voor de Znidhollaiidsclie en Keeiiw^elie Eilanden.
Woensdag 27 September 1916
Antirevolutionair
61"te Jaargang N°. 2219.
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
W. BOEKHOVEN,
„(Vlaaien met gejuich".
C
Ongeneeslijk.
LAND- EU TUINBOUW.
BINNENLAND.
11©
Deae Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag,
Abonnementsprijs per drie maanden fir. p. p. 50 Cent bij vooruitbetaling.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
SOMMELSDUK.
Bienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing,
Alle stukken voor «Se Medactie bestemd. Advertenties! esa verdere Administrate Iraneo toe te zenden aam den Uitgever.
Ï7IMEYEE
ITeleïffi®» Intercoms». Mo.
Aivertentiën 10 Oant per regel ea 8/8 Maal. Eeelames 20 pst regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel m maal.
©root® letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die sij beslaan.
AdTsrtentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 nar.
8MMmonnamniMH—mwm—«—j».Jimnw
Die met tranen zaaien, zullen met
gejuich maaien.
En de schoolstrijd, eertijds zoo zwaar
nog heden niet lichtheeft tranen doen
weenen dier duizenden ouders, die met
den Doop- en Doopsbeloften in hoofd
en hart, klaagden, dat hun het geld
ontbrak om hun kinderen te doen op
voeden, zooals die doop dat eischte.
Veel is er in dien schoolstrijd gebeden,
veel geleden en gedragenen de Chris
tenouders van Nederland hebben lange
jaren den zweep des liberalen drijvers
voelen striemen op hun lichaam. Noch-
tansGod hoorde en verhoorde. En nu
reeds is er een Grondwetsherziening op
komst, die ons nieuwe vrucht brengen
zal.
En eertijds vijanden zijn nu in vrien
den verkeerd.
Lees dit artikel uit de Vaderlander,
orgaan vaD den heer Roodhuizen, Kamer
lid voor Brielle, in het no. van Zaterdag
23 Sept. j 1. Zekerde vijand moest
retireeren, omdat de Rechterzijde een
rechtvaardigen strijd voerdeen dus zou
men ook dit artikel kunnen beschou
wen als »een mooi gezicht* na »een
toch verloren spel*, nochtans, laat ons
dankbaar zijn, dat de vijand oogen
krijgt om te zien en mee wil helpen
om na tranengezaai, ons te doen juichen
na het gemaai.
Ziehier het interessante artikel, waar
we niets aan hebben toe te voegen
»De Bode*, orgaan van den Bond
van Ned. Onderwijzers, heeft een aan
vang gemaakt met hare beschouwingen
over de Memorie van Antwoord in zake
art. 192, Natuurlijk is »De Bode*, die,
als zij daartoe de macht had, het open
baar onderwijs voor alle leerplichtige
kinderen verplicht zou willen maken,
allesbehalve met de .Bevrediging* in
genomen. Daarover dus geen woord.
Wel iets over de volgende zinsnede uit
het artikel:
.Hadden de vrijzinnigen tijdig naar
de wenschen der onderwijzers ge
luisterd, hadden zij de openbare school
materieel sterk gemaakt door goede
onderwijzersopleiding, behoorlijke sala-
rieering zelfstandigheid van den klase
onderwijzer, kleiner klassen, vervul
ling van haar sociale taak (school
artsen, -baden, -kleeding, enz.) dan
zeu zij door haar goede kwaliteiten
hij het volk zulk een goeden naam
hebben gekregen, dat het er niet aan
zou hebben gedacht een zoo groot
aantal leerlingen naar de bijzondere
te zenden, als nu het geval is",
Het stemt treurig in een onderwijs
blad en dan nog wel in het orgaan
van de grootste onderwijzersvereni
ging hier te lande, zulk eene uiting te
vinden. De man, die hier aan het woord
is, weet in de eerste plaats zoo goed
als niets van onzen onderwijsstrijdhij
begrijpt er ook niets van, hij .is onge
neeslijk, omdat hij het orgaan mist
om zich in te denken in de mentaliteit
van den geloovige, die nergens hooger
prijs op stelt dan dat zijn kind reeds
op de school dat onderwijs krijgt, dat
den grond legt, waarin het geloof, dat
hij aanhangt, gemakkelijk wortel zal
kunnen schieten. Voor hem bestaat
zoo'n mensch niet, maar is een con
fessioneels school slechts werk van
dominee's en pastoors. Och arm, hem
\s niets er van hekend, hoe dat geloof
inderdaad hergen verzet, en hoe het vaak
den arbeider, die van een schamel loon
teven mmt, tot tem offervaardigheid
heeft gébracht, die bewondering wékt.
Het idee dat de bijzondere school in Neder
land niet tot wasdom zou zijn gekomen,
als men de openbare school maar materieel
s\erk had gemaakt, is waarlijk al te naïef.
Net alsof het daarom ging,- en niet
om hetgeen de ouders voor hunne kin
deren het hoogste goed achten. Jarenlang
hébben onze Christelijke onderwijzers zich
tevreden moeten stéllen met een trakte
ment, dat heel wat lager was dan dat
van den collega aan de openbare school;
wij zouden aan „De Bode" de vraag
willen stéllen: heeft dit ooit tengevolge
gehad, dat er eenige overgang van be-
teekenis kwam van de onderwijzers van
het bijzonder onderwijs naar de openbare
school Het tegendeel is waar, juist
thans, nu de financieele positie van den
bijzonderen onderwijzer zoo belangrijk
beter is dan vroeger, wordt uan anti
revolutionaire zijde zoo vaak vernomen,
dat de toewijding, zooals men die kende
in de dagen van de allerschamelste
salarissen, niet meer wordt gevonden.
Is er beter bewijs aan te voeren, dat de
Christelijk school haar aanzijn dankt
aan een diepgevoeld beginsel En is het
niet een oude waarheid, dat, wie voor
een beginsel strijdt, dat geestelijke goed
stelt boven alle aardsche schatten
Zulk een praatje, dat de bijzondere
school nooit zoo krachtig zou zijn ge
worden, als men de openbare school
maar materieel sterk had gemaakt, is
van hetzelfde allooi als glundere uit
spraken, dat die of die (wij noemen
liever geen namen), nooit sociaal-demo
craat zou zijn geworden, als men hem
maar tijdig een winstgevende betrek
king had bezorgd. Met deze menschen
valt niet te pratenzij zijn de echte
dogmatici, die maar ééne levensbe
schouwing kennen en erkennen, n.l. de
hunne. Zij zijn besliste anti-democra
ten, want ze willen geen recht doen
aan de minderheid, die zeker binnen
kort meerderheid zal worden, als »De
Bond* steeds blijft staan op zijn eng
standpunt; als die niet kan komen tot
den breeden blik van Dr. Bos, die al
ons volksonderwijs, van welke richting
ook, zag als één groot volksbelang, en
daarom de beëindiging van den politie-
ken schoolstrijd zoo vurig wenschte,
omdat hij terecht begreep, dat alle
wenschen, die wij inzake van het onder
wijs hebben, verbetering van de oplei
ding der onderwijzers, verbetering van
hunne salarieering, uitbreiding van de
Leerplichtwet, eene lichamelijke opvoe
ding der jeugd, zooals die er behoort
te zijn, alleen dan mogelijk werden, als
die komen te staan buiten het gebied,
waarop de heide takken van onderwijs
elkaar concurrentie aandoen.
Maar Bos dorst de pacificatie aan,
omdat hij met hart en ziel geloofde in
de vitaliteit van het openbaar onderwijs;
„De Bode" heeft dat geloof blijkbaar
niet.
De Antithese in Den Briel.
Ia de Brielsche krant van Zondag jl.
staan onder de stad Brielle twee plaatse
lijke berichten; één biduur op eiken Iaat-
sten Zondag der maand en één over
het Theaterschip.
In haar soberheid welsprekend:
Op het predikbeurtenbriefje van hedeD
lesen wij:
Bij den kerkeraad der Herv, Ge
meente is van eenige lidmaten een
ver*oek ingekomen, om met het oog
op den nood der tijden, bidstonden te
houden.
Naar aanleiding van dit verzoek heeft
de Kerkeraad besloten, om voorloopig
de ochtendbeurt van den laatsten Zon
dag der maand te bestemmen tot eene
ure Tan gebed en verootmoediging.
Eu 't andere
Theaterschip „Alhanibra Floftante."
Bovei)geaoefe»ae iiiijv««cie moscope
zal, volgens een advertentie in ons le
blad, morgen (Zondag een voor telling
geven te Niauwesluis, terwijl Dinsdag
een voorstelling te Brielle wordt ge
geven. Aanvang des avonds 8 uur.
De Directie heeft weder voor een
geheel nieuw pracht-programma ge
zorgd, aoodat den bezoekers een paar
genotvolle uren wacht.
Salomo kende ook iets van die tegen
stelling, want roo is zija waarschuwing
eenerzijds: „Dewijl Ik geroepen heb en gij
lieden geweigerd hebt; Mijn hand uitge
strekt heb en daar niemand was, die op
merkte, en hebt al mijnen raad verworpen
en mijn bestraffing niet gewild, zoo zal Ik
ook in ulieder verderf lachen, Ik zal spot
ten wanneer uwe vreeza komt; wanneer
uw vrees komt gelijk esn verwoesting en
uw verderf aankomt als een wervelwind
wanneer u benauwdheid en angst overkomt.
Dan zullen ze tot Mij roepen, maar Ik sal
niet antwoordenzij sulien Mij vroeg soe-
ken, maar zullen Mij niet vinden* (Spr. 1:24.)
Maar ook: »Die naar Mij hoort, aal zeker
wouen en hij zal gerust zijn van de vreeze
des kwaads*1 (Spr. 1:.S3).
Bij het op 21 Sept. jl. gehouden toelatings
examen voor de eerste klasse der Rijksland-
bouwwinterschool te Dordrecht zijn geslaagd
de heeren
P. J. v. d. Ban te Nieuw Helvoet, W. K.
Barendregt te Heinenoord, J. Beets te Delft,
J. Blok te Charlois, E.J. de Bock jr. te Breda,
P. C. Breen te Ouddorp, C. j. A. van Gils
te Zevenbergsche Hock, A. de Grijp te Pa-
pendrecht, F. den Hartog te Hoogblokland,
E. M. de Hondt te Rotterdam, A. T. Hu s
man te Peursum, M. Huijser Czn. te Rijsoord,
F. de Klerk te Leerdam, A. L. Kranenburg
te Charlois, H. de Kreek te 's Gravendeel,
L. W. Labrijn te Barendrecht, M. L. Leen
heer te Barendrecht, J. Notenboom te Klun-
dert, W. Piso te Breda, W. Slob te Noorde
loos, W. Straver Azn. te Babilonienbroek,
A. Troost Dzn. te Heinenoord, P. M. Ver
haar te Kedichem, G. Voorhoeve te Rotter
dam.
5 candidaten werden afgewezen.
De Prins Hendrik. Het tweedejte Den Haag
ontvangen bericht omtrent de aangehouden
Prins Hendrik van de Stoomboot Maatschappij
„Zeeland" luidt, dat het schip, nadat 34 pas
sagiers van boord gehaald waren, weer los
is gelaten. Het schip werd te 2 uur te Schou-
wenbank verwacht en vervolgt vandaar de
reis.
De „Tubantia"-zaak. (Officieel.) Het Minis
terie van Buitenlandsche Zaken deelt het
volgende mede:
Daar de zienswijze der Nederlandsche Re
geering nopens du oorzaak van den onder
gang van het stoomschip Tubantia, zooals
bekend is, niet overeenstemde met de mee
ning der Duitsche Regeering daaromtrent, en
de door beide Regeeringen daarover voort
gezette gedachtenwisseling geen afdoend re
sultaat opleverde, heeft de Nederlandsche
Regeering aan de Duitsche voorgesteld, het
incident van de Tubantia te onderwerpen
aan een internationale commissie van enquete,
overeenkomstig de bepalingen van verdrag
voor vredelievende beslechting van interna
tionale geschillen.
De Duitsche Regeering heeft dat voorsrel
aanvaard, doch acht het niet mogelijk een
internationaal onderzoek te doen plaatsheb
ben voordat de vrede is gesloten.
Met het denkbeeld, dat eerst na het sluiten
van den vrede tot bedoelde enquete worde
overgegaan, heeft de Nederlandsche Regee
ring zich vereenigd.
De opgebrachte „Batavier" boot. Men
seint uit 's-Gravenhage
De „Batavier"-boot, die Zondag naar Zee-
brugge is opgebracht, is de Batavier II.
Uit Vlissingen wordt d.d. 24 Sept. aan de
Tel. geseindHedenvoormiddag bemerkte een
torpedoboot, te Vlissingen thuisbehoorende
en die voorbij Westkapelle patrouilleerde,
dat een stoomschip naar de Belgische kust
koerste. Bij nader onderzoek bleek het de
Batavier II te zijn, die op de heenreis naar
Engeland aangehouden was door een Duit-
schen onderzeeër en naar Zeebrugge opge
bracht werd.
De commandant van. de Nederlandsche
torpedoboot vroeg hiervan een verklaring,
daar het een Hollandsch schip gold. De com
mandant van den onderzeeër antwoordde, dat
de Batavier contrabande vervoerde.De vracht
lijst werd nagezien, er stonden onder meer
levensmiddelen op vermeld. Tot nader onder
zoek naar de lading werd de Batavier door
den onderzeeër verder gevoerd, vermoedelijk
eerst tot op de hoogte van Biankenberge,
om dan onder de kust naar Zeebrugge te
stevenen, aldus het mijnenveld omtrekkend.
Omtrent het opbrengen van de Batavier i'
naar Zeebrugge verneemt hetzelfde blad nog
nader uit Rotterdam het volgende
De Batavier jl is Zaterdagavond van Rot
terdam vertrokken naar Hoek van Holland
en heeft zee gekozen in den nacht. Het vaar
tuig was geheei afgeladen en voerde zelfs
een aanzienlijken deklast mee. Er was onge
veer 50 pCt. contrabande onder de lading,
namelijk levensmiddelen. De rest was stuk
goed. Aan boord bevond zich het gewone
aantal passagiers. Onder de meegevoerde
levensmiddelen was een bijzonder groote
hoeveelheid boter en kaas. Dat deze partij
grooter was dan gewoonlijk moet verklaard
worden uit de nieuwe regeling voor den
uitvoer naar Engeland van deze producten.
Het vermoeden is, dat de Batavier II, weer
spoedig vrijgelaten zal worden en wel nadat
de levensmiddelen zijn gelost. Men deelde
ons nog mede, dat het den laatsten tijd nabij
de open laadplaats der Batavlerlijn aan de
Boompjes wemelde van spionnen. Vrijdag
hadden de walbazen nog een Duitscher op
heeterdaad betrapt, die bij het inladen met
een notitieboekje in de hand aanteekening
Stond te houden. Men joeg den man weg.
Ook is het opgevallen, dat sommige dames
de laatste dagen meer dan gewone belang
stelling aan den dag legden voor de lading
der Batavier-booten. Het lijdt geen twijfel of
de Duitschers waren volkomen op dc hoogte
gesteld vanlde lading der Batavier II.
Belgische lichters in den grond geboord.
De Zaterdagavond 5 uur vau Hoek van Hol
land vertrokken sleepbooten „Gouwzee" en
„Lauwerzee" met de Belgische lichters Marie,
RoSalie, Lichttevreden en nog een vierde
lichter op sleeptouw, keerden zonder deze
in den Waterweg terug. De vier lichters
waren door de Duitsche onderzeeër U 6
buiten het vuurschip Maas in den grond
geboord.
DE TOESTAND.
Van de oorlogsfronten valt al heel weinig
nieuws te vermelden.
In het Westen hebben alleen de Engeischen
Vrijdagavond nieuwe vorderingen ten O. van
Courcelette, dat is bij den weg van Albert
naar Bapaume, gemaakt, waar zij volgens
Haig een krachtig versteritt Duitsch loop-
graafstelsel vermeesterden. Maar ten W. van
Courcelette in de richting van het door de
Duitschers krachtig verdedigde Thiepval en
ten N.O. van het Bois de Bouleaux in de
richting van het niet minder sterke Morval
is de toestand nog niet veranderd. De laatste
berichten gewagen van een hevige hervat
ting van den artillerie-strijd aan de Somme.
Het Duitsche bericht erkent zelfs, dat die
strijd zich door een zeider bereikte hevig
heid kenmerkte. Vermoedelijk zullen wij dus
spoedig van nieuwe acties van de infanterie
vernemen meent de N. R. Ct.
In de Karpathen wordt nog altijd verbit
terd gevochten, laatstelijk vooral bij Kirli
Baba in Boekowina aan de Gouden Bistritsa,
dicht bij de Hongaarsche grens. Kirli Baba
verdedigt den toegang tot het dal van die
rivier, dat op zijn beurt weer een invalspoort
in Hongaarsch gebied vormt.
In de Zevenbergsche Alpen meldt het offi-
cieele Duitsche bericht het afslaan van aan
vallen van de Roemeensche troepen bij „en
ten Westen van den Vulkaan-pas.'" Dat de
Roemeniërs nu ten Westen van dien pas ge
rapporteerd worden, is in verband met het
vroegere bericht, dat die pas in handen van
de Duitsch-Oostenrijksche troepen was, be
vreemdend. Dat zou beteekenen, dat de cen-
tralen daar öf een eind teruggedreven zijn
öf de Roemeniërs erin geslaagd zijn een stel
ling op hun rechter flank te bezetten, waar
door hun stelling op dien pas bedreigd wordt.
Van den Balkan geen nieuws van betee-
kenis. De Bulgaren spreken van hun stelling
„op den Kajmaksjalan", alsof zij dien berg,
dien de Serviërs als op de Bulgaren veroverd
hebben, gemeld, nog in hun bezit hebben.
Slecht weer belemmert de krijgsverrichtin
gen, zeggen de officieele berichten van
SarraiL De Balkan-winter begint zich ver
moedelijk al aan te kondigen. Ook de op-
marsch van de geallieerden naar Monaslir
vordert niet. De weg van Fiorina daarheen
wordt door eenige sterke Bulgaarsche linies
versperd, vernemen wij, waarvan pas de eer
ste is aangevallen.
In de Dobroedzja is de strijd wat bedaard.
Geen van beide partijen heeft voortgang te
melden.
Eergisternacht hebben Zeppelins weer een
aanval op Engeland gedaan.
Londen meldt:
„Veertien of vijftien Juchtschepen namen
deel aan den aanval op Groot-Brittannië. De
Zuidoost-, de Oostkust, het Oostenlijk cen
trum en Lincoln, waren de voornaamste pun
ten, die zijn bezocht.
De aanval op Londen werd door twee
luchtschepen gedaan, die tusschen één en
twee uur uit Zuidoostelijke richting kwamen
en door een luchtschip, dat tusschen mid
dernacht en één uur uit Oostelijke richting
kwam.
Onze vliegtuigen stegen op, speciale ka
nonnen openden het vuur, waardoor de lucht
schepen werden teruggedreven. Intusschen
werden bommen neergeworpenin de Zui
delijke en Zuidoostelijk streken werden 28
personen gedood en 99 personen gewond.
Twee luchtschepen werden ,in Essex neer
geschoten. Beiden waren groote luchtschepen
van een nieuw type. Een viel er in vlammen
neer en werd met de bemanning vernield.
De bemanning van 22 officieren en manschap
pen van het tweede luchtschip werd gevan
gen genomen. Uitvoerige rapporten over de
slachtoffers en de schade werden nog niet
ontvangen.
Een ambtelijk bericht, gistermiddag em 5
uur 20 min. uitgegeven behelst:
Latere berichten toonen aan dat vermoe
delijk niet meer dan twaaf luchtschepen bij
den aanval betrokken waren. Er werd maar
weinig schade aangericht. Op een stad ech
ter in midden-Engeland werden ettelijke bom
men geworpen. Twee menschen kwamen
daardoor om, elf werden er jgewond. Men
vreest, dat er bij instortingen in die stad
nog twee menschen bedolven werden. Bo
vendien is het station eenigszins gehavend,
vielen ongeveer twaaf huizen en winkels in
puin of werden ze beschadigd en vatten een
kerk benevens een warenhuis vuur. Met uit;
zondering hiervan is niet van andere per
soonlijke ongelukken gewag gemaakt buiten
het gebied van de hoofdstad en ofschoon er
in den blinde veel bommen werden gewor
pen boven alle districten waarover de tocht
leidde, is de stoffelijke schade onbeduidend.
Tal van bommen ploften in zee of op onbe
bouwde gronden.
In de streek van Londen werden 17 man
nen, 18 vrouwen en 3 kinderen gedood, 45
mannen, 37 vrouwen en 17 kinderen liepen
verwondingen ^p. Een groote menigte kleine
huizen werdeir ontreddend of gehavend en
tal van branden aangesticht. Twee fabrieken
leden averij, twee leege goederenwagens van
de spoor werden vernield en de rails op
twee plaatsen licht beschadigd. Er is niets
bericht over nadeel aan bouwwerken van
militair belang berokkend.
De Duitsche staf van de luchtvaartdienst
deelt het volgend hieromtrent mede
Vannacht hebben verscheiden smaldeelen
luchtschepen Londen en uit een militair oog
punt gewichtige plaatsen aan de Humberen
in de graafschappen van midden Engeland,
daaronder Nottingham en Sheffield, met bom
men bestookt. Dat daarmee succes werd be
haald, bleek uit felle branden, die nog lang
na het einde van den aanval zichtbaar waren.
De luchtschepen werden op hun tocht naar
Engeland alvorens de Engelsche kust over
te zweven door patrouillevaartuigen en bij
den aanval zelf door vele afweërbatterijen
buitengewoon sterk met brandbommen be
stookt. Ze brachten eenige dier batterijen door
rake salvo's tot zwijgen.
Twee luchtschepen vielen het vijandelijke
afweervuur boven Londen ten offer. Alle an-
deré zijn onbeschadigd teruggekeerd".
De beschrijvingen in de Engelsche bladen
toonen hoe geheel het eilanden-rijk in op
winding is met zoo'n luchtaanval. De volgen
de bijzonderheden worden nog gemeld.
De kanonschoten dreven de menschen uit
de huizen naar de plaatsen, waar zij een vrij
uitzicht hadden. Het luchtschip stevende oost
waarts. De zoeklichten waren er op gericht
en granaten ontploften in de onmiddelijke na
bijheid.
Omstreeks half een hield het vuur op en
een diepe stilte volgde. Daarop werd aan
den hemel een roode flikkering gezien en
spoedig lekten de vuurtongen langs het bo
venste gedeelte van het luchtschip, totdat
dit een groote vuurbal werd.