voor de Zufdhollandsclie en Keeiiw§cbe Eilanden. Antirevolutionair w' Orgaan IN HOC SIGNO VINCES W. BOEKHOVEN, WATERLEIDING. LAND- EN TUINBOUW. UIT DE PERS. BUITENLAND. Woensdag 20 September 1916 81"* Jaargang N". 2217, Deze Courant versohgnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. 50 Oaat bij vooruitbetaling. Buitenland bij vooruitbetaling f4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. UITGEVER SOMMELiSDIJK. Telefoon latereoam. Ulo. 3. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die aij beslaan. Advertentlën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur. Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie traneo toe te zenden aan den Ulêg-ever. 1 De oude Heidenen hadden de gewoonte om te zeggen gij zijt uw gezondheid den goden schuldig. Maar zoo dom wa ren ze niet, of ze legden toch water leidingen aan om de stad tot in de uiterste hoeken van 't noodige drenk en sproeiwater te voorzien. En op Flakkee hebben enkele hee- ren, we meenen de gezondheidscommis sie, jaren geleden ook eens zoo'n proef van gezond inzicht geopenbaard, toen ze de gedachten opperden, dat er een Flakkeesche Waterleiding komen moest. De gezondheid aan de goden schuldig, dat erkenden de heeren ook, maar toch daarom niet 't minst den weg der middelen ingeslagen. Sinds dien, ('t is wellicht al een jaar of tien geleden) hoort ge er op ons Eiland geen woord meer van. We begrijpen niet wat daar achter zit. We hebben al eens een spie ring uitgeworpen om kabeljauw te van gen, maar 't is ons nog niet gelukt 't beest té krijgen. Zien we op Voorne en Putten, dan is detraagheid ook daar groot. In 1910, zoo lazen we, is daar een Commissie benoemd en een plan gevormd om in de duinen van üostvoorne naar water te zoeken Daar zijn boringen gedaan; maar de resultaten bleven geheimzin nig, totdat dezer dagen weer een be richt opdook van een aanvrage tot con cessie der heeren van Dijk en Trouw. r De waterleidingkwestie dateert op Voor ^ne en Putten, met als middelpunt Brielle van 1886 aftoen is reeds door een paar Amsterdamsche heeren Merrem en La Porte een verzoek ten concessie ingediend. Op Flakkee is de Waterleidingkwes tie nog maar een jaar of tien; maar of hier ook geen zilveren bruiloft zal worden gevierd, is voor ons niet twij felachtig. Waarom niet aangepakt? De Minis ter maakt 't den heeren zoo gemakke lijk mogelijk. Op 26 Aug. j.l. is ingediend een wets ontwerp over beschikbaarstelling van gelden voor den aanleg van drinkwater leidingen c. En art. 1 luidt aldus Aan provinciën en gemeenten kun nen rentedragende voorschotten uit 's Rijks schatkist worden verleend voor 't tot stand brengen van wa- terleidings ondernemingen, die uitslui tend in 't algemeen belang worden opgericht en welke voldoen aan de door onzen Minister van Binnenland- sche zaken te stellen voorwaarden En in de Mem. v. Toel. zegt de Min.: Van Rijkswege is de aanleg van drink waterleidingen in de laatste jaren door verschillende middelen krachtig bevor derd. De gelden daarvoor uitgetrokken op de begrooting van hoofdstuk V, stellende Regeering in staat plannen voor drinkwaterleidingen door het Rijksbu reau voor drinkwatervoorziening zelf te doen opmaken, of in de kosten, ver bonden aan het opmaken van die plan den, aan belanghebbenden bijdragen te verleenen. (Vgl. bijv. art. 43 van hoofd stuk V. der staatsbegrooting voor 1916). Voorts wordenindien daartoe voldoende aanleiding bestaat, aan belanghebbenden risico-garanties tot een bepaald maximum bedrag toegezegdopdat de verliezen hun nen worden gedekt, welke mochten ont staan in het niet te verwachten geval dat de exploitatie van de waterleidin gen ongunstiger resultaten mocht ople veren, dan de zoo voorzichtig mogelijk opgemaakte rentabiliteitsberekeningen konden doen veronderstellen. Zulk een risico garantie wordt voor elke water leiding-onderneming steeds bij een af zonderlijke wet verleend. (Vgl. de wetten van 7 Januari 1911 (Staatsblad no. 23) en van 13 Juli 1914 (Staatsblad no. 307) strekkende tot toezegging van een risico garantie resp. aan de waterleidingmaat schappij Zuid-Beveland" en aan de gemeente Coevorden ten behoeve van het gemeentelijk waterleidingbedrijf. Dank zij ongetwijfeld mede het aldus verleenen of in uitzicht stellen van Rijkssteun voor den aanleg van drink waterleidingen, zijn thans plannen ge maakt of in bewerking voor den aanleg van een betrekkelijk groot aantal inter communale waterleidingen. Als voor uaamste daarvan mogen worden genoemd die voor de provincies Groningen en Friesland, die voor Midden-Noord-Hol land, West-Friesland, Schouwen en Duiveland, Walcheren,Zeeuwsch Vlaan deren, Zuid-Limburg en Oostelijk Gel derland. Bovendien valt nog te noemen het plan voor een Centraal Waterwerk in Zuidholland, Noordholland en Utrecht. De Regeering heeft bij het toezeggen van haar steun voor den aanleg van waterleidingen steeds als eersten eisch gesteld, dat eene voorzichtig opgemaakte rentabiliteitsberekening de verwachting moest wettigen, dat de waterleiding op den duur finantieel bestaanbaar zal zijn. De finantieele bestaanbaarheid nu van een waterleiding-onderneming hangt behalve van tal van factoren, ,waarop de Regeering geen invloed of althans geèn directen invloed kan oefenen, in hooge mate af van het peil der rente welke de onderneming voor het kapitaal benoodigd voor de totstandbrenging der waterleiding, zal hebben te voldoen. Bij het uitwerken van verschillende plannen voor drinkwatervoorziening door of onder toezicht van het Rijks bureau is gebleken, dat een rentevoet van 4Vj pet. een zoodanigen financieelen opzet der ondernemingen gedoogd, dat op aannemelijke gronden kan worden verwacht, dat zij op den duur zich zullen kunnen bedruipen. Tevens kwam daarbij echter aan het licht, dat bij eenigszins beteekenend hoogere rente de rentabiliteit als onzeker moet worden beschouwd. Het komt ons voor, dat waar Schou wen en Duiveland reeds aan 't werk getogen zijn ook op Flakkee en Voor ne en Putten de pogingen nog eens kun nen worden herhaald. De Wet opent een deur, waardoor het onderzoek kan beginnen. Bij de wet van 7 Jan. 1911 (stbl.23) is aan de Naaml. Venn. Waterleiding- Maatschappij Zuid-Beveland een Memo rie toegekend en 't wetsontwerp van 13 Juli 1914 (Sts. 307) raakt de stad Koevordenwant er staat in art. 1 Aan de gemeente Coevorden wor den uit 's Rijks schatkist rente- looze voorschotten verleend ten be hoeve van 't gemeentelijk waterlei dingsbedrijfdeze zullen de f 10,000 niet overschrijden. Laat men nog eens probeeren I Be Oorlog. Advertentiën 10 Cent per regal »n maal. Reclames 80 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regal en '/i »aal. De Minister over 't Organisch Kiesrecht. In de Mom. van Antwoord, nadat de Mi nister de gronden voor 't Alg Kiesrecht heeft opgegeven, bestrijdt hij 't Organisch K'esrecht. Er staat: »Ten einde te beoordeelen of 't Organisch Kiesrecht de voorkeur verdient boven 't in dividualistisch sou moeten vaststaan wat onder 't Organisch Kiesrecht is te verstaan. Bedoelt men dat bij de regeling van 't Kies recht rekening worde gehouden met duur zame gemeenschapsvormen, sooals bv. vóór de Fransche Revolutie de gilden waren, dan tou ordergeteekende (de Minister) die voorkeur kunnen deelen. Doch zulke ge meenschapsvormen bestaan iri onze maat schappij niet. Het geiinshoofdenkiesrecht wordt als een organisch kiesrecht be schouwd. Dat 't gezin een gemeenschaps vorm is van fundamenteele beteekenis voor 't maatschappelijk leven wordt niet betwist. Maar als grondslag voor kiesrechtregeling is 't gezin onbruikbaar. De Volksgemeen schap bestaat niet uitsluitend uit gezinnen. Men moet derhalve, gelijk wordt toegegeven, naast de gezinshoofden ook de niet tot een gezin behoorende burgers tot het kiesrecht roepen. Dientengevolge verliest 't gezin als grondslag van kiesrechtregeling alle betee kenis. Het zoogenaamde organische kies recht wordt praktisch niets anders dan 't individualistische kiesrecht.* Ons dunkt dit betoog niet sterk. De volksgemeenschap, zegt de Minister, bestaat niet uitsluitend uit gezinnen. Dat is waar' Er zijn eenloopende mans- en vrouwsper sonen gecoeg. Er is zelfs een heele cata- gorie van menschen, die geen gezin mogen hebbendenk slechts aan de R. Kath. Kerk en hare geestelijkheid. En tooh is die waar heid des Ministers niet afdoendewant niet de uitzondering beslist, maar de regel. En de regel is, dat 't huisgezin dag in dag uit de grondslag is en voorts legt voor de volksgemeenschap, 't Huisgezin is de cel en wortel waaruit de organisatie der Maat schappij opgroeit. Het huisgezin is van primordiale kracht, 't Is 't eerste in elke samenleving. Ea daarom is niet de vraag of er ook eenloopende persoDen zijn, maar of 't huisgezin niet in de maatschappij een eerste plaats, de allorhoogste plaats inneemt. Ea daarom de vader des gezins, die zeker, 't kiesrecht. Dat 't Org. Kiesrecht praktisch op 't individualistische neerkomt, is waai maar we houden ons liever aan 't organi sche, omdat dit bij de bron der volksg"- meenschap zijn oorsprong neemt. S. C. Korteweg. f Een in landbouwkringen zeer bekend en ge zien man, de heer S. C. Korteweg, is plotse ling overleden. Simons Cornelis Korteweg was den 7den Juli 1851 te Middelharnis geboren en was tot het laatst werkzaam voor de belangen, dfe hem zoo zeer ter harte gingen. Van de Hollandsche Maatschappij van Land bouw is hij jarenlang de ziel geweest ook nog na zijn aftreden als secretaris-penningmeester als eerelid van het bestuur woonde hij nog steeds alle bestuursvergaderingen bij. Verder was hij voorzitter van de Vereehi- ging het Kaascontrolestation van Zuid-Hol land, van haar oprichting af, en eveneens is hij voorzitter geweest van de Vereeniging het Botercontrolestation voor Zuid-Holland. Sedert 1893 was hij afgevaardigde van het Nederl. Paardenstamboek in het Nederl. Land- bouwcomité. Hij was voorts lid van het dagelijksch be stuur van de Koninklijke Nederlandsche Land- bouw-Vereeniging en van de Nederlandsche Heide-Maatschappij. Ook had hij zitting in de prov. regelings-commissie tot bevordering yan de veefokkerij in Zuid-Holland. Het stoffelijk overschot is Maandagochtend per auto van Den Haag naar Smilde over gebracht, waar het te ongeveer 2 uur des na- middags op de begraafplaats is aangekomen. ONZE NEUTRALITEIT. Meer dan voor onze Oost, hebben we na tuurlijk voor ons eigen land te zorgen. Ver gaat het ons als Griekenland, wiens houding van meet af veel te zwak was, dan zou een bewaken en verdedigen van onze bezittingen geen zin hebben. Onze eigen erve moeten we dies allereerst behouden. Van de centrale staten hebben we, zooals deze 2 jaren reeds geleerd hebben, niets te duchten. Wel is een enkel schip in den grond geboord, b.v. de Katwijk. Maar nauwelijks was dit gebeurd of alle couranten kwamen met hun artikelen en onze Regeering klopte te Berlijn aan om inlichtingen. En wat deed de Duitsche regeering? „Zij deed aanstonds drieërlei: „Ten eerste zeide ze aanstonds onderzoek „toe, Ten tweede aarzelde ze geen oogenblik „te erkennen, dat, had de zaak zich toege dragen gelijk de kapitein van de Katwijk „meedeelde, de daad van de duikboot onver antwoordelijk was". „En ten derde, dat ze terstond bereid was, „bleek 't geval zicli aldus te hebben toege dragen, schuld te erkennen, .amende hono rable te doen en de schade te vergoeden". De Entente-mogendheden schijnen echter een ander plan in het hoofd te hebben, wat blijkt uit de geschiedenis met de bunkerko len, het weghalen der mails, het in beslag nemen van onze effecten en het ophouden onzer handelsschepen (koren, kunstmest enz.) en ten slotte van onze loggers. Engeland, dat 't voor de kleine natiën immers opneemt??? laat nu al bijna een jaar lang onze mail van onze schepen afhalen. Het Friesch Dagblad zegt ervan „We weten het: kleine landen worden „weinig geteld in dezen oorlogstijd. Veel „moeten ze nog over hun kant laten gaan „zonder protest, omdat al te veel protestee ren in het eind men den kleinen staat nog „met zijn spot naar bed jaagt. Doch er is „ook een grens. „Die grens achtte onze regcering, evenals „de Zweedsche, bereikt, toen een der oorlog- roerende partijen niet slechts onze schepen „ophield en doorzocht, maar zelfs de mail „opvroeg en meenam". Doch dit protest heeft niet geholpen, ze doet heel anders dan de Duitsche regeering. Ze dwingt ons door Engelsch gebied te varen en pakt ons dan de mailzakken af. En de ontevredenheid neemt toe, nu het blijkt, dat er zeer aanzienlijke nadeelen aan het weg halen van onze postzakken verbonden zijn. Het Handelsblad klaagt er dan ook duch tig over: „Met haar even ergerlijk als onwettig in grijpen in ons handelsverkeer gaat zij voort „cn sinds enkele weken heeft Engeland zelfs „een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan zijn „zorg voor de belangen der neutrale stalen, „door niet alleen de brievenpost van boord „tc halen, doch ook wissels, coupons cn „effecten in beslag le iienicn. Het ongehoor- „de feit doet zich voor, dat deze geldswaar dige papieren, eigendom van onderdanen „van ecu neutralen staat en op weg naar een „neutraal gebied, volgens ecu medcdecling „in de Engelsche bladen, voor het Britsche „Prijzenhol zullen worden gebracht, alsof men „met contrabande te doen had, die op weg „naar een der oorlogvoerende landen was". Daarbij haalt zij nu het fraaie stuk uit, door onze visschersschepen eenvoudig op te brengen en vast te houden. De Nederlander zegt er van „Engeland maakt zich thans meester van „onze visschersschepen, geladen met onze „visch, gevangen in onze zee (want de zee „behoort aan allen) en die dus varen naar „onze havens, waar de visch te koop wordt aangeboden op onze markt, dus niet aan „vijanden van Engeland, maar aan de geheele „wereld, zoodat, als Engeland Duitschland „die visch niet gunt, het die zelf koopen kan. „Van oorlogsnoodzaak kan dus bij geen moge lijkheid sprake zijn. Engeland ontneemt der halve aan onze bevolking wat haar eigen hom is. Onze visschers mogen visschen in „de Noordzee zonder Engelands permissie. „Met hetzelfde „recht" waarmee Engeland „ons onze visch ontneemt, kan het een leger „zenden naar onze grenzen om ons te ver hinderen onze eigen producten, vee, kaas, „enz. te verkoopen aan de Duitschers en kan „het die vervolgens voeren naar zijn eigen „land. „Toch, men versta dit wel", zegt de Stan daard, „dit is niet de eerste schrede op den „weg van vernedering en nog veel minder „de laatste en het is goed, dat het Neder landsche volk zich hiervan duidelijk bewust „worde. „Wordt toch niet op krachtige wijze te ken- „nen gegeven, dat wij ons recht zullen hand haven, dan zal de aanmatiging hoe langer „hoe erger worden en komen wij in de positie „van hem, die de hand kust, welke hem op „smadelijke wijze heeft geranseld. Sommigen „mogen zich vrij gemakkelijk bij deze ver nederingen neerleggen, de overgroote meer- „derheid van ons volk wenscht echter de „handhaving van 's lands waardigheid. „De geldzak is minder dan het leven en „het leven minder dan de eer!" DE TOESTAND. 't Overzicht der vele fronten, vraagt thans de aandacht voor Balkan en Westfront, maar dan toch weer als aller eerst het Westen meer bepaaldelijk de Somme, hoewel ook In de Doebrudsa harde klappen vallen. De Duitsche staf zegt, dat de slag aan de Somme Zaterdag bijzonder heftig was en erkent, dat een krachtige stoot, uitgevoerd door ongeveer 20 Engelsche en Fransche divisies, tusschen Ancre en Somme de Duit schers terugdrong door de dorpen Cource- lette, Martinpaich en Fiers. Combles werd tegen krachtige Engelsche aanvallen behou den. Verder zuidelijk tot aan de Somme werden alle aanvallen, ten deele eerst in gevecht op korten afstand, bloedig afgeslagen. Ten zui den van de Somme van Barleux tot Denie- court werd een Fransche aanval eveneens afgeslagen. Om eenige sappenhoofden wordt nog gestreden. Combles werd nog behouden staat hierin. Maar het is de vraag of het vandaag of mor gen niet opgegeven moet worden. Op deze plaats wordt thans de lus steeds nauwer toegehaald en het zou dus gevaar lijk kunnen worden tot het laatste daarin te blijven. Niet alleen met Combles maar ook met Bapauma en Peronne, zij het dan niet zoo dreigend, is dit het geval. Ook deze ste den worden al nauwer in het front betrok ken en komen als hoekpunt uit het Duitsche front steken. Wordt er met de ontruiming van deze plaatsen te lang gewacht dan zou het zelfs tot een catastrophe kunnen leiden, of de Engelschen en Franschen moeten eerst zijn uitgeput met hun aanvallen. Dit lijkt er echter nog niet erg op. Wel wordt voor he den weer een korte stilstand gemeld. De Engelsche opperbevelhebber rappor teert nog eenige winst: „Gisteren breidden wü onze terreinwinst in de nabijheid van Courcelette met 1000 yards uit. Bij Thiepval vermeesterden wij een vijandelijke versterking, de „Donauloop- graaf" genaamd, over een front van één mijl. De vqand Het een voorraad geweren en uit rustingen achter. Wij verovgrden tevens een krachtig ver dedigd werk" bij de Mouquet-hoevc en na men een aantal vijanden gevangen." Maar een volgend bericht deelt mede, dat de genomen stellingen werden bevestigd. „Op liet voornaamste slagfront bleef de toestand dezelfde. Vier stukken veldgeschut eu nog 200 gevangenen kwamen in ons be zit. Twee plaatselijke tegenaanvallen werden afgeslagen. Wij houden de linie die we gis teren wonnen, in handen. Ze omvat de uit gestrekte dorpen Courcelette, Martinpuich en Fiers. Op vele punten drongen onze troepen in den afgeloopen nacht vijandelijke loop graven binnen. Ze berokkenden den tegen stander verliezen en ontrukten hun gevan genen." De Duitsche staf deelt medede slag aan de Somme houdt aan. Ten Noorden der ri vier werden alle aanvallen gedeeltelijk reeds door het spervuur bloedig afgeslagen. Om kleine stellingen bij Courcelette, Fers, en ten Westen van Les Boeuf wordt nog gestreden. Ten Noorden van Ovillers behaalden wij bij een aanval eenige voordeelen. Ten Zuiden der Somme werden geen be paalde aanvallen gedaan. De artillerie strijd werd ook hier niet onderbroken. Dat de rust maar zeer kort is geweest, of zijn zal, valt wel uit de Fransche commu nique's af te leiden. Het middagbericht van gisteren meldde dat de veroverde stellingen werden behou den en verstevigd. Maar het avondrapport deelt echter al weer nieuwe terreinwinst mede. „Ten Zuiden van de Somme behaalden wij belangrijke voordeelen. De dorpen Ver- mandovillers en Berny, tot nu toe gedeelte lijk bezet, werden veroverd. In enkele hui zen wordt nog tegenstand geboden. Het ge heele terrein tusschen Vermandovillers en Deniecourt benevens tusschen Deniecourten Berny, dat met loopgraven krachtig versterkt was, viel ons na een vertwijfelden strijd in handen. Om Deniecourt wordt nog gevoch ten. Voorts bemachtigden wij loopgraven tusschen Berny en Barleux. Tot nog toe zijn 700 niet gewonde gevangenen geteld." Wordt op het Westen fel gevochten ook op den Balkan „staat" den strijd niet. Het Bulgaarsche legerbericht geeft eenige inlichtingen betreffende den jstrijd in de Do- broedsja. Sedert 12 dezer hadden deBulgaren en Duitschers op dat front gevechten telle veren tegen de vereenigde vijandelijke strijdmacht bestaande uit Russisch-Roemeensch-Servische troepen. De groote slag in de lijn Oltina- meer—Karaomer eindigde met de volkomen nederlaag van den vijand. Aan het bruggenhoofd te Toetrakan werden gevangen genomen de 15e en 17e Roemeen- sche divisie, en het 34e, 36e, 74e, 76e, 79e en 80e regiment infanterie, voorts een ge mengd regiment en twee regimenten grens-

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1916 | | pagina 1