Zaterdag October 11116.
mm
31st8 Jaargang N°. 3336.
Eerste Blad.
Antirevolutionair
Orgaan
IN HOC SIGN O VINCES
n als-
M.
tafel
IEK,
RNI8
voor de Zaidhollaiidsclie en Zeenwiche Eilanden.
W. BOEKHOVEN,
De Koningin over de
Dienstweigering.
1 ppriëtair R. C. F. i l LBMooasn
DEI UITKIJK,
LAND- EN TUINBOUW.
I
lil
'I
1
I
'aarde.
verkrygbaar.
cretarig
9745
exken in few*»
■aa plm, 16,SOS
PSAJT0 %1)
AU hoven.
Effiddei-
mea en
j A, v
brugge.
en Patten,
alpbakken,
EWAPEND
rd/ vervolgd,
Deze Couraat vereekijat eiken Woensdag ea Zaterdag,
Abonnementsprijs per drie nsaaaêaa p. p, 50 deal by vooruitbetaling.
Buitenland bij vooruitbetaling ƒ4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent,
TOTCfJiYSB
SOMMELSDIJK.
fia&ereoHtns. Ko. R.
Advertentie® 10 Geai per regel m 8/s maal. Reclames SO per regel.
Boekaankondiging 5 Gent per regel ©a maal,
Bienstaanyragen ®n Dienstaanbiedingen 50 CJsai pat plaatsing.
G-roote letters en vignattsn worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Mverfentiën worden iagewaoht fot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 nar.
Alle stokken veor de fiiedactle bestesuao, Advertentién en verdere Adinfnlstratfe Irene© loe te asenden «an den tJIUrever.
Ieder lezer is 't bekend, dat er on
der Christen-Socialisten velen zijn, die
dienstweigeren, omdat hun geweten 't
zwaard trekken en oorlogvoeren ver
biedt. En daaruit is voortgevloeid de
volgende historie.
Een jong decoratie schilder te Hilver
sum, de heer J. Hagemeijer, die als
landstormplichtigo van de jaarklasse
1910 begin October onder de wapenen
moet komen, schreef dd, 27 Aug. een
brief aan de Koningin, waarin hij Hare
Majesteit, vroeg hem voor te lichten bij
de oplossing van een moeilijke gewe
tensvraag. Hij schreef dat twee figuren
voor zijn geest staan de Christus, die
hem gebied zijn naasten lief te hebben
en Hare Majesteit die van hem vergt,
dat hij zich in den wapenhandel zal
oefenen en op bevel moorden zal op
groote schaal.
»Nu zal ik dus moeten hesluiten,
schrijft hij, in dienst van den één, of
in dienst van den ander. In dienst van
Christus of in dienst van Uwe Majes
teit.
Steeds als ik mij zelf in stilte voor
deze keus plaats, dan is't alsof alles mij
toefluistert het gesproken woord, dat
op mij zoo'n machtigen indruk heeft
gemaakt. Dit zweeft mij nu altijd voor
den geest, daarvoor behoort moed in
dezen tijd van moord.
Ik heb op 't oog het woord, door
Uwe Majesteit over de wereld ge
slingerd »le Christ avant tout*.
Christus vóór alles, menschelijkheid
voor alles
Uwe Majesteit zelf spoort mij dus
aan, Chirstus voor alles®te kiezen. Voor
mij heeft dit te beteekenen dat ik dus
kort en goed den militairen dienst zal
moeten weigeren in naam van Uwe
Majesteit zelve als zijnde in tegenstrijd
met de leer van het waarachtig mensch-
zijn, met Christus leer,
De heer Hagemeijer ontving daarop
het volgende schrijven
»Den heer HAGEMEIJER
te Hilversum.
»Naar aanleiding van uw schrijven
van den 27en Aug. j.l. gericht tot Hare
Majesteit de Koningin, ben ik gemach
tigd u enkele woorden te antwoorden.
»Bij eenig nadenken moet het u dui
delijk zijn, dat dienstweigeren", onder
welken vorm en om welke reden ook,
nooit de goedkeuring van het Hoofd
van den Staat kan hebben en dat het
Hoofd van den S aat voor dienst wei
geren* nooit verzachtende omstandig
heden kan vinden.
De door u aangehaalde woorden
»Chist avant tout* zijn niet doorH, M.
de Koningin uitgesproken of de wereld
ingeslingerd, zooals u zegtmaar deze
woorden werden door flare Majesteit
neergeschreven op een portret, dat H. M.
schonk aan de Argentijnsche dame die
een reproductie van het fraaie Chris
tusbeeld uit de Andes aan het Vredes
paleis ten geschenke gaf, dus eene ge
heel particuliere handeling.
'Mijns inziens is er volstrekt geen
tegenstrijdigheid in deze woorden en
het zich gereedmaken om zoonoodig de
zijnen en huis en hof te kunnen ver
dedigen. Integendeel. Mij dunkt dat men
van jhet begin af tot het einde uit de
Bijbelsche geschiedenis moet leeren hoe
4e meest heilige plicht van den man
is om vrouw en kinderen, huis en haard
te verdedigen, zooals zelfs elk dier is
aangeboren door het hem door God ge
geven instinct.
>De geheele natuur is daarrop ge
grond. Laat mij u een werkelijk goe
den raad geven jonge man! Laat u
niet afleiden door theatrale woorden
en gedachtenheb vertrouwen in hen
die u hebben te leiden al kunt gij
het niet begrijpen denk u rustig
en kalm in, in den plicht, dien niet
alleen de regeering, maar de geheele
natuur, uw eigen mannelijk gevoel,
u oplegt, om gereed te zijn de uwen
te kunnen verdedigen Eu klamp u daar
aan alleen vast.
»Doe uw plicht en tracht Christus
te dienen door in uwe naaste omgeving
steeds zooveel mogelijk liefde, toewij
ding en zelfopoffering te betrachten
maar niet door de theatrale woorden
of daden Nogmaals, luister naar mijn
raad Er is geen tegenstrijdigheid.
»(w.g.) De Particuliere Secretaris
»van H.M. de Koningin
„VAN GEEN."
Het schrijven heeft van den heer
Hagemeijer niet overtuigd. Hij schrijft
»Dat dienstweigering nooit do goed
keuring van een Staatshoofd kan heb
ben is dan ook voor mij duidelijk,
wanneer er voor het Staasthoofd niets
hooger is dan die staat, ma,ar wanneer
door het Staatshoofd wordt gezegd of
geschreven wat toch hetzelfde is
Christ avant tout*, dan verandert dit
geheel, Want dan toch wordt de vraag,
welke, én door het Staatshoofd én door
mij moet worden gedaan wat Christus
in deze van ons eischt En dan wordt
die zekerheid dat een Staatshoofd nooit
goedkeuring kan hechten aan dienst
weigering wel eenigzins twijfelachtig.
2 Wat de Bijbelsche geschiedenis mij
van het begin tot het eind leert is, dat
een men^h, welke zich met recht Chris
ten noemt, niet moet doen wat de
Bijbel zegt, maar wat Christus zegt,
Dit is niet hetzelfde.
Christus was een hervormer.
'Christus predikte een nieuwen gods
dienst. De godsdienst uit den tijdvoor
Christus, gericht naar het Oude Testa
ment, was niet dezelfde, als wat Chris -
tus predikte.
»Als 'Uhristus hetzelfde sprak wat de
schriftgeleerden uit dien tijd vertelden,
dan zouden de schriftgeleerden in Chris
tus niet zoo'n vijand hebben gezien.
Dan was Christus nooit gekruisigd ge
worden Maar Christus predikte iets
anders dan vóór hem gepredikt is ge
worden, vandaar ook het daar Hem
zoo vaak gebruikte »Gij hebt gehoord
dat gezegd is maar ik zegu
In zijn schrijven betoogt de heer Ha
gemeijer dan voorts nog dat van ver
dediging van huis en haard voor de
armsten, die het allernoodigste ontbe
ren, zeer weinig sprake kan zijn.
Het standpunt der Christen-Socialis-
teD is niet dat van den Antirevolutio
nair. Waarom niet? Omdat 't onze
overtuiging is, dat we onze Erve, waarop
de Voorzienigheid ons historisch ge
plaatst heeft, ook hebben te verdedigen
Wij zijn in Nederland door ïijnojiand
gezet en gevestigd van uit verre voor
geslachten onze ouders en voorouders
hebben ons dit Nederland als een schat,
als een erfenis nagelaten, en wij zijn
verplicht, waar we door Gods Albestuur
hier wonen en werken, die erfenis tegen
eiken roover te beveiligen. We gehoor
zamen onze Overheid, die ons ook daar
toe roept en dragen alle persoonlijke
en flnantieele lasten zonder morren,
II#1 el stesinursoft
„HET (jODDSN HIKT".
Csedesspt® SoereBstelgs* 63.4,63S
hirerit aablj ae Hoefasiasg,
1.25, f "J .50 en f 1,75
Tel/No. 1532. Aanbevelend,
IS?t d©»r isder aanbevelen «4re»,
hoezeer ook 't betreurende, dat de zon
den aller Volkeren ons tot zulke zware
opofferingen dringen en dwingen.
Dienstweigering achten wij ongeoor
loofd en ontrouw aan Overheid en Wet,
We hebben eerbied voor eiken ge
wetensprang, maar zouden toch aan de
Christen-Socialisten willen vragen, of
zij 't met hun geweten kunnen over
eenbrengen, dat een ander voor hen de
kastanjes uit 't vuur moet halen, zijn
bloed storten, terwijl zij toekijken. Dat
een ander zijn leven waagt en geeft
óók voor hen terwijl zij niets doen en
't lijf vrediglijk bergen voor kogel en
sabelhouw.
Dienstweigering ja als een
ander sneuvelt is dat te verde
digen
f5 £5
i?ï
il
il
T:
PL
IÉ
9935
10463
g, maarleven-
les. Zoodoende
ïeelonthouding.
zoo tegen was
m kwam zij er
merken, dat de
em sprak. Hij
enthousiasme
an te weten te
hadden zij tot
beiden als bij
Zorgvuldig
eroerd gelaten,
was. Maar hij
Melle lief; zij
rouw worden I
en, hij had nog
orgenomen het
noemd onder
weten,
gevoelen voor
der is; zou je
illen ingaan?"
elkaar.
n pijnlijk zwlj-
de zaak? Be-
ord ontzettend
zoo, want nog
wazige verte.
Hij wachtte
en. Alleen wa
Mi'sti&z'ë.mm.
DJ.MERS 60 cent eis hooger,
LOGIES MET- QNTBUÏ
„Aan de gemeente wordt vooraf nog be
kend gemaakt
't Is merkwaardig, wat uitwerking die woor
den soms hebben
De echte preek-eters hooren er vaak wei
nig van, zóó zitten ze nog in 't gedeelte van
Gods Woord, dat dezen morgen bizonderüjk
voor hen ontsloten werd. Anderen zijn met
hun gedachten, beiaasalweer huiten het
bedehuis, bij de geurende koffie, bij de wach
tende krant of bij het af te leggen familie
bezoek. En óók zijn er, die op de „mededee-
llngen" hopen als op de gember na den
maaltijd. Ze rekten hun gestalte en zitten
met siijven, opgeheven halze, hopende iets
te kunnen oppikken, dat hun op den thuis
weg pr'atensstof geeft.
dat deze week de catechisaties weer
beginnen en wel op de navolgende uren
Zoo wordt en werd net cm dezen tijd in
tal van gemeenten afgekondigd.
Met name op het platteland.
In de steden gaan de catechisaties dóór,
'n paar vacantiemaanden uitgezonderd en
meermalen heb ik, vooral van jonge predi
kanten, de klacht gehoord, waarom dat op
het platteland ook niet mogelijk zou zijn.
En ik voel voor die klacht.
Wat is het vaak, alie uren bij elkaar ge
teld, een bedroefd klein aantal, waarin het
zaad der kerk voorbereid wordt, om als
„compleet lid" op te treden I
En wat waait er in die lange zomermaan
den veel van 't geleerde naar alle windstre
ken weg.
Het is om moedeloos te worden
Er is geen denken aan, dat de predikant
in October zeggen kan„Zie, in Maart zijn
we daór en daar gebleven, nu gaan we weer
verder
In den regel kan hij weinig meer doen,
dan een vrij gering extract der goddelijke
waarheden met zijn leerlingen eiken winter
wéér behandelen, om hun op die manier dan
toch de allereerste beginselen der waarheid,
die naar de godzaligheid i3, eigen temaken.
Wat nu den zomertijd betreft
Wij moeten hier billijk zijn.
Wie op het platteland bekend is en weet
wat er daar aan de werkzaamheden vast zit,
geeft toe, dat een onafgebroken catechisatie
door groote bezwaren zou worden gedrukt.
Daar móét een periode van stilstand zijn.
't Werk is dan zoo veelvuldig, de dagen
zijn zoo lang en de arbeid wordt zoo inten
sief verricht, dat er zoo goed als geen tijd
overschiet.
En al was er tijd te vinden
Men begeert toch niet enkel de lichamen,
maar ook de zielen der jongelui op de cate
chisatie te hebben en als 'n gezonde
jongen dan b.v. om vier uur al melken ging,
voorts den ganschen dag in de open lucht
hard heeft gewerkt en dan 's avonds in 'n
min of meer muffig lokaal 'n leuning achter
z'n rug voeltis het dan zoo onbegrij
pelijk, dat zijn oogen knipperen gaan, al doet
dominee nog zoo z'n best?
Daar moet een vrij ruime rusttijd zijn.
'n Predikant zei eens tegen mij, dat de
hooibouw zijn proeftijd was.
Dan deed hij altijd extra z'n best op zijn
preeken, want dan was elke Zondag voor
hem een ekamendag. Als 't hem dan gelukte,
ondanks de zwoelte in 't kerkgebouw, on
danks de rust in het rond, ondanks dereac
tie van 't stilzitten na zesdaagschen, druk
ken arbeid, ondanks hun zwaren maaltijd
pas genuttigd, de boeren en de boerinnen
goed wakker te houden, met zijn preek alléén,
dan kreeg hij een gevoel, of-ie andermaal
voor 't candidaats was geslaagd
Neen, in 't hartje van den zomer gaat het
met de catechisatie op 't platteland niet, wel
te verstaan voor hen, die van verre komen
moeien en zwaren lichaamsarbeid hebben.
Maar wat ik nu zoo treurig vind?
Wat hoogstens 2 a 3 maanden noodigzijn
zou, wordt gerekt tot een half jaar en langer,
ik verwijt dat den predikanten niet.
Die zouden het wel anders willen.
Maar zij hebben ook weinig lu3t om voor
stoelen en banken te catechiseeren 1
't Staat nu zoo, dat ze, zelfs al wachten
ze tot October, nog niet dadelijk al hun
klanten krijgen, 't Blijft nog weken lang na-
druppelen en tot in November toe, zien ze
soms telkens weer een nieuw gezicht achter
een vragenboekje opgiuren.
In 't voorjaar is 't hetzelfde euv.el.
Veelal wordt het als een soort „recht" be
schouwd, dat men na Paschen, al valt die
nog zoo vroeg, catechisatie-vrij isJDe „zang",
de „muziek" enz. gaan soms nog maanden
door en zien een uur na aanvang de liefheb
bers nog binnenvallen, verhit en bezweet,
zoo van 't werk, éven jas en das omgegooid,
op de fiets gesprongen, om nog een uurtje
te zingen of te blazen eer 't bedtijd is.
Nu wéét ik, dat dit meer trekt.
Doch dat mag geen doorslag geven.
Op de ouders rust de roeping, te zorgen
dat hun kroost behoorlijk onderwezen worde,
in de voorzeide leer, zooals ze dat beloofd
hebben. En evengoed als dat kroost wordt
opgevoed bij kerk en school, zoo moet het
ook een vanzelfsheid zijn, dat het naar de
catechisatie gaat.
Zooals de ouders zingen, zoo piepen ook
hier de jongen.
Soms wel erg valsch
Geloof maar vrij, de knapen en meisjes in
de vlegeljaren hebben 't al gauw in de gaten,
hoe vader of moeder over de catechisatie
denkt.
Als vader voor elk karweitje en moeder
voor elke boodschap direct klaar zijn met
de oplossingDan moet-ie of dan moet ze
maar 'n keer van' catechisatie afblijven,
nu, dan beklaag ik den predikant, die veel
van zulke exemplaren in zijn leerlokaal krijgt
Lust om te leeren is er dan niet.
'tis immers zoo iets, dat in een soort van
verloren uurtje waargenomen wordt, waar
zal de leerling zich dan voor inspannen.
En als vader zoo nóóit es vraagt, waar
domine 't over heeft gehad en moeder nooit
es informeert of werkelijk de vragen goed
zijn geleerd wat belangstelling moeten
de kinders dan wel in het onderwijs toonen
D'r zijn van zulke ouders 1
Als er des Dinsdags of Vrijdag3 een „naar
stad" is geweest, dan vragen ze honderd-uit,
naar winkels, naar modes, naar 't vee, naar
vele dingen, die hunne belangstelling wekken.
Maar naar 'tonderwijs hunner kinderen vra
gen ze nooit. Men moest het eene doen en
het andere niet nalaten.
Hun varken, dat ze mesten men ver
geve mij het- beeld zullen ze geregeld
voederen en geen schoft overslaan. Maar met
het geestelijk voedsel voor hun kind, komt
het er minder op aan, al wordt dit ongere
geld ontvangen.
Ook op het platteland was de catechisatie
voorheen méér in eere dan thans.
Daar zijn allerlei oorzaken voor.
Vroeger was zij al, wat men er had. Maar
sinds ook op 't platteland allerlei cursussen
en vereenigingen tot ontspanning opkwamen,
komt het leer-uurtje wel eens in de verdruk
king.
Dan komt daar bij „de geest der eeuw",
waar geen geslacht zich aan ontworstelt.
Deze nu houdt van oppervlakkigheid
Wat zal men zich toch eigenlijk jaren lang
inspannén om een „overzicht" te krijgen van
de leer der kerk Dat kan immers veel sneller
in een brochuretje van 32 a 40 bladzijden
of in een dozijn „schriftelijke lessen" kunt
ge tegenwoordig immers van al wat ge weten
wilt op de hoogte komen gewone men-
schen hoeven toch ook geen theologen te
worden 't zou dus eigenlijk ook wel
kunnen zonder al den omhaal van jarenlang»
vragen leeren en zoo al meer
Zoo kweekt men oppervlakkige kennis.
En daarbij een oppervlakkig geloof.
De dominee, als hij maar wat vlug praten
kan, krijgt het met zulk een geslacht niet
moeilijk, want naar diepgang vraagt het niet.
Toch geloof ik, dat het voor gemeenteen
leeraar beter'is, als er een geslacht opstaat,
zooals ik 't in mijn jeugd eens van een grij
zen Dienaar hoorde.
Die preekte als candidaat ergens in Drenthe,
zoo in de vijftiger, zestiger jaren.
's Avonds maakten zijn gastheer en diens
ruim dertigjarige zoon, stoere, Drenthsche
boeren aanmerking op een bepaald punt,
waarin hij van de beproefde leer der vaderen
huns inziens afgeweken was en ze toonden
daarbij in „Vader Brakel" en in „Franken's
Kern", wat dikke populair-theologische wer
ken 't ook mochten wezen, evengoed thuis
te zijn, als de candidaat het was in zijn
dictaat.
Nu zeg ik dat niet, opdat het slaafsche na
volging vinden zou.
Maar wèl,- om op te wekken tot trouw
catechisatie-bezoek. Om, ook de ouderen, te
prikkelen tot het toenemen in deze kennis
van de leer der waarheid en daarvoor dan
maar eens 'n roman en een novelletje laten
staan.
Onnoodig is dit niet
Kort na '85 gingen er twee uitgaven van
Calvijn's „Institutie" grif onder het volk
of dat nog zoo zou zijn of ze gelezen
worden UITKIJK.
Inkuilen van Groen voeder.
In Duitschland wordt thans alles benut,
wat maar eenige waarde als voedsel voor
mensch of vee kan hebben. Men brengt daar
voor 't vee in den handelbloedmeel, diermeel,
vleeschmeel, bereid uit afval uit de slacht
plaatsen, beendervoer, heidekrachtvoer, stroo-
krachtvoer, enz. enz. Men neemt daar dus
de grootsle mogelijke voorzorgen. In ons
land merkt men daarvan weinig, te weinig.
Al is de nood hier gelukkig nog niet zoo
hoog gestegen als ginds, toch zijn de huidige
omstandigheden en de bestaande vooruitzich
ten zeer zeker wel van dien aard, dat
men al wat bruikbaar is, dient te vergaren
of moet trachten te behouden. Er gaat in
gewonen tijd nog zoo veel verloren. Dat
mag nu in geen geval geschiedenhet be
lang van den veehouder en dat der volks
voeding maken het noodzakelijk, dat men
den veevoeder-voorraad zoo groot mogelijk
trachtte te maken. Nu het krachtvoer zoo
duur en in zeer onvoldoende mate is te be
komen, is de boer meer dan anders aange
wezen op eigen verbouwde producten. Inde
eerstvolgende weken kuile hij daarom zoo
veel mogelijk in, wat straks door de vorst
zou worden vernietigdknolgroen, spurrie,
bladeren van koolrapen en mangels, gras en
klaver.
Te zorgen voor goed gevulde pershoopen
moet thans het werk van den veehouder zijn
straks zal hij er om juichen. Wie geen ge-
metselden kuil heeft, grave er een met lood
rechte wanden en ronde hoeken, b.v. een
meter diep. Vreest men voor grondwater, dan
plaatse men den pershoop boven op den
grond. In „Land en Vee" geeft de Rijksland-
bouwleeraar voor Limburg, de heer DeGies
omtrent inkuiling van nagras de volgende
wenken
Nagras is uitstekend om ingekuild te wor
den. Op den bodem van den kuil legt ge
een dun laagje stroo en daarna rijdt ge het
gras in den kuil. Elke laag moet ge vast
laten aantrappen, sommige personen laten
dit zelfs door paarden doen, of rijden er als
het gaat, met beladen voertuigen overheen.
Het afladen der karren of wagens moet beur
telings aan de vier zijden van den kuil ge
schieden. Het vasttrappen gaat dan het meest
regelmatig.
Zoodra ge boven den rand van den kuil
zijt gekomen, moet ge vooral zorgen zuiver
recht op te stapelen, want hoopen groenvoe-
der zakken spoedig scheef.
Een hoop van 6 Meter hoogte zakt later
tot 1 'h nieter in elkaar, dus moet ge den
pershoop flink hoog opwerken.
In 2 of drie dagen moet al het groenvoe-
der op den hoop zijn. Dan steekt ge de kan
ten zuiver recht af, doet vervolgens het af
val boven op den hoop en daarover een dun
laagje stroo. Terstond hierna moet de hoop
geballast worden. Het best gaat dit met aarde.
Op de kanten kan men een flinke laag zware
steenen leggen of een raam van planken aan
brengen of een rand van graszoden zetten.
Als men aldus de kanten goed bezorgd
heeft, brengt men ongeveer een halven meter
dik leem of zaad boven op den pershoop
in het midden wat hooger tot afwatering.
Na een week of zes is de broei uit het
groenvoer en kunt ge het reeds gaan voede
ren. Geeft per stuk groot vee per dag 15
gram fosforzure voederkalk over het groen*
voeder.
I
list I