Zaterdag 14 October 1816, 818t® Jaargang N°. 22'M, voor de Zaidhollandüche en Keruwiche Eilanden, Eerste Blad. Antirevolutionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES W. BOEKHOVEN, Centrale Antir. Kiesv. Openbare Vast- en Bededagen. OF OEI UITKIJK. Desse Courant verschijnt eiken Woensdag ®a Zaterdags Abonnementsprijs per drie maanden ft. p. p. 50 Cent bij vooruitbetaling. Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent, SOMMELSBIJK. Alle gtsafete.ee voor de Hedaetie tbesteetd, Adver«ee«8êe ee verdere Administratie franco t«e Ie aseedee aan den S/lSsrever. fldtel „HIT GOUDEN MIKT* 1 pprlair R. C. F. i LEE-Mooiien, OTTS3SYF& Adven»ntt®«i 10 Cent per regel en */s xmi. Eedames 10 psr regel loekuankondlging 5 Cent par regel en ty# maal Btastaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Qent par plaatsing, feoote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die sij feeslaan. Advertentie» vrorden ingawaeht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur. D.V. op Woensdag 18 October a.s 's middags 3 uur ia de Christelijke School te Middelharnis. Onderwerp Deputatenvergadering. De Secretaris, J. v. d. WAAL. De Kerkenordening, gesteld in de Na tionale Synode der Geref. Kerken 1619 had een artikel 66, dat naar zijn geest, niet naar den letter nog heden aanbe veling verdient. Het luidde: In tijden van oorlog, pestilentie, duren tijd, zware vervolging der Ker ken en andere algemeene zwarig heden, zullen de Dienaars der Ker ken de Overheid bidden, dat door hare autoriteit en bevel, openbare Vast- en Bededagen aangesteld en geheiligd worden. Ieder voelt reeds in wat tijd dat ar tikel is opgesteld. Toen was er de Pu blieke Gereformeerde Kerktoen vroe gen de predikanten er om toen was 't oordeel, of de nood zoo hoog was tot een biddag, aan de Kerken overgelaten toen werd de Overheid door de Kerken op 'thart gedrukt zoo'n Bid- en Vas tendag naar haar autoriteit en op haar bevel uit te schrijven. Wel zijn de toestanden veranderd En naar den letter is dat artikel ver vallen; de dienaren der Publieke Ge reformeerde Kerk zijn verdwenen, om dat de >Publieke Kerke verdwenen is er is geen Staatskerk meer, en dus kunnen ook de dienaars dier oude Staatskerk niets meer aan de Overheid bidden, c Toch, dit stemt ieder onmiddellijk toe, en men lette slechts op Amerika, waar ook geen Publieke Kerk is, maar legio Vrije Kerken; daar in Amerika schrijft de President zelf een jaarlijk- schen Biddag1 uiten zeer zeker ook een Da/nkdag voor dezen oorlog, waarin Amerika's munitiefabrieken zoo bijzon derlijk van den grooten zegen des Vol keren krijgs ptofiteerenvoor welken dollarstroom zeker wel Amerika's geld magnaten een Mammonum Laudamus d, i, wij loven den Mammond# tem pels vullen zullen en hun dankoffers neerleggen op 't altaar der Liefde en Menschelijkheid, dat in die kanonnen- werkplaatsen met zoo innige dollar ambitie is gebouwd en geheiligd. A1 is er dus geen Publieke Kerk meer, toch kan onze Overheid, zoo goed als Amerika's president een Biddag uit schrijven. Meer nogl ook nu nog kunnen de Synoden der Kerken met de Bisschoppen van Rome's Kerk de Overheid gezamen lijk vragen zulk een Biddag te houden daarbij kunnen zich voegen de Luther - schen,Remonstranten, Doopsgezinden en Israëlietenzoodat dan de Kerken en Gezindheden zich gezamenlijk door hun Dienaars* openbaren; alleen met dit verschil dat 'tin 1619 een waarlijk vragen was der „Eene Kerk" aanhaar Gereformeerde Voedstervrouw e, zooals een dochter een verzoek doet aan haar peettante of voogdesseterwijl 't nu, na de revolutionaire actie van 1798, slechts maar een kerkelijk petitionnement is bij een neutrale Overheid j een verzoek der Kerken aan een aan haar, nu ja vijandige macht. ft Waarom vroegen de Kerken zoo'n Biddag aan hare Overheid? Wel, om dat zoo'n Dag door de iveek gehouden werd, om hem van den Zondag goed te onderscheiden en waar nu 't Staats- en Maatschappelijk leven op zoo'n dag in de week, in alle oorden stil moest liggen, daar kon niemand anders dan de Overheid door een Wettig Besluit •daar voor zorgenwie doorwerkte wie zijn trafiek toch door liet gaan, kreeg straf, opgelegd bij 't Besluit. Maar ook, omdat door de Eenheid der Gerefor meerde Kerk zoo'n. Biddag het karak ter kreeg van een Nationaal Gebed. 'tWas de publieke kerk met de Over heid van hoog tot laag, die badd. i. de Natie bad, geroepen door hare Hoofden. Nu kan dat op die manier zóó niet meer. Maar wel ware 'tzeer wensche- lijk, dat er van wege de Synoden der Geref. en Hervormde Kerken en de R. Katholieken enz. eenige afgevaardigden bij elkaar kwamenom te bespreken of ze en wanneer ze in alle Nederland- sche Kerken zoo'n Biddag zouden willen houden. Zoo'n Nationale Biddag eischt dan stilstand van 't werk en aan de Overheid kon clan gevraagd verlof te willen geven aan allen, die in haar dienst zijn, om de kerk te bezoeken, ieder naar zijn religie. Dan zou dus een Nationale Biddag op eenzelfde datum gehouden worden; in de weeken de ambtenaren konden er van gebruik makenzoomede de Overheidspersonen. We zien niet in, ofschoon er in ons Vaderland helaasop kerkelijk gebied zooveel scheuring is; dat er niet een Commissie zon kunnen benoemd wor den, nu nog en nu reedswaarin Pro testant en Roomsch-Katkoliek bijeen zitten om met 'toog op de toekomst plannen voor zoo'n Biddag saam te be spreken. Gereformeerd of Hervormd of Roomschals we als Volk moeten ge troffen worden door den geesel des oor- logs dan zijn we één. Bij Nationalen nood en dreigend ge vaar valt elke scheidsmuur wegdan spreekt niet de »kerk«liefde, maar de Volksliefde zich uit; dan staat een Ge reformeerde naast een Hervormde en samen bij een Katholiek; en komen aller gebeden voor éénen troon der Genade. Op één dag, uit honderden kerkge bouwen, door één geest des behouds bezieldklimmen dan in allerlei toon aard, maar in heiligen zielenernst, de gedachten des Volks, opgeweld uit 't benauwde hart, naar omhoog! En die Eenheid op dien éénen dag, voert de burgers tot één falanks, die gesteund door de gebeden der kinderen Gods, wonderen van moed en zelfopoffering verrichten kan. Dan kan Mozes zijn hand opheffen en Aaron hem onder steunen, terwijl Israël den Amalekiet te lijf gaat en hem van 'tlijf houdt. Is zoo'n Commissie ondenkbaar? Of is er geen kloeke Nederlander, die ze saamstellen kan? Of acht men een Nationalen Biddag onnoodig We denken er anders over V Het beginsel der politieke Wetenschap. Wetenschap is wat anders dan Wijsüoid. Wijsheid is een eigenschap,een deugd. Een eigenschap waardoor de ruensch is, wat hij zjn moetDaarom was er en is er nog een Wijsheid der kinderen deser Eeuw, en een Wijsheid der kinderen Gods. Daarom is 't Wijze der Wereld Dwaasheid bij God. Daarom is er een Wij? h aid Gods en een Wijsheid vóór den vai, maar een Oawijs- Geslenaps© Boerensteifssif 0SA, 0313 Direct asMj de Hcofaataezs - DINERS 60 cent e» hooger, LOGIES MET ONTBIJT f 1,25, f 1.50 en f I.7S Tel. No. 1532, Aanbevelend, Met led©? emmhevülm sxfet held na den val. Daarom vraagt Salomo niet om eire en rijkdom, naar om Wijs heid, opdat hij ïijn Koninkrijk bestieren kan, zooals 't moet, z'ooals Israels Ver bondsgod en de waardigheid, macht en invloed der Stammen dat in dien tijd, ook tegenover de andere volken rondsom me eischten. Daarom roept de Opperste Wijs heid luidkeels op de straten, hoe 't zjn moet, en wie Wijs van hart is, merkt, daarop. Wie wijs is, laat zijn werk en woord beantwoorden aan 't doel. waar voor dat werk en dat woord is. Maar wetenschap is f&s anders. Weten schap is 't middel om de wijsheid te kuj- gec. Want de wijsheid richt zich wel op t doel, maar ae moet eerst weten, wat 't doel is. Als Salomo om wijsheid vraagt om 'dim koninkrijk goed en naar de ei schen van Israels glorietijdperk, en naar de be- gaerten van Israels Volkskerk te besturen, heeft hij in de eerste plaats Wetenschap nooöigdaarna kan hij pas wijs zijn. Want Wetsnsdhap is 't Weten, 't doornen der dingen; is de geordende inhouden slotsom van 't Kienschclijke denken, over wat was en is. Wetenschap is 't nadenken en kennen, en kunnen, öf zoeken verklaren van al de levensverschijnselen, die ons oog ziet, ons oor hoort, onre neus riekt; onze tong proeft; ons gevosl aanraakt; ons hart prikkelt, onac Z'oi in beweging zet, ons hoofd tot denken set. Wetenschap is den Alwetends naö nken Hem achterna donken; Die eerst, 't aller- eetst dacht; Die sprak, 't allereei'fct spi'ak; Die schiep, 't allereerst schiep. En wat Hij van eeuwigheid dacht; en wat Hij van eeuwigheid en »Ia den Beginne* sprak en deed. Hij de Alies-wetende, dat moet een mensch nu maar nadenkenhij moet dat zooals men 't soo alhdaagsch zegt; hij moet dit maar eens achter na kijken, wat ervan wordt; maar óók, hoe 't werd- En omdat nu Wetenschap niets anders is dan nadenken over wat God gedacht en gedaan heeft, daarom kan de Wetenschap niet buiten 't Woord; want daarin staat 't Gedachte, 't Werk Gods. Zeker! 't Ge dachte Gods is ock de Natuur; vooral de Natuur; die zien we en hooren we; die is Zijn majestueuze openbaring, soo onmetelijk rijk, dat 60 eeuwen nog veel te kort waren om ze te begrijpen en die den denker doen uitroepen; »Eu ik weet nog niets*. Maar al is de Natuur als Gods openba- r ag het voorwerp van 't denken, ge kan niet volkomen begrepen »geweten« \Vorden, als ge er den Auteur buiten houdt. En die Auteur, die Schepper ervan is Hj Om dus die Natuur te ieeren kennen, moot ge den Auteur kennen; en dien kent ge pas uit de H. Schrift, zooals 't moet. Dat is een bij oud re openbaring. Daarom ook. omdat er een Natuur is, is er een Algemeene Genadeen is er dus ook een Algemeene Wetenschap die de grootste Godloochenaar nog kan beoefen en; en mat 't grootste succes maar ze is en blijft Wetenschap der Wereld en dus met en tot wijsheid der wereld maar zonder een korrelske wijsheid Gods. Daarom ook omdat er behalve d e Natuur nog een aparte, een bijzondere Openbaring is, is er nog een apaits, een particuliere Genade, en een particuliere Wetenschap, die alhen de Gelospvige kan beoefenen en die altijd begint en eindigt ia God en Chris tus, en die Wetenschap werkt óok met 'c grootste succes en is Wetenschap der Geloovigen of Christelijke Wetenschap en dus met ea tot wijsheid der wereld én der kinderen der Toekomstige Eeuwen en verlicht door den H. Geest die de Wijsheid Gods is. •H En 't beginsel aller Wetenschap is dus de Vreere des Heeren. Wie Hem niet wil kennen, komt nooit tot Ware Wetenschap, omdat hij niet nadenkt. Hem, Die allever- schijnselen riep tot wat se sijn, soo gees telijke als stoffelijke. Wie dia ook van politieke wetenschap bazelt, en niets anders weet, dan wat ae Natuur en de Historie en da Ervaring hem heeft geleerd, is nog maar een beunhaas, al noemt men hem ook Staatsman. Want zoo'n Staatsman mist, wat hij allereerst weten moetni. hoe God zijn ordinantiën heeft bekend gemaakt en onder welke om standigheden "en voor welken lijd ea voor weik volk, en wat dat volk ervoer ais 't die ordinantiën vertrapte. Zoon Staatsniaa heeft geen voldoende Politieke Wetenschap, ornaat hij de Bron niet weet, en omdat hij geea -voldoende Wetenschap heeft, mist hij ook de vol doende wijsheid, om te regeeren, zooals 't moet. Hij kan dan wel regeeren in weroldsche wijsheid; zooals zijn door die zonde ver donkerd verstand hem dat ingeeft; maar dat is de Ware Wijsheid niet, bij moet regeeren in de Wijsheid, die van Boven is, luisterend naar da Opperste Wijsheid, die van de tinne des huizes roept. Het beginsel aller politieke Wetenschap, hoe een volk moet geregeerd en geleid wor den is alleen de Vieeso Gods. Eu een ongeloovig Staatsman doet maar half werk, tensij Bijn verstand en geweten onder da algemeene genade tot hcioge ver lichting is gekomen; maar dan zelfs nog staat nij hij een Christen Staatsman tea achter, want deze heeft dp Wijshe d lioe 't waarlijk zijn moei, zijn moet zooals Goi* t wil volgens sijn bijzondere Openba ring, die de Algemeene Openbaring dus ook de Staatkunde, verlicht en verheldert. „Huwelijk" stond er met vette letters boven en dan weet de lezer het wel. Ja, wie krant schrijft moet wel van alle dingen kennisnemen en dan valt zijn oog ook weieens op een kolommetje huwelijks advertenties. Nu lees ik die zelden of nooit. 'k Heb wel wat anders om handen Maar mijn aandacht werd getrokken door de buitengewone lengte der advertentie niet minder dan 26 regels fijnen druk. „Nu, die heeft heel wat noren op zijn zang", dacht ik zoo. „Dat moet ik even lezen". Voor een debatingclub is de vraag of een huwelijksadvertentie in een christelijk blad thuishoort, een mooi praat-onderwerp. De praktijk zegt van neen. Voorzoover ik weet, is er.maar één Chr. Dagblad, dat ze opneemt. Ik voor mij ben er tégen. Maar ik ga niet zoo ver, dat ik hard en uit de hoogte veroordeel, wie er anders over denkt. Want ik ben er voornamelijk tegen van wege het misbruik, dat er van kan worden gemaakt en waarvan ik niet weten zou, hoe het te keeren. Zet men eenmaal de deur van het bureau open voor 't aannemen van dergelijke annon ces, dan kunnen er naast één serieuse aan vraag wel tien komen, die niet anders bedoelen dan er een joiigelui's pretje, zoo niet erger, van te maken. Censuur oefenen gaat niet. De administratie van een krant heeft wel wat anders te doen, dan de doopceel te lich ten en de conditie-lijst na te gaan van aller lei onbekende personen, die een advertentie bij haar inzenden Het is niet mjjn eenige bezwaar. Een annonce toch, die gebouwd is op de onderstelling, dat een meisje zoo zeer de vrouwelijke schuchterheid overwint, dat zij aan een wildvreemden man of jongeling haar trouwlustig hart gaat openleggen, kan mij niet bekoren. Nu zou dit te ondervangen zijn. Men kan de hulp en verwijzing van ver wanten en vrienden inroepen. Het kwam dan zoo te staan, dat den man, die een vrouw begeert, de weg gewezen werd, maar dat het, na onderzoek en kennismaking dan toch de man bleef, van wien het beslissende ini tiatief moet uitgaan gelijk het dan ook behóórtal zijn er soms van die érg blcuë jongelui, wien een meisje de woorden haast zou moeten voorzeggen Mijn eerste bezwaar blijft echter wegen en doet de contra-schaal overslaan. Daarmee is echter allerminst veroordeeld dat iemand nog éndere oogen gebruikt dan de zijne, om een vrouw te verkrijgen. Een goede huisvrouw is een groot geschenk des Heeren, voorzeker! Hij wil er dan ook om gebeden zijn. Doch dat neemt niet weg, dat we om dit geschenk te verkrijgen, alweer aan de mid delen gebonden zijn. De Heere komt het ons niet, 't zij met allen eerbied gezegd, op een presenteerblaadje thuis brengen. Jacob moest er b.v. eerst wel een lange reis voor maken En al is dit nu geen regel en al kan men gewoonlijk veel dichter bij huis wel terecht er moet toch rondgekeken, gezocht en nage vraagd worden. Een huwelijk, zooals Hilde- brand dat in de „Camera" beschrijft, van die Noord-Hollandsche boerin, die zoo goed „kee- zen" kon, kan wel goed gaan de Heere straft ons hier op aarde lang niet altijd naar onze zondenmaar 't is dan toch meer geluk dan wijsheid. Maar nu staat het zoo, dat er werkelijk „heeren" zijn,.niet in de gelegenheid om zoo met „dames" in aanraking te komen, dat ze er behoorlijk zich een oordeel over kunnen vormen, wié voor hen een goede vrouw zou zijn. 'k Wil 't met een voorbeeld illustreeren. Zoo uit het leven gegrepen. Alleen men hoeft naar geen naam te gissen, 't is in een geheel andere, een grens provincie van ons vaderland, gebeurd. Daar woonde een commie3. Dicht bij de grens, hij als gereformeerde geheel alléén tusschen andersdenkenden, met wie hij geeneriei geestelijke aanraking had. Op dien eenzamen post had hij meer dan iemand behoefte aan een goede vrouw. Uit zijn vorig leven kende hij geen meisje, dat in aanmerking kwam of bij wie een aan zoek eenige kans hebben zou. Zijn drukke arbeid en zijn eigenaardige omgeving belette hem geheel er eene te zoeken chris telijke kranten namen zijn advertentie niet op zoo klaagde hij mijWat weg moest hij nu inslaan Zie, als men zich zulk een gevai eens in denkt en het staat volstrekt niet op zich zelf dan begrijpt men, hoe het zich dén ken laat dat ook een christen, die weet, dat de weg der middelen de van God geordi neerd is, biddend een huwelijks-advertentie zou kunnen plaatsen. Tóch prifereer ik andere wegen. 't Moet al raar gaan, ais zulk een eenzaam man geen verwanten en vrienden hebben zou, aan wie hij zijn verlangen openbaren kan en die eens voor hem rondzien. Van geboren huwelijks-koppelaarsters houd ik niet; ze zouden heel wat kwaad stichten in de wereld als niet in den regel de „partijen", die zij voor elkaar „geknipt" ach ten, wijzer waren, zoodat ze met geen stok bij elkaar te brengen zijn. Maar iemand, die een vrouw noodig heeft aan een goede echtgenoote helpen, die den Heere vreest, is zou ik zeggen een van die „goede werken", welke „volgen", naar luid van het Woord des Heeren. En heeft zulk een persoon absoluut geen vriend of kennis welnu hij hoort dan toch tot eenige christelijke gemeente laat hij zijn verlangen eens aan de opzieners der gemeente zeggen. Niet, dat ik nu juist van den kerkeraad een huwelijksbureau maken wil Het geldt hier een uitzonderingsgeval. Doch naar wij spreken van zich „naar Gods heilige ordening" ten huwelijk begeven, daar is het dankbaar, dat een man, ais hem geen enkele weg weer openstaat, bij de opzieners der gemeente komt oip raad en hulp, daar hij in den wég der ordinantiën Gods wande len wil, maar niet kan. Weten de opzieners geen raad Nu, dan kan het iets worden voor de „meerdere vergadering", waar immers ge tracht moet worden, wat de „mindere" niet afhandelen kon. Maar nogeens als groote uitzonde ring Hoewel ik het toch altijd een meerbijbel- sche weg achten zou, dap 't plaatsen van een advertentie. Dat wordt in den regel: zaken doen. Let maar eens op„Kennismaking gezocht door besch. Dame, 32 j. van goeden huize, met besch. Heer uit goeden stand". Gesteld ik was ongehuwd, dan zou ik die Dame nog niet willen hebben, met 'n ton er bij Zoo vraagt men een tuinman of chauffeur ook wel een takshond, daar moet men geen „Huwelijk" boven zetten, maar Coöperatie" of iets dergelijks. Neen, dan had ik meer sympathie nog met

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1916 | | pagina 1