Zaterdag 23 December 1916 818te Jaargang Nw. 2244. voor «Ie Zuldhellandsclie en Zeeuwsclie Eilanden. 117 Eerste Blad. 1917. lisuwjaarwBHSsiioii 'Antirevolutionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES SO- W» BOEKHOVEN, „En Ik zal vijandschap zetten." „HET GOUDEN HEM". 1 propriBtair R. G. f. t. i LEE-Hoom OP SEi UITKIJK. 3f! Deze Courant versohgnt eiken Woensdag eis Zaterdag* Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. 50 ömi by vooruitbetaling. Buitenland bij vooruitbetaling ƒ4,50 per jas?. Afzonderlijke nummers'5 Cent. MTGBYSK Telefoon HMtereomm. Mo. 8. Advertenties 10 Gast per regel ea s/g ma&L Eeeiaisses SO per regsi. Boekaankondiging 5 Ceat per regel en «/8 maal. Metistaanvragen m Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte dia sfl feaslaan. Advertentie!! worden ingewaofet tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen SO nar. sn Patten, ilpbakken, 1WAPEND 10463 eboek ÏDEN itie. In het a.s. Nieuwjaarsnummer van dit blad, zullen, evenals vorige jaren gebracht aan Familie, Vrienden en Be gunstigers opgenomen worden tegen den geringen prijs van slechts SS ©ents indien de advertentie 5 of minder re gels bedraagt. Elke regel meer 5 eesfctg. Daar van deze wijze om elkaar ge luk te wenschen, steeds meer wordt ge bruik gemaakt, omdat het 't omslachtige verzenden van naamkaartjes kan ver vangen, zal het ons aangenaam zijn, reeds I^IU de a d v e r t e n t i n daar voor te ontvangen, teneinde voor een goede plaatsiDg te kunnen zorg dragen DE UITGEVER, KJ798 KERSTFEEST. Geen Kerstnacht is voorbijge gaan of de Kerke Christi heeft den Engelenjubel op haar lippen ge nomen en 't Vrede op Aarde met alle uitverkorenen die in de strij dende of in de triumfeerende Kerk zijn, hier beneden of daar boven, nagezongen. Maar late men zich niet bedriegen. Vóór de velden van Efrata dat Vredewoord be luisteren konden, was er in den Hof van Eden een bitter woord van den vertoornden God uitge sproken over die trouweloozen, die den een den ander hadden verleid en zoo allebei onder 't ontzettend oordeel des Scheppers moesten doorgaan. Maar dit was bij die bit terheid 't alle genade overtreffende, dat die vertoornde God den strijd aankondigt in deze zoo wereld historische en hemelen schuddende uitspraak: „En Ik zal vijandschap zetten tusschen u, oVerleider! en tusschen deze vrouw, en tusschen uw zaad en haar Zaad; Datzelve zal [u den kop vermorzelen en gij zult het de verzenen vermorzelen." En let er nu terdege op! Vrede in Bethlehem maar Oudtestamentische bloedstroomen bij de brand- en dankoffersbloe dige offers van Abel tot Johannes; altijd bloed. En is bloed geen zin nebeeld van vijandschap en ver zoening tevens. Vrede in Efrata maar Simeon had den moed om tot Jezus' moe der te zeggenZie, een zwaard zal door uwe ziel gaan. maar Herodes zoekt t bloed van 'tKindeke en Jezus vlucht naar Egypte. Vrede! maar Jezus wordt man en zegt tder wereld; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar t zwaard. Vrede maar de vijanden slaan Hem de nagelen door de edele handen en kronen Hem met de doornen der woestijn. Vrede! maar Hij is dan toch gestorven, begraven en nederge daald ter helle. Zóó dusstaar u niet blind op de kribbe en blijf bij die lieflijke tonen der Engelenschaar niet enkel luisteren naar die hemelsche me- lodiej. maar ga met uw gedachten eerst naar Eden en zie dóór den toornigen Rechter staan, Die't „Ik zal vijandschap zetten" over de wereld heen wierp. Maar is er dan tegenstelling en tegenspraak in 's Heeren Woord Na Ederr, en altijd door vijandschap en in Bethlehem Vrede! Geenszins. Er is volkomen har monie. Want er zijn er bij Bethle- hems krib niet twéé, maar drie met wie ge te rekenen hebt. Er is dóór een verzoenend Vader; er is een weggezonken zondaar in ellende en schuld; en met die tioee is ron dom de Krib wel een onderhande ling te voeren; God de Vader wijst den zondaar op zijn vleesch- geworden Zoon; en God de Vader breekt dat booze hart en opent 't oog des geloofs en daardoor ziet de zondaar in dat Kind zijn Goël en Verlosser maar bij die krib is nog een derde nl. de Verleider. En toen nu de Engelen zongen van Vrede(en die vrede was waarach tig en duurzaam tot in der eeuwen eeuwigheidtoen stond Satan klaar om door zijn booze listen die ge voerde onderhandelingen tusschen God en Zijn uitverkoren „zondaar" te vernietigen. Rondom de Kribbe staan God en zondaar met elkaar af te reke nen en 't Kindeke Jezus is 't offer der voldoening en verzoening. Hij is onze Vrede"zegt de profeetHij is de Waarborg, Hij is de Midde laar; Het groote Zoenoffer dat kan die derde niet dulden en nu had hij de Kribbe des Vredes wel willen verbranden; maar hij had toen geen macht; toen drong hij Herodes, maar deze beul sloeg verkeerd; toen drong hij 't San hedrin en dit kwam precies op tjd om 't werk der verlossing te voltooien en de procedure tusschen God en zondaar voor eeuwig te beëindigen. MaarVjandsehaptusschen de drie. God en uitverkorene tegen Satan. En o, die oppervlakkigenwelke maar naar dien Vredejubel luiste ren in Efrataen geen oog en hart er voor hebben, dat er bij dien jubel steeds één vijand is, die de Engelen wel zou willen smoren; en de Kribbe wel zou willen ver branden en dien Jezus nog wel dagelijks zou willen martelen; en voor dat smoren èn branden èn martelen gebruikt die vijand der zielende wereld, die Jezus haat de wijsheid "dier wereld; en 'tgeld dier wereld^ om den kinderen Gods Hotel Restaurent 6ede@pte j®©ereasi®Ig©r 63.4,68B DINERS 60 ceat en hoog®?. LOGIES MET ONTBIJT van dien vrede, van hun Jezus te berooven. En tegen dien vijand strijden er twee. Dat is de vijandschap die God gezet heeft in 't Paradijs. Dat is de wereldwrevelDat is de strijd der partijen, der volken, der kerken door dien derde! o, Kerstnacht, vervloekt door den éénen; maar geliefd door de Twee! dat uit uwe donkerheid het licht strale in de harten der Ko ningen, opdat ze dien eenen ver achten; de wereldrust terugkeere en 't vrede der zielen door een vrede der Volken worde gevolgd. - o» SQMMELSDIJK. Alle strafefeeia «Se Ked&etle teestmMl, Advertentiên ess eerdere Admliilstmele tranco toe te «etadeaa aan «les» ending shappij 10016 >ng nog Heer H. ïotvolle, I Riiii: ij:::?:- Zoo dus: Vrede! gewis, tusschen de twee. God en zondaar. Direct ntsbSj és Hcofdatasg, f 1,25, f 1.50 en f 1.75 Tel. No. 1532. Aanbevelend, Het doo? Ieder aanbevoSesa adres. Vrede. Het komt al uit. wat we voorspelden Oa Buitenlandsche Pers, na de eerste alte ratie over het vredesaanbod, zenuwachtig en grara, kalmeert al heel wat. De Minis ters spreken al verstandige woorden van: sgenoeg bloed vergoten*, schuldenlast*. honger*, »scheepvaart en industrie*. Pre cies 1 daar gaat het krek over. En dan niet te vergeten: de ontzettende verantwoorde lijkheid der Regeerders om bij een aanbod van vrede, koudweg: neen! to seggen. Ja! dat vjelea se in Engeland en in Frankrijk en overai: vreeselijke verantwoordelijkheid laadt eea Minister ea eea Parlement op zich om soo'u Vredehaud met eea boos ge baar weg te slaan. 'tZou duivelswerk zijn. Dat wil niet seggen, dat de Geallieerden nu ook maar ais zoete koek moeten aan vaarden wat Duitschlasd gelieft voor te schrijven: dat sou van Engeland ook weer misdadig kunnen sijn. Neenover en weer moet er gepraat worden. Elk land is dat aan sich self en het vergoten bloed zijner zonen, verplicht. De Geallieerden hebben ook terecht hunne eischen. Maar! men moet ophouden, gooals in 't begin der week, met de vuist tegen Ger- rnatije op te steken, waar'tyredeaanbiedt, Zooals het nu gaat, zal het wel in orde komen. Twouwens: welk nuchter volk voert nog den oorlog mot sympathie Niet éèaalien sijn z'eia beu. En die beuheid en moeheid der Volken ondanks alle geschetter eener gramme pers dia brengen den Vrede Een pluimpje voor onze Gedeputeerden. De Staten van Zuid-Holland waren deser dagen ter vergadering. Onder de punten der Agenda was niet éan der minstbeteekenende: Het Provinciaal Werkliedenreglement, Om wat flinks tot stand te brengen voor deze Provinciale arbeiders, stond onse verwach ting zeer hoog gespannen, maar het goede heeft zich zelf overtroffen. Wat lezen we toch in het Verslag van ji. Woensdag, toen de Socialist Spiekman sprak op Dinsdag bij de algemeene beraad slagingen Overigens noemde spreker (nl. Spiek man) het ontwerp-reglement een mooi stuk werkdat voor de andere ge- westelijlce of andere colleges tot voor beeld zou mogen strekken. Nou, noul dat zegt Spiekman'natuurlijk tot het Rechtsche Gedeputeerden College. Dan zal het ontwerp roor de werklieden wel heel goed zijn. Trouwens het mocht tot voorbeeld strekken. Ons Statenlid Ds Wi'de is ook lid van Gedeputeerden. Ergo: voor hem ook een eeresaluut! Zulke socialistische bekentenissen doen ons aaDgeoaam aan èn eeren Spiekman die 't sei, zoowei als onze marine,i van Rechts, die 't ontwerp in elkaar hebben gezet, Christen-Democratisch moet onze leus sijn. Geef den Keizer wat des Keizers ia, Gode wat Godes is en den Arb aider wat des arbeiders is. Zoo eiseht het s Heeren Woord op elke bladzijde van zijn sociale toelichting zoowel in Oud- als in Nieuw- Tostament. Het zwavelstokje in vieren Dóór moet ik tegenwoordig nog al eens vaak aan denken. De uitdrukking is afkomstig uit den tijd, toen er nog geen lucifers waren, of liever, toen deze bij den boerenstand, als „nieuwig heid" nog niet in de gratie stonden, toen de boer zijn pijp nog aanstak met de tondeldoos en de boerin voor huishoudvuur op het zwa velstoksken was aangewezen. Die dingskens kreeg men van de hennip. Eertijds in tal van streken een zeer bekend veldgewas, nu in ons land een zeldzaamheid geworden, natuurlijk, de boer bouwt wat hem het meest opbrengt. Van de stoppels werden vrij lange „stok jes" gemaakt, de punt werd in zwavel ge doopt, zoo kwamen ze in den handel en men had het stoksken maar even in het haardvuur te steken en het brandde als een lier. Vuur was er op den haard altijd. En men had nooit hartzeer met lucifers zonder koppen, of, wat nog hatelijker is I met dwarskoppen, die'men strijkt en doet, zonder dat er een vonkje wordt gezien, gelijk tegenwoordig nu we dubbele prijzen betalen wel 't geval wil zijn. De zwavelstokjes waren goedkoop. Maar als men nu iemand teekenen wilde als heel zuinig, op 't gierige af, dan werd er van hem gezegd, dat hij de zwavelstokje» in vieren spleet. Dat kon, als men 't goed aanlei. En dan was elk, in de lengte gespleten stoksken op zichzelf weer bruikbaar endeed das de huisvrouw met dezelfde hoeveelheid viermaal zoo lang. „Gierig" mag 't niet bepaald heeten. Maar 't was dan toch wel de zuinigheid op de hoogste spits gedreven, en als het dan een boerin gold, die 's winters een flinke koe met een vet varken in de kuip had, nu dan vond het toch wel algemeene afkeuring. Als nu nog een arbeider zoo deed. Nu de prijzen gedurig stijgen, ja een toe stand dreigt in te treden, waarbij sommige artikelen heel niet meer te krijgen zijn, denk ik zoo weieens, dat we naar die wijsheid van het zwavêlstokje-in-vieren zullen terug moeten. Voor de minstbedeelden is dat niet gezegd die hebben 't altijd reeds moeten doen. Daar is een niet zoo smalle strook volks, dat het leven lang niet anders doet dan, nood gedrongen, zwavelstokjes in vieren splijten en men moet er nog verbaasd van staan, wat „deze smalle gemeente" met geringe mid delen doet. Haar mag men niet nog meer be iasten, zfj kan niet zuiniger zijn dan ze is. De schuldmakers natuurlijk uitgesloten. Die zijn er ook, de poffersDe ruïne van den eerzamen winkelier; de bromwespen, die den een na den ander uitgingen, en een fijn en lekker leven van nemen en aan be talen nooit toe zijn. Ik richt de zwavelstok-les ook niet tot de meer gegoeden. Dat is een kunst apart, om zijn geld goed uit te geven. Een gelapte broek kan een eereteeken zijn. Maar als ik een man van flinke middelen er mee zie loopen, dan zeg ik dat hij Gods gave niet durft gebruiken; laat hij een nieuwe koopen en dan niet een van een-vijftig, met de oude kan zijn vrouw stellig hier of daar een oppassend, maar arm gezin weer helpen. Tusschen arm en rijk ligt echter de breede middenzoom. En die zal, meer dan voorheen, het zwazel- stokje in vieren moeten snijden. Zeker, en moeten loonen verhoogd. Salarissen moeten worden herzien. Maar dat alles zal toch nooit geheel kun nen vergoeden de prijsstijging, die waarlijk niet met het einde van den oorlog en haar tegendeel veranderen zal! Vergeet niet, dat er aan den Regeerings- steun ook een einde komt. De Regeering kan straks als alles weer gewoon mag gaan, niet bleven distribueeren tegen prijzen waar millioenen bij moeten worden gelegd. Hoe men 't ook wend of keert, voor velen zal 't leven harder, zwaarder en moeilijker worden, en willen ze verder met God en eere door 't leven gaan, dan zal, meer dan vroeger, het zwavelstokje in vieren moeten. Hóé dit moet, zal elk voor zichzelf moe ten uitmaken. Als 'tmóét, kan er véél, dat ziet men hier en ginds wel aan het gas en de electriciteit. Menigeen heeft allicht het relaas gelezen, wat er zooal in een flink burgergezin met 'n dienstbode, aan onnoodig gas-verstoken weggaat. De eerste stappen zijn de moeielijkste. Het voorbeeld van Duitschland leert ons, hoeveel er in gewone omstandigheden, als we ons in velerlei opzicht wat ruim bewegen kunnen, verloren gaat, terwijl het nog zoo goed voor het een of ander kon worden ge bruikt. En ook hoeveel on-zuinige gewoonten wij hebben, die als een tweede natuur geworden zijn en die men alleen afleert als 't móét. 'n Vriend van me was 'n slordige rooker. Overigens 'n bepaald zuinig man, die een dubbeltje weet om-en-om te keeren. Maar „m'n sigaren placht hij wel eens te zeggen dat moet er nu zoo maar mee door; dat moet m'n vrouw me maar niet kwalijk nemen I" Nu, die was zoo wijs dat eene gebrek over 't hoofd te zien. 'n „Gebrek", want mijn vriend rookte niet alleen, maar excusez mesdames! beknabbelde z'n sigaar, of 'teen bfscuitje was, zoodat ze half op reeds onooglijk er uit zag, weggeworpen werd en plaats maakte voor een nieuwe. „Daar kan ik nu eenmaal niets aandoen", zei hij soms, ietwat kregel. Maar nu alles zoo duur geworden is en de sigaren zoo zijn opgevlogen, nu heeft hij 'n pijpje gekocht en dwingt zich z'n kwade gewoonte te laten, zoodat hij zelf» met min der sigarengeld toe kan dan voorheen. Er is waarheid in 't geen onlangs een onzer Oosterburen schreef: „Wij, Duitschers, heb ben het, als volk genomen, te goed gehad. Dat kón. Dat geldt voor velen in een tijd van voorspoed. Ook zonder dat men dan, gelijk thans sommige oorlogswinstmakers, tot allerlei buitensporigheden komt, sluipen er allerlei gewoonten in, waaraan men in een tijd van depressie niet denkt. Neem bv. onze kinderen. Ik herinner mij nog net den voor velen „kwaden tijd" tnsschen de 80er en 90er jaren. En 't volgende voorbeeld leeft nog duidelijk in mijn herinnering: Er vielen in dat tijdperk verscheidene echt ouderwetsche winters met sneeuw en ijs. Wekenlang rinkelden soms de bellen van de arresleden, waarmee de heeren uit stad en de boeren uit het land kwamen toeren. Nu herinner ik me een burgergezin, waar men goed z'n brood had en waar 'tjong volkje van 10 tot 13 jaar wondergraag een prikslee hebben wou voor ijs en sullebaan. En ik herinner me óók, hoeveel voeten 't in de sneeuw had, eer dót er doorging. Ze kon den 't heel goed bekostigen, daar niet van Maar dat geld te spandeeren aan een niet noodige en improductieve uitgaaf dóór moesten, in dien tijd, toen ieder zuinig doen moest, vader en moeder eerst over héén komen. Ik weet tenminste wel, dat een jon gen of meisje uit hetzelfde sociale milieu thans makkelijker een fiets krijgt, dan mijn kennissen van tóén een slee! Er is hier zekere wisselwerking. Als alles om ons heen floreert, "an heeft dit vaak dien invloed op den mensch, dat hij, eer hij 'tweet, aan de uitejste grens komt van wat zijn inkomen veroorlooft. Is 't echter zoo, dat alles om ons heen dringt en drijft in de richting van een zuinig leven, dan drijven we vanzelf ook min of meer op dien stroom mee. En dat zal wel móéten. Ik weet wel dat velen, wien 't nu juist zoo heel goed gaat, het hoofd schudden. Maar 'tis nü een ongewone tijd. De groote vraag is, hoe 't straks na den vrede worden zal, als een verarmd en uit gemergeld Europa zich zal trachten te her stellen en daartoe de uiterste zuinigheid toe passen moet, terwijl Amerika en Japan ver sterkt en verrijkt met Europa wedijveren gaan. Als er, zoo niet direct, dan toch na 1 of 2 jaren een algemeene toestand van depressie intreedt, dan lijdt daaronder élk land en in het land 'tgansche volk: de enkele uitzon deringen daargelaten. Nu is zoo'n tijd door te komen. Vóór alles met de hulp van Boven. Maar dan zal men ook de middelen moeten willen en dan zal in menig opzicht het zwavelstokje in vieren moeten gaan UITKIJK.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1916 | | pagina 1