r
HDEN
Zaterdag 9 September 1916.
81"u Jaargang N\ 2214.
ERK
Antirevolutionair
Orgaan
voor de Z-idhollandselie en Zeenwiche Eilanden.
G
iwen
IIII
Eerste Blad.
IN HOC SIGNO VINCES
upoos.
AR NIS
jes,
delaar'"
setafeL
Zonder Kerkgenootschap.
„HIT GOUDEN HERT",
MH.
iïibJemoüt.
86. g#
MverteatiSa 10 cent paf regel en */s »a»l, Beeluiea £0 por regel»
BcekaeakOHdiglHg i Gent per regel ea ataal.
Bieaataafirragea ea Bienataanbiediagea 50 Oeat per plaaisiag,
Groote lettere ea rigaettea worden berekend naar de plaatsruimte die 2ij beslaan}
j Advertentlëffl worden ingewaaht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 nar.
libonnementsprljs per drie maanden fr, p. p. 50 Cent by vooruitbetaling.: BOEKHOVEN
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per Jaar j SOMMKÏ jSDIJÏC.
Afzonderlijke nummers 5 Centi
felelosa IatereowM, Mo. 1
[S.
s, (ook idle
BÏÏEjl etc»
Bank»
Alle stnKhen voor de ttedaclie bestem^, Advertenllén ea» verdere Administratie franco toe te atenden aan den Uitgever.
f
Telephooa 4.
recten. 8605
9587
snd bij
Int. 10481.
aarde.
sen en Putten,
n, Pulpbakken,
n GEWAPEND
10463
In de Banier lazen we het volgende
sombere bericht:
BQ geen Kerkgenootschap
aangesloten.
Uit de dezer dagen openbaar ge
maakte bevolkings-statistiek van de
gemeente Rotterdam over het jaar
1915 blijkt, dat op 31 December van
dat jaar de tweede stad van ons rijk
een bevolking telde (zonder Hoek van
Holland) van 476.960 zielen.
Van dit inwonerstal behoorden,
volgens opgave ruim 250 000 tot de
Ned. Hervormde Kerk, 120,000 tot
tot de Katholieke kerk, 82000 tot de
Gereformeerde Kerken, terwijl het
cijfer van hen, „tot geen kerkelijke
gezindte behoorende", 30,390 bedroeg.
Dit laatste cijfer wijst op een
schrikbarende uitbreiding van het
ongeloof, een verschijnsel, dat trou
wens niet alleen in Rotterdam valt
waar te nemen.
Zoo steeg het aantal medeburgers
van deze categorie in ons land van
115,179 in 1899 tot 290,900 in 1909.
In 1879 hadden over geheel ons
land niet meer dan 12,253 personen
opgave gedaan, tot „geen kerkgenoot
schap te behooren."
Thans telt men er alleen in Rot
terdam meer dan dertig duizend,
zegge 30.000.
Cijfers, die van een droevige en
verontrustende welsprekendheid zijn
en van geestelijke degeneratie getui
gen.
Nu laten we het woord »Korkgenoot-
schap. voor wat het is. We aanvaar
den het omdat de Kerk èr over zingt
en omdat de Grondwet en de Wet daar
van nu eenmaal spreken, maar het
woord druischt in tegen ons Kerkbe
grip.
Het woord Kerkgenootschap is ons
aangewaaid uit de Berijming van 1773,
toen de Psalmen van Datheen in on
bruik raakten en op last van de Sta-
ten-Generaal (op last van de Hoog Mo
gende Heeren Staten-Generaal der Ver-
eenigde Nederlanden, staat er op de
vóórbladzijde van ons psalmboek) uit
de drie toen aangeboden .berijmingen*
de tegenwoordige bundel is saamge-
steld.
Het komt voor in de Eerste Berij
ming van de 12 Artikelen des Geloofs,
waar de Kerkgangers dan zingen in het
het 2de vers:
Dat klinkt nu wel heel stichtelijk,
maar het is ons idee niet; het is uit
den tijd, toen de Staat in zijn revoluti
onaire Fransche ideeën begon in te
leven, en in de kerk een vereeniging
van menschen begon te zien die door
een zeker uitwendigen band, n.l. een
Statuut als 't ware, en in eenzelfde kerk
gebouw bij elkaar kwamen op Zondag.
Dat woord .Genootschap*, .Kerkge
nootschap* is door de revolutionaire
wetgevers in de Grondwet gebracht
en het staat er nog. Art. 168 der Grond
wet zegt:
alle Kerkgenootschappen in
net Rijk wordt gelijke bescherming
verleend.
En in art. 172:
De Koning waakt, dat alle kerk
genootschappen zich houden binnen
de palen van gehoorzaamheid aan de
wetten van den Staat.
Er is ook in 1855 gemaakt een Wet
op de Kerkgenootschappen, ontstaan
door die geruchtmakende, in 1853, op
geblazen Aprilbeweging, toen de Room-
schen hun organisatie wat beter gingen
vastleggen en Koning Willem III een
wet maakte om de organisatie niet
alleen van de Roomsche, maar van alle
Kerken, aan eenige bepalingen te binden.
ft
ft
Het woord Kerkgenootschap is er nu
eenmaal, maar als het morgen aan den
dag verdwijnt, voor goed.en voor altijd,
zal het ons tot blijdschap stemmen; we
staan er vierkant tegenover, omdat de
Kerk van Christus geen genootschap is.
Een genootschap is menschelijk werk,
maar de Kerk van Christus is Christus'
werk. Een genootschap heeft een bestuur
met leden en een Reglement, zooals
elke Kiesvereeniging die heeft, maar de
Kerk van Christus heeft geen bestuur
dan één Hoofd, die in de hemelen is;
dan zulke leden, die uitverkoren, een
keurbende zijn («Kerk* beteekent .uit
gekozen) dan zulk Reglement, dat we
Gods Woord noemen.
En het stuit ons altijd tegen de borst
als we dat woord Kerkgenootschap tegen
komen, omdat we wel een «Kerk* ken
nen, maar een Kerkgenootschap geen
grond vindt in 's Heeren Woord, slechts
onder revolutionaire ideeën in onz6
Grondwet is gebracht en er zoo gauw
mogelijk uit verdwijnen moet.
Maar de Grondwet vraagt nu een
maal bij een 10-jarige volkstelling naar
uw .kerkgenootschap* en op het Ge
meentehuis spreken ze ook, conform de
wet van je .kerkgenootschap. Dus moet
ge wel meevaren in het zog, al erken
je in je geweten, dat je wel .lid van
een Kerk*, doch nooit van »een kerk
genootschap* geweest zijt.
En zoo komt het ook, dat we Grond
wettelijk boven ons artikel schrijven:
.Zonder Kerkgenootschap* en de cijfers
opgeven, volgens de Banier, die alleen
in Rotterdam, zonder Kerkgenootschap
zijn, ongedoopt, buiten de Kerk, er nooit
naar omkijkend, koud en onverschillig,
zonder Doop voor zichzelf, voor hun
kinderen, heidenen, zonder kerkelijk
vermaan en liefde en tucht, zonder
Dienst des Woords en der Sacramenten.
Allen dor in 't geestelijk levenzoo
niet de kerk gram, dan toch onver
schillig. Koud voor de Waarheid! Wars
van den Weg en 't Leven.
Nette menschen menigmaal in het
burgerlijke; onberispelijk vaak ia han
del en wandel, woord en daad: maar
levend, los van de Goddelijke openba
ring, die voor hen is een boek met
zeven sloten.
ft
ft
Wat is daar tegen te doen Tegen
zoo'n afval, zoo'n inzinking. Wat dat
is. Twaalf honderd jaar en meer is de
Kerk in Nederland opgetreden met haar
Doopsbediening, om als merkteeken van
't Christendom geëerd en gewaardeerd
en beleden te worden. Waar men ook
over twistte onder en tusschen Roomsch
en on-Roomsch: nooit over den Doop
als teeken van Kerkelijke gemeenschap
en al was er over den zoogenaamden
Ketterdoop dispuut, men eindigde dan I
toch om elkanders Doop te erkennen, 1
waar die geschied was in den Naam
des Vaders, des Zoons en des Heiligen
Geestes. In den Heiligen Doop lag nog
de laatste band, die een zelfs onver
schillig ChristenracDsch, boud aan ge.
Motel Uestmr&nt
Gedempte Boerensteller 63A, 63B
MotwsrdaiMi.
DINERS 60 cent en hooger,
LOGIES MET ONTBIJT
Tel. No, 1532. Aanbevelend,
1 propriëtair R. C. F. y. ft. LEE-Moom
heel Christus' kerk op aarde. Neen
heiden wou men niet zijnzijn kinderen
ook niet. En men ging. al ware't maar
eenmaal, ter kerk, want de kinderen
moesten gedoopt,
En er waren doopmalen en doopfees
ten en men feliciteerde elkaar, de
ouders met de familie, omdat de kleine
gedoopt was.
Met den Doop te breken was oud
tijds in alle kringen lossnijden den
laatsten draad, waarmee men aan de
historische Kerk der Apostelen en Mar
telaren vast zat; was doorsnijden den
eenigen en laatsten vezel, die het volk
nog aan de oude inzettingen en cere
moniën bond uit oude eeuwen over
gekomen eerbiedwaardig door haar
oudheid; eerbiedwaardig om de per
sonen, die haar instelden en toepasten,
toen de heidensche wereld ze vloekte
en haar bespotteeerbiedwaardig als
symbool van die innige eenheid met al
de millioenen reeds afgestorvenen en
nog levenden, die saamzij zoowel uit
't grijs verleden, wier stof al eeuwen
is vergaan als zij. die nog heden het
bruidskleed weven hopende op een zaad
Gods zij allen verpandden zich
aan de eenheid van Christus' kerk,
door den Doo'p, waar die dan ook be
diend werd.
ft ft
ft
En nu Niet meer doopenWeg
scheuren de band aan 't verleden. Zich
schamen de eenheid in geloof met den
Nazirener en de millioenen, die Hem
beleden en nog erkennen. Lachen om
de historie der Kerke en haar worste
lingen tegen de macht des Satans!
Koud tegenover 't Godsrijk dat door
die Kerk zich uitbreiden zalmeer dan
koudvijandig zelfs
Geen DoopGeen wapening tegen
de Overheden in de luchtGeen leger-
formatie om 't Uw Koninkrijk kome
waar te maken.
Geen Doop! Geen slagorde Christi.
Geen soldaten, geen kader om den
heiligen strijd te strijden tegen Satan
vóór Koning Jezus.
Is dat geen afval en inzinking in 't
Nederlandsche staatsleven?
Wat te doen bij zoo'n breukeMeer
gebed, Meer kerken en dies meer Dienst
des Woords. Meer Evangelisatie. Meer
huisbezoek. Meer aansluiting der predi
king aan sociale nooden. Meer en krach
tiger openbaring der Kerk in 't stoffelijk
leven des Volks. In den waren zin des
WoordsMoederkerk, die al haar kin
deren met liefde zoogt en het beste
van haar ziel en lichaam voor haar
kinderen geven wil, opdat haar kinde
ren hun gansche leven het erkennen:
Zoo heeft Moeder gedaan. Mijn teedere
Moeder!
Wat heeft de Kerk van Christus na
gelaten, zoodat de afval kwam? Wat
heeft ze gedaan, toen de afval begon
Wat kan ze nu nog doen?
En vreeze bekruipt ons, d,a,t de Kerk
als ze die vragen over den Afval eens
onderzoekt, tot zichzelf zal moeten zeg
gen: Onze eere is het niet!
Neen! dat de Doop niet meer geteld,
gewaardeerd wordt voor zijn kinderen
is de schuld der Kerk, Want zeer zeker
zijn ook in de eeuwen der vaderen
duizenden kinderen gedoopt voor den
vorm, uit schaamte om toch geen heiden
te zijn, zonder de groote gevolgen te
betrachten, die van Godswege uit dien
Doop voor ouder en kind voortvloeien,
de Doop is door alle eeuwen heen, zoo
goed als de geinstitueerde kerk door
»kaf en koren* gekenmerkt geweest,
door »schapen en wolven* beleden, door
ware en valschec ranken erkend, door
wezen en hypocritisme* ontvangen;
maar of er dan wezen* dan wel hypo
critisme bleek bij het opvoeden door de
ouders naar de beloften des Verbonds
en de verplichtingen des Verbondsmen
durfde dien laatsten vezel der eenheid
met alle kinderen Gods en de uiterlijke
kerk der eeuwen niet doorsnijden, daar
kwam de konsjensie tegen op, omdat
er nog een band aan het Woord was.
Maar toen de band aan 't Woord
losraakte en ook de revolutie in de kerk
haar macht openbaardetoen de Rede
de Kerk instapte, maar de Kerk daar
door Onredelijk werd; toen is de Doop
gaan wegzinken afgestapt van 't hooge
voetstuk, waarop nooit de Rede, maar
't Geloof hem gezet had.
Waar de Rede de voordeur inkomt,
gaat '1 Geloof de achterdeur uit.
Door de Rede is de Kerk verwoest.
Eu nu is dit de schuld der Kerk, dat
ze de Rede de baas liet, en 't Geloof
de knecht. Daardoor taande de betee-
kenis van den Doop; men ging hem
«beredeneeren* en eindigde natuurlijk
om hem onnut en onnoodig te achten.
En ware de Kerk er nu maar vlug bij
geweest om die Rede den kop in te
drukken, en 't Geloof in dat Sacrament
en den Insteller weer te verheffen met
de aanwijzing van alle practische ge
volgen voor Huisgezin en School en
Kerk, dan zou 't nooit zoo erg gewor
den zijn.
O Kerkdie afval is uw eere niet.
O
105,
»s.
ITXTSIV sa
Deae Courant Tersobgnt elkea Woensdag en Zaterdag.
IssSore. Mm.
uxtt v.m,
?iar n.m.
odlg hebt en over-
Matrassen enz.
:Iamastel: Kapok-
apok 22 gulden.
Veeren en gewaste
an Bedden boven
EXTRA CADEAU.
9748
E
9935
a
n; Middol-
Koomen en
?s bij A. v
stenbrugge.
'k Geloof ook in den Heil'gen Geest
dien w' eeren,
Die onzen geest wil troosten, leiden, leeren,
'k Geloof een Kerk een algemeen ge
nootschap,
Geheiligd en vergaard door 's Hemels
boodschap.
Direot uaby de Hoofdataeg,
f 1.25, f 1.50 en f 1.75
Het door ieder aanbevolen adres.
Raadsverkiezing te Hellevoetsluis en
„De Ploeg".
De Ploeg, orgaan der sociaal-democra
ten op ome eilanden nam goede notitie
van onxe driestar over do Raadsverkiezing
te Hellevoetsluis. We laten, al haar praat
jes, die de zaak zelf niet raken, voor wat
ze zijn. Op 't laatste gedeelte van haar
artikel gaan we echter even in. En dan
wijst ze ons er op, dat de anti's geen Ge-
meenteprogram hebben; dat de S. D. A. P.
dat wel heeft en dan somt ze allerlei ar
tikelen op. Voorts, dat bij de Raadsver
kiezingen de Anti's al3 «bourgeois* één
lijn trekken met de anderen n.l. Vrijzinni
gen en Vrijzinnig-Democraten en Oud-Li
beralen, als 't gaat tegen den Arbeid. Het
politieke Christendom is vóór 't kapitaal.
Van geloof en ongeloof is in dien strijd
tegen den Arbeid geen sprake. Alle bour
geois verbroedereu zich dan om 't Kapitaal
te helpen.
De antirev. raadsleden hebbea geen eens
luidend Gemeenteprogram.
Dat is zoo. Er. is wel een Bond van An
tirev. Raadsleden opgericht in 1908, maar
ieder is vrij om zich al of niet aan te slui
ten. Maar eilieve't Socialistisch Gemeente
program dadeert van 2 April 1899. Is dus
17 jaar. Eu meent nu de Ploeg heusch,
dat de Socialistische Raadsleden sinds 17
jaar op dit program gekozen worden Vraag
eens aan de rooje stemmers, wat de in
houd vau 't program is. Maar ze kennen
't niet en ze malen er ook niet om. Ze
stemmen rood, omdat ze rood zijn, afge
dacht van eenig Gemeenteprogram; en als
je nu maar voor den Arbeid opkomt; uit
sluitend voor den Arbeid, met wegcijfering
en wegduwing van 't Kapitaal, dan kan
je gekozen worden.
Daarbij 't Socialistisch Gemeenteprogram
kan in de hoofdzaken door ieder antirev.
aanvaard worden, en wordt ook aanvaard
er zit weinig socialistisch in.
We hebben 't voor ons met zijn 10 pa
ragrafen, en nu zullen we ze alle 10 eens
even voor den dag halen om er een ja of
neen op te zeggen; vóór of tegeu.
Art. 1. Uitbreiding van grondbezit door
onteigening. Vóór. 't Gebeurt nu in
overwegend rechtsche dorpen.
Art. 2. Gemeenteexploitatie van gasfa
brieken enz. Vóór. 't Gebeurt in over
wegend rechtsche dorpen.
Art. 8. Arbeidsbeurzen en Werkverschaf-
fiag. Vóór. Idem.
Art. 4. Goede bezoldiging der Gemeente
werklieden. Vóór. Idem.
Art. 5. Lager Onderw. zij kosteloos. Deels
Tegen.
Art. 6. Gemeentelijke woningbouw. Vóór,
als er geen particulier initiatief is.
Art. T. Verbeterde armenzorg. Vóór.
Art. 8. Drankbestrijding door de Gemeen
ten. Vóór.
Art. 9. Vrijheid van vergadering enz.
Vóór.
Art. 10. Progressieve Hoofd. Omslag. Vóór
Laat ieder antirevolutionair, ieder libe
raal, iedere Roomsch-Katholiek de 10 pa
ragrafen maar met een vergrootglas lezen
er zijn maar een paar punten in, zooals
van 't onderwijs, die niet een ieder kan
aanvaarden, maar overigensniets nieuws I
en in antirev. gemeenten, of door antirev.
raadsleden begeerd en voorgestaan.
Waarbij ten derde nog iets komt. Niet
alleen is 't in hoofdzaak een gewoon de
mocratisch program, dat ieder antirevolu
tionair kan onderschrijven; niet alleen wordt
er door anti's in dien geest van vooruit
gang gewerkt, maar de Socialist kan net
zoo min als een ander zijn eigen program
volledig uitvoeren, 't Staat wel op papier,
dat de socialist dit en dat en zus en zoo
wil, maar de Soc. Partij heeft goed begre
pen, dat 't in meer dan één opzicht niet
toe te passen zal zijn binnen 't raam der
maatschappij. Eu zoo wijs is iedereen.
't Soc. gemeenteprogram begint dau ook
met een slag om den arm:
Overwegende, dat waar maatregelen,
wenschelijk in 't belang der gemeenten,
mochten indruischen tegen de rijkswet
ten de gemeenteraden de taak en de
bevoegdheid hébben om op verbetering
dezer rijkswetten aan te dringen, stelt
de 8. D. A. P. op 't gebied der gemeen
tepolitiek de volgende eischen, ongeacht
de belemmeringen door de rijkswetge
ving aan de vervulling in den weg ge
legd.
Laat nu ieder eens kalm dien langen
zin, dat allereerste begin van 't program
van 2 en 8 Apr. 1899 lezen.
Wat staat er dan? Dit:
Wij, S. D. A. P. geven een program
maar
a. er ;zijn nog rijkswetten, waarmee we
rekening moeten houdenb. er zijn nog rijks
wetten, die eerst veranderd moeten wor
den; c. er zijn nog rijkswetten, die ons
belemmeren, doch die we voor onze pro
paganda beschouwen als niet te bestaan;
„ongeacht de belemmeringen dier rijkswet
ten' zegt de laatste regel.
Ja, ja, zóó kan men een program opvul
len met allerlei mogelijke eu onmogelijke
eischen; met allerlei idealen en verlangens;
want men acht de belemmeringen der rijks
wetten niet; men propageert die punten
wel, maar 't heeft geen praktische waarde,
zoolang de Rijkswetten blijven, wat ze zijn.
En om te veranderen, moet men geen lid
van den Raad zijn, maar Kamerlid. En dau
moeten er nog 51 Kamerleden zijn, die zoo'n
Rijkswetverandering in SocAalistischen
geest aandurven.
Ziedaar nu de kouwe drukte van den
Ploeg teruggebracht tot de zeer eenvoudige
vraagGij schettert, dat ge een Gemeen
teprogram hebtGe schettert, dat de anti's
er geen hebben 1 En in dezen deelen ze dan
gelijk lot met de Unie-liberalen en Oud-Li
beralen. Ge schettert, dat wij in de Maas
inxake de Helllevoetsluisohe raadsverkie-