EIS-EN
Oorlog
Derde Blad.
Drie Bladen*
Zaterdag 50 December 1816. No. 2246
Wegens de in
vallende Nieuw
jaarsdag zal ons aanstaand
Woensdagnummer NIET
verschijnen.
OFFSCIËEL BEPEELTE.
BINNENLAND.
RECHTZAKEN.
GEMEENTERAAD.
Reclames Mededeelisigen.
IN HOC'SIGrNO WSES
Dit nummer bestaat uit
Verbouw van Handelsgewassen.
De Burgemeester van Sommelsdijk maakt
bekend dat de Minister van Landbouw, Nij
verheid en Handel ingevoige het Koningklijk
besluit van 30 September 1916 (Staatsblad
no. 463), houdende aanwijzing van de ge
wassen, waarvan het verbouwen overeen
komstig art. 7 der Distributiewet 1916 kan
worden verboden, beperkt of niet dan voor
waardelijk worden toegestaan, bij beschik
king van 13 October 1916, gewijzigd 10 Nov.
1916, het volgende heeft bepaald
(Zie verder aanplakbord.)
Sommelsdijk 28 December 1916.
De Burgemeester voornoemd,
BOUMAN.
De Engelsche strijd tegen de Duitsche
wetenschap.
De Engelsche overheid neemt Duitsche
boeken en tijdschriften, met Nederlandsche
schepen naar Noord-Amerika en Ned.-lndië
vervoerd in beslag. En daarover wordt heel
officieel tusschen de Engelsche en Neder
landsche regeering gecorrespondeert. Afge
zien van het Volkenrecht echter, vraagt het
„Huisgezin,, kan men in Engeland zijn tijd
en zijn menschen niet beter gebruiken dan
voor dergelijke muggenzifterijen
Het schijnt van niet. Terwijl de Duitsche
duikbooten ongestraft aan alle zijden koop
vaarders in den grond boren, wijdt de Engel
sche vloot al zijn aandacht aan de neutralen.
Terwijl de Admiraliteit van de Nederlandsche
schepen tijdschriften als „Die Woche" en
„Gartenlaube" weghaalt, brengt de handels
duikboot „Deutschland" ongestoord de offi-
cieele correspondentie naar en van den Duit-
schen gezant in Washington.
De Engelsche blokkade 'is wel ontaard,
door zoo te willen verhinderen, dat de ver
schillende neutralen van de Duitsche geestes
arbeid gebruik kunnen maken.
Zilverbons.
De Minister van Financiën brengt in her
innering, dat de gelegenheid tot inwisseling
van zilverbons f 1 en f 2,50 van den ouden
vorm (dus alleen de zilverbons waarop de
handteekening van den Minister Bertlingvoor-
komt) nog slechts open staat tot 1 jan. 1917.
Het publiek wordt er derhalve met nadruk
op gewezen, dat het, ter voorkoming van gel
delijk nadeel, noodig is de zooeven bedoelde
zilverbons vóór of uiterlijk op 30 December
1916 in te wisselen.
Dit geldt dus niet voor de zilverbons waarop
de handteekeningen van „Treub" of „Ant.
van Gijn" voorkomen.
Deze blijven gangbaar.
De vorenbedoelde inwisseling kan uitslui
tend geschieden bij het Agentschap van het
Ministerie van Financiën te Amsterdam, Korte
Spinhuissteeg no. 3.
De bons kunnen ook per post aan boven
staand adres worden gezonden, met duide
lijke opgave van naam en adres van den
inzender.
DE TOESTAND,
De vredesdeur is door de centralen open
gezet. Lloyd George gooide hem weer dicht,
doch neen, niet dicht, Wilson's voet zit
er nog tusschen, men zie het telegram in ons
laatste nummer.
Zwitserland is Wilson gevolgd en heeft
eveneens een nota aan de strijdvoerenden
gezondeji. Daarin wordt beleefd, maar met
klem het voorstel van Wilson gesteund en op
het zoo mogelijk beeindigen van de mensch-
onteerende slachting aangedrongen.
De Geallieerden geraken in een moeilijk
parket.
Van allen kant, uit alle onzijdige landen
en uit die van den Vierbond, wordt instem
ming betuigd met President Wilson's nota.
Een zedelijk oordeel over de houding van de
Geallieerden, die van vredesonderhandeling
niet willen weten. Maar zóó, zonder gevol
gen schuift men een dergelijk voorstel niet
van zich af.
Daar is nu het voorstel van den Vierbond
aan de Entente, om over den vrede bespre
kingen te openen. Wilson gaat nog een stap
verder en biedt zijn bemiddeling aan Zwit
serland volgde en oefent drang uit om den
door Wilson voorgestelden weg te bewan
delen en massa's adressen steunen de poging
tot toenadering. En de Geallieerden, die be
weren dat zij alles wat zij doen, verrichten
in het belang van de menschheid, morren en
mokken: „wij willen nietl Wij zijn juist aan
de overwinning toe en nu wil jullie ons
noodzaken uit te scheiden. Wij doen het niet,
wij willen doorvechten
Men zou zoo zeggen, de Geallieerden ont
komen er niet aan.
Lloyd George maakte wel een groot kabaal,
maar liet de deur op een kier, uit vrees dat
hij de publieke opinie bederven zou, door
de deur woest dicht te slaan.
Maar toen gebeurde iets onverwachts. Wil
son zette de voet in de opening en zei
„hoor eens, vrienden! 't kan best waar zijn
dat jullie aan de overwinning toe bent, maar
als ik 't goed zie, kan ook zoncjer verder
bloedvergieten bereikt worden wat wij allen
wenscheneen gewaarborgden vrede. Zeg
mij nu maar eens wat gij daar onder ver
staat".
En hij wenkt tegelijk met de hand naar
zijn vrienden aan de overzijde en zegt„kom
jullie nu ook eens uit den hoek en stuur mij
je voorstellen".
En of de Geallieerden van binnen nu al
schreeuwen: ga toch weg, wij willen niet
onderhandelenhet koor van stemmen daar
buiten wordt al grooter dat roeptprobeer
het eerst I Verder doorvechten is uitsluitend
vergrooten van ellende!"
Toch zijn de teekenen niet gunstig.
De Koning van Engeland heeft in het
Engelsche Parlement een rede gehouden,
waarvan dit het slot was:
„Mijn regeering is gewijzigd, uitsluitend
met het doel om deze doeleinden onveran
derlijk en onverzwakt te bevorderen.
Een krachtige voortzetting van den oorlog
moet ons eenige streven zijn, tótdat wij de
rechten hersteld hebben, zoo onbarmhartig
verkracht door onze vijanden en de veilig
heid van Europa op een hechten grondslag
hebben gevestigd.
Voor deze heilige zaak ben ik zeker van
den vereenigden steun van al mijn volkeren,
en ik smeek den Almachtigen God ons Zijn
zegen te schenken".
De Fransche Kamer zond een deputatie
naar den minister van Buitenlandsche zaken
met het verzoek de nota van Wilson niette
beantwoorden.
De Fransche pers is over het algemeen
hoffelijk in de beoordeeling van de nota van
den Amerikaanschen president; zij waar-
deeren zijn poging maar zeggen, evenals de
Engelschen, dat Wilson de Geallieerden niet
op één lijn mag stellen met de Centralen.
En het slot van alle betoogen is:
„De geallieerden zullen voortgaan met zich
te verdedigen, binnen de grenzen van het
recht en de billijkheid, overeenkomstig hun
onwrikbaar besluit om het gevaar te bestrij
den, dat hun onafhankelijkheid bedreigt.
Slechts onze overwinning kan het conflict
beëindigen".
De Engelsche pers, we wezen er elders
reeds op, is buitengewoon fel in haar verzet.
Nog één aanhaling hier ten bewijze.
De „Evening Standard" vat de verschil
lende persbeschouwingen aldus samen
„Wilson praat van een bond tot verzeke
ring van vrede en„ gerechtigheid. Wel zulk
een bond bestaat al 1 Hij is samengesteld uit
Engeland, Frankrijk, Rusland, Italië en de
kleinere mogendheden. Zij moesten tegen den
heuvel op vechten, maar nu zien zij hun weg
goed helder voor zich. Da vijand slaakte
reeds een schrillen kreet van wanhoop en de
eerstvolgende maanden kunnen zijn onder
gang voltooien. Indien Wilson kon gevoelen,
wat er in het gemoed der door den oorlog
gestaalde geallieerden omgaat, dan zou hij
zeker niet voorstellen, dat zij al hun hoop
volle verwachtingen moeten laten varen en
opnieuw tot zelfs hun bestaan bouwen op
nietswaardige perkamenten verdragen".
Men zou geneigd zijn te vragen, waarop
de Engelschen in het vervolg dan wel ver
dragen willen schrijven.
Duitschland en Oostenrijk hebben beiden
het bemiddelingsvoorstel aanvaard, maar de
Entente weigert.
Rusland ging voorop, 't Is wel eigenaardig,
dat Engeland, dat toch den toon aangeelt,
Rusland en Frankrijk voorop schuift. Zij moe
ten zich eerst uiten. Welnu, de Russische
Minister van Buitenlandsche Zaken heeft deze
verklaring afgelegd:
Na den oorlog zal het militaire bondge
nootschap tusschen Rusland, Frankrijk en En
geland bevestigd worden door een innige
economische vereeniging.
De oorlog zal tot een zegevierend einde
worden voortgezet.
Wilson's nota kan geen verandering in den
foestand brengen.
De geallieerden zullen Wilson's nota vol
ledig beantwoorden, maar weigeren diens
voorstel te aanvaarden,
Het eenige gevechtsterrein dat gedurende
de laatste dagen van zich doet spreken, is
dat in de Dobroedsja.
Roemenië is het eenige dat nog aandacht
trekt. Alle anderen zijn in winterslaap.
Maar in het Zuid-Oosten van Europa wordt
zwaar en bloedig gevochten.
De Russen hebben met hun ontlastings
offensief in de Karpathen niets bereikt en
wendden daarom hun voornaamste kracht
naar het westen, in Oost-Walachije, om de
Duitsche en andere legers te verhinderen de
Sereth te bereiken.
De laatste berichten luidden over de Roe
menen en Russen allesbehalve gunstig.
De Dobroedsja is bijna geheel in handen
der Centralen, waardoor de Duitschers dus
én de Donau vrij kregen én de Serethstelling
van achteren bedreigd, als daar mogelijk het
hoofdleger op terugtrekt.
In Groot-Walachije werd Rimnicu-Sarat
door de Duitschers genomen.
Hun laatste bericht luidt:
„Afgezien van patroulle-ondernemlngen,
die op vele plaatsen tot voor ons gunstige
botsingen met den vijand leidden en nu en
dan levendig geschutvuur bij de hoogten op
den oostelijken oever van de Gouden Bis-
trica, is de gevechtsactie gering geweest. In
het Oituz-dal geschutgevechten.
Legergroep-Mackenzen Het negende leger
heeft in een vijfdaagsche strijd de sterke,
uit verscheidene met prikkeldraad voorziene
linies bestaande en taai verdedigde stellingen
der Russen op verscheidene punten doorbro
ken. Ten Z.W. van Rimnicu-Sarat zijn ze
ter breedte van 17 K.M. geheel genomen. Ook
het Donau-leger heeft door de vermeestering
van sterk verschanschte dorpen het front van
den vijand doorbroken en hem tot den terug
tocht op verder noordwaarts voorbereide
stellingen gedwongen. De gevechten waren
verbitterd en het succes is aan de voortva
rendheid van de leiding en de volkomen toe
wijding der troepen te danken.
De bloedige verliezen van den vijand zijn
zeer groot. Sedert den 22sten dezer heeft hij
bovendien in het geheel 7600 gevangenen,
27 machinegeweren en 2 mijnwerpers in han
den van het negende leger gelaten. Het aan
tal gevangenen van het Donau-leger is meer
dan 1300.
In de Dobroedsja hebben wij bij den aan
val op het bruggehoofd' van Macin vorderin
gen gemaakt.
Luchtschepen en Luchtsmaldeelen zijn in
den rug van den vijand doeltreffend tegen
belangrijke spoorweg- en haveninrichtingen
opgetreden,"
Er zijn dus van dit terrein in de naaste
toekomst belangrijke berichten te verwachten.
Arrondissements Rechtbank te Rotterdam
Ambachtsheerlijke rechten. Eigendom van
een dijk.
De ambachtsvrouw van Sommelsdijk ver
bood aan den eigenaar van een aan den Ou-
delandschen dijk liggend perceel, die een
oprit van zijn land naar die dijk maakte en
daartoe vergunning had van het polderbe
stuur van Oudeland, daarmede voort te gaan
en dagvaarde, na weigering dien eigenaar
tot herstel van den dijk in den vorigen toe
stand en tot schadevergoeding op grond, dat
zij, ambachtsvrouw, eigenares van dien dijk
was; de eigenaar van het land riep daarop
het polderbestuur in vrijwaring, welk bestuur
tegenover de bewering van de ambachts
vrouw stelde, dat de polder en niet de am
bachtsvrouw eigenaar van den dijk was. Gis
teren is voor de lste kamer in deze prooedure
gepleit en wel over de voor dit proces be
slissende vraag, aan wien het eigendomsrecht
van den dijk toekwam.
Mr. J. Coert, advocaat van elcheres (de
ambachtsvrouw), zette uiteen, dat op 31 Maart
1418 Jacoba van Beieren aan Margaretha van
Bourgondië had geschonken alle ambachts-
heerlijke rechten en gorzen en slijken etc.,
bij Sommelsdijk; bij dien brief had de am
bachtsheer (Adriaan van Borssele) de gron
den aan den polder uitgegeven ter bedijking,
doch zich voorbehouden het recht van dijk-
ettingenu beweerde de polder, dat de am
bachtsheer daarmede het eigendomsrecht op
den dijk had prijsgegevenechter ten on
rechte: in Zeeland (Sommelsdijk behoorde
tot in de 19de eeuw tot Zeeland) was 't
vaste regel, dat de ambachtsheeren eigenaars
waren van den dijk; dat was ambachtsge
volg; de heeren in Zeeland in tegenstel
ling met Holland hadden alle rechten (o.a.
ook 't jachtrecht), tenzij zij van een recht
uitdrukkelijk afstand hadden gedaan; de am
bachtsheer nu had den eigendom van den
dijk nooit overgedragen en dus was de am
bachtsheer nog eigenaar; de uitgifte-brief
aan den polder van 1460 werd door den pol
der verkeerd uitgelegdbij dien brief had de
ambachtsheer juist verklaard den eigendom
te behouden; die eigendom werd aangeduid
met: 't recht van dijketting (recht op gras-
gewas en beweiding), 't eenige recht, dat
men op een dijk kon uitoefenen en 't eenig
recht, dat door den eigendom gegeven werd
verschil tusschen dijkeigendom en dijketting
werd nooit gemaakt; dijketting werd gesteld
tegenover eigendom van andere goederen;
de Zeeuwsche ambachtsheeren, hadden zich
dan ook steeds „het recht van dijketting"
gereserveerd en zou gedaagde's stelling dus
juist zijn, dan zou geen enkele heer meer
eigenaar zijn van een dijk en dit was onaan
nemelijk.
Trouwens van 't jaar 1464 af tot 1914 toe
had de polder nooit beweerd eigenaar te zijn
en nooit aangevochten, dat de ambachtsheer
het wel was. Eischeres en haar rechtsvoor-
gangers hadden op 't kadaster steeds als
eigenaars gestaan, ook op de leggers, wat
de polder uit den aard der zaak natuurlijk
wistook bij het K. D. van 9 Januari 1906
(onteigening van tramaanleg), waarbij de
polder betrokken was, was eischeres als ei
genares genoemdzelfs in 't gaarderboek
van den polder had de polder zelf steeds
den ambachtsheer als eigenaar vermeldook
in een procedure van 't jaar 1871, toen de
ambachtsheer den polder had gedagvaard,
omdat de polder in den dijk gegraven had,
had de polder nooit beweerd, dat hij eige
naar was en had alleen 't verweer gevoerd,
dat de polder publiekrechtelijk, dus als pol
der, bevoegd was in den dijk te graven. De
ambachtsheeren hadden zich verder ook steeds
als eigenaar gedragen door den dijk te ver
pachten, in erfpacht uit te geven. Subsidiair
was eischeres nog bereid door getuigen te
bewezen, dat zij gedurende 30 jaar den dijk
al eigenares had bezeten, zoodat zij althans
door verjaring de eigendom had verkregen.
Mr. G. J. C. Schilthu's, voor den polder
optredend, voerde hiertegen aan, dat in 1464
de ambachtsheer de gorzen aan den „bedij
kers" ter bedijking had uitgegeven, op dat
gors hadden de bedijkers den dijk gemaakt
en, als eigenaars van het gors waren zij dus
ook als eigenaars van den dijk; de regel,
dat in Zeeland de ambachtsheeren eigenaars
der dijken waren, was juist, maar die regel
geldt, tenzij anders bepaald was en dit nu
was dus juist hier geschied. Bij die uitgifte
had de ambachtsheer zich alleen „gorsettinge
en dijkettinge voorbehouden"; „gorsettinge"
beteekendehet zakelijk recht van genot van
het grasgewas; de ambachtsheer kon juist
daarom geen eigenaar van den dijk meer zijn,
daar hij, als eigenaar, onmogelijk op zijn
eigen eigendom nog een zakelijk recht kon
hebben. Dat „gorsetting" in die beteekenis
genomen moest worden, bewees ook het
werk van Beekman, die als voorbeeld aan
haalde een uitgifte-brief van Middelharnis,
uit denzelfden tijd dateerende en dezelfde
bewoordingen bevattende.
Eischeres was dus rechthebbende op 't
grasgewas, en niet op den dijk zelf. Alle
daden van eischeres en haar rechtsvoorgan-
gers hadden eischeres niet tot eigenares ge
maakt; uit het bezit gedurende lange tijden
kon geen eigendomsverkrijging door verjaring
volgen, immers het was niet ter goeder trouw
geweest, daar eischeres (en haar rechtsvoor-
gangers) uit de acten en bescheiden hadden
geweten en althans hadden moeten weten,
dat men geen eigenaar was (H. R. W. 5895)
ook was het bezit als eigenaar niet „open
baar" geweest, daar de handelingen van de
ambachtsheeren niet voortsproten uit eigen
dom, maar uit het recht, dat zij inderdaad
bezatenhet recht van dijkettingeen even
min was natuurlijk het bezit als eigenaar
„ondubbelzinnig" geweest: aan de voor
waarden voor de verjaring was dus niet
voldaan. Alle handelingen der ambachtshee
ren konden ook even goed voortspruiten uit
eigendom, als uit recht van dijkettinge, zoo
het verpachten. Het in erfpacht-uitgeven was
met heel andere perceelen geschied. De
procedure van 1871 bewees evenmin iets ten
voordeele van eischeres; in die procedure
had de polder opzettelijk de vraag, wie eige
naar was, niet gesteld en de polder had
daarbij niet erkend, dat de ambachtsheer de
eigenaar wasde polder had de zaak zuiver
publiek-rechtelijk gehouden. Ook uit het ka
daster kon gesn bewijs geput worden; de
ambtenaren van het kadaster hadden de
kwestie nooit onderzocht en de legger sprak
over „vermoedelijke" eigenaar; de legger
regelde trouwens alleen den onderhouds
plicht (Rb. 's-Bosch W 10016)het gaarder
boek was niets dan een trouwe weerspiege
ling van het kadaster en de polder was wet
telijk verplicht het kadaster daarbij te volgen
op denzelfden grond was ook het K. D.,
betreffende de onteigening, onder invloed,
daar volgens de onteigeningswet het kadaster
als basis genomen moest worden.
Na re- en dupliek bepaalde het O. M. zijn
conclusie op 22 Januari.
20 cent per Regel.
Vergadering van den Raad der gemeente
SOMMELSDIJK, gehouden op Woens
dag 27 December 1916, des nam. ten
3 ure.
Voorz. den EdelAchtb. Heer Burgemeester.
Tegenwoordig alle leden, behalve de H.H.
Born en M. Joppe.
De Voorz. opende de vergadering op de
gebruikelijke wijze met gebed.
Daarna worden de Notulen der vorige
Openbare vergadering door den secretaris
gelezen en onveranderd goedgekeurd en ge-
teekend.
1. Ingekomen stukken:
a. Missive van H.H. Ged. Staten, waarbij
de Begrooting Dienstjaar 1917 goedgekeurd
teruggezonden wordt.
b. Idem van het hetzelfde college goed
gekeurd terug ontvangen het Raadsbesluit
van 24 Nov. 1.1. tot af- en overschrijving op
de Begrooting Dienst 1916.
c. Idem goedgekeurd terug ontvangen de
Verordening van het Gemeentelijk (Grond
bedrijf)
d. Schreven waarbij aan den Secretaris
Iz. Geelhoed vergunning wordt verleend om
tot 1 Nov. 1918 te Middelharnis te wonen.
e. Schrijven van B. en W. van Middel
harnis waarin bericht wordt dat de Raad in
de Commissie van Beheer der Gasfabriek
heeft herbenoemd de H.H. J. van der Slik
en T. Schilperoord, zulks met ingang van 1
Januari a.s.
Dankbetuiging van de dames M. A. Vis
en K. van den Broek voor de toegezegde
verhooging van hun salaris als Helpsters aan
de Bewaarschool.
g. Verzoek van P. van der Bij en C. Pa-
lingdood om verhooging van hun salaris als
Helpster aan de Bewaarschool, daar dit thans
maar f 1,25 bedraagt, en indien de Raad
soms van meening was cm op dit verzoek
afwijzend te moeten beschikken, of zij dan
niet door een tijdelijke vergoeding aan dit
verzoek tegemoet kan komen.
Voorz. B. en W. zijn van meening dat op
dit verzoek afwijzend beschikt moet worden,
aangezien de personen in kwestie nog maar
enkele maanden in dienst zijn, en er daarom
geen reden zijn die tot verhooging van sa
laris aanleiding geven. Goedgekeurd.
h. Request van het Dag. Bestuur van den
Bond tot behartiging van de belangen van
het kind, vergezeld van een Memorie van
Toelichting. In dit request was o. a. opger
nomen dat het rooken van kinderen zooda-
nigen omvang heeft genomen, dat zij mede
op Medisch advies, zich ten dezen opzichte
tot den Raad wend, met het verzoek om in
dezen maatregelen te nemen, door dienaan
gaande een Art. in de Verordening op te
nemen, waardoor dit zooveel mogelijk, ja
geheel wordt bestreden.
Overeenkomstig het voorstel van B. en W.
om dit Request voor Kennisgeving aan te
nemen, werd besloten.
i. Verzoek van J. K. van der Valk, onder
wijzer aan de O. L. School om eervol ont
slag tegen 1 Maart a.s. daar hij in gelijke
betrekking benoemd is te Leiden.
Besloten wordt om dit ontslag op den ge-
vraagden data eervol te verleenen, zoomede
als onderwijzer bij het Herhalingsonderwijs.
2. Wijziging Gemeente-Begrooting Dienst
1916.
3. Voorstel van B. en W. om wegens de
nog niet uitgekeerde voorschotten voor het
land aan den Dorpsweg, om de tijdelijke
Geldleening voorloopig te bestendigen, totdat
het Rijk zijn bedrag heeft betaald. Goedge
keurd.
4. Opname van eenige Houders van Hon
den in het Kohier der Hondenbelasting.
5. Benoeming van een lid en plaatsver
vangend lid der Gascommissie. Aftredend de
H.H. J. C. de Gast en C. J. Mosterdijk.
Beide Heeren werden met algemeene stem
men herbenoemd.
6. Benoeming van een Regent Burgerlijk
Armbestuur vacature M. Kooman.
Op de aanbeveling stonden de H.H. M.
KOOMAN en P. KIEVIT Dz.
dhr. M. Kooman verkreeg 6 stemmen en
dhr. P. Kievit Dz. 3 stemmen, zoodat eerst
genoemde verkozen werd.
7. Benoeming van een lid der Commissie
tot Wering van Schoolverzuim, vacature J.
Bouman.
Op de voordracht stonden de H.H. J. BOU
MAN en J. TIMMERMAN Mz.
Eerstgenoemde werd met algemeene stem
men herkozen.
Bij de gehouden stemmingen waren de
H.H. G. Joppe Dz. en Mijs stemopnemers.
8. Een schrijven van S. Visser, vuilnisman
aangaande den onhoudbaren en met alle
schoonheidsgevoel strijdenden weg in den
vuilnisbak, met verzoek om daarin b.v. door
bestrating zooals op andere plaatsen verbe
tering te brengen, tevens de Heeren beleefd
tot een bezoek uitnoodigend om zich daar
van te overtuigen.
Aan deze klaagtoonen gehoor gevend, heb
ben B. «n W. zich daar persoonlijk heen be
geven, om zich van den toestand op de
hoogte te stellen, om te trachten eenige ver
betering aan te brengen, en daarom thans
dit schrijven voor kennisgeving aan te nemen.
Besloten.
Thans niets meer in Openbare Vergadering
te behandelen zijnde, werd deze door den
Voorzitter gesloten, en daarna ging de Raad
over in geheime zitting.
Gemeenteraad te HELLEVOETSLUIS
op Donderdag 21 Dec. 1916 des
avonds 71/} uur.
Voorzitter de Burgemeester.
Aanwezig alle leden, behalve de h.k. v. d.
Wiele en Schlosser, de laatste met kennis
geving wegens ziekte.
De begrooting 1917 wordt gewijzigd, in
overeenstemming met de opmerkingen van
Ged. Staten, daaruit blijkt dat Ged. Staten
bezwaar maakten den gewonen dienst te doen
sluiten met een nadeeiig saldo, en hetzij
alleszins billijk achten de buitengewone sub
sidie van f 4000 op f 5675 te brengen.
De Voorz. zegt namens den Raad aan Ged.
Staten dank voor deze tegemoetkoming,
Benoeming leden Armwezen.
Dhr. Bruch zegt niet meer in aanmerking
te willen komen, daar bij de begrooting door
den Voorz. is gezegd, dat andere leden van
den Raad daarin ook eens zitting zouden
hebben, wel wenscheiqk was.
De Voorz. heeft dit in 't algemeen gezegd,
en waardeert den arbeid van dhr. Bruck.
Deze blijft bij zijn besluit.
Herkozen wordt dhr. van Lien en gekozen
dhr. de Klerk, die beiden de benoeming aan
nemen.
De hh. Kerbert en de Boo worden her
benoemd in de Commissie voor de Water
leiding. Suppletoire kohieren Hoofdelijken
Omslag en Schoolgeld worden vastgesteld.
Voorstel van B. en W. om de cokesdis
tributie met 1 Jan. 1917 te wijzigen en een
weistandsgrens te bepalen van f 1500. De
kosten bedragen nu ruim f 700 per maand,
het is voor de gemeente onhoudbaar.
Dhr. de Boo wil dit jonge raadsbesluit
nog niet wijzigen, de menschen die het
meeste moeten betalen, hebben nog niets
geprofiteerd.
Dhr. Kerbert wil een ruime geweistands
grens en wel f 1800.
Dhr. de Klerk wil de oude regeling hand
haven, laten alle menschen er van genieten.
Dhr. Prins deelt mee, dat de kleine com
missie eenparig van oordeel was, dat het
zoo te duur was en stelt voor f 1200 als grens.
Voorstel de Boo geen weistandsgrens
wordt met 7 tegen 2 stemmen verworpen.
Voorstel Kerbert f 1800 wordt met 5 tegen
4 stemmen verworpen.
Voorstel B. en W. f 1500 wordt met 5
tegen 4 stemmen aangenomen.
Eenige af- en overschrijvingen worden
goedgekeurd. Adres van de N. V. Gasfabriek
Hellevoetsluis om eene tijdelijke prijsverhoo-
ging van het gas toe te staan, ten einde het
gasverbruik te vejminderen, n.l. boven 70%
dubbele prijs, echter een verbruik van 16 M5
vrijstellen, ten einde de lagere klasse niette
treffen.
Voorz. stelt voor aanhouding tot volgende
vergadering. B. en W. zullen een conferen
tie met den Directeur hebben.
Dhr. de Boo stelt voor het adres eenvou
dig voor kennisgeving aan te nemen.
De Voorz. zegt dat wij als Overheid het
adres zonder weer niet voor kennisgeving
mogen aannemen.
De raadsleden besluiten overeenkomstig
den wensch des voorzitters en storen zich
niet aan de onverstandigen raad van dhr.
de Boo.
Adressen van J. A. ten Hoope van alle
kappers van 41 winkeliers betreffende de
beperking van het gasverbruik. Lang en
breed wordt daarover gesproken, en wordt
ten slotte met algemeene stemmen aange
nomen, het voorstel van dhr. Kerbert om
de winkels te sluiten om 9 uur, en van 6
tot 9 uur 1 licht in den winkel. De drogis
tenwinkel tot nu uitgezonderd, wordt even
eens als winkel beschouwd.
Dhr. Prins bepleit de wenschelijkheid de
café's om 11 uur te doen sluiten. Toegéstaan
wordt restitutie van brandstoffen te verleenen
aan de Vereeniging van werklieden Werf
„Door nood gedrongen" voor ingeslagen
brandstoffenvóór de distributieregeling.
Dhr. de Klerk bepleitte met warmte voor
deze menschen, die het met beetjes bij el
kaar moeten krijgen, al ontkende hij niet,
evenals dhr. Kerbert, dat anderen nu ook
zullen komen, het voorstel dat dhr. de Klerk
indiende werd met 7 tegen 2 stemmen aan
genomen. Op een adres van het personeel
der M. U. L. O. School wordt goedgunstig
beschikt, de meerdere kosten bedragen f 325.
Het aangehouden voorstel van dhr. Smit
en een adres der onderwijzers worden gelijk
behandeld, het betreft verplichte schoolver
gaderingen. Dhr. Smit spreekt zich nogmaals
ten gunste daarvan uit, dhr. Klerk zegt er
nut, doch ook bezwaren in te zien.'
De Voorz. bl^ft zijne vroegere bezwaren
handhaven, de hoofden der scholen halen de
schouders op, de arrondissementsschoolop
ziener raad het af. Dhr. Kerbert motiveert
zijn stem tegen, dhr. de Boo vóór het voor
stel Smit. Het voorstel Smit wordt met 5
tegen 4 stemmen verworpen.
Een adres van de Levensmiddelencommis
sie aan den Raad om te zorgen voor vol
doende voorraad regeeringsartikelen. De
Voorz. zegt dat dit adres bij B. en W. be
hoort, die toezeggen in dezen volkomen
actief te zijn. Dhr. Prins dankt voor de ver
strekte inlichtingen. Dankbetuiging onderwij
zers en hoofden van scholen voor de toege
kende salarisverhooging van „Wijkverple
ging" eveneens de verhoogde subsidie.
Behandeling aangehouden punt bij de be
grooting om hetartikel „Colportage" teschrap-
pen. B. en W. stellen voor het ongewijzigd
te laten. Dhr. de Klerk wil aanhouding tot
volgende vergadering, het voorstel is van
dhr. Schlosser die het hier nu niet kan ver
dedigen. Dhr. Kerbert en dhr. Vermaas wil
len dadelijke behandeling, dhr. Kerbert merkt
op, dat de 9 leden hier aanwezig toch ook
wel een oordeel over deze zaak hebben. Dhr.
de Klerk maakt er een voorstel van, om het
aan te houden, hetwelk met 5 tegen 4 stem
men wordt aangenomen. Op een vraag van
dhr. Prins zegt de Voorz. het sluitingsuur
voor café's nader te bespreken met den Ves-.
tingcommandant.
De Raad gaat hierna over in geheime zit
ting.
Verslag van het verhandelde in de
Openbare Raadsvergadering der Ge
meente HERK1NGEN gehouden op
Vrijdag 22 Dec. 1.1. des voorm. 11 uur.
Afwezig de Heeren Mans en Keijzer.
De voorz. opent de vergadering en doet
voorlezing der notulen der vorige vergadering,
die onveranderd worden goedgekeurd en ge-
teekend.