Woensdag 18 October 1916. 3Ple Jaargang N*. 2225, voor «ie Kuidhollandüche en Keenw§che Eilanden. C* De Oorlog. A n tirevo lutionaiv IN HOC SIGNO VINCES W. BOEKHOVEN Losbandigheid der jeugd. UIT ÖE PERS. BUITEHLAHD. 10 seatpe» regel ea maal, Reolsssea 20 pes regel. 1 Ijtek&stóeMigiHg S Cent pes regal m 4/g g MesgtaaRwagos ®a JHenst&anbiedingei 50 Oaat pas plaatsing. 1 Ossets letters ea vignetten worden berekend naar d® plaatsrnmte dia sij beslat n AdveirfcentiSa worden ingewacht tot Dinsdag- ea Yrgdagaaorgsa 10 na*. ft8ie »ti5fefeen ?«©r O© tee^i.eaad, AövertenSïen esa y'crtfeare AnEoSstSsiraïS© fraraco f©® te zenden asi den Uitgever. We zijn er blij om, dat deze tegenstander Deae Ooarant verschijnt alkea WoeusÖag er» SSsterdag. ^bonmesaeatsprJJs per drie saaaadea fe. p. p. 50 Cöat bij vooruitbetaling.] Buitenland bij vooraltfeetsling f 4,50 pes Jass Afzonderlijke nnmuaers 5 Ceat. 131TOBTJSB SOMMELSD1JK. ®eSeï®>fflMt Inteffe©s®ua. Hq. Een vader is een priester, ook hij draagt den borstlap met de stammen Israels op zijn hart, en op zijn schouders rusten de twee zestallen. Hij is de ware Patriarch, die met krachtig vaderlijk gezag optreedt in zijn gezin. Hij is de bezitter van het Patrimonium, van het erfdeel, dat de voorvaderen aan hem hebben overgegevenen dat hij op zijn beurt weer aan zijn kinderen overgeeft, als hij het hoofd neerlegt. Een vader is profeet, priester en koning. Hij leert en onderwijst zijn kinderenhij bidt voor henhij regeert ze en houdt ze onder de tucht. Om hun stoffelijke welvaart is het doen, maar vooraf om hun eeuwige behoudenis De welvaart van hun lichaam gaat hem zeer ter harte, maar vooraf en tegelijk de welvaart hunner ziel. Om de eere Gods gaat het hem en zijn hoogste vreugde is het, als zijn kinderen zelfs maar iets van die Gods eere beseffen. Een vader heeft zijn kinderen laten doopen en met de moeder hebben ze beide den eed van trouw gezworen, dat ze dien Doop zouden beleven en doen beleven, voor zoover het aan hun lag bij al hun zwakheden en onvolmaakt heden. En daarom eischen ze van hun kinderen: liefde voor de ouders, liefde voor broeders en zusters, onderwerping van ziel en lichaam aan het gezag van Gods Woord, bukken en buigen voor Zijn ordinantiën. Daarom moeten de kinderen 's Zon dags saam met de ouders trouw ter kerk; tweemaal als de kerkdeur twee maal, en driemaal als de kerkdeur drie maal openstaat Een van hart gaat het gezin, met sluiting der huisdeuren, ge zamenlijk naar Gods Huis en thuisge komen nog wat nageproefd van het voedsel, dat daar is aangeboden. Een van hart klinkt uit ouders en kinderen den lofpsalm naar boven, en is er eer bied als er het Woord des Heeren na den eten opengeslagen wordt en met ernst en stemming door Vader wordt voorgelezen Vader is profeet, priester en koning in zijn gezin en moeder is zijn trouwe hulpe naast hem. Vader is Och, ware het zoo. Er zou zooveel losbandigheid der jeugd niet zijn. a Maar het gezag is tal van woningen uitgebannen en de ouders hebben de macht over de kinderen verloren. En dat gezag is er uit, omdat men zelf van onder de Tucht des Woords is uit gekropen en dan nog missende de meest elementaire ideeen van beschaving en burgerzin, zijn kinderen overgeeft aan de wereld en de eenvoudigste wetten der welvoogelijkheid en des schaamte gevoel met voeten treden laat. 't Gezag is tal van woningen uitge bannen. En de kinderen zijn de ouders boven het hoofd gegroeid. Ze hebben Sraats en eischen geld. Ze vloeken en rijven dep spot met andermans ge breken en ellenden. Ze lachen hun moeder uit en grinneken tegen Over heden, Predikers en Onderwijzers, Worden ze beleefd gewaarschuwd ze roepen je nog achterna. Steekt ge den vinger dreigend op, zij steken er vijf op met den duim naar den neus en hun hand als een waaier, om je voor den gek te houden Op straat en langs den wegop klaar lichten dag en in het donker: overal ziet ge hun losbandigheid. Snotneuzen hebben het hoogste woord en het laat ste. Snotneuzen zonder schaamte- en eergevoel. Snotneuzen die om 6 uur 's avonds moesten binnen zijn, loopen om 10 uur nog langs de straat en voeren er nooit iets goeds uit In huis en daarbuiten is de Vader knecht en zij zijn de Baas. Kan de moeder ze tienmaal waarschuwen, maar ze hooren nog niet éénmaal. Vader is in de Kerk zij op straat. Moeder is in 't huis des Heeren zij langs donkere wegen. Vader en moeder zitten te wachten op hun komst, maar ze laten zich wach ten en komen afzakken, als het hun gelegen komt. En dan krijgt de kerk de schuld. En dan krijgt de School de schuld. Maar niet zij zijn in de eerste plaats schuldig 't Wordt do kinderen èn in de Kerk èn in de School wel aangezegd: maar de ouders zijn de schuldigen, omdat se het Gezag kwijt zijn. En ze zijn het Gezag kwijt, omdat de Religie niet leefde in hun ziel. Hun godsdienst is vernis. En hun leven is dat der Mate rialistische Wereld, die nog wel eenige indrukken en beseffen van 'tOpperwezen in zich omdraagt, maar Hem niet kent en niet eert. 't Gezag is weg, omdat de Religie kwijnt in zulke gezinnen. Of ze zijn het Gezag kwijt, omdat ze hoewel godsdienstig, de kracht missen om m9t den arm des gewelds gehoor zaamheid te eischenal kwamen daar door zooveel duivelen in huis, als pannen op de daken Men durft geen gehoor zaamheid te eischen. Men geeft toe, men geeft een vingeren de zonde neemt de heele hand. Overal is er losbandigheid. De jeugd (er zijn gelukkig uitzonderingen) is bru taal en „durft". Ze is, al naar haar af komst vuil en vies naar haar leeftijd. Te rijp, omdat zooveel ouders te toe geeflijk en zwak waren. Liefdeloos dan alleen voor het onbeschaamde ■K- De SchooiDe SchoolDe Scholen zijn schuldigZij krijgen ten minste de schuld. Neen, niet allereerst de School;noch de Openbare, noch de Christelijke! Want welke gebreken deze ook aankleven zij hebben beide haar grondslag in het Gezag En nu moge op de Openbare School de wortel van dat Gezag niet gezocht, daar waar de Chr. School hem vindt: maar beide Scholen kunnen niet bestaan zonder dat fundament des Ge- zags. Dat Gezag is haar hoeksteen. Haar levenswortel Een school zonder Gezag kan niet bestaan. Dat is in strijd met haar wezen. Wel staat de Openbare School aan het gevaar bloot, dat haar neutraliteit de kiem legt van een toe komstige onverschilligheid. Maar onder de schooltucht vandaan, dan komt de Bandeloosheid, omdat de School geen steun genoeg vindt in hot Gezag der ouders, die na 4 uur, die kinderen onder hun toezicht hebben moeten. En ze loslaten Kerk en School staan machteloos, als de Ouders aan deze twee niet van ganscher ziele de hand reiken en haar volkomen steunen. De Ploeg. Veile der» week hebben we De Ploeg, 't orgaan der S. D. A. P. niet ontvangen; misschien stond er ook toen iets in aan ons adres. Ia 't nommer van 14 Oct. echter laren we een opmerking over ons hoofdar tikel »Meer Evangelie in de steden*. De Ploeg is weer leer boos; ze is stééds erg boos op ons. omdat, 't blijkt uit al haar artikelen, we 't geestelijke in den politieken strijd voorop schuiven, en 't materieële in de tweede plaats noemen. ons doorsiet en er bang voor is, bang voor de geestelijke gedachten, die we naar voren schuiven. Ea in alle bescheidenheid zij 't gezegd. Wij doorzien hemmaar zijn ea worden niet boos. als hij de geestelijke vraagstuk ken koud leggen laat, want 't Socialisme is nu eenmaal een dagdijksch wroeten in de aarde; koud voorden Christus der Schrif ten, die tot waarachtig geluk den mensch en de wereld geschonken is. De menech sal bij brood alken niet leven, maar bij alle woord, dat uit d-n moud Godsuitgaat. Voor ons is de politiek: Evangelie! Een B ijde Boodschap, ^dat ook 't Staatsleven der volkeren door Christus Jijden en opstan ding geheiligd ia, eu dat ook dat staatsleven door 't geloof in dien Chri-tus alléén waar lijk tieren en groeien kan. Waar dat geloof kwijnt, wordt men en is men Socialist. Christus moet voorop ook in de politiek A'tijd voorop. Christus voorop ook in 't siciale Itv m. Eerst om Hem denken, dan om ons self. Hij de Eerste ia ons deuken en woreteien; daarna denken en worstelen voor ons zeil. En 't is in de groote steden dat die Christus wordt miskend Daartie.it 't Socialisme. "t Socialism» tiert overal, waar de msnsch de eerste en Christus de allerlaatste of da groote onbekende ia. Maar dit s uitnietu t dat ook de Autirevolutionair alle missta» den sou willen wegnemen, Ook hij, die den Christus belijdt, zal juist daarom aan den opbouw der Maatschappij meewerken, om dat dia Maatschappij ook aan Zijn wet der liefde onderworpen is; aan zijn wet va» 't Recht en Rechtvaardigheid in 't levea der standen en burger met arbeideiklae- sen. Maar bij dien opbouw en bij dia her stelling van misstanden, is zijn eerste ge dachte aan Christus ea aan zijn kruis. Wat predikt, hem dat droevig lijden en sterven? Antwoord: Zonde! Zonde!, en Schuld der Maatschappij! Eu hoe kan die schuld ver dwijnen? Alleen door eea herstelling der ziel. Eu daarom; Genees de Maatschappij door t eerste en allerbeste reddingsmiddel: Ge- kof in Christus genade en 't besit ervan. Al de re-t is lapwerk. t S »cialisnae is lapwerk. Vandaag set de huisvrouw een la» op de broek en mor gen scheurt zo op een andere plaats. i Evangelie kent geen lapwerk dat spreekt van vernieuwing das harten; en daarom is 't allereerst te doen. Daarom is voor ons de politiek nooit vuil, maar iets hoogs, dat den sterveling grjjpen doet haast naar 't onbereikbare. Hebt Christus: en Land ea Volk baden in licht laven en Geluk. Hebt t Socialisme; en Land en Volk zijn in dagelijkschen wrevel en oproerigheid omdat 't alleen t stoffelijke zoekt en dit eorst voor zich zelf. 't Socialisme is eigen belang. Da Christen is de ware socialist,: hij soekt Christus en 't Zijne d.i. de wereld ea hare volheid, opdat die wereld eea toon beeld zij van goede werken. Gevaarlijke samenwerking. Er is door den Bond van Chr.'sten-Soci- alisten een soort overeenkomst gesloten met de S. D. P.met de revolutionairen dus, als Domela Nieuwenhuis en Wijnkoop. Maar blijkens Opwaarts 't orgaan derer Chr. Socialisten, m zijn nemmer v. j.l. Za terdag, i3 menig lid daar slecht over te sp eken. Een zestal bondgenooten uit Haar lem. Htllegom en Leiden zonden -reeds eea circulaire rond. on te waarschuwen, dat door deze samenwerking van Chr. Soc. en S. D. P, of anarchisten „het Christmsoci- alisme voor jaren zou worden afgebro ken, aangezien ons Christendom zich niet laat verdragen met t Anti-Christendom van de S, D. P. Ja samenwerking zou ten- aevolge kunnen hebben, dat sommigen den Bond Vederom zouden verlaten. Ook een Inzendster, Mej. Christ, v. d. Laaken komt tegen die saaaiwerkirg krachtig op, en wel poogt Ds. De Ligt t in een onderschr-ft goed te praten, maar we meenen dat hij er niet in is geslaagd. vuur en water kunnen nu eenmaal el kander niet verdragen. Een anarchistische voreeniging zoekt door Christenen zich te versterkenEn Christenen meenen zich krachtiger te kunnen maken door in bond genootschap met hen te gaan tegen 't im perialisme enz. bij de a.s. verkiezingen in 1917 maar de historie heeft steeds bewe zen, dat 't voordeel van aoo'n saraengang komt aan den ongeioov ge en 't grocte na deel aan den Christen. Waarom Omdat reeds 't samengaan zelf van Geloof en Ongeloof bij eiken welbedankenden kiezer de gedachte opwekt of 't met dat geloof wel zuiver staat Dat samengaan onder mijnt 't vertrouwen in 't Geloof en de Ge- loovigea ea riet alleen dat; maar de ver bonden Christenen aeif gaan voordat z j er ten volle bewust van zijn, met t Ongeloof mee; stappen in zijn schuitje over en ver liezen zóó eigan.boot, eigen roeiriemen en eigen vaarwater. Voor den geloovigen kiezer is 't altijd; »0p den Uitkijk*. Is 't altijd Zondert u af". Is 't altijd: «Scheidt u van hen*. 't Is altijd >Dat zij u niet verleiden*. Een Christen is nu eenmaal een pelgrim ook in de politiek. Een praatje over 't Kamerverslag. In vele opzichten is er nog een achterstand in onze gezinnen. Het meeleven met wat er in ons Parlement gebeurt, wordt te weinig in onze huisgezinnen gevonden. Dat de mannen steeds meer'er aan doen, mag met blijdschap geconstateerd worden. Doch ook de anderen moeten meeleven. We lazen eens van de oude voortrekkers in de Transvaal, dat mannen <en vrouwen en de vrouwen soms meer dan de mannen wilden weten wat er in Pretoria en in de Volksraad verhandeld werd. De Staatscourant werd even gretig ter hand genomen door menschen, die behalve in hun Bijbel, weinig lazen. Opmer kelijk was het, hoe ook de vrouwen haar oordeel wisten uit te spreken over de politiek en hoe zij, bij meer dan een gelegenheid, hare mannen en zonen tot den strijd voor onafhankelijkheid en recht hebben aange vuurd. Daartoe onze huisgezinnen mede op te wezen, zal het doel onzer kamerverslagen zijn. Maar het zal tevens ons in de gelegen heid stellen, vooral de strijd onzer mannen in 't parlement te doen kennen en waardee- ren. Van liberale zijde vinden zij en vooral in die bladen en geschriften weinig erken ning en waardeering. In een werkje van Fr. Netscher „Om en in de Tweede Kamer" wordt al wat liberaal is hoog geprezen, terwijl van onze mannen bijna nooit iets goeds gezegd kan worden. Van 2 onzer mannen wordt daar gesproken en wij zullen eerst eens geven wat door dezen schrijver over die mannen gezegd wordt. Allereerst van Mr. Lohman. „De familie de Savornin Lohman heeft in den laatsten tijd eenige godsdienstige dweepers en politieke agitatoren opgele verd. Het is een geslacht van zorgen, kerk- sche menschen, dat eenigermate afvallig aan de kadities van den Nederlandschen adel, zijn verstandelijke vermogens en het prestige van zijn naam op moderne basis gegrondvest heeft en den godsdienst zijner vaderen heeft doen medewerken aan de politiek van de dag, om een nieuwe sekte van staatkundige woelwaters voort te brengen. De jonge Lohmannetjes trachten de Sche- veningsche visschers en de Westlandsche boeren lot hun antirevolutionaire staat kunde over te halen, en de oudere leden van dit geslacht regeeren op Christelijk historischen grondslag de zwartjes in West- IndiS en de zwarten in ons Parlement. Hij (Mr. Lohman) is een sluw, vosachtig, een gewikst rechtsgeleerde, vol starre pas sie, volharding en koppigheid. Hem ont breekt het vierkante, open gelaat, met de heldere, eerlijke oogen van een rustig strij der zonder hartstochtende geheele bouw van lichaam en gezicht toont door de pet achtige uitdrukking, dat men hier meteen soort van staatskundig knaagdier te doen heeft. Zijn wijze van krijgvoeren is tirail- leursachtig: het zich verdekt opstellen, het maken van hinderlagen, het aanvallen van de zijde, die zich het gunstigst voordoet (zelfs van achteren), het opspringen, weg kruipen en weer voor den dag komen, dat den kalmsten vijand in de war brengt. En wat hij dan zegt van Onze andere par tij genooten is ai even welwillend Zij zitten allen bij elkaar, dicht aaneen gesloten, man tegen man. En vele min of meer bekende figuren treft men daar aande scheefgetrokken gelaats trekken en gestalte van Keuchenius; een vriendelijk, oudachtig heertje met een hoofd door witte lokken omringd, druk en beleefd de heer de Geer een nonchalant mannetje, een wauwelend redenaar van weinig invloed A. baron van Dedem de zoetsappige, schimachtige figuur van een T. Mackay, die eens in de 20 maanden een onbeduidend speechje houdt, half fluis terend en liefjes het langgebaarde hoofd van Seret, specia liteit in mineraalwateren, ijs en militaire aangelegenheden, de opgewonden, fanatieke Fabius, met zijn .onbeduidend gezicht, laag voorhsofd en rosse sik en snor de jongeheer Van Wassenaar, opvolger van zijn geaffecteerd lieven en zalvenden oom, met nette jasjes, kraagjes en dasjes, een on schadelijk heertje, wiens karriere in zijn vroomheid zit; Van Alphen een timmer man op zfjn Zondags, pratende als een hui lerige dominee, vol leekenyver, enz. enz. nog meer van dat liefs. Van onzen Mr. Keuchenius beschrijft hij zeer levendig, hoe de liberalen van toen hem voor stoelen en banken lieten spreken, door als Mr. K. sprak zoo spoedig mogelijk de koffiekamer op te zoeken. En zegt dan En alsof hij voor een opgepropte zaal van doleerende partijvrienden sprak, gaat hij met verwonderlijke kalmte voort de langwijlige en sinds jaren herhaalde macht spreuken van zijn starhoofdig fanatisme te herzeggen. Hij laat alle bewegingen varen, om recht overeind met zijn kleine gestalte in het bankje, langzamerhand on der ae hooge golven zijner lijmerige wel sprekendheid te verdwijnen, achter zijn opgestapelde boeken, en nu en dan éen wang opblazend om een moeilijk woord uit zijn vergroeiden mond te stooten". Als er zoo weinig welwillendheid is, zal 't wel geen wonder zijn, dat de woorden door onze mannen daar gesproken bijna niet weergegeven worden. Men ziet ze niet voor voi aan. En velen uit het volk meenden dan ook gedurende geruimen tijd dat door onze mannen weinig degelijks gedaan werd. We zullen later wel eens zien. DE TOESTAND. Van de gevechtsfronten kwam na Vrijdag weinig nieuws. Op het Westfront zijn de Franschen wat aan het tellen gegaan en tot de slotsom gekomen dat zij in de 100 dagen lang gehouden Somme- s!ag 70.000 man hebben gevangen genomen. „Commentaar overbodig" wordt door hun dan verder geseind. Doch ons dunkt van toch wel iets. Was het doel van den grooten Somme- aanval, om eenige tienduizenden gevangenen te maken in honderd dagen? Dan is dit doel bereikt Wij weten echter beterHet doel was de groote doorbraak en daatoe is het in die honderd dagen beslist niet gekomen. De laatste twee weken verspreiden deEn- gelschen en Franschen allerlei berichten waar uit blijken zou, dat de Duitsche troepen geen „ausdauer" meer hebben en zich bij hoopjes en bosjes overgeven zonder noemenswaar dig te vechten. Dat kan partiëel wdar zijn Maar voor 't leger als een gehéél geldt dit zeker niet, want Donderdag en Vrijdag de zer week, heeft dat leger aan een der ge weldigste aanvallen weerstandigeboden, zon der een voét te wijken of een meter gronds te verliezen. Dat kan een ontzenuwd leger niet. Eerst dagen lang zwaar trommelvuur. Toen kwamen de golven der aanvallers. De „tanks" hielpen ijverig mee Lloyd Geoige heeft ze nog pas verheerlijkt in het Lagerhuis. Versche reserves vochten mee. Herhaaldelijk zoo meldt Berlijn kwam het tot een ontzettend handgemeen in de loop graven maar 't einde was dat de dap pere troepen der generaals Sixt, von Arnim, von Böhm en von Garnier na zwaren strijd onwrikbaar hun stellingen behielden. Wéér geen doorbraak dus. V Van het Italiaansche front komt weer nieuws. De Italianen zijn een nieuwe aanval be gonnen van de Monte Pasubro tot aan de Zee. Ze hadden reeds eenig succes. De eerste stoot gaf hun eenige kleine voor deden op den linkervleugel en een niet on belangrijke op het bekende Karstplateau. Daar had de eigenlijke slag plaats, geheel de methode van den vorigen aanval die hier Görz in handen vallen deed, en die sterk herinnert aan de Fransche aanvalsmethode bij de Somme.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1916 | | pagina 1