Zaterdag 29 Juli 3916
818le Jaargang N°. 2202.
voor de 22uIdfiiollaiid$®lie em Meenwselie Eilanden.
Eerste Blad.
1 AlHStns 1914-1 Aupgfus 1916.
Antirevo
Orgaan
Het clericalisms is hun vijand.
IN HOC SIGNO VINCES
„HET GOUDEN HEBT"»
LAND- EN TUINBOUW.
Daze Coaraat verschijnt eiken Woessdag en Zaterdag.
^bounementsprijs per drie maanden ft. p, p, 50 C@mt bij vooruitbetaling.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
W. BOEKHOVEN.
SOMMELSD1JK.
feSefoou Isttreonn. Mo. S.
IdverteatiSa 10 cent per regel es ®aaL Beeiame» #0 per regel.
Boektamkoadiglag 5 Cent per regel en Vs
Measfesasvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing,
Sroote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaar
MvertentiSn worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
Wie had gelijk?
«Scdeiapte Boerensieiger ©3A, 031$
DINERS 60 cent ea hooger.
LOGIES MET ONTBIJT
f 1,25, f 1,50 en f 1.76
Tel. No. 1632. Aanbevelend,
Het door ieder aanbevolen adres.
OP OEI UITKIJK,
ÏÏIÏ»stis
A81e «tukken voos- «Ie Mesi&etÊ© bestemd, Advertentie esa eerdere Admlnistrfttle franco tee te zenden aisi den Uitgever.
De Oorlog 1
Wat ellende is sinds dien fatalen datum
van 1 Aug. '14 geleden. Een schok ging
door de wereld toen de oorlogsverklaring
de een na de ander, de Departementen der
Regeerders verlieten en als boden des doods
zich aanmeldden aan de verschillende Hoven
en in de Legerkorpsen. Want boden des
onverbiddelijken doods waren sezwart en
somber, gewagend van bloed en tranen;
van weduwensmart en mannenleed; van
weezentranen en vrouwenschoffeeringvan
brandstichting en veldenvertredingvan
cathedraal verwoesting en ontreddering van
heilige plaatsen en gewijde gebouwen.
Een oorlogsverklaring: verklaring van
honger en duurte; van werkeloosheid en
gebrekvan nationale inzinking en inter
nationalen haat; van wraakgevoel en on-
menschelijkheid.
Wat bange dag was 1 Aug. '14 ook voor
ons Vaderland. De legerscharen van deu
Duitschen Monarch van top tot teen ge
wapend met 't meest moderne wapentuig,
in route door Belgie naar Frankrijk. Belgie
op natuurlijken tegenweer bedacht. Enge
land loerend of de uitslaande vlammen van
een wereldbrand hem geen materieel voor
deel kon opleveren, en dat onder de ver
leidende en valsche leuze om de integriteit
en de neutraliteit vau de kleine Staten te
ondersteunen of te handhaven.
Nog was Italië niet als Judas den ver
rader opgetreden.
Nog niet had dat Land den dolk achter
den rug, om scherpgeslepen, 't lijn twee
oude vrinden, in elk geval zijn Bondge-
nooten, in den rug te stooten.
Nog niet was 't volkomen geopenbaard,
hoe de Engelschman de kleine Staten zou
helpeneerst later werd duidelijk door zijn
mijnenvelden en ophouden van onxijdige
schepen, door zijn uithongeringstactiek, wat
't eigenlijk in het schild voerde.
'tWas nog maar 1 Augustus '14 Nu
weet Nederland meer. Ze heeft twee jaar
lang den Europeeschen oorlog in beeld en
schrift, in krant en brochure, in 't ontvan
gen van Belgische vluchtelingen, internee-
ringskampen overal, gadegeslagen. En heel
Nederland, heel Europa zucht, walgt van
de onmenschelijkheid in flagrantea strijd
met 't hoog gebod der Liefde.
En uit de ziel van ieder mensch, niet 't
minst van de oorlogvoerenden, stijgt de
bede tot den Hooge: „o, God, geef toch
vrede 1« En de gebeden zijn vertienmaal-
duixendvuldigdDe Kerk van Christus riep
Hem aan in publieke bedestonden. De ge-
loovigen in hun binnenkamer. Baden om
vrede. Baden voor hun vaders en kinderen.
Baden «m verschoond te blijven op onze
erve van oorlog. Eu of't zwaard toch overal
wederkeeren mocht in de schede.
Maar de Goddelijke wil verhoorde alleen,
en Hem zij er eerbiedig voor gedankt, de
bede om onze Neutraliteit. Dis is nog niet
geschonden.
En nu op 1 Aug. '16 rijst de vraag:
Wat nu?
Er is geen ander middel dan getuigen.
Getuigen met 't woord en de daad, dat de
oorlog ons een gruwel is. Een geesel Gods.
Dat er in de toekomst naar middelen moet
gezocht om de menschen van dat oorlog
voeren af te sohrikken, en naar middelen
om een langen vrede tot stand te brengen.
Daarom koos de Anti-Oorlog Raad den
len Augustus als demonstraiiedag. Als
Dag vctn Getuigenis tegen den oorlog en
zijn gruwelen. Als Dag van Getuigenis
tegen zooveel internationale ellenden in
sociaal en economisch, moreel en intellec-
tisch opzicht. Als Dag van Getuigenis
tegen Keizers en Koningen, en ook hun
volken, die allen te zamen met den vloek
der oorlogsweeën beladen zijn. Als Dag van
Getuigenis om voort te gaan alle mannen
van den Vrede, nationaal en internationaal
met hechten band te binden.
De Groep Middelharnis-Sommelsdijk, af-
deeling van den Anti-Oorlog Raad zal de
gen eersten Augustus getuigen, 't Heeft
ieders sympathie. Want Getuigenis tegen
demonische machten is een pleit vóór een
hoog, Christelyk beginsel.
Neme ieder dan van die demonstratie
notitie
Waarin ze bestaat, zal door den Secre
taris, den heer Lokker worden uiteengezet
in ons Blad.
Ea moge een en ander er toe bewegen
den Anti-Oorlog Raad met haar edele be
doelingen te steunen en te stalen. En even-
ioo de Groep Middelharnis-Sommelsdijk
fi a anti eel te helpen door een bijdrage.
Ia de Vaderlander (Blad van den heer
Roodhuizen) stond Zaterdag 1 Juli 11.
De S D.A.P. is bijna op den beganen
grond en kan als voorhoede van de
hervormingsgezindennuttig werk ver
richten, al zal zij het overvragen nog
wel niet zoo spoedig afleeren.
De Antirev. Haagsche Courant schreef
Donderdag j.l.
Niet onaardig, maar ook niet juist.
Want van een liberaal leger vindt
men over korten tijd weinig meer dan
- eenige verstrooide restjes onverspreide
afdeeiingen, samen vormend de ach
terhoede van de roode armée.
Wie heeft nu gelijk?
De Vaderlander zegt: De S. D. A. P. is
onze voorhoede.
De Haagsche Courant zegt: De Vrijzin
nigheid is een rooie achterhoede.
Zoeke men dat nu maar eens uit!
Ons dunkt, dat de Vrijzinnigheid is: de
achterhoede van de S.D.A.P.; de voorhoede
der afiakeiaars en de behoeder van den
anti-elericalen geest, die den ganschen Vies-
bond van Socialisten, Vrijz Dem., Unielib.
en Oud-Lib. kenmerkt, maar vooral in de
Vrijzinnigheid gevonden wordt.
Deze uitdrukking is vertaald Fransch;is
in Frankrijk ontstaan en door Gambetta als
radicaal gebruikt in zijn strijd tegen de
Roomsch-Kathoiieke instellingen. Die leuze
heeit hem en zijn partij niets geen voordeel
opgeleverd, want de vrije Roomsche scho
len kwamen in grooten getalen te voor
schijn, omdat de Roomsche offervaardigheid
voor hun instituten zich door den dwang
op het schoonst begon te ontplooien. Heel
die strijd van Gambetta, die krenking van
de Roomsche Kerk bedoelde, is op winst
voor het Ciericalisme uitgeloopen. Nu was
er in Frankrijk met zijn Roomsche bevol
king nog reden om tegen dat kerkelijk
stelsel, in zijn hierarchischen vorm op te
treden; de F/ansche Staat, hetzij hij Mo
narchaal of Republikeinsch was, heeft sinds
Napoleon altijd met de R.Kath, Geestelijkheid
in onmin geleefdde scheiding van Kerk en
Staat zat er bij de Regeering diep genoeg
in, om den afstand tusschen den R. Kath.
invloed en dien van de staatsmachten hoe-
langs zoo grooter te maken. En vooral de
Radikalen werkten daaraan mee,
Ten onsent is het precies eender, met dit
verschil, dat deze radicalen nu ouder Cle-
ricalen verstaan, niet meer de ecclesia do-
cens, de geestelijkheid van kapelaan af tot
den Pausmaar èn de ecclesia docens met
de ecclesia audiens, d.i. de parochianen;
èn de Geref. en Herv. Kerk of kerken met
al haar lidmaten,
Ciericalisme is tegenwoordig de saam-
vatting van God- en Christusbelijders, die
ook op publiek terrein den Naam van dien
God zich niet schamen; het is de strijd
tegen de zichtbare kerk, zoo Roomsche en
Niet-Roomsche, maar dientengevolge tegen
de onzichtbare, die van de zichtbare de pit
en het merg uitmaakt; dus tegen de ge-
loovigsn, de ware belijders, die het zout
des levens zijn.
Het Aiiti-Ciericalisme gaat niet tegen een
verwaterd Christendom ten strijde, maar
tegen de belijders van Kribbe en Kruis.
Hotel Restaurant
Direct nabij de HooMuteeg,
Hotóerdam. -
PMïêtair R, 0. F. i i LEE-Moonen.
Ziezoo, vandaag heb ik den aftrap*.
De niet-deskundige lezer wete, dat dit
bij het voetbal beteekent den eersten schop
mogen gaven tegen het „leeren monster".
Wie dat doen mag, bepaalt dus daarmee
de eerste richting, waarin de bal rolt.
Nu wil ik volkomen eerlijk zijn.
Met dien „aftrap" heb ik mijn kennis
van het voetbal ook gehéél uitgeput. Méér
weet ik er niet van. Nu ja: 'n beetje kran
ten-geleerdheid: ik sou kunnen meepraten
over de voorhoede, over den doelverdedi-
ger, over een strafschop, over den scheids
rechter ens. enz. en misschien selfs
zónder me bloot te geven, een journalist
praat en schrijft zoo vaak over dingen,
waar hij slechts theoretisch verstand van
heeft 1 doch dit alles beteekend niet
veel.
't Voetbal-in-de-praktijk ken ik niet.
Bij mijn wieg werd nog niet gevoetbald.
En toen het uit Engeland ingevoerd werd
en zich hier begon baan te breken, zat ik
reeds als jonge vader met mija eersteling
op de knieen. Dan komt er wel wat ande:s
kijken en is er méér noodig, om door de
wereld te komen dan een paar flinke voet-
balbeonen 'tleven is geen voetbalspel.
Voetbal als sport mag ik wel.
'k Heb het méér gezegd en ben nog van
dezelfde meening: Er wordt in onze kringen
over hst algemeen te weinig aan sport ge
daan, te weinig voor sport gevoeld, al geef
ik dadelijk toe, dat er tal van omstandig
heden zijn, dio dit verklaren en verontschul
digen.
Onze calvinistische vaderen waren niet
zoo bang van sportieve oefeningen.
De heele schutterij, die in hüa dagen wat
meer te beteekenen had dan het „schutte
rij "-soldaatje-spelen dat wj uit onze jeugd
nog kennen, was in zekeren zin sport en
in die schutterij voerden meestal de kloeke
calvinisten de boventoon, anders zou Olden-
barnevelt het nooit noodig geoordeeld heb
ben tegenover hen door de steden „waard
geldera" te laten werven.
Voorts had men het kaatssn, vogelschie
ten en meer andere volksspelen, waaraan
de gansche burgerij deelnam en waarnaar
predikant en ouderliDg met genot konden
gaan zien, zonder dat iemand daarin iets
vreemds vond.
Sport op zichzelf is alleszins lovenswaar
dig en zeker niet „onchristelijk".
Dat dan ook ónze jongelui zich zeer
zelden met het officieele voetbal inlaten en
als zij daarvoor neiging gevoelen, ernstig
worden vermaand, heeft heel andere oor
zaken.
Och! ze zijn bekend genoeg.
Sport moet blijven ontspanning, lichaams
oefening, spel,
De „sport" moet niet worden opgeblazen
tot een vaderlandsche, ja zelfs tot een
wereldgebeurtenis van den eersten rang!
Dat is alle proporties door elkaar gooien.
Eu toch, dkt gebeurt.
Een heel stelsel van wedstrijden, maan
den lang, wordt nauwkeurig georganiseord.
Uitvoerige verslagen, die der Kamerzittingen
zelfs in lengte overtreffen, worden elke
week gepubliceerd. De namen der „helden"
prijken in vele bladen. De kansen worden
zorgvuldig onderzocht en aJgewogeD. Elke
min of meer buitengewone „schop", op eenig
vaderlandsch voetbalveld toegebracht wordt
nauwkeurig geregistreerd, de „trappers"
worden gebiecht, bij zegepraal met muziek
thuisgehaald, op eerewijn onthaald, als de
„dapperen" die de eer van stad en gewest
hebben hoog gehouden, gevierd nogeens
daar zit geen proportie meer in, dat opbla
zen van wat spel is en blijven moet, is ons
niet sympathiek!
Het is de wereld op haar kop.
De vader is arts, chirurg, voert in de
snijkamer een uiterst moeilijke operatie uit,
die hem met Gods hulp schitterend gelukt,
zoodat een menschenleven wordt gered
geen haan kraait er om, geen krant, die er
wat van schrijfthoogstens na enkele weken
een advertentie van den dankbaren patient.
Terzelfder tijd staat de zoon op 't voet
balveld.
Hij trapt en trapt en jaagt met 'n „kei
hard schotden bal dwars door alles heen
zóo in het doel en tienduizend toe
schouwers juichen hem geestdriftig toe;
den volgenden dag zingen de kranten in
allerlei toonaard lijn lof I
Nog eens: zit daar proportie in?
Dat is al het eerste, wat we haten in 't
voetbalspel, die dwaze opkammerij en het
opblazen van een gewoon spel tot 'n eerste
klas-feit.
Laat het spel plaatselijk blijven.
Met op z'n hoogst een paar ontmoetin
gen* in 't jaar tusschen genabuurde «elf
tallen*, ter onderlinge opwekking, prikke
ling en volmaking van 't spel.
Dan houdt men 't op zijn plaats
Lichamelijke oefening is hoogst nuttig:
nogmaals manen we, dat het ook in onze
kringen beter zal worden bedacht. Maar
het is onzin, zich aan te stellen, alsof een
volk gered is, wanneer het maar heel
hooge voetbalpunten haalt.
Waarlijkals 't straks na den oorlog
tusschen de natiën een strijd-om-het-bestaan
wordt gelijk nooit te voren, dan zal een
volk andere talenten moeten toonen, dau
die op het voetbalveld schitteren, wil het
zich handhaven op zijn plaats!
Zondag jl. vergaderde te Utrecht de Ne-
derlandsche Voethalclub.
De bladen melden er van, dat 's avonds
tegen zevenen de vergadering onder mer
kelijke opwinding in een groote verwarring
uiteenliep.
Er was bepaald ruzie geweest.
Over! ja wat kan men toch onze
schoone Hollandsche taal plagen en geweld
aandoen 1 over het «confessioneel
voetbal!*
Prachtige uitdrukking om er aanleiding
uit te nemen voor allerlei spotpraat.
Net als er indertijd wat afgespot is over
de «roomsch-katholieke geitenfokvereeni-
gingen* of over eeu kegelclub op gerefor
meerden grondslag eu zooal meer.
De naam lijkt wel een spotnaam.
Is ongetwijfeld door de tegenstanders
udgedacht.
Maar de zaak is duidelijk genoeg.
De rooraschen doen meer aan voetbal
dan bv. de gereformeerden.
't Zit 'm mee hierin, dat zij niet zulke
betwaren hebben tegen de Zondag-wed
strijden, waar ze aan willen deelnemen,
mits er maar behoorlijk tijd overblijve, om
de Zondagsche «godsdienstplichten* te ver
vullen.
Toch hebben de roomschen allang ern
stige beswaren tegen de «neutrale* clubs.
Door een hunner geestelijken, adviseur
van een r. k.-voetbalclub, zagen we die
bezwaren dezer dagen als volgt uiteen
gezet x
le. De jongelieden komen op den gevaar
lijksten leeftijd in geregelden, intiemen om
gang met allerlei andersdenkende jongelui,
waarvan zeer velen van alle geloof zijn
yervreemd; 2e. voor speciaal katholieke
clubs en vereenigingen van allerlei aard
heeft de hartstochtelijke voetballer alras
geen ambitie meer; 3e. de Zondag wordt,
zacht gezegd, niet voldoende geheiligd; 4e.
zij worden gewend aan 't leien van aller
lei neutrale en liberale bladen, die uitvoe
rig de sportberichten opnemen5e. de taal
en de handelingen van sommige clubleden
zijn niet zelden in strijd met de eischen
eener strenge zedelijkheid; 6e. vriendschap
brengt hen zoo licht ook in de huisgezin
nen en in den intiemen omgang met anders
denkenden, waarnit weer zoo licht gemeng
de huwelijken en straks afval van het ge
loof voortvloeien
Aldus deze geestelijke-voetbalkenner.
Is 't niet, alsof verscheiden dezer bezwa
ren ook ons uit het hart gegrepen zijn?
Welnu, in N.-Brabant en Limburg, ook
wel in andere provinciën, hadden de room
schen langzamerhand eigen clubs opgericht,
die echter niet exclusief zijn en ook wel
andersdenkenden toelaten, mits ze de club-
regelen willen opvolgen.
Deze clubs nu willen meê in 't algemeen
verband van den N. V. B. zijn en blijven.
Ea dat verhitte de gemoederen!
Daar kwam de oer-oude vrijzinnige ver
waandheid door 't brein dezer jongeren
spoken
«Confessioneel voetbal* smaalde men.
Of 'n roomsche anders aftrapt dan 'n
moderne, en een gereformeerd jongeling
anders 'n doelpunt maakt dan 'n liberaal
Och ja! zoo werden we vroeger in den
schoolstrijd ook bestookt.
De lieden begrijpen het, naar 't schijnt,
niet.
De groote grief is altijd weer, dat ej,
vrijzinnigen, naar hun ideeën alles: kerk,
school, en sport, willen inrichten. Wie
's Zondags niet matchen wil, wie opkomt
tegen een hartigen vloek, wie niet over 'n
schuine mop heen kan, wie niet meepikt
als er een fijae beschuit verkruimeld
wordtdie is 'n flauwe vent, 'n spel
breker, 'n kerel zonder fut, 'n oud wijf:
Jan-salie-lacht-hem-uit
Merci, heerenl zoo laten we ook onze
jongelui niet in een hoek pesten.
Eu 't doet me goed, dat de roomschen
daar net zoo over denken.
UITKIJK.
In hoe langer hoe breeder kringen wordt
er gebabbeld over suikernood.
Of deze al dan niet bestaat?
Wie 't weet hij zegge het!
Feit is, dat er zeker nog niét velen In den
lande tot heden ook maar één kopje thee of
koffie, waarin men gewoon was een schepje
suiker te gebruiken, minder nuttigden. Het is
dan ook wel opvallend, dat ter grossiersver
gadering gewezen werd op de betrekkelijk
groote hoeveelheden suiker, welke geregeld
verbruikt worden in de gecondenseerde-melk
fabrieken, terwijl toch zeker ook en vooral
genoemd hadden mogen wordenjamfabrie-
ken en fabrieken van chocolade- en suiker
werken, inrichtingen, wier eindproducten in
de eerste plaats, zoo niet uitsluitend dienen
tot bevrediging van snoeplust.
Intusschen zou het gesprokene op de bo
venbedoelde bijeenkomst er licht aanleiding
toe geven om indien we werkelijk een en
kele week iets moeten bezuinigen waar het
geld het huishoudelijk suikerverbruik te den
ken, dat zulks geweten moet worden aan
gezegde condensfabrieken.
Daarom achten wij het een goede gedachte
van het Bestuur van de Vereeniging van fa
brieken van Melkproducten het publiek in
dezen voor te lichten, daarbij tevens wij
zende op de bedenkelijke gevolgen van het
eventueele opeischen van de voor de con
densfabrieken onmisbare suiker.
Vooraf zij opgemerkt, dat aan de Vereeni
ging van Fabrieken van Melkproducten de
verplichting is opgelegd te zorgen voor de
consumptie melkvoorziening in Nederland,
en daar tegenover heeft zij het voorrecht,
den uitvoer van melk en melkproducten te
mogen regelen. Al de gecondenseerde melk
fabrieken zijn verplicht van deze vereeniging
lid te zijn.
De consumptie-suikervoorziening was in
Nederland anders geregeld en wel zoodanig,
dat de suikeroogst verdeeld was in een ge
deelte, dat uitgevoerd mocht worden, en een
deelte, dat voor consumptie bestemd was.
De gecondenseerde-melkfabrikanten zijn
gewoon hun te verwerken melk voor een
half of een geheel jaar gelijk te contractee
ren en hun producten zooveel mogelijk re
gelmatig door verkoopcontracten te plaatsen.
Het spreekt dus vanzelf, dat zij zich naast
de ingekochte melk, ook voor een half of 1
jaar van suiker moeten voorzien. Inderdaad
beschikken dus de condensfabrieken over
suiker, maar dit is geen consumptie-suiker,
want dan had de Suikercommissie het volste
recht om ze voor consumptie te bestemmen,
maar dat is suiker, door de Commissie, voor
Export aangewezen. Dat is ook geen suiker,
waarvoor regeeringsprijs betaald is (f51),
maar suiker van export-certifaat voorzien, en
ingekocht voor prijzen tusschen de f70 en
f83.
Aangezien het maken van een melkproduct
„zonder suiker" voor de groote fabrieken