Woensdag 28 Juni 1916
Antirevolutionair
818ie Jaargang N°. 2198
Orgaan
voor de SBuidliollaiidsclie en Keeuwsehe Eilanden.
IN HOC SIGNO VINCES
Lijkverbranding.
Ze hebben geen dominees
Rood en Zwart.
UIT DE PERS.
PROVINCIALE STATEN.
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag;.
Abonnementsprijs per drie Baanden £r. p. p. 50 Cent bij vooruitbetaling.
Buitenland bij vooruitbetaling 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ttKCaXTBft
W„ BOEKHOVEN,
SOMMELSDIJK.
Velefeca latere©®»®, W®. S.
Advertentiën 10 Cent per regel m s/?. ssaal. Beeiaiaea ÜO per ragei.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/8 maal,
Bienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Ci-roote lettere en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die rg feedean
Advert,enüën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen SO nar.
Alle stukken voor de Hedactfe uesteuid, Advertentie#» es» verdere Administratie srarico toe te aseiaden aan den ftjftarr
44-38.
Evenals met de Eadskwestie is ook bij de
Lijkverbranding de behandeling in de Kamer
door beslissingen van den Hoogen Raad als
't ware uitgelokt. De Hooge Raad heeft uit
gemaakt, dat art. 1 van onze Begrafeniswet
wel degelijk bepaalt, dat iedereen in Neder
land moet begraven worden, maar dat er
niets aan te doen is, als de familie den
gestorvene laat verbranden. Ea hiérom is
er niets aan te doen, omdat de wetgever
niet heeft bepaald in dat eerste of in een
ander artikel wie begraven moet, wie met
de begrafenis beiast is. Als dus de gestor
vene wordt verbrand, is de familie niet straf
rechterlijk vervolgbaar.
Toen deze lijkverbranding in de Kamer
ter sprake kwam, openbaarde zich de twee
erlei levensbeschouwing onder de menschen
door de Rechterzijde wordt de lijkverbran
ding afgekeurd en zou een wetsontwerp om
die verbranding wettelijk toe te staan, op
feilen tegenstand stuiten.
En waarom? Niet omdat God niet machtig
ware om ook uit deu asch, eenmaal in de
in deu opstandingsdag, het lichaam te kunnen
doen herrijzen; óf stof óf, asch; 't is de
Almachtige God, die uit beide nieuwe men
schen formeeren kan; maar de Christen
wenscht de begraving, opdat niet door
's menschen toedoen, maar door de eigen-
werking Gods in 't lichaam, de straf der
zonde, als langzame verderving, openbaar
kome.
Door de zonde is de dood; en bij de be
graving spreken we 't uit, dit we nietzeo
snel en radicaal mogelijk 't lichaam doen
verdwijnen, maar dat we 't lichaam aan
Hem overgeven, die 't ons gaf; een stille
en eerbiedige overgave aan 't Goddelijk
oordeel; dat wat uit de aarde genomen is
maar door de zonde bedorven, nu ook weer
tot de aarde wederkeert en God de Heere
nu zelf 't verder oordeel over dat doode
lijk voltooien moet. Begraven is voor den
Christen 't stoffelijk, en eertijds zondig over
schot opdragen aan zijn eeuwige geordi
neerde beslissingen.
Wie nog met God en Christus rekent, zal
de lijkverbranding, ook als een heidensch
element in onzen Christelijken Staat, ten
zeerste veroordeelen. Ware de mensch een
stuk natuurleven, als een boom, dan zou
voor verbranding van stam en takken nog
te pleiten zijn; maar de mensch was beeld
drager Gods en is door den Zondeval eeu
sterfelijk zondaar geworden. Dat verganke
lijke, dat steeds afstervende, van der jeugd
af aan; dat van de wieg tot 't graf weg
kwijnende 'door de zonde en zondeschuld
dat altoos langzaam vergankelijke blijve óók
in 't graf, totdat er niets dan stof van
onze lieve dooden reste.
Gods Woord spreekt ons overal van ba-
graven; slechts met een enkele uitzondering
voor Sauls lijk, dat de vijand ten spot van
Filistijn, en tot beschaming en ergerais van
't overwonnen Israel aan den muur hadden
gespijkerd. Toen is het door David er afge
haald en verbrand, opdat niemand ooit
weer met dat gebeente van den eens ge
zalfden Koning, sollen of spotten zou. En
daarom houdt de Christen zich aan de be
graving. Gods Woord gaat hem hierin op
elke bladzijde voor.
Komt er ooit een wetsontwerp op de lijk
verbranding, dan hopen we dat de Eerste
Kamer 't verwerpen zal.
In Vooruit van 21 Juni staat een arti
kel, waarin zij de nederlaag barer partij
erkent en verklaart, en ook de baars in
ziens noodige geneesmiddelen voorschrijft.
Wij blij -ren daarbuiten ieder moet zijn ei
gen wasch maar doen en zijn spinneweb-
ben maar met eigen raagshoofd wegvegen
maar op één zinsnede leggen we toch den
vinger. Er staat in Vooruit
Wij hebben nu eenmaal geen predi
kanten tot onzen dienst, die van den
kansel de rechtsche candidaten aanbe
velen. Wij hebben geen blaadjes onder
redactie van predikanten, die als ver-
kiezingsagenten voor antirevolutionaire
mannen dienst doen. Wij hebben onzer
zijds niet voldoende acht gegeven op de
macht dezer rechtsche hulptroepen.
Heeft Vooruit »nu eenmaal* geen predi
kanten tot zijnen dienst
Kom, wees wijzer I Er is in zeker dorp
van Fiakkee jaren lang een dominee ge
weest, die de >Linksehe hulptroep* vormde.
Toen een lib. raadslid gekozen was, was
die dominee de eerste, die hem giBg feliei-
teeren, en ZEw. liep om den drommel niet
zachtjes, maar 't was haast-je-rep-je om
er te komen. Wij zien hem nog draven om
er 't eerst te zijn. Wat liep ZEw.; als een
haas, mijnheeren hij bleef er heel lang
ook; 't beviel em daar best in dien Vrij
zinnigen kring. Of die propageerde
>Nu eenmaal* geen predikanten
Durft Vooruit volhouden, dat het op
Fiakkee nooit geen dominees op zijn handje
had en nog lieeft, als »Linksche hulptroep
Ja, dominees 1 en ja, kerkeraden zelfs I
Kerkvoogden en notabelen
Nu eenmaal geen predikanten
Maar is dan in 1913 Fiakkee niet over
stroomd met die beruchte brochures van
ds. Lieftinck, te Muiderberg ds. Hoogen-
huyzea te Amsterdam ds. de JongteVelp
ds. (juast te Utrecht, waarin deze predi
kanten mr. Patijn aanbevalen. Toen waren
ze toch »Linksche hulptroepen* van Voor.
uit en wat graag aanvaard 1
En als we verder achteruitgaan in de
politieke geschiedenis, is 't dan tegen te
spreken, dat 't Liberalisme toen machtig
was, toen de moderne dominees de Link-
sche Voor- en Achterhoede vormden en
't Rechtsche beginsel in Staat eu Kerk.
School en gezin vertrapten.
Waarom is 't Brielsche land voor de
Vrijzinnigheid zoo productief Door de
Moderne dominees.
»Nu eenmaal niet.* Maar Voorne en Put
ten be wij sen 't dan toch maar, wat en hoe
veel dominees daar in dienst staan der
Vrijzinnige levensbeschouwing. En dat er
nu een protest klinkt over die Voornsehe
doodsbeenderen dat er nu in de dorpen
van Putten geestelijk verwoest als se zijn
uit dominees als Bremer te Brielle en Erd-
raan en Teenstra te Oudenhoorn, uit hun
geprangd gemoed een noodkreet omhoog stijgt
vertolkt in hun krantje »De Eilandenbode*
is dat onnatuurlijk, onwaardig 't Is na
tuurlijk. Eere aan die mannen
Zoo min een goudvisch leven kan in een
modderpoel, zoomin kunnen die predikanten
daar leven in zoo'n omgeving van vrijzin
nige en moderne ideeën, Ea daaromVoor
uit heeft steun van 't modernisme !'t Heeft
steun aan die dominees op Fiakkee en in
Voorne en Putten, die de konsekwenties
der Gereformeerde leer haten en gram zijn.
Maar Rechts heelt den steun van-eiken
prediker, die de hoofdgedachte, waarom
't iu den politieken strijd gaat, gegrep&n
heeft n.I. de Souvereiniteit Gods op alle
terrein hebbe haar vrijen loop, door geen
wet beperkt, door geen verordening gesnoeid 1
Nu eenmaal niet.
We eerbiedigen elke levensbeschouwing,
die na ernstig denken en zorgvuldig wegen
en wikken, bij strijd verworven is. We eer
biedigen ook elke kloeke overtuiging, al
staat ze lijnrecht tegenover de onze die
zich flink en fier uitspreekt. En als een
moderne dominee of 06n dominee die 't
met Rechts niet esns is, dat goed laat
voelen, dan hebben we respekt voor zoo'n
karakter. Dan wenschen we zoo'n man wel
in Siberia of in de Sahara van Afrika,
maar er spreekt toch kordaatheid uit zoo'n
man en overtuiging. Och zag hij zijn dwa
ling maar in
Welnuzulke dominees heeft Vooruit
aan zijn snoer. En Reohts heeft de tegen-
overgestelden, de tegenvoeters ervan, aan
zijn zijde. v
En nu hopen we dien strijd op Fiak
kee uit te vechten. Rechts de Geref. en
Herv. pred. met hun Geref. Kerkleden, man
nen en vrouwen, jongelingen en jongedoch-
ters, tégen Links met zijn vrijzinnige pre
dikanten en kerkleden. En dan is dit onze
profetie; Zelfs zonder gebed op den kansel
(maar 't blijve, dat is onze bede), doch al
leen door de prediking der Geref. beginse
len, zal links er onder. Waar GodsWoord
doorwerkt, verdort de Vrijzinnigheid. Om
de opleving van dat Godswoord smeek6n
we, evengoed als om de verdorring der
Vrijzinnigheid.
In Rotterdam 6 rechtsche zetels kwijt,
maar in Leiden er één gewonnen', is dus
4 zetels verloren, zoodat de Staten van
Zuid Holland nu gedaald zijn van 48 r.en
34 1. tot 44 r. en 38 1., onder welke 38
10 Socialisten, ui. 2, die er al zaten en 8
nieuwe.
Van die 8 nieuwelingen komen er 6 voor
Rotterdam, 1 voor den Haageal voorDordt.
De Rotterdamsche 6 vervangen 5 recht-
schen en 1 links.
De Haagsche socialist is in plaats van
een Vrijzinnige, evenals de Dordtsche, zoo
dat links 3 zetels verliest en rechts 5 aan
den Socialist. Aan Rechts verliest Links 1
zetel te Leiden.
Rotterdam Wint 't dus in 't afstaan van
de setels aan den socialist, 't Is wel droef,
dat weinig getemperd wordt door >de vele
brieven met goede wenschen,* die de re
dactie van de a. r. Rotterdammer volgens
haar schrijven heeft ontvangen.
Och ja! cofidolatiekaartjes zijn verkwik
kend, als er dooden in defamiliezijn,maar
je krijgt den doode niet terug. >De goede
wenschen* en »de vele brieven* doen 't
feit niet te niet, dat er 5 rechtschen ge
vallen zijn. Kreeg je die maar door de >veie
brieven* terug, dan zagen de Staten van
Zuid-Q. er beter uitl
't Is jammer, erg jammer I En dan waren
er nog zooveel werkers zelfs van buiten
Rotterdam. Uit Hilversum, uit Delft, uit
Middelharnis, uit Dinteloord, uit Schiedam,
uit Zierikzee enz. Behalve die uit Rotter
dam zelf. Werken en hard werken en nog
5 slachtoffers.
We gevoelen met hoe grooten spijt de
Rotterdammers het fiasco van hun strijd
hebben gedragen; en heel Zuid Holland
voelt de klap, die daar geslagen is, De a.
r. Rotterdammer vuurde aan, streed mee,
maar de kiezers volgden niet; ze bleven
thuis of stemden rood.
En zoo gingen er 5 der onzen uit.
Droeve ervaring! Strijden in de Pers:
werkers uit alle oorden des Lands; en dan
de Staten nog in de klem gebracht, Geluk
kig dat Leiden nog wat wonl
Maar er is niets aan te doen! Met voor
zichtigheid voorwaarts en veel omkijken
of men soms scheef loopt, is misschien 't
beste middel om bij de Raadsverkiezingen
in 1917 nieuwe fiasco's mis te gaan.
Dat de S. D. A. P. 8 zetels erbij krijgt
is bewijs, dat in de steden van Zuid-Holland
de aanhangers dier partij toenemendat er
echter door Rechts in Rotterdam 22154
stemmen zijn uitgebracht en door Links
25537 en bij dit kleine verschil van ruim
3000, de eeïie partij 5 zetels verliest en
een ander er net zooveel wint, is een aan
klacht tegen ons kiesstelsel ea een nood
kreet om evenredige vertegenwoordiging.
Maar dit nu daargelaten, dan moet ge
constateerd, dat de Roode Vloed stijgt,
omdat de Vrijzinnigheid haar eigen wateren
in dien stroom Iaat uitmonden.
Voor de Rooden schijnbaar winst; voor
de Vrijzinnigheid in waarheid verlies.
Voor rood schijnbaar winst, want aan
stonds gaat volgens Mars de strijd toch
tegen >het Kapitaal*, en dan sluit veel
vrijziunigheid zich bij Rechts aan, en Rood
verliest weer van zijn zetels; maar ook
blijft er bij de Roode pavtijgenooten, als ze
beginseldragers van het Roode Stelsel zijn
een bittere nasmaak, dat zij hun zetels
aan de mannen van het kapitaal te dan
ken hadden, die ze in der hart verfoeien.
Zeker! een Rooje mag nu juichen* over
de 8 nieuwe zetels, maar ze sijn verkregen
niet door hun beginselstrijd volgens hun
program, dat het Kapitaal vervloekt, maar
slechts verkregen door samenwerking met
het Kapitaal, dat in Linksche handen zit.
Verkregen door Anti-Clericalismemaar
dat is niet hot program, dat moet uitge
voerd worden. Dit program spreekt van
dood aan het kapitaal. En toch heulde
men met dat Kapitaal, waar het was in
Linksche handen, terwijl men *'t rechtsche
KapitaaU te lijf ging, wat ook al weer
bewijst, dat het Socialistisch program een
leugen inhoudt, en de strijd der Rooden
er geen is tegen Het Kapitaal maar tegen
de mannen, die er nog een Bijbel en een
Kerk opnahouden.
Voor de Vrijzinnigheid is het stijgen vaa
don Rooden Vloed in waarheid verlies,
want ze verliest haar eigen karakter. Ze is
zich zelf niet meer. Ze moet gaan toegeven,
wat trouwens bij elke coalitie of samen
werking het geval is, maar bij Links het
meest nijpt, omdat ze ih die coalitie volgen,
nooit voorgaan kan. De Rooden wijzen den
weg aan, niet de Vrijzinnigheid.
Doch ook voor Rechts ligt er een waar
schuwing in 1 Zich aan te passen aan den
Nieuwen Tijd op Nieuwe Banen, maar in
den weg der ordinantiën Gods. Niet door
geweld maar door het Evangelie.
Zij kunnen het niet verstaan.
Een treffend staaltje om te bewijzen, dat
de ongeloovige pers de dingen van Gods
Koninkrijk niet verstaat, leverde dezer dagen
de N. Rott. Cour.
De „Heraut" had er met kracht en klem
op aangedrongen om toch te volharden in
het gebed voor den vrede. Niet alleen, om
dat er zooveel leeds geleden wordt en wij
uit mededoogen met de tallooze ongelukkigen,
Uodshulpe zouden afsmeeken, maar ook en
vooral met het oog op de belangen van
Gods Koninkrijk.
De „Heraut" zei dat zóó
„Bovenal, bedenk hoe ook de zaak van
God zelf onder dezen oorlog lijdt; hoe de
arbeid tot uitbreiding van Zijn Koninkrijk
door dienst der zending verlamd is gewor
den; hoe Zijn Naam gelasterd wordt onder de
heidenen, omdat de Christenvolken elkaar
uitmoordenhoe het gevaar dreigt, dat
wanneer dere zelfvernieiing doorgaat, het
Christelijk Europa, evenals eens het mach
tige Romeinsche rijk, door eigen schuld
ten ondergang zal worden gedoemd en de
heidenen over Christus' kerk zullen triom-
feeren, en laat dan de diepste pleltgrond
van uw gebed worden, dat God zich over
Europa erbarmen en den vrede ons her-
schenke om Zijns Naams wil".
Hieraan ergerde zich de redacteur van de
rubriek kerkniews in de N. R. Ct. Dat er zou
gebeden worden uit deernis met de ellendi-
gen, is zeer begrijpelijk. Maar het slot van
het Heraut-artikel geeft hem deze woorden
in de pen
„Nog eens het ligt aan het verschil van
standpunt, maar dit slot, waarin toch
eigenlijk God wordt herinnerd, dat het in
Zijn eigen belang Is, dat Hij vrede maakt,
is voor ons op het stuitende af".
Zij kunnen het niet verstaan. Een gebed
voor de verkiezingen is huichelarij, zoo'n
bede om heiliging van Gods Naam is onge
past.
Toch ging Jezus ons hierin voor. Hij leerde
ons eerst te bidden om de verheerlijking
en de heiliging van 's Vaders Naam en de
komst van Zijn koninkrijk en daarna lei
Hij ons de bede voor eigen belangen op
de lippen.
En dat is toch het allervolmaakste gebed 1
N. H. Ct.
ZUID-HOLLAND.
Omtrent de gevolgen van den stormvloed
van 13—14 Jan. 1916 in Zuid-Holland werd
door Gedeputeerde o. m. besproken
Dat de ervaring bij den jongsten storm
vloed opgedaan zeker geen aanleiding geeft
om te verlangen naar ingrijpende wijziging
in het stelsel, dat ten aanzien van de toebe
deeling der dijkszorg in Zuid-Holland geldt.
De toestand is zooals genoegzaam be
kend is verschillend voor het vasteland
en voor de eilanden, een verschil, dat in de
historische wording dezer deelen zijn ver
klaring vindt.
Overziet men de verschillende regelingen
voor vasteland en eilanden, dan kan men
zeggen, dat het stelsel in het kort op het
volgende neerkomt. In het onderhoud der
dijken wordt, gelijk van ouds, door de naast
belanghebbenden voorzien. Het bestaan van
een gemeenschappelijk belang is op zich zelf
niet voldoende om een gemeenschappelijk
onderhoud voor te schrijven. Waardijken,bij
welker toestand meer dan èèn waterschap
belang heeft, niet in handen zijn van zeer
krachtige lichamen, stellen de Staten bij dijk-
tafel, regels omtrent het onderhoud, terwijl
zij door vorming van grootere dijkdistricten
zorg dragen, dat niet de hooge kosten de
onmiddelijke belanghebbenden voor een goed
onderhoud doen terugschrikken.
Een en ander brengt mede, dat men daar,
waar groote waterschappen met het onder
houd van dijken zijn belast, in eerste instan
tie aan deze zelf de beschikking laat omtrent
de afmetingen, welke aan den dijk behoojen
te worden gegeven. De goedkeuring van Ged.
Staten, welke volgens de wet van 10 Nov.
1900 (Staatsbl. No. 176) op plannen tot ver
hooging en verzwaring van dijken is gevor
derd, geeft hun daarbij de noodige mede
zeggenschap,
In elk geval echter zal, waar de jongstè
stormvloed op vele plaatsen hoogere standen
te zien gaf dan ooit tevoren, een herziening
van de verschillende dijktafels met spoed ter
hand genomen moeten worden.
Daarnevens wordt overwogen of voor en
kele deelen der provincie, waarvoor thans
nog geen voorschriften bestaan dijktafels in
het leven geroepen moeten worden.
Na de tot standkoming van het reglement
voor den dijkring Fiakkee is in Ged. Staten
o.m. overwogen, wat ten aanzien van de dijk-
zorg voor het overig deel van het eiland Goe-
ren en Overflakkee, te weten de gemeenten
Ouddorp, Goedereede en Stellendam, ware
te bepalen. Een plan tot stichting van een