818te Jaargang N\ 2206. Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsclte eis Keeawiche Efilanden. Eerste Blad. Zaterdag It Augustus 1916 IN HOC SIGNO VINCES W. BOEKHOVEN. Dese Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fir. p. p. 50 Coat bij vooruitbetaling. Bsdtenlnnd bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar Afzonderlijke nummers 5 Cent. SOMMELSDIJK. jAdYertemtlSn 30 «ai pes regel as 3/a maal, Reclames til per vegei. ^oekaankoidiging Cent per regel ea */s maal. x Btemstsaamgen ea Blenstaanfoiedinges §0 C5«nt per plaateïng. Srootc letters .en vignetten worden barakend naar ds plaatssnimte die aij baaiaar Mvertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 nar. t» O ij die zich nu abonneeren, ont vangen de nog in deze maand verschijnende nummers gratis. Voorne en Putten* Zal nu de „Maas- en Schelde* Ohristenarbeiders. „HST ÖOÏÏDEN HERT'. Oedeanpte ISoerensteiger @3.4,63B DINERS @0 cent en hooger, LOGIES MET ONTBIJT Tel. No, 1532. Aanbevelend, OP OEN UITKIJK, inT&svns Sfeleffoaa Isêeireomxs!. 38©. Alle stokken voor «te Sedactte teesteoBd, Adverteotl6n eo wer«le?r® Admli^lBtratie aramco toe te zemfieai aai den illl^ever. z Tusschen 't Brielsche Land en Flakkee bestaan oude banden. Het Land van Voorne was oudtijds in drie, dat van Putten in vier dee- len verdeeldzoo was er sprake van Oostvoorne, West voorne en Zuidvoorne over de plaat FlakJcee. Oostvoorne was 't tegenwoor dig Voorne. Westvoorne bestond uit Goede reede, Ouddorp en Stellendam. Zuidvoorne over de plaat Flak kee werd gevormd door Dirksland, Melissant en Herkingen, met aan grenzende polders. Putten bestond uit Geervliet, Spijkenisse, Hekelingen, Simons- haven en Zuidland. Maar ook uit Goudswaart, Piershil, Poortugaal, Hoogvliet, Pernis, Charlois en Ka- tendrecht. Maar ook uit Middelhar - nisStad aan 't HaringvlietDen Bommel en Ooltgensplaat 't Dorp Sommelsdijk behoorde aan Zeeland tot ,1805. Uit deze historische gegevens blijkt dus dat Voorne en Putten, Goeree en Overflakkee nog niet zoo los van elkaar staan als men zou vermoeden, te meer omdat tot 'tjaar 1810 de bewoners van Goeree en Overflakkee ook, wat de recht spraak betreft met die van Voor ne en Putten, aan éèn rechtscolle ge onderworpen waren. Alleen Sommelsdijk ressorteerde onder de rechtbank van Zierikzee. Maar na dien tijd is er veran dering gekomen. En hoe langs zoo meer zijn de twee deelen van Voor ne en Puttenhet deel boven de plaat Flakkee en dat onder die plaat, hun eigen weg gegaan. Er ontstond in den loop der jaren tusschen de twee eilanden een verschil in religieuse inzichten, en ook op staatkundig terrein belijdt Voorne met Putten niet wat Flak kee in zijn groote meerderheid be lijdt. Zooals men datwelalledaagsch uitdruktFlakkee is orthodox, en 't Brielsche land modernFlakkee is Rechts, 't Brielsche land Links. Een en andermaal is van Anti» revolutionaire zijde gepoogd meer dere actie te brengen in 't anti- rev. kampmaar de pogingen om er een antirev. blad in te krijgen mislukten. Daardoor was de ver dere propaganda mat en moede loos. Men meende op rotsen te ploegen, en de tegenstand was geweldig. Zoo werd het antirev., het politieke leven gedrukt, er waren genoeg organiseerende ta lenten, maar de omstandigheden waren steeds tegen. bode" optreden met de pretentie, dat zij zal doen, wat aan de voor aanstaande mannen te Voorne en Putten nog niet gelukte, d.i. een krachtige band slaan om alle anti's en 't antirev. volk organiseeren zoo, dat èn in de gemeenteraden, èn in de Staten, èn in allerlei col leges ook de stem van een of meer Anti's wordt vernomen. Zal zij der Vrijzinnigheid haar macht ont rukken De „Maas" maakt geen preten- tie's, maar ze wil een bescheiden poging wagen, om naast de „Ei landenbode" en 't moderne Pro testantenblad, naast de Brielsche kranten, en wat er overigens aan bladen verschijne, zich een plaats te veroveren. Zij wil voor alle anti's een pu blieke tribune zijn: wie in Voorne en Putten wat te zeggen hebbe tot zijn medeburgers en partijge- nooten, tot onderrichting, waar schuwing, voor- en bijlichting't Blad is disponibel. Wat tot opbouw der antirev. partij dienen kan, krijgt een plaats in haar kolommen. Voor de Vrij zinnigheid in Staat en Kerk staat ze open bij Ingezonden stukken en onderteekend. We zijn zoo mild mogelijk, en zijn vóór wrijving der gedachten, waaruit de waar heid steeds te voorschijn treedt.: Zoo dan treden wij de huizen binnenBij de antirev. we ho pen er huisvriend te worden. Bij onze tegenstanders we hopen, dat ze ons Blad zullen lezen, om eens te weten, wat wij te zeggen hebben over hun beginselen. Voorwaarts dan in de krachtige overtuiging, dat zeer zeker God de Heere zijn zegen geven moet, maar toch ook dien zegen verbind aan een voorwaarde van gestagen arbeid en rustelooze propaganda. (Zie inteekenbiljet 4e, pag.) Altijd en altijd weer worden Christen- arbeiders door de S, D. A. P. met een on- vriendelijken blik bejegend. Ze rijn er niet te minder om. Die socialistische nijdigheid kan em niet sitten in 't begrip arbeider want de S. D. A. P. maakt de pretensie de arbeiderspartij c te zijn, d. i. uitsluitend voor de arbeiders en werklieden op te komen. Haar dagblad heet dan ook en dat is een dubbele pretensie; eerstens Het Volk en dan tweedens: Dagblad voor de ArbeiderspartijIeder voelt 't stuk over drijving, dat er in schuilt. Da socialisten lijn waarlijk *Het Volk< niet; en van een arbeiderspartij* is net *00 min sprake als van een patroonspartij Maar stel, er is een arbeiderspartij, dan behoort ieder werk man er onder, en dan behoeft een socialist heusch niet schuin te kijken naar zijn col lega. Maar waarom doet hij 'tdan? Wel, heel eenvoudig, omdat de methode die een Christenarbeider volgt tot verbetering van xijn lot niet klopt met die der socialisten. Zijn methode is anders, omdat zijn beginsel anders is. De Christenwerkman wil .vooruit in de wereld 1 Da's flink, natuurlijk 1 Dat is plicht en roeping. Zijn werk is een Goddelijk be roep, d. i, de arbeider wil door en in zijn werk sijn God dienen, en daarom vraagt hij om een fÜDk loon bij Hinken arbeid, opdat hij sijn gezin opvoeden kan naar Goddelijke ordinantie; opdat hij sijn Sabbat kan waarnemenden arme handreiking kan Hotel Restaurant Direct, nabü de Hoofdsteeg» f 1.25, f 1.50 en f 1.75 1 propriëtair R. C. F. i l LEE-Ioom SUet doos* leder aan bevolen adres. doen; ziju belastingen op tijd betalen, en kerk en school en stichtingen dienen kan van sijn weekgeld. Zóó moet 't sijn en an ders deugt dat loon niet. Dan is dat loon te karig. Dan roept 't ten hemel. En omdat nu zijn beginsel is door zijn arbeid zijn God te dienen op alle terrein, daarom verfoeit hij ook alle opstand tegen zijn patroon; want die patroon is ook schepsel Gods, zoo goed als hij; is zijn meerdere, die hem werk geeft; loon aan biedt; ook van Hem afhankelijk is en aan Hem rekenschap schuldig is. Door dat be ginsel van beide een schepsel te zijnbeide voor Zijn aangezicht te leven, die gezegd heeft: »Mfj komt de wrake toe, Ik zal 't vergelden*, daarom roept bij zijn werk gever wel terdege op tot hooger loon, als 't bedrijf dit toelaat; maar is ook berus tend in den wil Zijns Vaders, wanneer de patroon zelf machteloos staat. En daarom is de methode van optreden eea andere. De socialist kont geen gezag, dat van God afdaalt op den patroonde Christenarbeider erkent zoo'n gezag en rekent er mee. De socialist noemt eigendom diefstalde Chris tenarbeider erkent in den eigendom Gods hind, die 't alsoo heeft beslist. De socialist jiagt na afbrokkeling en afknabbeling van zijn patroon; de Christenarbeider steunt zijn patroon, werkt en leeft met hem mee; beschouwt de zaak van zijn patroon als de zijne, maar eischt dan ook bij trouwe plichtsvervulling een flmk daggeld, om in zijn stand fatsoenlijk, als arbeider, te kun nen leven tot Ziju eer en tot sieraad der Maatschappij, Eau Cnristenarbeider is geen conserva tief man. Hij kan tniet zijn; hij mag t niet zijn; hij wil t niet zijn. Want hij ieaft zichzelf niet; doch hij leeft Ziju Vader, die in de hemelen is. En daarom zal een Chris- tenarbeider net zoo lang tegen wantoestan den protesteeren, tot er verbetering komt.» Naar Gods ordinantie zal óók de werk gever leven en daggeld betalen 1 En zoo niet dan zal een Christenwerkman sicli tegen 't gezag verheffen, want hij zal Gode meer gehoorzaam zijn dan de menschen. De Bijbel is voor den patroon zoo goed een gids als. voor den werkmanen een Christenwerkman zal daarop een beroep doenl Geen klassestrijd lokt den Christen aan, maar zijner is de weg der overreding, der overtuiging, der toenadering, der samen werking. En wat hij alleen niet kan, dat tracht hij door Christelijke organisatie te bereiken. Een Christanarbeider is Christendemo craat, d. i. hij werkt voor zijn patroon, maar ook voor zijn gezin naar plicht en geweten. Het Raadsverslag van Brielie kraagt.De Ged. Staten adviseerden om Burgemeester en Secretaris en Ontvanger en Wethouders een flinken opslag te geven geen duurte- toeslag voor een paar jaar, maar een trak- tementsverhooging voor immer. Maar de Raad deden spraken allen 't Non possimus uitWij kunnen 't niet missen. Hellevoet- sluis krijgt voor zijn Openbare School groots subsidiesBrielie maar een schijntje. Hel levoet kon reilen en zeilen naar hartelust want alles wordt door 't Departement van Oorlog en Marine betaald maar Brielie heeft zulke fortuintjes niet. De onderwij zerstraktementen zijn ook al te laag:alles schreeuwt in 't Brieltje om geld. Daarom al adviseerenGedep. Staten tot traktements- verhooging.Zij) ia Den Haag, moeten dan maar eens zeggen, waar 't vandaan moet komen. Je kan toch van klinkers geen bank biljetten maken. De klacht dar haeren Veenenbos v. d. Knoop, Zaaier enz. is gegrond. Brielie is arm en waar niet is, verliest de keizer zijn recht. Plukt eens veeren vau een kikvorsch. Maar Is een traktement van f 1500 voor een Burgemeester, of f 1200 voor een Secre tarie en Ontvanger nu redelijk? Wij. antirev., bidden dagelijks: Geef ons heden oes dagelijks brood, o Heere 1 En daar verstaan we dan onder, dat ieder naar zijn stand moet kneuen levenwe vragen geen oorlogswinst, ook geen weelde ook geen gebrek, maar een menschwaardig be staan En dan is een Burgemeesterstrak tement van f 15C0 geen menschwaardig bestaan. Dat is geen redelijk salaris. Ten zij de Burg. of secretaris zelf geld hebben is f 30 per week veel te we nig ora er als hoofd der Gemeente van te kunnen bestaan. En we geven den raadsleden in overwe ging zoekt een bron maar verhoogt de traktementen. Is 't schoolgeld op de 0. School al tot zijn hoogtepuntIs de hoofd, omslag al op zijn maximum Worden de kapi taalkrachtigen flink genoeg aar gepakt Kan er nog niet wat bij? Mannen van BrielieUw Burgermester ea ontvanger hebben te karig loon Her stel die fout zoo gauw mogelijk. „Broeders!" zeggen we van elkaar. „Broeders en Zusters" heet het. Daarmee bedoelden we dan allen, die met ons éénzelfde dierbaar geloof deelachtig zijn en denzelfden Heiland aanroepen als den Za ligmaker van Zondaren. Ik durf 't woord haast niet meer op mijn lippen nemen, omdat het in verreweg de meeste gevallen haast niets anders geworden is dan een ijdeie klank. „Broederseenmaal in de heerlijkheid Maar thans staan die broeders als bittere vijanden tegenover elkaar op ieder front. De eene broeder strijdt naast mohameda- nen, de andere naast heidenen tegen zijn medebroeder, die met hem den Naam van den Heere Jezus aanroept. „Zij moeten wel", zal men zeggen. Zeker, maar zij willen 't ook zoo. Want de natiën zijn tegen elkander ver bitterd en zij vragen naar geen broederschap in Christus, die eenmaal met elkander op de nieuwe aarde zullen wandelen, waar vrede en gerechtigheid heerschen zullen, die ver staan elkander niet eens meerzélfs niet op het terrein van het geestelijk en gods dienstig leven. Nog pas kreeg ik in handen de Openings rede, kort geleden uitgesproken door de Praeses van „Algemeene Vergadering" der „United Free Chursch of Scotland." En het trof mij hoe hierin nu letterlijk niets anders te beluisteren viel dan het recht der Britten, de booze daden der Duitschers, de noodzakelijkheid van den strijd enz. enz. Geen toon van gemeenschappelijke veroot moediging, die toch zoo schriftuurlijk zou zijn. Niet de erkentenis, dat de volkeren ook als natiën tegenover elkander zwaarlijk gezon digd hebben. Niet het trekken van den broe derband naar de mede-geloovigen in de vij andelijke staten. Geen kreet om een billijken rechtvaardigen vrede wat toch alles had kunnen samengaan met het handhaven der gerechtigheid van eigen volkszaak. Babel wint het van de Kerk. En daarom durf ik dat woord „broeders I" slechts met zekere schroom te gebruiken. En niet daarom alleen. 't Schijnt me door de ziel, hoe weinig vaak van die „broederschap" wordt gezien en ge toond door hen, die broeders in Christus zijn en bovendien dezelfde taal spreken, tot de zelfde natie behooren, kortom zoo dicht bij elkaar staan als maar even mogelijk is maar nu niet precies in hetzelfde kerk-„in- stituut" als lid staan ingeschreven. Ik moet dat es zeggen 't Mocht misschien es iemand tot inkeer brengen, want zoo erg als het nu in dezen oorlogstijd geworden is, heb ik't nog zelden beleefd. De voorbeelden liggen voor 't grijpen. 't Is geen dankbaar werk, maar er moet es op gewezen worden, 't Lijkt wel, of de meeste onzer vaderlandsch-kerkelijke weekbladen evenzoovele welgewapende forten zijn, van waaruit week aan week naar alle kanten ge schoten wordt! En dat niet slechts op den „vijand" Dat ware no$ te begrijpen, hoewel ook daarbij grenzen zijn in acht te nemen Tusschen belijders en loochenaars van den Christus kan en mag nooit vrede zijn. Doch dat laat jk nu rusten. Ik bedoel thans de belijders onderling. Ja, meer bepaald zelfs hen, die deze belij denis op dezelfde wijze formuleerenallen die zich in ons vaderland scharen rondom de gereformeerde confessie. En dan denk ik weieens: „'t is maar gelukkig, dat 't groote gros onzer tegenstanders onze kerkelijke bla den niet lezen, aangezien deze hun zeker niet den uitroep inspireeren zoudenZiet, hoe lief zij elkander hebben Neem nu eerst eens de hervormd-gerefor meerden onderling. „Confessioneelen en „waarheidsvrienden." „Waar de eene fractie 't Heft in handen heeft, waakt zij er wel zorgvuldig voor geen man van de andere te beroepen. Ja 't gebeurt dat in een modern dorp, waar bij geval een ethisch predikant staat, de „gereformeerden" een evangelisatie hebben waar nu de „con fessioneelen" de hunne nognaast willen zetten. Toen onlangs een 40-tal hervormd-geref. prekikanten 'n soort „broederschap" opricht ten, kwam de confessioneele ds. Schokking uit Den Haag direct min of meer verdacht- makend informeeren wat-dat-moest. Waarop prof. Visscher, die zich als'nvïc- tuoos in 't tikken-deelen ontpopt, antwoordde op een wijze, die juist het omgekeerde illus treerde van wat de Schrift zegt: Een zacht antwoord keert de grimmigheid af! Maar nóg erger en nóg pijnlijker gaat het tegenwoordig toe tusschen de „gereformeer den" in en buiten de Ned. Herv. kerk, 't schijnt soms wel, dat de vraag niet is, hoe elkander als „broeders', te eeren en te zege nen, maar wel hoe elkaar op 't bitterst te kwetsen. Wie van beide partijen begónnen is? Och 't kwaad zit aan twee kanten. En dat kwaad wordt naar mijn bescheiden meening daardoor verergerd, dat van weers zijden in 't publiek, d. i. in de pers, alléén theologen aan 't woord komen en dat de stem van den „leek" in onze kerkelijke we reld baést niet wordt gehoord, de theolo gen'zij óók menschen en hebben vaak deze zeer menschelijke eigenschap, dat ze eigen kerkelijke ideeën op de spits drijven, en met zekere strijdlustigheid het zwaard voortrek ken en zoo, meestal onbedoeld, de tegen stellingen verscherpen. Ik noem dat 'n kwaad onder de zon. Men moet dat goed begrijpen! Ik wil allerminst aansporen voor onver schilligheid op kerkelijk terrein. Wijlen Talma heb ik eens hooren zeggen, dat hij geen achting hebben kon voor den man, die niet met warmte voor zijn kerk op- .kwam en dat woord is wódr. Doch ik zou willen dat er in den kerkstrijd eens tienmaal minder woorden gebezigd werden en dat men elkaar trachtte te overtreffen door daden, door betooning des geestes en der kracht. Dat zou op den vijand indruk maken Terwijl hij nu schamper spot: Ziet, hoe ze elkaar in de vacht vliegen Ik verdedig prof. Visscher's critiek niet. Allerminst zijn uit de hoogte gestreken vonnis, dat de „gereformeerde kerken" hun tijdperk van „geestelijk verval" zijn ingetre den. En ik kan zoo begrijpen, dat vele „ge reformeerden", ziende en kennende den gees telijken zegen dien God hun en vele anderen in leven en sterven door de zuivere bedie ning des Woords en der Sacramenten bereidt, daarover tot in 't diepst hunner ziel gegriefd zijn Het is een even wondend woord, als dat van dr. Kuyper, vele jaren geleden, toen deze van de toenmalige Chr. Geref. verklaarde, dat zij „krank was in den levenswortel" Toch is hierbij tweeërlei vergeten. Vooreerst, dat een menschelijk oordeel niéts is en Gods oordeel ólles! En ten tweede is de vraag niét gesteld, of er soms ook eenige oorzaak is dit toch moet de vrucht zijn zelfs van de onbillijkste beschuldiging, dat men zich afvraagt: Heb ik daartoe soms ook zelf eenige aanleiding gegeven En als ik dan lees, hoe iemand als ds. Kallmann op 't zilveren ambtsfeest van den ouden Klaarhamer schrijft: „Dat de refor matorische actie, in 1886 met zooveel ijver begonnen, al spoedig gestuit is in haar kracht, en daardoor haar doel niet bereikt heeft, dat is het, wat ds. Klaarhamer in den tegenwoor- digen tijd doet klagen en lijden dan denk ik ook zoo wel eens, dat naast den man, die de zaaksgerechtigheid der „gere formeerden" tegenover prof. Visscher hand haaft, toch óók behoort te staan de profeet met de boetbazuin aan den mond. Die bazuinklank hoor ik nog niet. Wèl hebben onderscheiden „gereformeer» den" een schoone gelegenheid om voorloo- pig te zwijgen laten voorbijgaan, dan direct den spot te drijven met het „Modus-Vivendi"- voorstel, thans in de Herv. kerk aan de orde»

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1916 | | pagina 1