele seconden tot stilstand werd gebracht. Zie, dat zou de vrede zijn De vrede, om welken wij bidden. De vrede, die haast te groot een geluk schijnt voor 't afgestreden menschdom. Diezelfde vrede, zou heel ons maatschap pelijk leven, dat thans op den oorlog als op den normalen toestand is ingericht, uit zijn voegen lichten en een schok geven, die de grootste rampen toebracht, als hij niet door wijs beleid tijdig gebroken wordt. 'tls te zien geweest aan de Beurs. Toen daar ineens de tijding kwam van het ingrijpen van pres. Wilson ten gunste van den vrede, of laat ik zeggen de eerste voor bereidselen, om tenminste de mogelijkheid aan den vrede te overwegen, toen gingen allerlei „papieren" omlddg. Naar beneden van de vredesgeruchten. Gelijk dit in normale tijden 't geval is, als er oorlogstelegrammen worden geseind! Zoo is alles uit zijn voegen gelicht. in de oorlogvoerende landen is het zóó, dat de bevolking aan het front sterft van den oorlog en dat de achtergeblevenen in stad en dorp van dienzelfden oorlog leven. Stel u nu den vrede voor. Als daar in één keer miilioénen uit he leger aan de burgermaatschappij worden teruggegeven en andere millioenen uit de oorlogsindustrieën tegelijk gedaan krijgen en weer voor de werken des vredes beschik baar staan. Nooit zal eenige arbeidsmacht zoo over voerd en gedrukt zijn geweest. Daar komt dan de duurte bij. Die nog grooter dreigt te worden, als de gedeeltelijk uitgehongerde landen van Cen- traal-Europa met hun volle koopkracht op de wereldmacht komen, om in den letterlij ken zin „koste wat kost" het groote tekort aangevuld te krijgen. Als de scheepsruimte is beperkt. En het „ieder voor zich" de kreet zal zijn der tot vertwijfeling gebrachte natiën Dat is nu nog een vredes-toekomst. Van een nieuw Oorlogs-jaar zwijgen we maar, omdat de verschrikkingen, die de we reld daarin te wachten zouden staan, werke lijk te erg zijn om in te denken. Is die toekomst niet bang onzeker En als we onzen blik enger maken, is 't ai meer dezelfde troostelooze onzekerheid. Kan iemand één dag voor ons eigen va derland instaan Leven wij niet bij den dag Zeker, er is slechts verschil in graad. Onzeker is het leven altijd geweest. Wie ouder werd en niet van jaar tot jaar leerde zijn toekomstplannen en droomen in te perken, die is een zot. Gezond gaat de een het jaar inals 'n invaliede, 'n gebrokene haalt hij het eind. Vol levenslust en levenskracht begint de ander zijn jaartaak en lang eer 't jaar is afgeloopen, droeg men den sterke reeds grafwaarts en zijn plaats ként hem nauwe lijks meer'n paar dorre, verstuivende bla deren is al wat er overbleef van den straks nog zoo krachtigen eik. 't Gezin gaat vol hoop van 't eene jaar in 't andere over.eer 't einde er is vielen de slagschaduwen over 't huiselijk leven en de nieuwe overgang geschiedt in jammer en rouw, bij de doode asch van vergane herinneringen. Men stelt zich 'n program op, voor 't nieuw begonnen jaar men voelt zich sterk en wil véél doenvoor zijn gezin, voor zijn levenstaak, voor den Heere zjjn God en altijd weer die droeve afstand tusschen ideaal en werkelijkheid Zoo zouden we kunnen voortgaan. En eenzijdig worden Een kind van God met een pessimistischen blik toch, is den Geest Gods droefheid. Dat kan en mag niet bestaan. Eenerlei wedervaart den rechtvaardige en den goddeiooze, met dit verschil dan nog, dat de tegenspoeden des rechtvaardigen vele zijn en de goddeloozen niet zelden vet wor den van voorspoed, en daarom is 't goed het leven nuchter, waar, realistisch te bezien, het niet mooier te maken dan 't op deze gevloekte aarde zijn kan maar dan ook steeds het te laten beschijnen met den gou den glans van het idealisme des geloofs. Hierin worden de kinderen des lichts en der duisternis openbaar. Eigenaardig toch is het, wat zeer onder scheiden indruk de bange onzekerheid der toekomst op die twee groote categorieën der menschenkinderen maakt. Neem eerst de lieden dezer wereld. Al naar hun temperament, hun „ligging" is, reageeren zij op die onzekerheid. Daar zijn b.v. de securen. Die trachten zich zooveel iminer mogelijk is tegen elke kwade kans te assureerenne men voor alle mogelijkheden hun maatrege len spelen het leven als een handig schaker, die zich overal heeft „gedekt" en on danks alles soms één op de honderd moge lijkheden niet ziet, waardoor hij tóch nog in twee, drie zetten mat staat. Maar dat is dan het „noodlot". De kwade kans, die men loopen kan. Dan zijn er de luchthartigen. Zij loopen, rustig op hun wijze, de donkere toekomst tegen't leven is de moeite waard om er van te genieten, niet om er voor t« vechtenlaat komen wat móétoogen dicht en 't hoofd in den wind, 't volgend oogen- blik kan alles uit zijn, allons I dan hebben zij hun beurt gehad en begint een ander. Dan zijn daar de lichtzinnigen. Hun levens „wijsheid" zag ik nog pas ver tolkt in een verzenbundel, die kort geleden uitkwam en waarin het menschdom o.m. ge raden wordt: „En tobt niet al te veel over het leven Tobben maakt treurig, en gij zult het

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1917 | | pagina 1