Zaterdag 17 Juni 1916 318te Jaargang N°. 2190. Antirevolutionair voor de Zatdhollandsclie en Zeenwiche Eilanden. e Eerste Blad. proprlair R. c. F. 1i. LEE-Moonen. V IN HOC SIGNO VINCES SAMENSMELTING. OP DEN UITKIJK. „HET GOUDEN HEET". PENNEKRASSEN. D»e Courant veraohgnt eiken Woensdag en Zaterdag. J oitgjbvsm Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p, 50 Cent tyj vooruitbetaling/ g q g O ~V' E N Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar Afzonderlijke nummers 5 Cent. Motel Mesf&urant f 1.25, f 1.50 en f 1.75 Maar wat ik niet kan vélen? SOMMEL.SD1JK. Teletooa litereoMBi, So. 8, I AdveffteutJèK 10 cent por regel en */s maai, Eeciaaaes SU per Boekaaukomdiging Cent per regel en */s staal. PieustaanTragee en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing;. Groots letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die wg ttmi&n- 4dTertentiën worden inaewaoht tot Oinadag- on Vrijdagmorsfo»» 1 %lle Mukkep toor ot* Bftodincvisr besieina. Aaverteniie» r#« *-«rraere Ad*iia«e**r»t**- toe te- 4«nden «umk «ie*» U *&*•»»»- De heer mr. Hovy, burgemeester van Loosduinen, autirevolutionaar van top tot teen, brengt in zijn stembusbrocbure een gedachte Daar voren, die in veler har ten leeft n*l, de samensmelting met de Christelijk-Historischen. Hij schrijft op bidt. 6 Juist in den laatsten tijd is herhaal delijk gebleken, dat de partijen ter rech terzijde in de praktische politiek veel meer punten van aanraking hebben dan velen hadden durven denken. Wannéér men de voortreffelijke geschriften van 't Lamer- lid voor Apeldoorn, den heer Snoeck Uenkemans leest, welke hij in de jaren zijner gelukkig niet te lange vacantie van 't Kamerlidmaatschap, over de Ou derdomswet en de verzekeringsplannen van Minister Treub het licht heeft doen zien, dan vraagt men zich af. wat toch 't onderscheid is tusschen de antirev. en zijne n.l. de Chr. Hist, partij. Ten aan zien van de R. Kath. kamerleden gold dit evenzeer, zij het, dat interaard hun partij een meer geïsoleerd (afgezonderd) standpunt inneemt en zal blijven innemen. Vandaar dat ik my afvraag, of niet allengs de tyd gekomen is om te streven naar samensmelting met de Chr. Hist party. Natuurlijk it voorafgaand en uitgebreid overleg noodzakelijk. Het ge meenschappelijk beginsel, samen de be ginselen der Heilige Schrift willen toe passen op Staatkundig ter rijn, is aan wezig. Het gemeenschappelijk beginsel is aan wezig I zegt mr. Hovy. 't Is zoo. De te betreuren scheiding tussshen Anti's en Chr. Historischen is geboren in 1895, toen de Antirev. partij zich in tweeen deelde. Het eene gedeelte bleef zich noemen anti revolutionair en 't andere deel Vrij-antire- volutionair. Deze Fry-antirevolutionairen verbonden zich in 1903 met een anderen bond, nl. den Chr. Hist. Kiezersbond en van dat jaar 1908 af dagteekent de Chr. Hist, partij. In 1908 breidde deze Chr.-Hist. partij zich uit door opname van den Frieschen Chr.-Hist. Bond. Toen werd de naam van Chr. Hist, Kieeersbond veranderd in Chr.- Hist.-Unie. Wat men dan ook tegenwoordig de Chr. Hist,-partij noemt, is een- vereeoiging van Vrij-Antirev.. Chr.-Hist." uit Holland én Chr.-Hist. uit Friesland met de jaartallen 1895, 1908 en 1908, Er was verschil van beginselen tusschen die drie deelen, maar men is toch tot een heid gekomen. Welke die verschillen on derling waren en waarin ze alle drie weer met de antirev. partij van 1878 verschil den, kan in dit korte artikel niet worden besproken. We noemen slechts eenige pun ten de Kieswet Tak in 1891 de leiding van dr. Knijperde samenwerking met Rome by eerste stemmingde Nederlandsch-Hervormde Kerk\ antirQe- reformeerdheid; anti-papiststelsel van dr. Hoedemaker in zake de verhouding van Kerk en Staat, en de Chrietianisee- ring der Openbare Scholen. Nog eenswe gaan op de scheuring van 1895 en op de beginselen der Chr. Historischen sinds 1908, na de fusis's of wmeuimeUingetr met 4a vroegere anti's an Hollandsche met Friesche Chr. Hist, niet in een boekdeel kan men ermee vullen. Maar teen in 1908 is reeds gezegdWaar al zooveel Protestantsche kiezers reeds in één Bond zijn, moet daar de rest ook niet bij De rest: Dat zijn de Antirev. onder leiding van dr. Kuyper. Moet 't weer niet worden één herder en een kudde, met één program. Alle Protestanten in ééa partij 1 Ned. Hervormd en Gereformeerd, Luthersch en Doopsgeiind allen, die 't gemeenschap pelijk beginsel belijden om de H. S. te wil len toepassen op Staatkundig terrein moe ten die niet allen één zijn Ons verstand ons hart, onze geheeleziel zegt, Ja! 't moet. En als alles wat Pro- testantsoh-Christelijk denkt is tot éèn Par tij verbonden en als dan een coalitie be staat van die partij met de R. K. Staats partij Zeg ons, wat zal Rood en Rose dan nog kunnen regeeren Dan is 't uit, Dan komt de Rechterzijde aan de macht voor lange lange jaren 't Zou heerlijk zijn als de H. S. jaar in jaar uit in onze politiek voor Binnen én Buitenland, 't richtsnoer kon blijven. Als de Christelijke ideeen ook op 't politieke erf van jaar tot jaar zich baan konden breken. Daarom beaamden we in 1908 reeds de de toen uitgesproken wenschOch waren we maar weer één. Anti's en Chr. Hist, één' Kuijper en Lohman en de Visser één. En nu in 1916 zeggen we 't den heer Hovy naDe tijd is gekomen om naar die een heid meer dan ooit te zoeken. En waar een wil is, daar is een weg. Wie had ooit kunnen denken dat de Friesoh-Chr.-Hist. Bond met zijn Hoede- makers-ideeen over Staat en Herv. Kerk enz., zich ooit had kunnen vereenigen met den >doleerenden« Lohman van '86, en toch is 't geschied. Alles is mogelijk, als men slechts door één gedachte bezield wordtTegen de Re volutie van allerlei soort en karakter, het eene, eeuwige Evangelie ook voor ons Ne- derlandsche Volk. Dan valt de Kerkpolitiek weg, met zijn „Groote" en „Kleine" Kerk dan valt de leiding en de leider weg dan vraagt men niet meer wie de meeste is in 't Koninkrijk der hemelen, maar dan zijn we allen zoo graag dienaars, navolgers van dat eene beleden Kruis van Golgotha. God geve dat we dien tijd van Eenheid nog eens mogen beleven I Eén protestantsche partij 1 Eén protes- tantsch program Eén Christelijke politieke lijn met de R. K. in bond door alle regee- ringswerk In 't Vaderland I Ia stad en dorp Tegen 't Ongeloof, dat de Rede ver? heft boven Goddelijke Openbaring. 't Is Zondagmorgen, zeer kort geleden. In een der ruime stadskerken van een flinke provinciestad is de schare bijeenge komen, ze zij groot of klein dat meldt de historie niet, om gesticht te worden en gefondeerd in den protestantschen godsdienst, want het is een der kerkgebouwen van de Hervormde gemeente, waarin 't geval ia gebeurd. De predikant klimt op stoel. In zijn predikatie gevoelt hij zich ge drongen te spreken over de zaak die in Hervormde kringen en ook wel daar buiten veel sensatie heeft gemaaktden overgang van Ds. Vetbake, uit de buurt vau Alkmaar, tot de R. Kath. Kerk. 't Geval op zichzelf heeft weinig bizon- ders. Ds. Vethake had met onbegrijpelijke licht vaardigheid het ambt van zielenherder aan vaard, vóór bij nog net ziohself in 't reine Gedempte SJoerensteigër 63A, 63B Direat nabty de Hoofdsteeg, Kotterdana. DINERS 60 cent en hooger. LOGIES MET ONTBDT Tel. No. 10595. Aanbevelend, Het door ieder aanbevolen adres. gekomen was. Toen bij in zijn gemeente bevestigd werd, wist hij zelf niet of hij nu orthodox dan wel modern was! Blijkbaar slingerde zijn ziel nog van pool tot poolEn hoe zoo iemand het wagen durft zich als herder der schapen te lateu bevestigen, eer lijk gezegd: 't Is mij een raadsel. Ik kan begrijpen, dat hij er toe komt, om zijn pa pteren van voorheen in zijn tuin te ver branden onder den uitroep: «Daar gaat mijn verleden!» Want dat verleden is niet scbitterend. Overigens is 't geval gewóón. Overgangers van kerk tot kerk komen elk jaar voor. Alleen dat het hier 'n pre dikant geldt, geeft er iets eigenaardigs a«n voor óns. Rome maakt er weinig drukte over. 'n Predikant, die overkomt is voor de R. K. Kerk niets meer dan elk gewone «leek». Ds. Bruna, die eenige jaren geleden over ging, werd geloof ik journalist en werkt aan «Het Centrum» en Ds. Vethake wil nu in de rechten gaan studeeren Van pries ter worden is geen sprake ds. Bruna was trouwens, meen ik gehuwd. 't Eenige wat men van Roomsch-Katho- lieke zijde doet, naar aanleiding van t ge val Vethake, scbijnt te zijn een ietwat ruime verspreiding van een boeksken »Op weg naar Rome», door den zooeven ge- melden ex-predikant Bruna geschreven en waarin deze in verschillende schetsen, niet zonder journalistiek talent gesteld, verhaalt wat hem zoo langzamerhand in zijn leven den weg naar Rome heeft opgedreven Doch over dit boeksken straks nog. Keeren we naar de kerk tetug. De predikant spreekt over de handelwijze van zijn collega Vethake en begint naar aanleiding daarvan de Roomsch-Ka- tholieke kerk sterk te verheerlijken, prijst o.m. haar Maria-vereering. takelt het pro testantisme af, dat z. i. daar beneden staat en geeft deze profetie voor de toekomst, dat de orthodoxe, evangelische en moderne vormen van 't protestantisme slechts zijn van voorbijgaanden aard en dat de tijd na dert, waarin het vplk met groote drommen in den schoot der Moederkerk zal weder- keeren. Misschien haalt iemand de schouders op en prevelt hij iets van «praatjes» Och, waarom kan het niet? Er gebeuren wel andere dingen! Nog pas is met hemelsvaartsdag, 't zij Gode geklaagdop honderden kansel gespre ken over de «Hemelvaart-legende» en rond weg gezegd, dat men zich natuurlijk bij de ouderwetsere voorstelling van een Jezus, die lichamelijk ten hemel voer, niet eens ophouden zou. Dat gebeurt al zoo véle jaren Zou dan dit onmogelijk zijn? Bovendien ik wil man en paard, pre dikant en zegsman wel noemen't Is ds. Van den Bergh van Eijsinga uit Zutphen geweest en ds. R. H. Drijber, eveneens predikant in deze stad doet het verhaal er van in bet «Evangelisch Zondagsblad». 'n Beetje vréémd is het wel 'n Man. die beroepen is en in zijn ambt beve-tigd om oa. de belangen van het godsrijk in 't algemeen en van de Hervormde kerk in 't bizonder krachtig te bevorderen en die dan feitelijk deze kerk voor afbraak veilt en zijn geacht publiek voor de belangen van het godsrijk verwijst naar mag ik 't even m koopmansstijl zeg gen? naar 'n concurrente kerk. Op hém, op ds. Vethake c.s. valt men nu met grimm gheid aan. Omdat zij de kerk te na kamen. Maar de honderdduizenden, die Christus zelf, den Koning'zijn eere rooven laat men met rust. Jaar op jaar. Van de eene eeuw in de an dere. Dat is de gruwel, waar Groen van Prin- sterer en de zijnen tegen hebben getuigd I Om op mijn chapitre terug te komen... Weet ge wat merkwaardig is? Dat menschen zooals Bruno, Vethake, V. de B. v. Eijsinga e. d. g, die Rome kiezen of prijzen boven het protestantisme bijna allen komen uit deu modernen of bijna-modernen, vaak uit den antipapisti- schon hoek. Men zou 't net andersom wachten Als men tenminste dr. Bronsveld en de zijnen gelooven mag, die ons, gereformeer den en antirevolutionairen al 25 jaar voor de voeten werpen, dat wij met onze «Coa litie» 't volk naar Rome lijden en 't land aan Rome verkoopen! Hoeveel «fijnen» zijn er in die kwart eeuw roomsch geworden? Ik ken er niet één Wel hebben wij elkaar beter leeren be grijpen en verstaan. En in 't geen ons scheidt èn in 't geen ons vereenigt. Ook in dat laatste. Op gevaar af van een Utrechtsche stormwind om mijn ooren te krijgen durf ik gerust te zeggen en te herhalen, hoe ik steeds beter leer en inzie welke kapitale en cardmale punten wij met Rome te zamen verdedigen. Zónder verflauwing der grenzen Och! wie door Gods genade waarlijk «gereformeerdcis, niet alleen met den mond maar ook met het hart, die staat zeer stevig in zijn theologische schoenen I zelfs de gewone man, die getrouw van week tot week de catechismus-prediking volgt, die ként de punten vau verschil en kan er over meepraten ook. Maar óók de punten van overeenkomst. Rome en wij hebben b.v. preeies den- zelfdea strijd tegen het modernisme in el- ken vorm. Dat voelt men ook bij de roomschen. Telkens blijkt dit uit kleinigheden. Zoo zal b.v. de priester lieft zien, dat de roomsche meisjes bij geloofsgenooten dienen, wat ook te begrijpen is. Maar kan dit niet, dan heb ik meermalen opgemerkt dat hij ze heel wat liever bij de «fijnen» in huis ziet, dau bij hen die «modern» in leer en leven zijn. De pastoor van Witmarsuni, op den jong- sten Frieschen landdag, sprak dan ook met veel waardeering over de «fijnen», die hij als ik me niet vergis, zelfs «broeders» noemde. En hoe komt dat zoo? De Roomsche geestelijken kennen óók wel de kaart van 't land en weten bij on dervinding, dat de echte gereformeerden als «protestanten» behooren tot de aller- stugste soort, waaronder voor hen abso luut geen visch zit! De «overgangen», komen elders voor. Neem b.v. dat boekje van Bruna maar, dat we met volle gerustheid elk goed ge reformeerd measch in handen durven ge ven. Dat «protestantisme» van-den-kouden- grond, waaronder Bruna als knaap en jon geling opgroeide, is zoo geheel zonder fut of pit, dat een waarlijk zoekende ziel het uitspuwen moet en zoo'n ziel één van tweeën óf met den calvinist leert jubelen in - den troost der eeuwige verkiezing óf met Rame rust eu troost vindt m den schoot der kerk. l Zij weten wederzijds, wat zij aan elkaar hebben: «Rome en Derdt»! Maar zij leeren óók steeds beter kennen en onderscheiden hun gemeenschappelijken vijand: het modernisme en de moaerne dwalingen in eiken vorm. Meen niet, dat Rome daartegen niet te worstelen heeft! Nog pas is 't onder den rook van Utrecht gebeurd, dat de aartsbisschop een nieuwen pastoor in 't ambt zette en ronduit zei. dat in zijn gemeente het modernisme den laat sten tijd snelle en jammerlijke vorderingen had gemaakt. De geest der ontkenning! Die eindigt met de loochening der groote heilefeiten, die ook Rome belijdt. En daarom, nu mijn conclusie. Prof. Visscher en de jongste «Waarheids vriend» wijst er terecht op «hoe brood- noodig het is, tot andere kerkelijke toe standen te komen, waarbij de vrijheid ver kregen wordt om in gehoorzaamheid aan Gods Woord te leven». Mocht die «vrij heid» dan leiden tot hereeniging van alle gereformeerden dan kon naast de roomsche hiërarchie een krachtige, 't volks leven diep beïnvloedende gereformeerde Kerk verrijzen en zouden zij beiden, elk op eigen terrein met kracht pal staan, te midden van het volk, voor de grondwaarheden van het christendom. UITKIJK. Angstig-schuw sloop zij den drönkaard voorbij, die van den eenen kant van den weg naar den anderen laveerde. Zij wist wel, wie het was. De schoenmaker van het dorp stond er maar al te goed voor bekend. Zij was blij, toen zij hem was gepasseerd. Zingend nu, vloekend en tierend dan vervolgde hij zijn weg. Met eenigszins versnelde pas, om zijn na bijheid zoo weinig mogelijk te merken stapte Annie van Bergen door, tot zij de dorpstraat bereikte, waar de menschen stoepten, genie tend van den stillen, mooien zomeravond. Zij was naar het station geweest, om haar verloofde af te halen, die uit de stad moest komen. Maar, hoewel hij anders nooit van zijn gewoonte afweek, hedenavond was hij niet gekomon. Zeker hadden bezigheden hem verhinderd. Er wordt toch veel op bezighe den geschoven Dat had haar idyli3Che stemming eenigs zins verstoord. Ais zij voorbij de armelijke hut gaat, ziet zij de vrouw van den schoenmaker staan, turend den weg op, waarlangs heur man moet komen. Verwacht zij geld van hem te ont vangen, voor gemaakte schoenen? Zou zü dat geld noodig hebben? Ziet ge dan niet haar bleek gelaat, ziet ge dan niet, dat hare wangen zijn ingevallendat ze het laatste stukje brood spaart uit haar eigen mond, om haar kinderen te voeden, die schreien van knellenden honger Annie van Bergen ziet haar staan, en ter wijl zij de vrouw vriendelijk goedenavond wenscht, huivert zij bijkans en ziet voor zich het tooneel, dat straks volgen zal, wanneer de man thuis komt, de kinderen schreien... de vrouw slaag krijgt en haar man, want zoo is de mensch als mensch, in haar binnenste vloekt; de man wie zij hou en trouw heeft beloofd, toen zij stralend van geluk, met hem in den echt werd verbonden Toen was daartusschen gekomen dien de mon, die drankduivelEn verdwenen was al het geluk. Smart op smart, dat was al wat haar deel was. Annie van Bergen overdacht dat allemaal, terwijl zij voortliep. Angstige voorgevoelen bekommerden haar. Waarom, zij wist het niet. Ze moest glimlachen. Als Hendrik Maar neen, daar was toch geen sprake van. Hij dronk niet van beteekenis. Hij was wel geen geheelonthouder, maar dat wilde hij niet zijn Voor geen duizend gulden! Jawel, hij zou afhankelijk wezen van dat gegeven woord Hij zou zijn'vrijheid prijs geven. Geheelont houders waren in zijn oog geen menschen Menschen, die niet onafhankelijk kunnen zijn, die hun woord geven en daarmee hun vrij heid, neen, spreek er alsjeblieft niet van Maar intusschen gaven zij hun vrijheid niet prijs en hij, die dweepte met de matigheids- menschen, werd de slaaf van dit enkele glaasje dat hij nu en dan dronk! Toch had hij zijn vrijheid niet prijs gegeven Alleen zuchtte hij onder slavernij Bij Annie van Bergen komt het ook niet op, dat te denken. Dan zal zij eerst nog een leerschool moeten doorloopen, een school van lijden; een beproevingsweg moeten afwande len Maar nu, nu zij den schoenmaker heeft ont moet, diens vrouw heeft gezien, waarvan de onmiddellijke gevolgen van het alcoholisme maar al te duidelijk aan te bespeuren zijn nu haar verloofde niet is gekomen, maar ach tergebleven is in de stad met vele verleidin gen, nu ^.dwarrelen allerlei gedachten door haar hoofd, nu vormen zich schrikbeelden... Nu ziet zij zich als de vrouw van den schoenmaker, verlept, vermagerd, gebogen van verdriet en zij huivert En terwijl zij haar huis in de verte ziet, vormt zij onwillekeurig haar handen en bidt „O God, dat niet! O, dat niet! Was het geweest een droom, èen visioen, of wat? Vage geruchten deden de ronde. De ri|kf

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1916 | | pagina 1