Tweede Blad. De Oorlog. Twee Bladen* officieel gedeelte. Zaterdag 12 Augustus 1916. No. 2206 BUITENLAND. BINNENLAND. INHOC'SMOWSES Dit nummer bestaat uit sum Beestenboel te Oostvoorne. Er gaat een gerucht, dat de kermisver makelijkheden te Oostvoorne veel van een beestenboel weg hebben. En dat op Zondag. Er moeten zelfs kinderen zijn die van de Zondagsscholen wegblijven om dien rommel te gaan bezoeken. Hoe is het mogelijk in zoo'n dorp, dat tot wapen heeft een sterke poort met een leeuw er boven op, rondkij kend of er soms een vijand nadert. De leeuw kijkt naar buiten Zou het Gemeentebestuur de Regeering niet ver zoeken om den leeuw naar binnen te laten kijken, waar de vijand sich openbaart in kermisjool en verwoesting der zielen en des liehaams. Jong en oud zingt en springt, danst en walst, spot en vloekt. Is dan het geloof aan de toekomst des Heeren, te Oostvoorne, gansckelijk uitge sloten Is het Godsdienstig leven van Oostvoorne vermoord? Is het bewustzijn dat men eenmaal voor het Gerichte Gods sal verschijnen, geheel te loor gegaan? Zijn er in Oostvoorne geen mannen en vrouwen, die met ernst, met kracht en kiem, door woord en daad, protestesren tegen sulk een Sabbatsontheiliging? Is er dan in Sodom geen 10-tal recht vaardigen, die saam den Gemeenteraad wakker schudden, hoe hij als Dienaar Gods tot plicht heeft om den Zondag te eerbie digen of te doen eerbiedigen. Is er geen »kernc onder de bevolking, die den christelijken moed bezit om predi kant en ^verdere ambtsdragers den geeste lijken nood der Gemeente op het hart te binden. Zijn er geen dominees in de Classis Brielle, of Geref., ofjHervormd, die de han den ineenslaan om dat duivelswerk te Oost voorne te verstoren. Moet dat nu maar zoo doorgaan? De zaak zoo maar aankijkend? Dient er niet een krachtig protest uit te gaan van de Kerken om aan dezen gruwel een eind te maken? Orthodoxie en modernisme kunnen toch gezamenlijk wel tegen een beestenboel op-j treden. Is dan zelfs het woord »fatsoen« en .beschaving, van te onbeduidende kracht om een gezamenlijke actie tot stand te brengen? Ea als de moderne dr. C. E. Hooykaas over het heilig, doel, dat de kerken nastreven, o.m. beweert: In het godsdienstig saaienleven wordt nagestreefd een gemeenschap der leden in het diepste van hun persoonlijk wezen, hier wordt niet alleen een geestelijk doel beoogd, niet alleen de bevordering van het godsdienstig leven bedoeld, maar levensgemeenschap gezocht en gevonden. dan zijn we het met dat moderne idea over het doel der Kerk gansch niet eens, maar achten toch, dat alles wat op Voorne en Putten modern is, onder .bevordering van het godsdienstig leven, en onder .levens gemeenschap. niet verstaat een beestenboel op Zondag, dat is afbraak van het Gods dienstig leven, afbraak van levensgemeen schap, maar toenadering van mensch tot dier. En daarom: hoe kerkelijk ook geschei den 1 laten allen zich opmaken om aan Oostvoornsche toestanden een eind t3 maken. Slaat met U allen de hand aan den ploeg Plaats tegen dat werk der hel Uw organi satie. Schrijf aan den Gemeenteraad. Ver spreid er circulaires en tractaatjes. Houd een bidstond voor dat doel na voorafgaande flinke propaganda. Laat dat arme volk niet aan zijn lot over! Waarschuwt het volk in de Pers, om dat dorp te mijden, dat dorp te boycotten, dat den Zondag, misbruikt en spot met God den Heilige. Arme menschen te OostvoorneWie zijn uw misleiders Stoot ze van U, Lees toch het Godswoord en het dringa diep in Uw geweten De groote Schepper aller dingen Ziet uit het ongenaakbaar licht Het gansch gedrag der stervelingen Niets is bedekt voor sijn gezicht. Uit Zijn vaste woning Daar Hij heerscht als Koning Daar Zijn lof, Zijn eer, Klinkt door al de bogen Zien sijn Godd'lijk oogeu Op al 't menschdom neer. Ook op U, die den Zondag maakt tot een beestenboel öf dat toelaat. DE TOESTAND. Op bijna alle fronten van Noord-tot Oost zee wordt fel gevochten en gaan duizenden in den dood. Wie telt nog de massa dooden, die dagelijks van de slagvelden wordt ge voerd? De Entente heeft nu haar prooi altijd vol gens hun zienswijze en dit is maar alles. Ze heeft nu Duitschland vast omklemt, en hebben nu eenige weken lang de gelegenheid gevonden om Duitschland, den geduchtsten tegenstander, van alle kant aan te vallen; van twee kanten met hun legers en van de andere zijde met hun heviger zwaard, den honger. Nu is hij machteloos zeggen zij, uitgeput zal hij bezwijken. Tot heden is hun voorspelling niet uitge komen; zij omringen hem wel van alle kant, maar men kan niet zeggen, dat het groot offensief snel vordert. Er doen zich telkens van die verrassingen op, die in de zienswijze van de Entente niet thuis hooren. Er zijn geen groote veranderingen in de wederzijdsche frontlinies gekomen, na ons vorig overzicht, al wordt er nog zoo verwoed gevochten. Leest men de Fransche en Engelsche cor respondenties, dan zou men kunnen meenen, dat het hen voorspoedig en voor den wind gaat. Toch hebben zij in waarheid niet veel meer dan ontzaglijke doodenlijsten te boeken. Generaal Haig seinde maandag, 't klonk als een juchkreet, „wij hebben over 2000 meter de tweede Duitsche linie 600 M. ingedrukt." Dat was bij Poziëres. Zondagavond om half negen waren de En- gelschen gaan stormen, met het gemelde re sultaat. Maar den volgenden morgen, nog voor den middag hadden de Duitschers Lord Haig weer op zijn vroegere plaats terugge bracht. Zoo gaat het bijna eiken dag. De Engelschen brengen groote offers om Thiefval te omsingelen. Dat is een geduchte sterkte, die de Engel schen niet wagen voor de tweede maal in het front aan te vatten. Want dit plaatsje is als de egel, het wondt aan alle kanten. Waardoor hun geweldige pogingen om over Poziëres vooruit te komen. Want zoolang Thiefval nog Duitsch is, kan de Engelsche linkervleugel niet vooruit. Niet beter vergaat het den Franschen be noorden en bezuiden de Somme. Laatstelijk melden zij, dat een linie loopgraven door hen is bezet. Maar 't gaat zoo langzaam,idat een Amerikaan heeft berekend, dat de geallieer den vijftien jaar noodig zullen hebben, met vorderingen als van de laatste maand, om de Duitschers uit het bezette gebied te verdrij ven. Het opmerkelijke is, dat de Duitschers niet voorgoed in het defensief zijn te brengen. Na eiken aanval volgt hunnerzijds een tegen aanval. Bij Verdun is sedert enkele dagen weder de oude toestand ingetreden. De eene loopgraaf of loopgraven worden gewonnen en door een tegenaanval later weer hernomen. Daar zoowel als aan de Somme houdt de verwoedde slag onafgebroken aan. Van het Zuidelijk Oostfront zijn twee be langrijke feiten te vermelden. Even benoorden Tarnopol hebben de Rus sen het Oostenrijksche front iets ingedrukt en zijn de Sereth overgetrokken. Zij maak ten 13 officieren en 2000 man gevangenen. De toestand ten N.W., W. en Z.W. van Lutsk wordt door de Duitsche staf aldus omschreven „De voortdurende inspanning der Russen, om bij Zaresce aan de Stochod terrein te winnen, mislukt. Hij leed zware verliezen. Ten Westen van Luck woeden sedert van ochtend nieuwe gevechten. Ten Noordwesten van Zalosce mislukten vijandelijke aanvallen. Ten Zuidoosten wordt in de worsteling met de troepen van Bothmer, de Russische opmarsch tegengehouden. Hier zijn 7 officieren en ruim 900 man ge vangen genomen. Vijf machinegeweren zijn genomen." Zooals men ziet, wordt hierin niet ver bloemd, dat de toestand vooral ten Z. van Lutsk, zorgelijk blijft. De Duitschers doen het mogelijke om de situatie te redden, maar of het gelukken zal, moet het vervolg leeren. Nog Zuidelijker, tusschen Dnjester en Kar- pathen hebben twee bewegingen plaats. Aartshertog Karei is met Duitsche troepen een aanval van de Karpathen uit begonnen, die aanvankelijk succes had. De Russen, hiervan de bedreiging inziende, gingen ten Zuiden van de Dnjester over tot een groote aanval en voor deze overmacht, en om niet de kans te loopen dat het front daar werd doorgebroken, weken de Oosten rijkers terug. Het Oost- noch het Westfront is tot stil stand gekomen en verrassingen zijn ook in dezen krijg niet uitgesloten. Maar uit de gevechten van voor twee maanden blijkt, dat de Duitschers eiken voet grond willen verdedigen. Dat is geen bewijs van uitputting. Eer van het tegendeel. Op het Zuidelijk front is een succes dat meetelt, thans door de Italianen te boeken Ze zijn nog niet in Görz, maar de weg er heen is gebaand! Zij melden er zelf van „Aan de beneden Isonzo blijft de strijd tegenover Görz voortdurend met verbittering woeden. Wij hebben den Monte San Michele en den Monte Sabotino, de spillen waarom de verdediging van den vijand draaide, geheel genomen. Het bruggehoofd van Görz is in onze han den. Ons geschutvuur speelt op de stad om er den vijand die zich tusschen de huizen schuil houdt er uit te verdrijven. Eergister en gister hebben wij 8000 gevangenen gemaakt, o.w. meer dan 200 officieren en een 20 hoofdof ficieren, o.a. een regimentscommandant met zijn staf. De gevangenen blijven toestroomen. Wij hebben 11 kanonnen, een honderdtal ma chinegeweren, en een rijken buit aan wapenen munitie en krijgstuig vermeesterd". De Oostenrijkers geven toe, dat zij terug getrokken zijn. Heel verrassend komt een bericht uit Lon den dat ons weet te vertellen dat de Turken met een legermacht van 14000 man bij het Suez-kanaal aanvielen en tot voorbij Katia doordrongen. Dat is erg brutaal van de Tur ken want volgens de Londensche berichten uit den Iaatsten tijd heeft Turkije geen man te missen en vecht het zijn doodstrijd tegen de Russen in Armenië. Hoe bedriegelijk deze berichtgeving is blijkt nu uit dezen cnverwachten aanval bij Suez. Niemand had vermoed, dat de Turken daar over zoo'n leger beschikten en blijkbaar heeft het den Engelschen zelf ook verrast. Natuurlijk hebben de Engelschen het ge vecht' glansrijk gewonnen en zelfs 3000 ge vangenen gemaakt, maar voor we er iets meer van zeggen, zullen we zoo vrij zijn ook andere dan Reuter-berichten af te wachten. Ook Tripoli is thans weer voor de Italianen verloren. De opstandige Arabieren hebben deze week het laatste nog door Italië bezette stukje herovert. Daardoor is Italië een be langrijk stuk van Afrika ontnomen. De slimme Japanner houdt maar al het oog op de toekomst gevestigd Als straks bij het vredesluiten Duitschland er in mocht toestemmen, om zich voor het verlies zijner kolonie-Kiautsjau te laten scha deloosstellen, dan zou er geen enkele reden bestaan, waarom niet zeer spoedig de vriend schap tusschen Japanners en Duitschers zou zijn hersteld. Nationale haat zit tusschen déze twee zeker niet! Opmerkelijk is nü reeds de humane wijze waarop de Duitschers in Japan behandeld worden. De Duitsche burgers, die vóór den oorlog in Japan woonden, bleven in hun woning, werden even goed behandeld en genoten volkomen vrijheid. Niemand viel hen lastig, niemand smeed hen met steenen, geen uithangbord werd neergehaald (de schrijver had er kunnen bij voegen geen winkels van Duitschers werden geplunderd en vernield) en de Duitsche professoren, onderwijzers en priesters bleven hun werk doen als gewoonlijk. Een zeker professor aan de keizerlijke universiteit,tevens reservist, vertrok op 1 Augustus 1914, gehoor gevend aan den oproep zijner regeering, naar Europa, na vooraf een jaar verlof gevraagd te hebben. Gedurende dat geheele verlof be taalde de Japansche regeering aan zijn vrouw zijn honorarium uit. Zulk een. bejegening maakt natuurlijk het herstel van goede betrekkingen zeer gemak kelijk. Financleele uitputting van Engeland Men schrijft„Naar het avondblad van de N.R.Ct. van 4 Aug. meldt, heeft de Bank van Engeland de dagelijksche publiceering der goudbeweging gestaakt. Deze mededeeling is veelzeggend. Sedert vele weken is, naar men weet, het goud zonder onderbreking uit de Bank van Engeland gestroomd, een verschijnsel, waar tegen het instituut machteloos stond. Het disconto werd met één procent (van 5 tot 6) verhoogd en het smelten van goudmunten bij de wet verboden alles tevergeefs. Den 28sten Juli moest de „Times" met over- holen spijt er op wijzen, dat de goudvoorraad van de Engelsche Bank onweerstaanbaar afnam. Nu komt de staking van de sedert eeuwen door de Bank van Engeland dagelijks gepu bliceerde mededeelingen over de goudbewe ging! Het is de erkenning van een financieele onmacht, zoeals men die zich niet sterker denken kan. Ja gevoegelijk kan hier van het einde van de Engelsche financieele wereld macht worden gesproken, al tracht de Re geering van het trotsche Eilandenrijk zijn financieele uitputting ook te verbergen". Over financieele zaken durven we ons niet spoedig een oordeel aanmatigen. Maar ook wij zouden geen geldige en be grijpelijke reden weten aan te geven, waar om de Bank van Engeland van deze eeuwen oude gewoonte gebroken heeft! VERSPREIDE BERICHTEN. Az Est verneemt van de Italiaansche grens Volgens de laatste berichten van de Italiaan sche bladen hebben de Arabieren ook de laatste rest van de vroeger door de Italianen bezette provincie Tripoli heroverd. Aan Zwitsersche bladen wordt uit Lissa bon gemeld, dat Portugal alle in het buiten land vertoevende dienstplichtige Portugeezen terugroept. In de Nation haalt de Wayfarer het vol gende aan uit den brief van een jong Engelsch officier, die aan de slagen aan de Somme deelneemt; „Gij spreekt heel opgewekt over wat ons leger hier uitricht; de meeste menschen in Engeland doen dat, vermoed ik. Maar ik wou dat de menschen wat meer dachten aan de afschuwelijkheden van dezen opmarsch en aan de voor een mensch schier onduldbare beproevingen, die van ons voetvolk worden gevergd. Van de twee jaar vechten die aan den len Juli voorafgingen, spreekt men nu als van den 'vredestijd'. Niemand, die het niet heeft gezien of doorleefd, kan zich voor stellen, welk lijden is noodig geweest om het eerste Duitsche liniestelsel te nemen. Eerst beschiet ons geschut dag en nacht een dorp en maakt er een hel van, terwijl de Duitsche kanonniers op onze troepen weer wraak nemen. Dan, wanneer het dorp is ver dwenen en al het leven er uitgebluscht lijkt, verlaten onze mannen hun stukgeschoten schansen en dringen vol vertrouwen vooruit, terwijl onze kanonnen de verdere linies van den vijand onder handen nemen. Maar zie, uit het ingewand der aarde, onder de rookende puinhoopen van het dorp vandaan, heffen de vijandelijke machine-kanonniers hun doode- lijke wapenen op en maaien onze aanruk kende mannen weg. Dan moeten wij terug of wij nemen het dorp met onweerstaanbare overmacht. Stel de stelling Is genomen. Het volgende etmaal overstelpen de Duit schers dan de groepen rottende dooden en rillende levenden met gasbommen en zware granaten. De vijand laat ook een hagel gra naten op onze versterkingen en de aanbrengers van voedsel en water regenen. Jahet gaat hier, vermoed ik, prachtig met ons!" Aan de Kölnische Zeitung wordt uit Kris- tiania geseind: Noorsche haringvisschers, die aan deljs- landsche visscherij deelnemen, hadden zich moeten verbinden, hun vangst slechts aan Engeland te verkoopen en wel tegen be paalde maximum-prijzen. Nu hebben zij zich tot de Noorsche regeering gewend, aange zien Engeland weigert, hun vangst tegen die door Engeland zelfbepaalde maximum-prijzen te koopen, zoodat groote ladingen haring voor rekening van de verkoopers in Noorsche havens opgeslagen moeten worden. De Maatschappij voor Mijnbouw en IJzer- industrie te Oberhausen heeft voor de be trekkingen van in den oorlog gesneuvelden en verwonden in Duitschland drie millioen mark geschonken. Het papier, dat tegenwoordig op de Duit sche scholen wordt gebruikt, bevat te weinig gelatine om het met gewone inkt te beschrij ven, zonder dat het uitvloeit. Het gebruik van zachte en stompe pennen helpt daartegen niet afdoende. Men heeft nu al geruimen tijd naar een oorlogsinkt gezocht, waarmede men op papier met weinig gelatine toch schrijven kan en, naar wij in het Berliner Taegblatt lezen, met succes. De nieuwerwet- sche inkt zal eerlang op de scholen worden ingevoerd. Duitsch vliegtuig geland. Nabij het station Vlodrop (L.) is Woens dagmorgen de Duitsche tweedekker B 147 met een luitenant erin gedaald en door de militairen geïnterneerd. Omtrent de landing van den Duitschen lui tenant-vlieger met zijn tweedekker B 147 nabij het station Vlodrop, vernemen wij nog, dat de vliegmachine Woensdagmorgen reeds ten 8V2 uur werd gezien boven Hollandsch grond gebied in de onmiddellijke nabijheid der Duitsche grens, waar ze reeds eenigen tijd door de Hollandsche grenswacht werd be schoten. Ten ongeveer 9 uur daalde de ma chine op een kwart uur afstand van de Duit sche grens. De heer v. A. uit Roermond, daar ter plaatse met een op verlof zijnden luite nant der Limburgsche Jagers, op de eenden- jacht, bemerkte de machine op het oogen- blik, dat de bestuurder de motor reeds weer had aangezet om op te stijgen. De luitenant sommeerde den vlieger door eenige schoten uit zijn revolver tot overgave waartoe, deze na eenige schoten rakelings langs zijn hoofd gekregen te hebben, besloot. Luitenant B. ging vervolgens over tot ont wapening van den Duitscher, genaamd Gross- mann en bezitter van het IJzeren Kruis eer ste klasse. Een groot dolkmes, dat luitenant B. over gaf aan den inmiddels gekomen onbezoldig- den rijksveldwachter Waaien uit Herkenbosch wist de Duitscher dezen te ontrukken, waarna hij poogde, zich door een steek met dit wa pen in de linkerzijde het leven te benemen. Door de dikte der kleeding mislukte die po ging en bepaalde zich tot een lichte bloedende verwonding. Vervolgens verzocht hij op zeer hoffelijke wijze luitenant B. om diens revol ver, wat deze natuurlijk geweigerd heeft. Na zijn eerewoord gegeven te hebben, dat hij niet zou ontvluchten, werd hij onder militair geleide met den trein van 10 uur naar Roer mond gebracht en aldaar in verhoor genomen. De oorzaak der landing was een defect aan den motor der vliegmachine, welke voorloo- pig op de plaats der landing onder militaire bewaping is gesteld. INRICHTINGEN, welke gevaar, schade, of hinder kunnen veroorzaken. B. en W. der Gemeente Sommelsdijk bren gen ter openbare kennis, dat het verzoek van M. Groenendijk W.zn. landbouwer alhier om op het perceel, kadastraal bekend in Sectie B, No. 2024 een slachtplaats te mogen op richten door hen niet is toegestaan. Sommelsdijk, den 9 Augustus 1916. Burgemeester en Wethouders, voornoemd, De Secietaris, De Burgemeester, Iz. GEELHOED. BOUMAN. MILITIE. Onderzoek betreffende voorgeoefendheid. De Burgemeester der Gemeente Sommels dijk maakt bekend, dat voor de dienstplich tigen der lichting 1917 in de maand Octo ber a.s. zal plaats hebben een onderzoek tot het verwerven van een bewijs betreffende het voldoen aan de eischen van voorgeoefend heid, bedoeld in art. 70 der Militiewet. Het bezit van het bewijs van voorgeoe fendheid, geeft in geval van toewijzing aan de Infanterie, de Vesting-Artillerie of de Genietroepen aanspraak op een twee maan den korteren oefeningstijdvoorts geeft het bewijs aanspraak op inlijving bij het korps en in het garnizoen ter keuze van den dienst plichtige, voor zoover hij voor zoodanige in lijving geschikt is en deze met de belangen van den dienst is overeen te brengen. Bedoelde eischen zijn vastgesteld bij Ko ninklijk besluit van 17 Juni 1912 (Staatsblad no. 188). Inlichtingen omtrent deze eischen zijn te verkrijgen ter secretarie dezer ge meente. Het onderzoek zal aanvangen op Dinsdag 10 October eerstkomende en zoo noodig, op twee of meer daaropvolgende dagen wor den voortgezet. Het wordt gehouden in de volgende gar nizoensplaatsen Amsterdam, Den Helder, 's Gravenhage, Gorinchem, Bergen op Zoom, Venlo, Arnhem Kampen, Leeuwarden, Assen en Utrecht. De dienstplichtigen der lichting 1917 die aan het onderzoek wenschen deel te nemen, moeten zich vóór 1 September a.s. aanmel den bij den Burgemeester der gemeente waar zij voor de militie zijn ingeschreven. Zij moeten bij de aanmelding opgeven in welke gemeente zij aan het onderzoek deel wenschen te nemen. Zij, die niet verblijf houden in de gemeen te, waar zij aan het onderzoek wenschen deel te nemen, moeten bovendien te kennen ge ven of zij gedurende het onderzoek voor Rijksrekening legering en voeding wenschen te genieten. Aan de dienstplichtigen, die zich voor het onderzoek aanmelden, wordt, voor zooveel zij ter inlijving bestemd zijn, later bericht gezonden van de plaats (localiteit), waar en van het uur, waarop zij zich voor deelne ming aan het onderzoek moeten vervoegen. Sommelsdijk, 8 Augustus 1916. De Burgemeester voornoemd, BOUMAN. MILITIE. Inlijving van dienstplichtigen voor de lichting 1917. Ter kennis van belanghebenden wordt gebracht dat de loting voor de lichting 1917 niet wordt gehouden en dat ter inlijving zijn bestemd alle ingeschrevenen voor die lich ting, uitgezonderd zij le. die voor den dienst bij de militie on geschikt zijn bevonden 2e. die bij onherroepelijk geworden uit spraak voorgoed of tijdelijk van den dienst zijn vrijgesteld 3e. die bij onherroepelijk geworden uit spraak hetzij voorgoed, hetzij voorloopig van den dienst zijn uitgesloten. Het korps, waarbij ieder ingeschrevene zal worden ingelijfd, en het tijdstip van inlijving zullen nader worden bekendgemaakt. Sommelsdijk, 8 Augustus 1916. De Burgemeester van Sommelsdijk. BOUMAN. Verslag van de excursiereis van wege de Vereeniging van oud-leerlingen van L. W. C. op Goedereede en Overflakkee,, Ceres" naar Groningen 31 Juli—3 Aug. Begunstigd door prachtig zomerweder vertrokken de deelnemers Maandagmorgen met tram en boot naar Rotterdam, waar zij zich vereenigden onder leiding van dhr. J. van Leeuwen, Landbouwonderwijzer te Den Bommel. Ongeveer negen uur vertrokken wij van Rotterdam, om 2 uur in Groningen te wezen Zij die deze reis reeds eerder ge maakt hadden merkten op dat de oppervlakte heide zooveel minder was geworden en om gezet in bouwland, Te Groningen werd allereerst de, bij allen wel bekende fabriek van Boeke en Huidekooper bezocht, met het hoofddoel de zelfbinder met motor te zien. Onze verwachting werd in deze in zooverre teleurgesteld, dat zulk een machine niet aanwezig was, doch de heer Boeke die ons persoonlijk geleide, gaf ons den raad bij dhr. Zijl nabij Ulrum te gaan zien, waar zulk een machine op de boederij is. Overigens was de fabriek en voorraad werktuigen ten volle een bezoek waard. Den volgenden morgen vertrokken wij reeds vroeg over Winsum naar Ulrum waar we in de Westpolder de zaadkweekerij van Dr. R. J. Mansholt zouden bezien. Tot aan Winsum was het bijnaailes weiland, doch daar voorbij kwamen we in het bouwland. Wat ons op onze reis steeds is opgevallen is de enorme hoeveelheid on kruid die in de Prov. Groningen groeide, doch deze streek stond met de hoeveelheid nog wel bovenaan. Zoo zagen wij dicht bij elkander twee stukken erwten, waarvan het eerste voor een gewas kamillen werd aan gezien, en het tweede leek een veld melk- distel met de machine gezaaid. Wij vermoe den dat de oorzaak daarvan daarin zit, dat het zaad daarvan in de erwten gezeten heeft of dat de erwten met de machine gewied zijn, waardoor het onkruid in de rijen ls blijven staan. Bij dhr. Mansholt aangekomen, liet deze ons allereerst zijn schuur en graanpakhuis rondgaan. Hier kregen wij de nieuwste en kostbaarste machines om het zaaizaad te reinigen, te zien. Daarna kwamen wij op zijn kweekvelden van winter en zomertarwe gerst, rogge haver, erwten. Koolzaad en karwei waren natuurlijk reeds geoogst. Hij toonde ons verschillende soorten kruising en afwijkingen waardoor wij iets van het mooie en grootsche van zijn werk, de zaai- zaadveredeling, gingen begrijpen. Met het onkruid maakte de boerderij een gunstige uitzondering. Toen wij een gedeelte gezien hadden werd ons een verfrissing aangeboden onderwijl dhr. Mansholt ons het een en ander van het Groningsche landbouwersleven mededeelde. Hier hoorden wij iets van; 't bekende Groningsche beklemrecht, hetwelk de gepachte boerderij van vader op zoon doet overgaan. Om dit bedrijf eenigszins te beschrijven, zou men te ver gaan daarvoor verwijzen wij naar de door hem alle bezoekers ver strekte brochure, die dit bedrijf in zijn bij zonderheden beschrijft. Het vreemdeling-be- zoekersregisters toonde ons de bekendheid van dit bedrijf. Zij die belangstellen in de zaaizaad veredeling, kunnen wij een bezoek aan deze boerderij ten zeerste aanbevelen. Van hier gingen wij naar dhr. Zijl waar wij de moter-zelfbinder zouden zien. Wij troffen het uitstekend, de machine was in vollen werking op een stuk gerst. De ma chine was in zoover iets nieuws dat op de reeds gebruikte Cormack zelfbinder, een 4 P.K. motor geplaatst was, die de drijfkracht voor mes en binder leverde. Twee paarden trokken met gemak de, voor hen niet wer kende, machine over het land. Zoo als wij konden begrijpen, was de eigenaar over de werking der machine ten volle tevreden. Hij verkoos motor drijfkracht boven paarden- drijfkracht. Volgens inlichtingen verbruikt deze motor 0.38 L. benzine per uur en per paardekracht. Als de fabrikant aan de ma chine nog eenige verbeteringen kan aan brengen, zooals voor in en uitschakelen tusschen motor en zelfbinder, kunnen wij hiervan een goede toekomst verwachten. Ook bij dhr. Zijl werden wij zeer wel willend ontvangen en rondgeleid, deze deelde ons mede, de wijze van verkoop der ver schillende producten, in die streek, hetwelk veel verschilt met de hier in gebruik zijnde gewoonten. Gaarne hadden wij een in de nabijheid aanwezige schuur de elevator willen bezien doch we moesten vanaf Grijpskerk per trein naar Sappemeer, waar we de volgenden dag zouden doorbrengen. Woensdagmorgen werd allereerst het aardappelenveld kweekveld van den Veen- kolonialen Boerenbond bezocht. Op dit kweekveld kom ik terug. Hier waren wij steeds onder leiding van dhr. Jonker Land bouwonderwijzer te Sappemeer, die we allen dank verschuldigd zijn voor zijn welwillend heid. Aan de beurt was nu een stroocarton- fabriek. Is de fabricatie van carton heel mooi, het werken er in is volgens ons in ziens verschrikkelijk, zulk een drukkende, vochtige en met stank van rottend stroo vervulde atmosfeer, 't Was een verademing toen we buiten waren en konden gaan zien wat een overmatige hoeveelheid kalk|in de bouwgrond kan veroorzaken. De aardappelen en haver stonden eer slecht, terwijl een gedeelte dat met zwavelzure mangaan was behandeld, veel beter stond. Een bezoek aan een stoomhoutzagerij toon de ons de nieuwste machines op dit gebied. Nu was aan de beurt een echte Veenko loniale boerderij, hier was slechts één koe op de o.g. 40 H.A. en als gewassen meest aardappelen, haver, rogge en ook suikerbie ten. Gemiddeld stonden de gewassen goed, haver was best. Hier was het oudste proef veld van ons land, reeds 36 jaar worden hier kunstmestproeven genomen, op haver en aardappelen. De eene helft is sedert 8 jaar zonder bemesting, voor de nawerking der verschillende meststoffen. Al de resultaten te beschrijven is te veel, alleen dit, volledi- gen kunstmest voldeed beter als stalmest, doch half om half was beter, terwijl de acht jarige nawerking van volledigen kunstmest weinig minder was als enkel stalmest. De veldjes die in de 36 jaar niets ontvangen hadden, leverden eerr treurig gezicht. Daarna kwamen wij aan een proefveld van de ziekte veroorzaakt door het eenzijdig ge-

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1916 | | pagina 3