Woensdag 10 Mei 1916 31Ble Jaargang N\ 217 9. aam, voor de Zuidliollandsche en Keenwsche Eilanden. ff® .Oorlog. )AM Antirevolutionair Orgaan Bedelen sm politieke Blendisie. de IN HOC SIGNO VINCES UIT DE PERS. 12% JARIG JUBiLEUSVa 9 vanaf vanaf ccreld'. e Voeder- CHTVOB- lRNIS. BUITENLAND. 380 jeerd) IN vat daar ge- vereld". den. Veeren den. Kapok ïeubelen en en 1 Deken 9158 Deze Courant veraohgat elke» W©«Ksdag m ZMerésg, 4b«a®eBfteatsprijs per drie aaaadea ft. p. p. 50 Ces! bij vooruitbetaling. Buitenland bij vooruitbetaling 4,50 per Jaar Afzonderlijke nummers 5 Cent. ÜITSKVSB W. BOEKHOVEN. SOMMELSD1JK. leReï®»» IntereofflMH. He. S. AdverteatiëB 30 oomper regel oa l/3 iaaal, Bcoisiaaes SU par Bcwkunkondlging Oant per regel aa maai. Meuatsasvragea au Menstsantoiedingeff 5$ Oent per plaatsing, sfroote letters au vigaetten wordeu berekend naar d® plaatsruimte dia zij bsebtóB. idvertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- ei? Yrgdatpaofgen 411e stuit Item vuur «v steo»v,.«ae tMssteiwö, AOveri-emifiesR r.é «-«stoere JkdBninistrmti® trasmc^ t«e ie iBesaaien ann den ftJfitc®--* laders medalje heeft rijn keemjde En <!e politieke omstandigheden der laatste twintig jaar lijn van dien aard, dat de keersijde van veel moois geworden is veel leelijks. Hoe is de toestand geweest Hoe is hij nu Onder Duitschen invloed is ook in Neder land geïmporteerd de uitgebreide Staatsbe moeiing, die daar onder de machtige wer king van Bismark de Regeering opriep tot hulp aan de zoogenaamd sociaal- en eco nomisch zwakke lagen der Duitsche bevol king. Bismarck, uitgeslepen als hij was, deed dit out de toen nog wassende macht der Socialistische propaganda te breken. Hij dacht, en het was heel goed gezien, dat de Duitsche S.D.A.P. vleugellam zou geslagen worden als de Staat ging doen, wat de S.D.A.P. voor het volk begeerde of althans beweerde te begeeren. De Duitsche Staat trad op met sociale verzekeringswetten enz. Maar wel eigen aardig: het waren juist de conservatieven, die zijn plannen het meest toejuichten die als katheder-socialisten in boek en krant dat denkbeeld van Bismarck toejuichten en er propaganda voor maakten. Die Conservatieven juichten dat stelsel van Bismarck ook daarom toe, omdat zij in dat helpen van en toegeven aan de arbeidersklassen niets minder zagen, dan j*r\ L a een groei en bloei van hun partij. De S, J, Wy D.A.P. knabbelde steeds bij elke verkiezing aan haar candidatenlijst, slag op slag ver loren de Conservatieven terrein, omdat nu eenmaal de S.D.A.P. het hoogste bod deed en het meeste beloofde. Natuurlijk dus, dat de Conservatieven wat blij waren met dat Bismarckiaansche stelsel van Staatsbe moeiing. De Conservatieven stemden steeds vóór en stegen daardoor in de achting van de armere kiezers. Zoo begon nu ook de S.D.A.P. van haar zijde te dalen. En het werd in de Kamer van DuitsGhe afgevaar digden een concurrentie van belang, wie meer of minder de Staatswet wou doen dienen tot versterking van de zwakkere bevolking. Die Staatsbemoeiing is dan ook voor de S.D.A.P. geen winst geweest. Dat werk van Bismarck is in Nederland niet onopgemerkt voorbijgegaan. En alle partijen van Rechts en Links hieven de leus aan: Staatsbemoeiing. Ieder, die de programs der partijea naleest, ziet den Duit schen invloed aan 't werk. Staatsbemoeiing en nog eens de Staat, en nog eens de Staat is schering en inslag in alle paragrafen der programs. Nochtans de S.D.AP. staat, als overal en altijd boven aan in haar eischen van Staatstoezicht en Staatssouvereiniteit. - Toen is ook in Nederland de scheiding gekomen tusschen de partijen. Er kwamen Vrijzinnig-Democraten en Christen-Demo craten, er kwamen Sociaal-Vooruitstreven- den en Sociaal-Conservatieven, en ook in de Antirev.partij begon men de scheiding te maken tusschen droit ei en »gauchec, De >droitec (rechts) waren de anti's, die niet vooruitstreefden, de gauche waren de antis, die wel vooruitstrëefden. Zoo kwam er in elke partij scheiding en scheu ring, maar het volk als volk ging er niet op achteruit, want de Sociale Wetgeving, et Staatsingrijpen wa3 nu eenmaal op de aan gekomen en het ging er niet meer af. enk maar aan de Ongevallenwet, Arbeids wet, Pensioenwetten, Algemeen Kiesrecht enz. Da politieke partijen mossten alle met en stroom mee, hetzij meer of minder; ge willig of ongewillig. Maar. Maar nu kwam en komt de keerzijde. Wie de vinger geeft, is vaak verplicht de heele hand te geven, segt het spreekwoord. Het sociale wagentje rolde de (selling af met aardige vaart, maar hoe lager 't, kwam hoe sneller de vaart werd. En wie van de sociale vrucht geproefd had smakte naar meer. Vandaar, dat er weer stemmen op gaan om een Haiti toe te roepen aan die politieke ijveraars, die de staat als den alles- dragenden en voor-allen-zorgenden-Alvader willen blijven gebruiken. Nu komt er ander maal strijd. Niet, zooals vroeger, hoe men den Staat zou inroepen, maar hoe men de staatshulp kan gaan ontberen en verre van zich houden. De oorzaken, liggen voor de hand. Wat heeft die staatshulp gebracht? Verbetering in het sociale leven van de arbeidende volksklassen Gewis, al is het meer schijn dan zijn. Maar daartegenover staat: Op komst van een materialistischen geest en van een materialistisch streven. Hebben is nebben, is de daagsehe leus, die los van alle geestelijke gedachten, ons Nederlandsch Volk bezield heeft. Bij patroon en knecht, is het eigenbelang naar voren gekomen. Omdat de wet den patroon dwong, ging hi] om zich zelf denken, meer dan vroeger en is er veel méér dan vroeger eeD heimelijke wrevel tegen de staatshulp en de onaf hankelijkheid der werklieden gekomen. Daar bij is do uitwerking der staatshulp door zoo'n leger van staatsambtenaren duur en kostbaar. Daarbij is de staatshulp de dood voor eigen hulp. Daarbij plagerij en kren terigheid d6r ambtelijke onkunde. Daarbij de reaktie tegen de gebonden vrijheid van bedrijf. Al die oorzaken maken, dat men een Halt! gaat toeroepen aan den staat. Maar en ziedaar het gebèdel om de politieke klandisie al ziet men in, dat de staat op dit oogenblik beter wat kon teruggaan, men durft het niet meer te propageeren, uit vrees van de werklieden af te stooten. Zie het maar aan de staats- bedeeling. De vrijzinnigheid heeft jarenlang tot eisch gesteld: premiebatalenMaar de S.D.A.P. wilde geen premiebetaling. Wat doet nude Vrijzinnigheid? In haar hart is ze nog overtuigd (want anders zou ze wel idioot moeten zijndat premie betalen toch beter is dan niet-betalen; maar om de politieke klandisie niet te verliesen, gaat ze met de staatsbedeeling mee. Zoo ook met het Vrouwenkiesrecht. Zoo ook in het Onder wijsvraagstuk, waar ze op Rechtsche stem men loert. Bedelen om politieke gunst is aan de orde van den dag. Concurrentie tusschen Rood en Concentratie. Wie biedt het meeste aan de werklieden? Armzalige politiek nochtans! Een man van Rechts doet daaraan niet mee. Ook hij wil socialen vooruitgang maar door geen gebedel om de politieke gunst. Niet uit politieke berekening. Maar om het Recht. Niet gewerischt. Met groote angstvalligheid ziet de Kamer voorzitter, Mr. Goeman Borgesius toe dat men niet in herinnering brengt de verkiezings beloften der concentratie in het beruchte jaar 1913. Elke spreker van rechts, die er naar taalt daarop te zinspelen, wordt onmiddellijk tot de orde geroepen. Maar als dan even later de heer Duys of één zijner vrienden in bittere bewoordingen aan rechts verwijt, dat wij vijf jaar in de macht waren en toch het Staatspensioen niet brach ten, dan is de voorzitter één en al lijdzaam heid en meent men soms een genoeglijk trekje op zijn gezicht te ontdekken. Geen wonder Mr. Borgesius was grootmeester der concen tratie en voelt nu eiken dag, wat hij heeft durven bestaan en hoe groot de volksmislei ding is geweest, waaraan hij heeft meege daan. Vandaar begrijpelijkerwijze het onaan gename gevoel als 1913 naar voren komt. Vandaar het stommetje spelen van propagan disten als de heeren Roodhuyzen en de Jong. De schetteraars over een dooie en zijn pen sioen, zwijgen nu geheel. Want aan de post kantoren zal men niet beweren, dat Talma een pensioen gaf aan „dooien", ais men het aantal uitkeeringen zieten onze vakvereni gingen hebben begrepen, dat ze iets anders hadden kunnen hebben, dan het beginsel van het staatspensioen plus een gift van f 2.— per week. Het beginsel is dan toch maar goed, hoo- rën we van de soc.-democraten keer op keer. Al is de uitkeering ook bedroevend laag. Maar vroeger bestond hun kracht hierin: wat hebben onze arbeiders aan een beginsel daar kan men niet van eten. Nu hopen ze het beginsel van het staats pensioen te kunnen brengen en daarmee moe ten de arbeiders dan maar tevreden zijn. 't Is zoo te begrijpen, dat ze van ganscher harte, hopen vóór de Statenverkiezingen met de Ouderdomswet gereed te zijn. Want een verkiezing tijdens de behandeling zou voor links fataal zijn. De kiezers moeten eerst weer leeren ver geten, wat kool hun door de linkerzijde ge stoofd is. Misschien gelooven ze dan wel, dat de schuld eigenlijk bij de rechtsche Eerste Kamer ligt. En dan zou men gered zijn. Aan ons de plicht om het kiezersvolk te waarschuwen voor deze misleiding. (N. Haag. Ct.) Leerzame cijfers. In Duitschland worden van de 1000 blij vende renten toegekend aan invaliden van 70 jaar en ouder 135, van 64—69 jaar 195, van 60 tot 64 jaar 197. En aan invaliden beneden den leeftijd van 60 jaar niet minder dan 473. Hieruit blijkt de groote beteekenis van de invaliditeitsverzekering. Zelfs een „Staatspensioen" op 65-jarigen leeftijd weegt, materieel gesproken, bij lange niet op tegen de invaiiditeidsverzekering. Eik uitstel van deze sociale voorziening is dan ook een ramp. (Wageningsch Nbi.) DE TOESTAND. De nota van Duitschland aan de Vereenig- de Staten, is thans het voornaamste nieuws. Men zou deze langste van de ooit gewis selde nota's kunnen verdeelen en haar in vieren splitsen 1. Over dat geval van de Sussex kan het wel wezen dat gij gelijk hebt, laten wij daar nu maar geen ruzie over maken. 2. Gij, Amerika, komt op voor de men- schelijkheid tegen deh duikbootoorlóg. Maar bedenk, dat wij dien duikbootoorlog, die inderdaad hard is, als wapen gebruiken tegen het Engelsche uithongeringsstreven. Wij zul len nu voorloopig de bijzondere bepalingen, die gelden voor ons „oorlogsgebied" (en daarmee eigenlijk dat heele begrip oorlogs gebied, hetgeen eigenlijk de hoeksteen is van den Duitschen duikbootoorlog) prijsgeven. 3. Maar wij kunnen zulks alleen voorloo pig doen, in de vaste verwachtingen, dat gij nu ook aan den oorlog, dien Engeland tegen non-combattanten voert, een einde maakt. Onze duikbootoorlog was daartegen een wa pen en trof noodzakelijkerwijs ook non-com battanten en neutrale belangen. Als gij nu aan die Engelsche blokkade een einde maakt, dan is de zaak gezond en naar uw zin ge regeld. 4. Gij denkt wellicht, de blokkade, is voor Engeland zoo'n belangrijk wapen dat het het niet uit de hand zal leggen, dan wanneer het ophoudt met den strijd Welnu wat dat aan gaat, wij zijn bereid tot vrede en bewijzen het nu nogmaals door onze concessies aan u. Heeft u pogen bij Engeland geen succes, dan blijkt dat de voortzetting van den blokkadeoorlog en, als wapen daartegen, den duikbootenoorlog, geheel de schuld van En geland is. Natuurlijk hervatten, wij dan den duikbootoorlog met verhoogde kracht. Aldus dan de Duitsche nota. En wat zal de uitwerking zijn, die het in het verre westen brengen zal? Dit is er wel uit op te maken dat Duitsch land zijn best doet om met Amerika op voet van vrede te blijven. Wat de „Sussex" betreft concludeerd het „Fr. Dagbl. geeft het in elk de mo gelijkheid toe van een vergissing, zal het nogmaals alles ten nauwste onderzoeken en als hier werkelijk een duikboot-kapitein zich vergist hééft, zal Duitschland Amerika vol komen tevreden stellen. En wat de hoofdzaak betreft: Duitschland houdt vast aan de duikboot als wapen tegen vijandelijke handelsschepen. Hét tón en mag niet anders. 't Is geheel Engeland's schuld, zegt de kei zerlijke regeering. Engeland tracht onze vrouwen en kinde ren uit te hongerenEngeland schendt de zeerechten der „neutralen" op de meest kren kende wijze, ons eenige wapen daartegen is de duikboot en daar kunnen wij geen af stand van doen. Dat lijkt vrij gevaarlijk. Evenwel, er volgt nog iets. De Duitsche regeering verwacht van Ame rika, dat het nu even kras tegen Engeland zalverdedigen de „vrijheid der Zee" en, dat is 't voornaamsteis bereid om gedurende zekere periode van afwachting „nieuwe in- structies",te geven aan zijn zeestrijdkrachten. Zij twijfelt niet of de Vereenigde Staten zullen van Engeland het in acht nemen ver langen van die normen op het gebied van het volkenrecht, welke vóór den oorlog al gemeen erkend werden." Dus wliar koiht het op neer Zien we goed, dan hierop Amerika verlangde, dat Duitschland den duikbootenoorlog tegen handelsschepen sta ken zou. Dat kan ik niet, zegt Duitschland. Maar het schort dien op. Geeft dus in zekeren zin toch toe. Edoch in afwachting. Er op rekende, dat Amerika nu ook met dezelfde énergie de „vrijheid ter zee" tegen Engeland verdedigen zal Wat men afwachten moet Nog één zin is in dit antwoord zeer op merkelijk „Het bewustzijn van kracht stelde de Duit sche regeering in, staat tweemaal in den loop der laatste maanden haar bereidwilligheid om vrede te sluiten te toonen." Zóó ronduit werd dit nog niet gezegd Zou dit nu eens 'n zaadje kunnen zijn, waaruit de werkelijke vrede te voorschijn komt De New-Yorksche correspondent van de Frankf. Ztg. seint draadloos, dat na de ont vangst der Duitsche nota in de Amerikaan- sche oorlogspartij een splitsing is gekomen. Er zijn onverzoenlijken die volhouden dat Wilson in zijn recht is als hij de diploma tieke betrekkingen thans afbreekt, doch de meer gematigden zijn het met die opvatting niet eens en wijzen op de groote concessies waartoe Duitschland zich bereid verklaart. Eenige bladen verdedigen het verlangen van Duitschland dat ook Engeland tot in achtneming van het volkenrecht moet wor den bewogen en houdt een optreden van Wilson in die richting voor waarschijnlijk. Te officieeier plaatse zwijgt men nog, maar de sterkste strooming der openbare meening en het oordeel van 't meerendeel der bladen pleit voor aanneming der Duitsche voorstel len, hetgeen op de houding van Wilson wel niet zonder invloed zal blijven. Gevecht tusschen een Zeppelin en een Engelsche flottielje, Men meldt uit IJmuiden aan de N. R. Ct. IJmuider stoomtreilers rapporteeren bij aankomst te IJmuiden over vlootmanoeuvres van Engelsche oorlogschepen op de Noord zee, waarbij hier en daar een treffen heeft plaats gehad. Zoo deelt een hunner mede, Donderdagmorgen getuige geweest te zijn van een treffen tusschen een Zeppelin en een Engelsche oorlogsflotielje die uit 21 schepen groote en kleine bestond, en zich op 55.30 N.B. en 7.2 O.L. bevond toen een Zeppelin boven de flottielje verscheen en twee schoten loste op een der grootste oorlogschepen. De flottielje verspreide zich snel doch twee slagschepen met drie schoorsteenen schenen het gevecht met de Zeppelin te willen aan binden van een der slagschepen werden kort achter elkander drie schoten op de Zeppelin gelost waarop deze de vlucht nam, oogen- schijnlijk ongedeerd, doch nog slechts tien minuten na het passeeren van den stoom- treiler stortte het luchtgevaarte in wilde wen telingen naar beneden en in Zee. De treiler, aan boord waarvan men het gevecht met de grootste spanning had gadegeslagen, wilde naar het in zee gevallen luchtschip stoomen om zoo mogelijk hulp te verleenen doch hem werd de gelegenheid daartoe afgesneden daar het luchtschip tusschen de inmiddels terug gekomen Engelsche flottielje geraakte. Aan boord van den treiler meent men zeker dat de geheele bemanning van het luchtschip is omgekomen, 't Was een Zeppelin met twee bemande schuiten onder aan het luchtschip. Vóór de Zeppelin naar beneden stortte had men een geweldige ontploffing gehoord en had men een dichte zwarte rookkolom het luchtruim zien instijgen. De bemanning van den trauwler was nog zeer onder den indruk van het gebeurde, bovenal van het uit de lucht in wilde schommelingen neertuimelen van het reuzengevaarte dat met een donde rende slag in de zee plofte. Men meldt uit Nes op Ameland Visschers, hier binnenvallend, melden, dat het Duitsche luchtschip rakelings over hun schuit heenstreek. Blijkbaar had de Zeppelin zware averij. van de Vereeniging „Arhèachtsschool voor Overflakkee en Goedereede" te Middelharnis. De feestelijke samenkomst tot het vieren van dit Jubileum in een der bovenzalen van genoemde Ambachtschool werd door den Voorzitter de Heer U. J. Mijs geopend, waar na deze ongeveer het volgende sprak Dames en Heeren! Bij de opening van deze feestelijke samen komst, is het mij een behoefte, U allen die hier tegenwoordig zijt, onzen oprechten dank te brengen, voor Uwe welwillendheid, door gevolg te geven aan de uitnoodiging tot deze feestelijke herdenking. Uw belangstelling in de Ambachtsschool wordt door het Bestuur op bijzonder hoogen prijs gesteld, want wij weten, dat zondérde belangstelling van de ingezetenen van Goe dereede en Overflakkee de Ambachtsschool bezwaarlijk in stand zou kunnen blijven. Verder is het mij een aangename taak, U te mogen mededeelen, dat verschillende per sonen, die ook in vroeger of later tijd aan de school verbonden zijn geweest, of in eenige betrekking tot haar gestaan hebben, tenge volge daarvan ook uitgenoodigd waren en van hen bericht hebben ontvangen, dat zij, hoewel verhinderd, toch in gedachten heden met ons feest vieren. In de eerste plaats een telegram van dhr. Brittijn, de vroegere Directeur, de beste wen- schen voor de School, Directeur, Leeraren en leerlingen uitsprekend. Verder een schrijven van den Oud-Leeraar Maaskant,- mede bevattende de beste wen- schen. Telegram van den Oud-Leerling P. H. Deijs, Gedipl. Bouwkundige, zijn geiukwenschen aan de School, Directeur en Leerlingen aan biedend. Vervolgens is ingekomen een schrij ven van den Burgemeester van Ooltgensplaat de heer Van Putten en de Burgemeester van Dirksland de heer Zaaijer, dat zij verhinderd zijn deze vergadering bij te vyonen. Ook nog van Dr. C. van Gelder van Nieuwe Tonge is bericht van verhindering ingekomen. Wij [stellen er prijs op hiervan mededee- ling te doen, opdat aan de betrokken heeren mag blijken, dat hun belangstelling op hoo gen prijs gesteld wordt. Den 18 Maart van dit jaar was het 12y2 jaar geleden dat de Ambachtsschool voor Goedereede en Overflakkee werd geopend en dat het onderwijs een aanvang nam. Deze voor onze Vereeniging zoo hoogst belangrijke gebeurtenis, heeft hët Bestuur gemeend, niet gansch en al onopgemerkt voorbij te mogen laten gaan. Wanneef we dan dien dag, den dag van de opening der School nogmaals gedenken, dan is het als vanzelf dat we met onze ge dachten teruggaan, op een tijdstip dis thans nu het 12V2 Jaar geleden is, waarom we plaats maken om een vergelijking te maken tusschen „toen en nu". Als we dat dan doen, dan treft ons in de allereerste plaats, de buitengewone groote verandering die heeft plaats gehad, ten op zichte van de belangstelling voor het Am bachtsschool onderwijs, waarom het aange naam is te mogen constateeren dat de be langstelling in groote mate is toegenomen, zoodat in den tegenwoordigen fijd bèschouwd kan worden als een gewone zaak dat er een Ambachtsschool is, waarvan om een ambacht te leeren, ook gebruik gemaakt wordt. Hoe gansch anders was dat 12V2 jaar ge leden. Wij als bestuur en leden die dien tijd meemaakten, pogingen aanwenden om tot oprichting van die school te geraken, wij weten al de groote moeilijkheden, en den tegenzin in het Ambachtsschoolonderwijs. Hoe komt het mij nog levendig voor den geest, hoe, toen wij met subsidie-aanvragen bij de verschillende gemeentebesturen aan klopten, dat toen deze achtereenvolgens aan de orde gekomen zijnde, in een der gemeen teraden bij de behandeling derzelver aanvra»

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1916 | | pagina 1