PKQE2
MT
voor de ZiiidSiollandsclie en Zeeuwselie Eilanden.
Zaterdag 28 October 1916
818to Jaargang N°. 2228.
ekeriog
VHN1S
An tirevolm
Orgaan
Eerste Blad.
8&esS»ns*©(it
„HET 90UI)RN Kfikï".
IN HOC SIGNO VINCES
jee als-
waarde.
smaak.
W„ BOEKHOVEN,
Leer een kind zijn doop
verstaan.
UITKIJK,
LAND- El TUINBOUW.
ral verkrijgbaar.
Secretaris
s, inboedels eaa.
9741
9935
eken en Putten,
■en, Pulpbakken,
,en GEWAPEND
10463
Deze Courant vereehgnt eiken Woensdag m Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie saaasdeis ft*, p. p. SO Cent by Tooruitbetaling.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent
SOMME3L3DIJK.
Telef®»»» InaeremHtm. M©.
cidverssiiiiën 10 Oast par rsgel se */s saaak Reclames ill per
Boekaankondiging 5 öesat per regel m ij3 gaaal.
fMsasËaantxagen en Menstaaubiadingea 50 Cent pas plaatsing.
Groots iettsra ©n vignetten wordsa berekend aaar d© plaatsruimte die ssg beslaan.
%dv«rt«nt,ien worden ingewaeht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 19 nar.
(•Ie Hiukbeu mor de fi&eoitjnise 'ftd-veetentses» <r«» «Bs'ücre AdnilnixtrMitr «runeo twwr ae ®en«3<e® <üen &!•«****-»
In ons vroeger artikel spraken we over
den afval, naar aanleiding van de treu
rige cijfers, die gegeven waren aan
gaande zooveel duizenden, die niet tot
een kerkgenootschap behooren. En we
zeiden, dat zoo'n toestand in de groote
steden (en op 't platteland, helaas
woekert 't kwaad ook alniet de eere
der Kerk was, dat de Rede zich van
't formulier van den Doop had meester
gemaaktdat de Rede als rechter was
gaan zitten voor 't Sacr ement des Doops
en zijn: »Schuldig aan doodslag des
Gezonden Verstandsc had uitgesproken.
Zal de inzinking ophouden, dan moet
ons volk weer terug naar 't Geloof in
den Doopwie hem instelde en waar
om wat de plichten zijn en waarom.
De Doop moet weer verstaan worden
en de Kerk moet de wereld in, om de
machtige geestelijke waarde meer he
kend te maken.
De Doop is koude vorm geworden
voor die afvalligen! En daarom lachen
ze erom als anderen nog zich er wat
aan vast klemmen, zij 't zonder ook
maar iets van het wezen te heseffen.
Leer ouders en kinderen hunden
Doop verstaanEn willen ze dien niet
verstaan: dan zijn er nog Tuchtmidde
len Maar verstaan zullen zeGehoor
zamen zullen zeEn willen ze niet
ze zijn der kerke een heiden en een
tollenaar en mogen niet meer in de
gemeenschap der Kerk geduld worden,
tenzij ze hun heidendom afleggen en
met berouw weerkeeren
Den Doop verstaan! Wordt er mee
gesold, maar dan wordt de af/algroo-
terwant de gedoopte kinderen, al
weten ze, dat 't Sacrament hun is toe
gediend, staan onverschillig tegenover
»Water en H. Geest» en Inlijving in
de Kerk. 'tKan ze totaal niet schelen
of ze gedoopt zijn, omdat ze de prak
tische gevolgen noch zien bij anderen,
noch ervaren in zich zelf. Ze zien geen
vrucht van den Doop dan een uiterlijk
vertoon van wat kerkgaan zonder dat
in 't heele gezinsleven zich de ware be-
teekenis openbaart.
Want de Doop roept op tot een Chris
tus belijden op alle terrein des levens.
De Doop eischt een Christelijk huis
gezin een Christelijken werkdageen
Christelijke opvoeding in School en
werkplaats; een Christelijk saamleven
in Knapen- en Jongelings- en Jonge-
dochtersvereenigingeen Christelijke
sociale beweging; een Christelijke po
litiek.
Maar wie nu meent, dat hij er af
is met een laten Doopen op Zondag
middag en dan verder de kinderen los
laat; die kinderen aan hun lot over
laat en als de Kerk die den doopeling
heeft ingeschreven in 't lidmatenboek
ook niets meer doet, dan denaamvau
dat kind op 't papier zetten, dat de
Scriba in zijn kast heeftdan laten die
kinderen hun kinderen niet meer doo-
penze walgen van dien biooten vorm,
en de Kerk kan 't lidmatenboek
wel opstoken
En nu heeft deze Doopszaak met
hare praktische gevolgen weinig of niets
te maken met den langen, langen strijd
over Veronderstelde» Wedergeboorte,
waar door vele geestelijke luiaards zieh
van de levenspraktijk, die de Doop eischt,
onttrekken; nog al onder 't schijnhei
lig gebaar»maar ik ben niet vóór de
Veronderstelde wedergeboorte". Neen!
die geestelijke luiaards zijn er niet voor
en ze zijn er niet achter ookze heb
ben slechts een motto, een leus, die
ze ternauwernood begrijpen, nooit gron
dig onderzocht hebben en meestal na
praten. Maar zonder die leus ver waar-
loozen ze toch ook hun doopsplichten
en zijn als regenlooze wolken, die wel
met veel sier door 't luchtruim dwalen,
maar de dorre akker blijft door hen
net zoo dor als hij was.
Maar nog eens! de Doopspraktijk d.i.
hoe men zijn kinderen opvoedt raakt
voor een konsjentieus ouder deze heele
veronderstelde wedergeboorte» niet
eens aan. Een konsjentieus eenvoudig
ouder weet vau dien strijd meestal niets
afnet zoomin als een teeder moeder
een Leerboek over Opvoedkunde in 't
hoofd behoeft te hebben om haar kin
deren degelijk, christelijk op te voeden.
Haar moederhart weet toch wel den
weg te vinden tot 't hart van haar
kind. 't Zijn dan ook meest niet kon
sjentieuse ouders, die onder allerlei
franjes, de Doopspraktijk verwaarloozen
en hun kinderen vallen later van
de Kerk af worden de Vrijzinni
gen en Socialisten. Hun ouders leerden
die kinderen de beteekenis van den
Doop niet; die ouders trapten zelf op
den Doop.
Die kinderen gaan naar een Openbare
School.
Die kindoren gaan naar markten en
kermissen.
Die kinderen zijn de kerkgangers in
den Morgendienst, maar 's avonds vindt
je ze langs straten en dijken; terwijl
de ouders of een van hen, om den tijd
te passeeren, de avonddienst bijwoont.
Die kinderen zijn de rotte plekken in
't Gezin, in de Kerk, in de Maatschappij,
in den Staat! Ze worden de vijanden
van Doop en Kerk en Godsdienst.
Wanneer een Kerk zijn leden niet
er toe dwingt, hun doop en die hunner
kinderen te verstaan, gaan die kinderen
zonder Christus de wereld in en gaan er
als heidenen uit. Want men veronacht
zaamt de middelen van Kerk en Chr.
School, waardoor de Doop slechts zijn
bloesems geven kan,
Een gedoopt Kind is en moet zijn
een leerling eener Chr. School is en
moet zyn een trouw kerkganger, al
was er driemaal kerk per Zondag; is
en moet zijn een Christen kiezer als hij
volwassen is. Alles wat God de Heere
als instrument gebruikt om zijn Waar
heid aan de doopleden bekend te ma
ken, moet gebruikt om dien doopleden
bij hun Doop, dag aan dag, Zondag
aan Zondag vast te houden
Ze moeten ('t beeld is wel wat plat)
als een hond aan een ketting, aan dien
Doop en de Doopsbeloften vastleggen
en springen ze eens wat al te dartel
rond, der jeugd eigenals ze te ver
springen willen, houdt de ketting ze
bij 't hok.
De Kerk; de Chr. School; 't Chr.
huisgezin: allen moeten meehelpen om
aan 't Kind zijn Doop te doen
verstaan. En laat men dat nadan
zijn de kinderen voor Kerk en School
en Staat verlorenDan gaat 't Chris
tendom de harten en hoofden uit. Dan
krijgt men een hoe langs zoo grooter
aantal menschen 2die niet tot een
Kerkgenootschap behooren
öedensjst© 63A, Ö3U
Dl HEES 60 cent en hooge?,
LOGIES MET ONTBIJT
1 propriëtair R. C. F. i i LEE-Moonoa
OP
K.
5lS«ltfaS..
aarop hij haar zijn
:laard, had hij Mies
sproken. Hij had ge-
:rgadering geteekend
zien gaan, want zij
Heel achter aan had
/at laat was gekomen,
ïker gevonden? Had
Moest hij nu ook niet
iatigheid niet vrij uit
toestemmen en hij
teunen, want dat zijn
zou zijn.
liet over gesproken?
de waarheid te zeg-
bang van je vader,"
ga naar hem toe en
Nogmaals beloofde
niets van.
>rd er even door zijn
i zeer bekend spreker
ie geheelonthouding."
egeven. Dwaze men-
iie nu werkelijk, dat
ij, niet-geheelonthoit"
hij de zwakke argu-
>erde, evenals zoove-
ilde hij dan niet be-
al geen sprake is van
it was het niet. Juist,
i voelen, dat ze zon-
voor God, daarom
uder, maar niet, om-
lien voordoen
Wordt vervolgd.
t
I
ölïffiriYKB
Den bergstroom keeren?
Man leest seifa in oase Maden van eenige
ongerustheid over Art 192 1 Liberalisme
gaat op zijn achterste bnen^n staan. Na
tuurlijk. 't Heeft groot gelijk, dit 't dammen
legt en boomea neer laat ploffen in den
stroom, om gijn vaart te temperen; maar
Direct nabij de Hoofdstee^,
f 1.25, f 1.50 an f 1.75
Tel No, 1532. Aanbevelend,
He4 door Stptsss" anubevolen adres.
.die gelooven. haasten niet En de
Christen, sieude 't werk Gods in sake de
Chr. School, in de laatste 40 jrren; hij
roept t den L baralist kalmpjes toe: »Man
wat wurmt je toch». En zoo'n Christen
siet graag een nog beter Art. 192 dan dat
der Staats commissiemaar er is geen mo
tor baast bij: God laat nija werk niet va
ren en Hij geeft t, fciet uit, zijn handen. Bij
sal t ook in de toekomst beslist en «oker
met gijn zaak goed maken. Hij is getrouw
en de V/achter Israels sluimert niet.
Ear gal een bergstroom aan den voet
ontspringen en brtusea opwaarts naar den
tcp dan dat de NederJaodsche Chr. School
niet haar volle rechten sal erlangen.
E i daarcm: mets ongerust ov?.r 't wroe
ten ea woelen des vijand3.
Geduld maar! de vrucht valt ons vanself
in den schoot. Les idees marcbeut d,i. bo
gie selen werken door.
Nochtansstilzitten doet zelfs de Duivel
niet; 't is de grootste ijveraar onder de
schepselen; en we motten hem in de gaten
houden ook in zijn actie tegen oase ge
doopte kinderen. Want 't is hem om die
te doenWie de jeugd heeft heeft de toe
komst; dat weet hij ook wal, ea nu zoekt
hij, Satanas, zijn toskomst te bereiden.
Daarom sta elk Christen op de bres!
Maar Recht sal ons geworden, al
l>ep de Noordzee droog.
Dirksland en zijn Eben-Haëzer.
i-iusuagavoad had 7 aal üe Car. School
te Dirksland gidsnkea, dat ze voor 25 jaar
werd gefundeerd, en 't Hoofd der School
aiju intrede deed bij.de Dtrkslandsche jeugd.
Openbare Scholen ziet men hier ew daar
veiriwijnen of met een pa&r kinderen van
den Burgemeester en Politieagent en Om
roeper 't armelijk opvoedkundig leven tra
gisch voortslepen. Maar Car. Scholen gaan
ooit failliet: de kracht des beginsels; de
macht der overtuiging; de liefde tot de
Belijdenis en 't Beiijden van GodsWoord;
't plichtsgevoel om de gedoopte kinderen
vast te houden met de ouders in den band
des Veibonds; dat 't moet en de Hrere 't
eischt; ziende op t g*-bod en blind in de
toekomst; dat er eea roeping is om 't ja
woord des Doops tö bevestigen door een
zesjarigen schoolgang naar een Chr. School
dat is t waardoor een Chr. School
nooit verdwijnt of er komt een veel
grootere voor in da plaats.
Dirkslands Bestuur der School; Dirks-
land voormannen ;vrouweD, vaders ea koe en,
moeders en dochters, oud leerlingen van
aden 1-eftijd: ze sullen in éénin het Eben-
Haëzer bij elkaar zijn, gedenkend, t L ef
ea Le.-d; den Snijd en de Ov'-rwiuning; de
Tegenwerking en den Vooruitgang van dit
kwart eener eeuw. Waet er is een R-ho-
both: sde Heere h-tft ruimte gemaakt».
Er zal te loven zijn. Er zal ook ie kla
gen wezoa, want wat is, in 't zoo gewich
tig werk der opvoed eg. door zonden be
vit kt, niet aan onvolkomenheid debet.
Nochtans: t Garieten volk van Fiakkee
Is b ij met de blijden en wij zijp gewis
reeds nu zijn tolk ais we de School ea 't
Hoofd bij deren reeds publiekelijk geluk
weuschen E voort! voortvoort gaat dan
weer de reis! om kinderen te zoeken en
ze te brengen aan den voet v .n den Eeni-
gea Kindervriend. Voort! in 't heerlijkste
piichti-gevoel. dat 't moet.
Ik ken een jongeling
Neen, achga nu niet direct curieuselijk
onderzoeken, wie het is!
'k Weet niet, hoe hij héét, het doet er ook
niet toe en voor wie dan toch persé een naam
eischt, wil ik hem Machmed doopen, of
Agriosto of Tsjerkrowitsz of hoe men maar
wil, naar keuze.
Zijn woonplaats is mij even onbekend.
Toch ken ik hem, dat zij genoeg.
En ik weet, dat die jongeling op het punt
staat de wereld, het leven, zijn toekomst in
te gaan. Hij verlaat het ouderlijk huis, de
jonge loot wordt van den stam afgenomen
en in eigen grond geplant.
Neen, trouwen gaat hij nog niet.
Hij heeft ook nog geen meisje.
Want, hij is calvinist, eens calvinisten zoon
en als zoodanig komt volgens hem het pri
vaat, de voorrang toe aan het verstand, het
intellect, de overleggende, wikkende rede.
Wie een toren wil bouwen enfin, men
weet
Die koel wikkende rede nu heeft hem tot
de conclusie gebracht, dat de tijden zwaar
zijn en naar alle waarschijnlijkheid steeds
moeilijker zullen worden.
Het Woord spelt dit trouwens ook.
Dat moet hem dubbel voorzichtig maken,
besluit hij, ten opzichte van het aangaan eener
verkeering en hij in zijn positie kan eigenlijk
geen meisje vragen, waarvan hij niet beslist
weet, dat zij wat men noemt een aardig
duitje meebrengt, als een soort herverzeke
ring tegen de kansen van het huwelijk, als
zijn eigen verdiensten ooit mochten tekort
schieten.
't Is v/aar: zijn vader deed anders.
Toen die met zijn moeder trouwde had
deze haar lijfgoed en uitzet en anders niets
en ze zijn er niet alleen gekomen, maar
onder Gods zegen zijn ze gestadig vooruit-
geboerd Vader heeft het hem vaak genoeg
verteld en moeder op den schouder klop
pende, verzekerd dat hij die vooruitgang
minstens voor de helft aan moeder-de-vrouw
te danken had en aan haar huiselijke deug
den.
Maar toch geld is meer vast.
Niet, dat hij Mammon dient
Hij meent het, ais hij zingt: „Laat gierig
heid mij in haar strik niet vangen".
Maar„het verstand bóvenen dM
leert hem, dat in dezen tegenwoordigen tijd
een huwelijk zonder dat er van rechts of
links geld bijkomt, een waagstuk is.
En daarom heeft hij dan ook het meisje,
waar hij veel van houdt, niét gevraagd.
Hij is daarin correct gebleven.
Niemand kan hem iets verwijten, 't is zelfs
geen „scharrelen" tusschen hen beiden ge
weest, met gten enkel woord, ook niet op
wandeling of vroolijke partij, heeft hij zich
gebonden, alleen maar hebben zij in
elkanders oogen gelezen en aan hun hart
gevoeld datgene wat niet in woorden behoeft
te worden uitgesproken en dat ook weer in
elke taal eender klinkt
Maar hij heeft haar niet gevraagd.
Want na rijp beraqd is hij lot de conclu
sie gekomen, dat zij de vrouw niet kón zijn,
die de Heere hem als met eigen hand toe
bracht
immers, zij bracht geen geld mee.
En dat is in de tegenwoordige moeilijke
omstandigheden enz. toch teeken genoeg...
Hij hoopt elders te slagen.
En mocht hij op zijn weg een calvinistisch
meisje ontmoeten, mét-geld dan zal hein dit
het Eïiëzers-teeken zijn, dat God zijn weg
voorspoedig maakt.
't Verstand drijve steeds bóven
Ook in elk ander opzicht i6 er nietdAtop
mijn jongeling te zeggen.
'n Kniesser is hij nooit geweest.
Ook ddérin goed calvinist.
De Heiland heeft immers gebeden: „Ikbid
niet, dat Gij ze uit de wereld wegneemt.
Zoo bleef ook hij in de wereld.
En als rechtgeaard calvinist heeft hij ge
schuwd alles wat zweemen mocht naar een
„doopersche mijdinge". In den stroom van
het volle, rijke menschenieven heeft hij zich
geworpen en ais het moest kwam hij kloek
voor zijn beginselen op.
Er is dan ook, uit het oogpunt der begin
selen beschouwd, generlei aanmerking op
hem te maken, op leer noch leven.
Ja, er zijn „middelmatige zaken".
En wat die betreft huldigt mijn jongeling
een ruime levenspraktijk. Maar ook dat is
niet.iels bizonders van hem alleen; duizen
den mèt hem doen zoo; hij gaat ook in dit
opzicht met zijn tijd mee en is ook dat
niet een trek van het calvinisme
„Alles is uwe", haalt hij graag aan.
Zijn laatste referaat op den Bondsring han
delde over den schouwburg en het tooneel
en verdedigde de stelling, dat het calvinisme
ook dien aangaande een roeping heeft, te
lang verzuimd, dat hier van een achterstand
moet gesproken worden dat het een tekort is
van het nes-calvinisme, dit machtige middel
om den volksgeest te helpen vormen en te
spreken tot de ziel der menigte, ongebruikt
te hebben gelaten.
Dat vond geen algemeene instemming.
'u Sarcusticus, hem bestrijdende vatte zijn
betoog samen in den strijdkreetDe planken
het voetlicht en de couloirs vóór den Christus
Maar spot werpt geen betoog omver.
Hij heeft aan die jongelingsvereeniging
veel te danken. Zij oefende hem voor den
strijd des levens. Hij leerde er denken, spre
ken, redetwisten en diep op de beginselen
ingaan.
Zijn catechisatie deed dit zoo niet.
Daar werd op eenvoudige wijze de cate
chismus uitgelegd en cat kon men ook wel
in de kleine handleidingen naslaan, die op
dit gebied verschenen zijn.
't Werk op de „vereeniging" bracht hij de
„bronnen" en gat daarom meer voldoening.
En lui, om er wat te onderzoeken en na te
pluizen, was hij ganschelijk niet
Lui in geen enkel opzicht.
Ook op de dingen van dit tijdelijk leven
heeft hij zich met energie toegelegd
gelijk den rechtgeaarde» calvinist past, die
niet achteraan komen mag, maar voortrekker
en baanbreker behoort te zijn, waar hij maar
kan.
Zijn toekomst lijkt dan ook verzekerd.
Wat dit aardsche leven betreft is hij rond
en om „zijn brood waard".
En wat het hiernamaals aangaat
Maar ook daarvoor is alles, ais 't hoort.
Zijn belijdenis is volkomen zuiver. Van
nature kind des toors, hij belijdt het, ge
heel verdoemelijk voor God, hij erkent het,
onbekwaam tot éénig goed en geneigd
tot alle kwaad, zeer zeker en de Pelagiaan
heeft in hem een bestrijder, die nooit kamp
geeft.
Maar daarnaast is hij van jongsaf opge
groeid in de Verbonds-idee.
Daar is het eeuwig Verbond der Genade,
dat God uit vrije ontferming heeft opgericht
met de geloovigen en hun zaad en in dat
Verbond zat hij óók den Heere zij lof.
Doch 'elk Verbond heeft „twee deelen".
En zoo is hij ook, op zijn tijd, oordeel des
onderscheids verkregen hebbende, toegeko
men aan de „nieuwe gehoorzaamheid"; hij
heeft belijdenis des geloofs afgelegd en aan
de tafel des Heeren wordt hij niet gemist.
Alle deze dingen zijn geheel in orde.
Ook wandelt hij, zoover menschen zien
kunnen, naar den regel des Verbonds.
Is een sierlijk, jong lid der Kerk.
Van wien men naar den aard der liefde
aannemen moet, [dat ook hij ingewikkeld is
in het bundelken der levenden en dat zijn
naam behoort onder de lange lijst der ge
trouwe getuigen, die Christus belijden zal
voor zijn Vader en de heilige engelen
Zonder zorg ziet zijn vader hem dan ook
het leven ingaan.
Hij heeft God voor veel te danken.
Meer mag 'n mensch toch niet vragen
Ook moeder is trotsch op haar zoon, zoo
als 'n moeder dat zijn mag.
Zij heeft met zorg zijn koffer gepakt, voor
zijn kleedij gezorgd, honderd kleinigheden
voor hem in orde gebracht, waar 'n man
niet aan denkt.
Nu heeft hij afscheid genomen.
't Heeft haar tranen gekost, en ook hij
werd even week, maar tochals 'n goed
Calvinist heeft hij zijn gevoel niet breidel
loos gevierd, maar bleef hij zichzelf ook
thans meester.
Moeder blijft alleen achter.
Vader brengt zijn zoon naar den trein en
de jongeren zijn naar school.
De innig-vrome vrouw staart ver voor
zich heen. Als de Hanna's en de Maria's is
ze een vrouw, die weinig zegt, véél overlegt
in haar hart en een rijk leven heeft met haar
God.
Langzaam versombert haar gelaat.
't Peinzen wordt stil, smeekend gebed.
Haar zoon ging heen, goed-calvinist, on
berispelijk voor ai het volk maar
zijn hart kent zij niet. En de bange vraag
rijst bij haar op, of haar jongen wel ooitin
der waarheid op de knieën zou zijn neerge
zonken, zich in 't stof werpend voor zijn God,
met de tollenaarsbede op de lippeno God
wees mij, den zondaar, genadig
UITKIJK.
De Mond- en Klauwzeer-belasting.
Er wordt nog weinig gemerkt van een
krachtige algemeene actie tegen het mond
en klauwzeer ontwerp, dat de veehouders
extra wil belasten ter voorziening in de kosten
(voor de helft) van bestrijding van het mond
en klauwzeer. Allang hadden de boeren of
liever hun organisaties zich in deze moeten
doen hooren. Dit had reeds dadelijk moeten
geschieden, toen maanden geleden de Minister
in de Kamer deed blijken, welken kant hij