Tweede Blad.
De Oorlog.
Twee Bladen*
officieel gedeelte.
Zaterdag 12 Augustus 1916. No. 2206
BUITENLAND.
BINNENLAND.
INHOC'SMOWSES
Dit nummer bestaat uit
sum
Beestenboel te Oostvoorne.
Er gaat een gerucht, dat de kermisver
makelijkheden te Oostvoorne veel van een
beestenboel weg hebben. En dat op Zondag.
Er moeten zelfs kinderen zijn die van de
Zondagsscholen wegblijven om dien rommel
te gaan bezoeken. Hoe is het mogelijk in
zoo'n dorp, dat tot wapen heeft een sterke
poort met een leeuw er boven op, rondkij
kend of er soms een vijand nadert.
De leeuw kijkt naar buiten Zou het
Gemeentebestuur de Regeering niet ver
zoeken om den leeuw naar binnen te laten
kijken, waar de vijand sich openbaart in
kermisjool en verwoesting der zielen en
des liehaams.
Jong en oud zingt en springt, danst en
walst, spot en vloekt.
Is dan het geloof aan de toekomst des
Heeren, te Oostvoorne, gansckelijk uitge
sloten Is het Godsdienstig leven van
Oostvoorne vermoord? Is het bewustzijn
dat men eenmaal voor het Gerichte Gods
sal verschijnen, geheel te loor gegaan?
Zijn er in Oostvoorne geen mannen en
vrouwen, die met ernst, met kracht en kiem,
door woord en daad, protestesren tegen
sulk een Sabbatsontheiliging?
Is er dan in Sodom geen 10-tal recht
vaardigen, die saam den Gemeenteraad
wakker schudden, hoe hij als Dienaar Gods
tot plicht heeft om den Zondag te eerbie
digen of te doen eerbiedigen.
Is er geen »kernc onder de bevolking,
die den christelijken moed bezit om predi
kant en ^verdere ambtsdragers den geeste
lijken nood der Gemeente op het hart te
binden.
Zijn er geen dominees in de Classis
Brielle, of Geref., ofjHervormd, die de han
den ineenslaan om dat duivelswerk te Oost
voorne te verstoren.
Moet dat nu maar zoo doorgaan? De
zaak zoo maar aankijkend?
Dient er niet een krachtig protest uit te
gaan van de Kerken om aan dezen gruwel
een eind te maken?
Orthodoxie en modernisme kunnen toch
gezamenlijk wel tegen een beestenboel op-j
treden. Is dan zelfs het woord »fatsoen«
en .beschaving, van te onbeduidende kracht
om een gezamenlijke actie tot stand te
brengen? Ea als de moderne dr. C. E.
Hooykaas over het heilig, doel, dat de
kerken nastreven, o.m. beweert:
In het godsdienstig saaienleven wordt
nagestreefd een gemeenschap der leden
in het diepste van hun persoonlijk wezen,
hier wordt niet alleen een geestelijk doel
beoogd, niet alleen de bevordering van
het godsdienstig leven bedoeld, maar
levensgemeenschap gezocht en gevonden.
dan zijn we het met dat moderne idea over
het doel der Kerk gansch niet eens, maar
achten toch, dat alles wat op Voorne en
Putten modern is, onder .bevordering van
het godsdienstig leven, en onder .levens
gemeenschap. niet verstaat een beestenboel
op Zondag, dat is afbraak van het Gods
dienstig leven, afbraak van levensgemeen
schap, maar toenadering van mensch tot
dier. En daarom: hoe kerkelijk ook geschei
den 1 laten allen zich opmaken om aan
Oostvoornsche toestanden een eind t3 maken.
Slaat met U allen de hand aan den ploeg
Plaats tegen dat werk der hel Uw organi
satie. Schrijf aan den Gemeenteraad. Ver
spreid er circulaires en tractaatjes. Houd
een bidstond voor dat doel na voorafgaande
flinke propaganda. Laat dat arme volk niet
aan zijn lot over!
Waarschuwt het volk in de Pers, om
dat dorp te mijden, dat dorp te boycotten,
dat den Zondag, misbruikt en spot met God
den Heilige.
Arme menschen te OostvoorneWie zijn
uw misleiders Stoot ze van U, Lees toch
het Godswoord en het dringa diep in Uw
geweten
De groote Schepper aller dingen
Ziet uit het ongenaakbaar licht
Het gansch gedrag der stervelingen
Niets is bedekt voor sijn gezicht.
Uit Zijn vaste woning
Daar Hij heerscht als Koning
Daar Zijn lof, Zijn eer,
Klinkt door al de bogen
Zien sijn Godd'lijk oogeu
Op al 't menschdom neer.
Ook op U, die den Zondag maakt tot
een beestenboel öf dat toelaat.
DE TOESTAND.
Op bijna alle fronten van Noord-tot Oost
zee wordt fel gevochten en gaan duizenden
in den dood. Wie telt nog de massa dooden,
die dagelijks van de slagvelden wordt ge
voerd?
De Entente heeft nu haar prooi altijd vol
gens hun zienswijze en dit is maar alles.
Ze heeft nu Duitschland vast omklemt, en
hebben nu eenige weken lang de gelegenheid
gevonden om Duitschland, den geduchtsten
tegenstander, van alle kant aan te vallen; van
twee kanten met hun legers en van de andere
zijde met hun heviger zwaard, den honger.
Nu is hij machteloos zeggen zij, uitgeput
zal hij bezwijken.
Tot heden is hun voorspelling niet uitge
komen; zij omringen hem wel van alle kant,
maar men kan niet zeggen, dat het groot
offensief snel vordert.
Er doen zich telkens van die verrassingen
op, die in de zienswijze van de Entente niet
thuis hooren.
Er zijn geen groote veranderingen in de
wederzijdsche frontlinies gekomen, na ons
vorig overzicht, al wordt er nog zoo verwoed
gevochten.
Leest men de Fransche en Engelsche cor
respondenties, dan zou men kunnen meenen,
dat het hen voorspoedig en voor den wind
gaat. Toch hebben zij in waarheid niet veel
meer dan ontzaglijke doodenlijsten te boeken.
Generaal Haig seinde maandag, 't klonk als
een juchkreet, „wij hebben over 2000 meter
de tweede Duitsche linie 600 M. ingedrukt."
Dat was bij Poziëres.
Zondagavond om half negen waren de En-
gelschen gaan stormen, met het gemelde re
sultaat. Maar den volgenden morgen, nog
voor den middag hadden de Duitschers Lord
Haig weer op zijn vroegere plaats terugge
bracht.
Zoo gaat het bijna eiken dag.
De Engelschen brengen groote offers om
Thiefval te omsingelen.
Dat is een geduchte sterkte, die de Engel
schen niet wagen voor de tweede maal in
het front aan te vatten. Want dit plaatsje is
als de egel, het wondt aan alle kanten.
Waardoor hun geweldige pogingen om over
Poziëres vooruit te komen. Want zoolang
Thiefval nog Duitsch is, kan de Engelsche
linkervleugel niet vooruit.
Niet beter vergaat het den Franschen be
noorden en bezuiden de Somme. Laatstelijk
melden zij, dat een linie loopgraven door hen
is bezet. Maar 't gaat zoo langzaam,idat een
Amerikaan heeft berekend, dat de geallieer
den vijftien jaar noodig zullen hebben, met
vorderingen als van de laatste maand, om de
Duitschers uit het bezette gebied te verdrij
ven.
Het opmerkelijke is, dat de Duitschers niet
voorgoed in het defensief zijn te brengen.
Na eiken aanval volgt hunnerzijds een tegen
aanval.
Bij Verdun is sedert enkele dagen weder
de oude toestand ingetreden.
De eene loopgraaf of loopgraven worden
gewonnen en door een tegenaanval later weer
hernomen.
Daar zoowel als aan de Somme houdt de
verwoedde slag onafgebroken aan.
Van het Zuidelijk Oostfront zijn twee be
langrijke feiten te vermelden.
Even benoorden Tarnopol hebben de Rus
sen het Oostenrijksche front iets ingedrukt
en zijn de Sereth overgetrokken. Zij maak
ten 13 officieren en 2000 man gevangenen.
De toestand ten N.W., W. en Z.W. van
Lutsk wordt door de Duitsche staf aldus
omschreven
„De voortdurende inspanning der Russen,
om bij Zaresce aan de Stochod terrein te
winnen, mislukt. Hij leed zware verliezen.
Ten Westen van Luck woeden sedert van
ochtend nieuwe gevechten.
Ten Noordwesten van Zalosce mislukten
vijandelijke aanvallen.
Ten Zuidoosten wordt in de worsteling
met de troepen van Bothmer, de Russische
opmarsch tegengehouden.
Hier zijn 7 officieren en ruim 900 man ge
vangen genomen. Vijf machinegeweren zijn
genomen."
Zooals men ziet, wordt hierin niet ver
bloemd, dat de toestand vooral ten Z. van
Lutsk, zorgelijk blijft. De Duitschers doen
het mogelijke om de situatie te redden, maar
of het gelukken zal, moet het vervolg leeren.
Nog Zuidelijker, tusschen Dnjester en Kar-
pathen hebben twee bewegingen plaats.
Aartshertog Karei is met Duitsche troepen
een aanval van de Karpathen uit begonnen,
die aanvankelijk succes had.
De Russen, hiervan de bedreiging inziende,
gingen ten Zuiden van de Dnjester over tot
een groote aanval en voor deze overmacht,
en om niet de kans te loopen dat het front
daar werd doorgebroken, weken de Oosten
rijkers terug.
Het Oost- noch het Westfront is tot stil
stand gekomen en verrassingen zijn ook in
dezen krijg niet uitgesloten.
Maar uit de gevechten van voor twee
maanden blijkt, dat de Duitschers eiken voet
grond willen verdedigen.
Dat is geen bewijs van uitputting. Eer van
het tegendeel.
Op het Zuidelijk front is een succes dat
meetelt, thans door de Italianen te boeken
Ze zijn nog niet in Görz, maar de weg er
heen is gebaand!
Zij melden er zelf van
„Aan de beneden Isonzo blijft de strijd
tegenover Görz voortdurend met verbittering
woeden. Wij hebben den Monte San Michele
en den Monte Sabotino, de spillen waarom
de verdediging van den vijand draaide, geheel
genomen.
Het bruggehoofd van Görz is in onze han
den.
Ons geschutvuur speelt op de stad om er
den vijand die zich tusschen de huizen schuil
houdt er uit te verdrijven. Eergister en gister
hebben wij 8000 gevangenen gemaakt, o.w.
meer dan 200 officieren en een 20 hoofdof
ficieren, o.a. een regimentscommandant met
zijn staf. De gevangenen blijven toestroomen.
Wij hebben 11 kanonnen, een honderdtal ma
chinegeweren, en een rijken buit aan wapenen
munitie en krijgstuig vermeesterd".
De Oostenrijkers geven toe, dat zij terug
getrokken zijn.
Heel verrassend komt een bericht uit Lon
den dat ons weet te vertellen dat de Turken
met een legermacht van 14000 man bij het
Suez-kanaal aanvielen en tot voorbij Katia
doordrongen. Dat is erg brutaal van de Tur
ken want volgens de Londensche berichten
uit den Iaatsten tijd heeft Turkije geen man
te missen en vecht het zijn doodstrijd tegen
de Russen in Armenië.
Hoe bedriegelijk deze berichtgeving is blijkt
nu uit dezen cnverwachten aanval bij Suez.
Niemand had vermoed, dat de Turken daar
over zoo'n leger beschikten en blijkbaar heeft
het den Engelschen zelf ook verrast.
Natuurlijk hebben de Engelschen het ge
vecht' glansrijk gewonnen en zelfs 3000 ge
vangenen gemaakt, maar voor we er iets
meer van zeggen, zullen we zoo vrij zijn ook
andere dan Reuter-berichten af te wachten.
Ook Tripoli is thans weer voor de Italianen
verloren. De opstandige Arabieren hebben
deze week het laatste nog door Italië bezette
stukje herovert. Daardoor is Italië een be
langrijk stuk van Afrika ontnomen.
De slimme Japanner houdt maar al het
oog op de toekomst gevestigd
Als straks bij het vredesluiten Duitschland
er in mocht toestemmen, om zich voor het
verlies zijner kolonie-Kiautsjau te laten scha
deloosstellen, dan zou er geen enkele reden
bestaan, waarom niet zeer spoedig de vriend
schap tusschen Japanners en Duitschers zou
zijn hersteld.
Nationale haat zit tusschen déze twee
zeker niet!
Opmerkelijk is nü reeds de humane wijze
waarop de Duitschers in Japan behandeld
worden.
De Duitsche burgers, die vóór den oorlog
in Japan woonden, bleven in hun woning,
werden even goed behandeld en genoten
volkomen vrijheid.
Niemand viel hen lastig, niemand smeed
hen met steenen, geen uithangbord werd
neergehaald (de schrijver had er kunnen bij
voegen geen winkels van Duitschers werden
geplunderd en vernield) en de Duitsche
professoren, onderwijzers en priesters bleven
hun werk doen als gewoonlijk. Een zeker
professor aan de keizerlijke universiteit,tevens
reservist, vertrok op 1 Augustus 1914, gehoor
gevend aan den oproep zijner regeering, naar
Europa, na vooraf een jaar verlof gevraagd
te hebben. Gedurende dat geheele verlof be
taalde de Japansche regeering aan zijn vrouw
zijn honorarium uit.
Zulk een. bejegening maakt natuurlijk het
herstel van goede betrekkingen zeer gemak
kelijk.
Financleele uitputting van Engeland
Men schrijft„Naar het avondblad van de
N.R.Ct. van 4 Aug. meldt, heeft de Bank van
Engeland de dagelijksche publiceering der
goudbeweging gestaakt.
Deze mededeeling is veelzeggend.
Sedert vele weken is, naar men weet, het
goud zonder onderbreking uit de Bank van
Engeland gestroomd, een verschijnsel, waar
tegen het instituut machteloos stond. Het
disconto werd met één procent (van 5 tot 6)
verhoogd en het smelten van goudmunten
bij de wet verboden alles tevergeefs.
Den 28sten Juli moest de „Times" met over-
holen spijt er op wijzen, dat de goudvoorraad
van de Engelsche Bank onweerstaanbaar
afnam.
Nu komt de staking van de sedert eeuwen
door de Bank van Engeland dagelijks gepu
bliceerde mededeelingen over de goudbewe
ging!
Het is de erkenning van een financieele
onmacht, zoeals men die zich niet sterker
denken kan. Ja gevoegelijk kan hier van het
einde van de Engelsche financieele wereld
macht worden gesproken, al tracht de Re
geering van het trotsche Eilandenrijk zijn
financieele uitputting ook te verbergen".
Over financieele zaken durven we ons niet
spoedig een oordeel aanmatigen.
Maar ook wij zouden geen geldige en be
grijpelijke reden weten aan te geven, waar
om de Bank van Engeland van deze eeuwen
oude gewoonte gebroken heeft!
VERSPREIDE BERICHTEN.
Az Est verneemt van de Italiaansche grens
Volgens de laatste berichten van de Italiaan
sche bladen hebben de Arabieren ook de
laatste rest van de vroeger door de Italianen
bezette provincie Tripoli heroverd.
Aan Zwitsersche bladen wordt uit Lissa
bon gemeld, dat Portugal alle in het buiten
land vertoevende dienstplichtige Portugeezen
terugroept.
In de Nation haalt de Wayfarer het vol
gende aan uit den brief van een jong Engelsch
officier, die aan de slagen aan de Somme
deelneemt;
„Gij spreekt heel opgewekt over wat ons
leger hier uitricht; de meeste menschen in
Engeland doen dat, vermoed ik. Maar ik wou
dat de menschen wat meer dachten aan de
afschuwelijkheden van dezen opmarsch en
aan de voor een mensch schier onduldbare
beproevingen, die van ons voetvolk worden
gevergd. Van de twee jaar vechten die aan
den len Juli voorafgingen, spreekt men nu
als van den 'vredestijd'. Niemand, die het
niet heeft gezien of doorleefd, kan zich voor
stellen, welk lijden is noodig geweest om
het eerste Duitsche liniestelsel te nemen.
Eerst beschiet ons geschut dag en nacht een
dorp en maakt er een hel van, terwijl de
Duitsche kanonniers op onze troepen weer
wraak nemen. Dan, wanneer het dorp is ver
dwenen en al het leven er uitgebluscht lijkt,
verlaten onze mannen hun stukgeschoten
schansen en dringen vol vertrouwen vooruit,
terwijl onze kanonnen de verdere linies van
den vijand onder handen nemen. Maar zie,
uit het ingewand der aarde, onder de rookende
puinhoopen van het dorp vandaan, heffen de
vijandelijke machine-kanonniers hun doode-
lijke wapenen op en maaien onze aanruk
kende mannen weg. Dan moeten wij terug
of wij nemen het dorp met onweerstaanbare
overmacht. Stel de stelling Is genomen.
Het volgende etmaal overstelpen de Duit
schers dan de groepen rottende dooden en
rillende levenden met gasbommen en zware
granaten. De vijand laat ook een hagel gra
naten op onze versterkingen en de aanbrengers
van voedsel en water regenen. Jahet gaat
hier, vermoed ik, prachtig met ons!"
Aan de Kölnische Zeitung wordt uit Kris-
tiania geseind:
Noorsche haringvisschers, die aan deljs-
landsche visscherij deelnemen, hadden zich
moeten verbinden, hun vangst slechts aan
Engeland te verkoopen en wel tegen be
paalde maximum-prijzen. Nu hebben zij zich
tot de Noorsche regeering gewend, aange
zien Engeland weigert, hun vangst tegen die
door Engeland zelfbepaalde maximum-prijzen
te koopen, zoodat groote ladingen haring
voor rekening van de verkoopers in Noorsche
havens opgeslagen moeten worden.
De Maatschappij voor Mijnbouw en IJzer-
industrie te Oberhausen heeft voor de be
trekkingen van in den oorlog gesneuvelden
en verwonden in Duitschland drie millioen
mark geschonken.
Het papier, dat tegenwoordig op de Duit
sche scholen wordt gebruikt, bevat te weinig
gelatine om het met gewone inkt te beschrij
ven, zonder dat het uitvloeit. Het gebruik
van zachte en stompe pennen helpt daartegen
niet afdoende. Men heeft nu al geruimen
tijd naar een oorlogsinkt gezocht, waarmede
men op papier met weinig gelatine toch
schrijven kan en, naar wij in het Berliner
Taegblatt lezen, met succes. De nieuwerwet-
sche inkt zal eerlang op de scholen worden
ingevoerd.
Duitsch vliegtuig geland.
Nabij het station Vlodrop (L.) is Woens
dagmorgen de Duitsche tweedekker B 147
met een luitenant erin gedaald en door de
militairen geïnterneerd.
Omtrent de landing van den Duitschen lui
tenant-vlieger met zijn tweedekker B 147 nabij
het station Vlodrop, vernemen wij nog, dat
de vliegmachine Woensdagmorgen reeds ten
8V2 uur werd gezien boven Hollandsch grond
gebied in de onmiddellijke nabijheid der
Duitsche grens, waar ze reeds eenigen tijd
door de Hollandsche grenswacht werd be
schoten. Ten ongeveer 9 uur daalde de ma
chine op een kwart uur afstand van de Duit
sche grens. De heer v. A. uit Roermond, daar
ter plaatse met een op verlof zijnden luite
nant der Limburgsche Jagers, op de eenden-
jacht, bemerkte de machine op het oogen-
blik, dat de bestuurder de motor reeds weer
had aangezet om op te stijgen.
De luitenant sommeerde den vlieger door
eenige schoten uit zijn revolver tot overgave
waartoe, deze na eenige schoten rakelings
langs zijn hoofd gekregen te hebben, besloot.
Luitenant B. ging vervolgens over tot ont
wapening van den Duitscher, genaamd Gross-
mann en bezitter van het IJzeren Kruis eer
ste klasse.
Een groot dolkmes, dat luitenant B. over
gaf aan den inmiddels gekomen onbezoldig-
den rijksveldwachter Waaien uit Herkenbosch
wist de Duitscher dezen te ontrukken, waarna
hij poogde, zich door een steek met dit wa
pen in de linkerzijde het leven te benemen.
Door de dikte der kleeding mislukte die po
ging en bepaalde zich tot een lichte bloedende
verwonding. Vervolgens verzocht hij op zeer
hoffelijke wijze luitenant B. om diens revol
ver, wat deze natuurlijk geweigerd heeft. Na
zijn eerewoord gegeven te hebben, dat hij
niet zou ontvluchten, werd hij onder militair
geleide met den trein van 10 uur naar Roer
mond gebracht en aldaar in verhoor genomen.
De oorzaak der landing was een defect aan
den motor der vliegmachine, welke voorloo-
pig op de plaats der landing onder militaire
bewaping is gesteld.
INRICHTINGEN,
welke gevaar, schade, of hinder
kunnen veroorzaken.
B. en W. der Gemeente Sommelsdijk bren
gen ter openbare kennis, dat het verzoek van
M. Groenendijk W.zn. landbouwer alhier om
op het perceel, kadastraal bekend in Sectie
B, No. 2024 een slachtplaats te mogen op
richten door hen niet is toegestaan.
Sommelsdijk, den 9 Augustus 1916.
Burgemeester en Wethouders, voornoemd,
De Secietaris, De Burgemeester,
Iz. GEELHOED. BOUMAN.
MILITIE.
Onderzoek betreffende voorgeoefendheid.
De Burgemeester der Gemeente Sommels
dijk maakt bekend, dat voor de dienstplich
tigen der lichting 1917 in de maand Octo
ber a.s. zal plaats hebben een onderzoek tot
het verwerven van een bewijs betreffende
het voldoen aan de eischen van voorgeoefend
heid, bedoeld in art. 70 der Militiewet.
Het bezit van het bewijs van voorgeoe
fendheid, geeft in geval van toewijzing aan
de Infanterie, de Vesting-Artillerie of de
Genietroepen aanspraak op een twee maan
den korteren oefeningstijdvoorts geeft het
bewijs aanspraak op inlijving bij het korps
en in het garnizoen ter keuze van den dienst
plichtige, voor zoover hij voor zoodanige in
lijving geschikt is en deze met de belangen
van den dienst is overeen te brengen.
Bedoelde eischen zijn vastgesteld bij Ko
ninklijk besluit van 17 Juni 1912 (Staatsblad
no. 188). Inlichtingen omtrent deze eischen
zijn te verkrijgen ter secretarie dezer ge
meente.
Het onderzoek zal aanvangen op Dinsdag
10 October eerstkomende en zoo noodig, op
twee of meer daaropvolgende dagen wor
den voortgezet.
Het wordt gehouden in de volgende gar
nizoensplaatsen
Amsterdam, Den Helder, 's Gravenhage,
Gorinchem, Bergen op Zoom, Venlo, Arnhem
Kampen, Leeuwarden, Assen en Utrecht.
De dienstplichtigen der lichting 1917 die
aan het onderzoek wenschen deel te nemen,
moeten zich vóór 1 September a.s. aanmel
den bij den Burgemeester der gemeente waar
zij voor de militie zijn ingeschreven.
Zij moeten bij de aanmelding opgeven in
welke gemeente zij aan het onderzoek deel
wenschen te nemen.
Zij, die niet verblijf houden in de gemeen
te, waar zij aan het onderzoek wenschen deel
te nemen, moeten bovendien te kennen ge
ven of zij gedurende het onderzoek voor
Rijksrekening legering en voeding wenschen
te genieten.
Aan de dienstplichtigen, die zich voor het
onderzoek aanmelden, wordt, voor zooveel
zij ter inlijving bestemd zijn, later bericht
gezonden van de plaats (localiteit), waar en
van het uur, waarop zij zich voor deelne
ming aan het onderzoek moeten vervoegen.
Sommelsdijk, 8 Augustus 1916.
De Burgemeester voornoemd,
BOUMAN.
MILITIE.
Inlijving van dienstplichtigen voor
de lichting 1917.
Ter kennis van belanghebenden wordt
gebracht dat de loting voor de lichting 1917
niet wordt gehouden en dat ter inlijving zijn
bestemd alle ingeschrevenen voor die lich
ting, uitgezonderd zij
le. die voor den dienst bij de militie on
geschikt zijn bevonden
2e. die bij onherroepelijk geworden uit
spraak voorgoed of tijdelijk van den dienst
zijn vrijgesteld
3e. die bij onherroepelijk geworden uit
spraak hetzij voorgoed, hetzij voorloopig van
den dienst zijn uitgesloten.
Het korps, waarbij ieder ingeschrevene zal
worden ingelijfd, en het tijdstip van inlijving
zullen nader worden bekendgemaakt.
Sommelsdijk, 8 Augustus 1916.
De Burgemeester van Sommelsdijk.
BOUMAN.
Verslag van de excursiereis van wege
de Vereeniging van oud-leerlingen
van L. W. C. op Goedereede en
Overflakkee,, Ceres" naar Groningen
31 Juli—3 Aug.
Begunstigd door prachtig zomerweder
vertrokken de deelnemers Maandagmorgen
met tram en boot naar Rotterdam, waar zij
zich vereenigden onder leiding van dhr. J.
van Leeuwen, Landbouwonderwijzer te Den
Bommel. Ongeveer negen uur vertrokken wij
van Rotterdam, om 2 uur in Groningen te
wezen Zij die deze reis reeds eerder ge
maakt hadden merkten op dat de oppervlakte
heide zooveel minder was geworden en om
gezet in bouwland, Te Groningen werd
allereerst de, bij allen wel bekende fabriek
van Boeke en Huidekooper bezocht, met het
hoofddoel de zelfbinder met motor te zien.
Onze verwachting werd in deze in zooverre
teleurgesteld, dat zulk een machine niet
aanwezig was, doch de heer Boeke die ons
persoonlijk geleide, gaf ons den raad bij dhr.
Zijl nabij Ulrum te gaan zien, waar zulk een
machine op de boederij is. Overigens was
de fabriek en voorraad werktuigen ten volle
een bezoek waard. Den volgenden morgen
vertrokken wij reeds vroeg over Winsum
naar Ulrum waar we in de Westpolder de
zaadkweekerij van Dr. R. J. Mansholt zouden
bezien. Tot aan Winsum was het bijnaailes
weiland, doch daar voorbij kwamen we in
het bouwland. Wat ons op onze reis steeds
is opgevallen is de enorme hoeveelheid on
kruid die in de Prov. Groningen groeide,
doch deze streek stond met de hoeveelheid
nog wel bovenaan. Zoo zagen wij dicht bij
elkander twee stukken erwten, waarvan het
eerste voor een gewas kamillen werd aan
gezien, en het tweede leek een veld melk-
distel met de machine gezaaid. Wij vermoe
den dat de oorzaak daarvan daarin zit, dat
het zaad daarvan in de erwten gezeten heeft
of dat de erwten met de machine gewied
zijn, waardoor het onkruid in de rijen ls
blijven staan.
Bij dhr. Mansholt aangekomen, liet deze
ons allereerst zijn schuur en graanpakhuis
rondgaan. Hier kregen wij de nieuwste en
kostbaarste machines om het zaaizaad te
reinigen, te zien. Daarna kwamen wij op
zijn kweekvelden van winter en zomertarwe
gerst, rogge haver, erwten. Koolzaad en
karwei waren natuurlijk reeds geoogst. Hij
toonde ons verschillende soorten kruising
en afwijkingen waardoor wij iets van het
mooie en grootsche van zijn werk, de zaai-
zaadveredeling, gingen begrijpen. Met het
onkruid maakte de boerderij een gunstige
uitzondering. Toen wij een gedeelte gezien
hadden werd ons een verfrissing aangeboden
onderwijl dhr. Mansholt ons het een en
ander van het Groningsche landbouwersleven
mededeelde. Hier hoorden wij iets van; 't
bekende Groningsche beklemrecht, hetwelk
de gepachte boerderij van vader op zoon
doet overgaan.
Om dit bedrijf eenigszins te beschrijven,
zou men te ver gaan daarvoor verwijzen
wij naar de door hem alle bezoekers ver
strekte brochure, die dit bedrijf in zijn bij
zonderheden beschrijft. Het vreemdeling-be-
zoekersregisters toonde ons de bekendheid
van dit bedrijf. Zij die belangstellen in de
zaaizaad veredeling, kunnen wij een bezoek
aan deze boerderij ten zeerste aanbevelen.
Van hier gingen wij naar dhr. Zijl waar
wij de moter-zelfbinder zouden zien. Wij
troffen het uitstekend, de machine was in
vollen werking op een stuk gerst. De ma
chine was in zoover iets nieuws dat op de
reeds gebruikte Cormack zelfbinder, een 4
P.K. motor geplaatst was, die de drijfkracht
voor mes en binder leverde. Twee paarden
trokken met gemak de, voor hen niet wer
kende, machine over het land. Zoo als wij
konden begrijpen, was de eigenaar over de
werking der machine ten volle tevreden. Hij
verkoos motor drijfkracht boven paarden-
drijfkracht. Volgens inlichtingen verbruikt
deze motor 0.38 L. benzine per uur en per
paardekracht. Als de fabrikant aan de ma
chine nog eenige verbeteringen kan aan
brengen, zooals voor in en uitschakelen
tusschen motor en zelfbinder, kunnen wij
hiervan een goede toekomst verwachten.
Ook bij dhr. Zijl werden wij zeer wel
willend ontvangen en rondgeleid, deze deelde
ons mede, de wijze van verkoop der ver
schillende producten, in die streek, hetwelk
veel verschilt met de hier in gebruik zijnde
gewoonten.
Gaarne hadden wij een in de nabijheid
aanwezige schuur de elevator willen bezien
doch we moesten vanaf Grijpskerk per trein
naar Sappemeer, waar we de volgenden dag
zouden doorbrengen.
Woensdagmorgen werd allereerst het
aardappelenveld kweekveld van den Veen-
kolonialen Boerenbond bezocht. Op dit
kweekveld kom ik terug. Hier waren wij
steeds onder leiding van dhr. Jonker Land
bouwonderwijzer te Sappemeer, die we allen
dank verschuldigd zijn voor zijn welwillend
heid. Aan de beurt was nu een stroocarton-
fabriek. Is de fabricatie van carton heel
mooi, het werken er in is volgens ons in
ziens verschrikkelijk, zulk een drukkende,
vochtige en met stank van rottend stroo
vervulde atmosfeer, 't Was een verademing
toen we buiten waren en konden gaan zien
wat een overmatige hoeveelheid kalk|in de
bouwgrond kan veroorzaken. De aardappelen
en haver stonden eer slecht, terwijl een
gedeelte dat met zwavelzure mangaan was
behandeld, veel beter stond.
Een bezoek aan een stoomhoutzagerij toon
de ons de nieuwste machines op dit gebied.
Nu was aan de beurt een echte Veenko
loniale boerderij, hier was slechts één koe
op de o.g. 40 H.A. en als gewassen meest
aardappelen, haver, rogge en ook suikerbie
ten. Gemiddeld stonden de gewassen goed,
haver was best. Hier was het oudste proef
veld van ons land, reeds 36 jaar worden hier
kunstmestproeven genomen, op haver en
aardappelen. De eene helft is sedert 8 jaar
zonder bemesting, voor de nawerking der
verschillende meststoffen. Al de resultaten
te beschrijven is te veel, alleen dit, volledi-
gen kunstmest voldeed beter als stalmest,
doch half om half was beter, terwijl de acht
jarige nawerking van volledigen kunstmest
weinig minder was als enkel stalmest. De
veldjes die in de 36 jaar niets ontvangen
hadden, leverden eerr treurig gezicht.
Daarna kwamen wij aan een proefveld van
de ziekte veroorzaakt door het eenzijdig ge-