Zaterdag 29 April 1916. 81ste Jaargang N°. 2176 voor de Zuidltollaiidsclie en Zrenuiebe Eilanden. Eerste Blad. Antirevo lutionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES W. BOEKHOVEN, Help je zelf. „HET GOUDEN HERT". OP OEI UITKIJK. Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. 50 Cent. Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. SOMMF.T iSDIJK. Bieustaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing, Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die afj beslaan, Advertentlën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 unr. Alle stukken voor de Sfedactfe bestemd, Advertesitiëii es» eerdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever. Gelijk we reeds vele malen onze lezers mede deelden, zullen we binnen een paar dag-en 1 Mei de kwitan'ies afgeven voor het loopende kwar taal 1 Maart tot einde Mei. We twijfelen niet of onze abonne's zullen deze als gewoon, bij aanbie ding met betaling hono- reeren. Sommelsdijk, 29 April 1916 De Administratie. Motel Mesistirafit ÖedcBSfjte SSoerensteiger 63A, 63B DINERS 60 cent en hooger. LOGIES MET ONTBIJT Tel. No. 10595. Aanbevelend, Het door itder aanbevolen adres. UITGBVEB Telefoon Interconn. Mo. 8, Advertentiën 10 Cent per regel m s/2 saai. Reclames 80 per regel. Boekaankondiging 5 Cent p©s regel en */3 maal., Het is natuurlijk de grootste dwaasheid om de eischen te miskennen, die de nieuwe Tijd aan den Staat en de Maatschappij stelt. In ons vorige artikel spraken we daarom van Rechtshervorming, omdat de wereld niet stil staat, maar van jaar tot jaar nieuwe begrippen opkomen en nieuwe verhoudin gen ingedacht of geboren worden. Denk om 't Vrouwenkiesrecht en 't Algemeen Man- nenkiearecht. Denk om de Sociale Wetgeving in haar geheel in de laatste 20 jaar, waarin door Ongevallenwet en Pensioenwettendoor Steenhouwerswet en Arbeidswet verande ringen in 't Sociale leven zijn tot stand ge bracht waarover men vroeger niet daeht. Sa dat zal zoo blij ren voortgaan. Ook op dit terrein is er altijd durende ontwikkeling. Doch al beaamt men dit; al is men voor verhooging van het levenspeil des volks; al ziet men met blijdschap 't rijzen van den levensstandaard en verheffing van de waar de der geestelijke en stoffelijke goederen ook voor de volksklassen in lagere kringen al is men dus vóór sociale Wetgeving, dan is daarmee nog niet ontkend, dat 't Help je zelfl toch steeds de voornaamste factor blijft en moet blijven om vooruit te komen. Late men 't toch nooit vergeten: Sociale wetgeving is niet het eeni^e middel om tot verbetering te komen. Nog sterker: 't is het slechtste middel, dat te bedenken is su 't betere, 't allerbeste middel is; eigen kraohtl eigen initiatief I samenwerking der belanghebbenden door de eendracht, die maoht maakt. En jal als dat niet kan;als de individualistische geest zóó voorop zit, dat er geen saamwerking is te krijgendat ieder zijn eigen paadje blijft bewandelen; «r geen sociaal gevoel openbaar komt en ieder blijft handelen naar zijn eigen voor waar gehouden meening: ja, dan moet wel «su sterkere macht n.l. de Staat ingrijpen um in dien chaos van inzichten en belan- Bsn in te grijpen, maar ieder zal toestemmen dat dit een noodmaatregel is; een noodza- kelijk kwaad. Maar in het wezen der zaak is't optreden *a* den Staat in zulke sooialeaangelegen- e en geen sociale winst, maar verlies, 't ese i dat we zelf niet kunnen, versterkt nooit onze stoffelijke en geestelijke kracht. n toch, helaas; 't is de waan onzer agen, dat de staat met zijn wetgeving maar moet bijspringen. Hoe verkeerd noch- ans. Want er is te meer gebod en ver- te meer regel op regel en voorschrift op voorschrift, naarmate de strenge Wet de leiding heeft in 't Sociale leven, De Wet is een dwangmaar 't leven is geen me chanisme, doch organisme. Een bos stroo kan men binden meteentouwofijzerdraad; om duigen kan men hoepels slaan; muren blijven door ankers in dezelfde loodrechte houding; uurwerken loopen als men de veer maar opwindt; doch zoo mechanisch als deze voorwerpen werken, is 't leven des volks niet. Zooals men een bos stroo opbindt, kan ze jaren blijven liggenmaar de mensch en de menschelijke verhoudingen hebben een groeiproces te doorstaan en doordat ze leven en zich ontwikkelen, kan geen band der Wet ooit ofte immer door dwingende macht iets goeds tot stand brengen, dan vooreen korten tijd. De sociale wet is een gebod en verbod, maar daarom ook is er zooveel toezicht noodig van sociale politie, als daar zijn: inspecteurs en inspeotrices voor dit en voor dat. Altijd politietoezicht, altijd spionneeren, nooit vrijheid dan met vreeze en beven: »als de inspecteur eens komt*. Natuurlijk moet er ook een verbod wezen. Er is door de zonde en 't egoisme aller menechen een onrecht; een onrecht, dat bestaat en blijft bestaan, als niet door een macht boven de partijen wordt ingegrepen trouwens daar is de Overheid ook voor; ze heeft 't kwaad te beteugelen, binnen zekere grenzen te houden, het onrecht te fnuiken, want ze draagt, óók op sociaal terrein het zwaard niet tevergeefs, maar ten goede des volks, dat onrecht lijdt. Maar dit is nu het groot e gevaar, niet dat men 't onrecht wegneemt, want dat is de roeping der Overheid; maar dat men ook wettelijke voorschriften gaat geven om den arbeid te leiden. Men wil 't ongeoorloofde bestrijden, men wil 't onbehoorlijke weg nemen, 't ongewenschte verminderen;maar nu gaat men ook 't geoorloofde regelen, 't behoorlijke vastleggen, 't gewenschte voor schrijven. En die voorschriften belemmeren do bewegingsvrijheid, waar ze moest blijven. Knakken eigen goede inzichten. Schaden eigen ondernemingsgeest. Die voorschriften dooden dat mooie be ginsel vanPak zelf aan 1 Kijk uit en denkt na, hoe in eigen zaak eigen energie wat nieuws scheppen kan. Wat nieuws scheppen kan en dan duur zaamMaar dat kan geen enkele Sociale wet. Zal 't duurzaam zijn, dan is één der voorwaarden: eigen kracht, en ontwikke ling van die kracht; verhooging van eigen zelfstandige kracht. De dwang der wet geeft zelden voldoe ning; maar 't werk door eigen kracht tot stand gebrachtde aangebrachte verbete ringen door eigen initiatief, die geven ge not en zijn duurzaam, omdat ze na moei tevolle worsteling tot stand zijn gebracht. Door 't Help je zelf. En de arbeiders, ook zij, hebben geen Staatshulp in te roepen, wanneer ze door eigen energie in staat zijn te doen, wat arbeiders plicht en roeping is. Ook zoo met de Staatsbedeeling, Niet de Staat moet ze helpen; laten ze zich zelf helpen door organisatie, door loon stijgingen, door of offeringen. En de vrucht daarvan zal zeeter zijn dan die van de Staatshulp, omdat 't vrucht is van eigen zaaisel, van eigen kracht en inzicht. Dat is juist de kanker, die de S. D. A. P. in de arbeiderswereld brengt; niet, wat ze doet voor haar organisatiedie valt van uit haar standpunt te loven; en is als iqo- Street nabij de Hoo'detoeg, I&oSéerdam. - f 1.25, f 1.50 en f 1.75 1 B. 0. F. I l IMoom danig prijzenswaard; maar dit is 't, dat ze de oogen van den arbeider te vsel doet turen op 't Staatsleven en van dat leven het heil des volks verwacht. Als de Staat maar Socialistisch is, dan zal 't arbeider leed geleden wezen I 't Zal niet zijn. 't Zal niet kunnen zijn. Omdat dan een element vermoord wordt, dat de bron is van nieuwe energie, n.l. help je zelf. Dan zal 't geen zelfhelp meer wezen. En dat verloren idee zal een ramp zijn voor een volk. Eigen veerkracht wordt dan verlamd en leunen en steunen op den Staat de kruk om vooit te strompelen. Zoo'n standpunt werkt de dood. Zelfhulp wekt 't leven. In anarchistische kringen wordt druk over staken gesproken als middel tegen den oorlog. Ook in Christen-socialistische af- deelingen. Men is ten minste saam geweest om te onderhandelen over zoo krachtig mogelijke aktie voor demobilisatie en ten tweedein hoeverre 't mogelijk is met een stakingsaktie den dreigenden oorlog verre te houden. Men werkt dus van die zijde voor drie zaken: voor dienstweigering; voor demobilisatie en voor staking. En voe gen we er dan nog bijeen beperkt uit voerverbod. De stakingsgedachte is wel de slechtste van 't viertal programpunten. Wat demobilisatie is voor de landsver dediging, is staking voor 't sociale leven. Men wil protesteeren tegen den oorlog; men wil de soldaten naar huis sturen, om dat de neutraliteitshandhaving voor den anarchist uit den booze is; dat is voor hem reeds «staan op voet van oorlog*, Maar waar de Rsgeering die demobilisatie niet wil, en de soldaten dus blijven op hun post, daar wil men de Regeering tot die wegzending dwingen en dat door staking in allerlei bedrijf. Voor den anarchist is 't een juiste kon- sekwentie. Wil da Regeering niet hooren. dan als in 1903 groote staking. Het schijnt dat de S. D. A. P. dat jaar 1903 nog goed heeft onthouden, want als partij doet ze met de anarchisten nu niet mee. De staking 1903 heeft haar dan ook niets goeds op geleverd maar de anarchisten willen 't ten tweeden male toch nog wel eens probeeren. En onder de leus: Vóór demobilisatie en daarom vóór staking. Want natuurlijk, dat weet een kind al: de Regeering zal nooit demobiliseeren, omdat 't dan zeker en gewis met ons Land gedaan was. Maar de Regeering zal met de staking korte metten maken, afgedacht dat er toch nooit een algemeece staking komen zal, terwijl een gedeeltelijke staking geen ge volgen heeft van eenig nationaal aanbelang Een staking zou ook roekeloos zijn; alles is zeer duur; maar door een stakiDg zou er nog wat bijkomen Dan zou men hon ger kunnen krijgen en hongeroproeren. Maar dan treedt de Regeering op met geweld, Bloed vloeit en een burgeroorlog zou 't gevolg kunnen zijn. We twijfelen geen oogenblik aan 't vol komen fiasco, dat de anarchisten maken zullen. Er is nog genoeg verstand in Ne derland om tegen zulke dwaallichten front te maken. Maar er zijn toch ook velop dwazen; dat blijkt uit die stakingsgedachte. »Meester«, noemde hem 't gansche dorp. Zóó zei het de vroolijke snuiter, die >met de Mei* naar school zou gaan en nu al vast met meester vertrouwelijk door de dorpsstraat liep, letterlijk en figuurlijk trachtende bij hem in de pas te komen. .«Meester*, zei ook de stoere, jonge ar beider, wiens oudste onder diens hoede zat, en die met trots vertelde, hoe hij zelf bij «meester* altijd nommer één was geweest. «Meester* was niet de «bovenmeester.* Die heette de laatste jaren «m'neer*, 'n razend knappe man, die de school dan ook voor de hoogste klassen niet missen kon en op wien de gemeente trotsch was maar die toch met z'n somersche witte vest en 's winters 'n bontkraag op de overjas de man had er zich «dik* ingetrouwd, vertelden de menschen nooit eigen werd met het dorp. Eigen werd men met «meester*. Die de laagste drie klassen had. En met zijn vrouw, die de «handwerken* gaf. Hun huwelijk was kinderloos geble ren, zij tweeën waren een gezellig paar en's wintersavonds betwistten de boeren e'.kaar haast het ge noegen om «meester met de juffrouw* op visite te hebbenen wie bij 'n bruiloft hem als ceremoniemeester krijgen kon, was uiterst tevreden, zeker als hij was, dat dan alles wel goed prettig en ordelijk verliep. Trouwens, hij was van vele markten thuis. Was 't dorp vacant en was er een be grafenis, dan gebeurde 't vaak, dat een ouderling wel «leiden* wilde, mits bij zich eerst verzekerd had, dat «meester* ook kwam die wist zoowel met de treurenden als met de blijden een woord te spreken ter rechter tijd. «Hoofdacte* had hij nooit gehaald. Juist in 'tbast van zijn studietijd was hij lang ziek geweest, 't leeren kostte hem toch al moeite, hij tuinierde en keuterboerde liever wat in z'n vrijen tijd, 't geen dau ook meer direct voordeel opleverde en zoo was hij er ten slotte heelemaal «uit* ge raakt. Hij wou dan ook wel weten, dat men hem de hoogste klassen niet geven moest 1 Maar zoo de eerste drie leerjaren, ja: daar was hij thuis. Hij gaf zich aan zijn schooltaak met alle kracht, hield zich op de hoogte van wat er nieuws op dat ter rein uitkwam en had dan ook de verdiende voldoening dat nog onlangs de «districts* getuigde, dat de lagere klassen op deEe dorpsschool al jaren lang «volkomen op peil* waren geweest. 'n Enkelen keer spreek ik «meester*. Kort geleden had ik dat genot. Hij zat eerst zoo tegenover mij uit zijn langen gouwenaar wolken van rook te zuigen 't duidelijkst bewijs, dat hij iets ©p 't hart had en viel toen ineens uit «Wat worden wij straks knap!* Ik keek hem aan, zocht de beteekenis dezer woorden in zijn anders zoo sprekend oog. dat hij thaDS evenwel bij voort during onafgebroken op den kop zijner pijp hield gericht. Wij mocht ik zoo informeeren. «Ja, wijamice maar jij niet en ik niet: wij hooren er geen van tweeën bij!* 't Werd mij nu nog raadselachtiger. Maar ik kende "meester*: hij zou wel loskomen, als ik me maar stil hield. «Heb je dat Rapport gelezen 'k be doel van de Bevredigings-commissie is 't dat niet Ik herinnerde mij het dikke boek met reuzenbladen, dat ik thuis gekregen had «Niet geheel*, zei ik aarzelend. «Nn, ik geheel niet*, erkende «meester* gul «maar toch een uittreksel wel en dan zeg ik nogeens: Wat worden wij straks knap als de weg. die de Commissie aanwijst in alles gevolgd wordt, ook wat betreft de opleiding tot onderwijzer! Thans begon mij 't licht op te gaan. Neen, bij die «wij* hoorde hij niet en ik niet, maar hij doelde er mee op den onderwijzersstand der toekomst in het al gemeen. En inderdaad, hij had gelijk! 't Is te begrijpen,, dat de aandacht van ons volk, zoover de schrikkelijke oorlog om ons heen dit mogelijk maakt, vooral is gevestigd op het nieuwe Grondwets artikel, dat de Commissie voorstelt en op de uitwerking daarvan in de Schoolwet. De rest laat ons voorshands vrij koud. Maar die rest is toch wel interessant. Dat had «meester* direct gevoeld en ook had hij begrepen, waar hier de schoen wringt en de fout schuilt, getuige zijn iet wat sarcastische uitdrukking: «wat worden wij knap!* Nogeens. het geval is interessant. De moeite wel waard., om het den lezer een weinig uitvoerig te beschrijven. Die Bevredigings-commissie dan is blijk baar uitgegaan van de onderstelling, dat er aan ons Lager Onderwijs nog wel iets ontbreekt. Ze kon daar wel gelijk in hebben. Nu meent ze verder, dat dit voor een deel ook aan de onderwijzers ligt. die niet allen voor hun taak zouden berekend zijn en zij maakt daarvan niet de onderwijzers een verwijt, maar zoekt het euvel blijkbaar in de opleidiDg. Ook misschien niet zoo slecht gezien. Maar nu gaat zij die opleiding op haar manier verbeteren en gaat daarbij te werk, of de historie der laatste vijftig jaren voor haar geen enk.»,Ie les heeft gehad, Wat heefc deze toch geleerd? En dat niet alleen ons, doch wat wordt ook aan de overzijde erkend Dat eenvormigheid en eenzydig intellec tualisme de dubbele vloek is geweest van het moderne levei, Ea toch gaat deze commissie heen en ontziet zich niet, om in haar onleidings- voorstel degen dubbelen vloek over ons schoolwezen te halen, over openbaar en bisouder onderwijs, over alles! al zijn we er, gelukkig in de praktijk nog niet aan toe Evenwel wat worden we knap Als dat straks es kopt De juf uit de «eerste* troost dan den vijfjarigen kleuter, die wat buikpijn heeft bij aijn eerste schoolbezoek met 'n citaat uit Schiller's «Lied van de Klok*, of met eene van Pascal's «pensées, of met eene «staande* uitdrukking van Shakespeare alles in de oorspronkelijke taal. En de dorpsschoolmeester der toekomst, die sich verveelt in de eentonigheid van 't buitenleven, vermeit zich met wis- en ster renkunde en dicht in de drie moderne talen oden op de koe, het graan en de maan. Want we krijgen dan één opleiding, één examen, één bevoegdheid voor allen. Zoowel voor het hoofd der mulo-school als voor de «juf*, die op eenbuurtschooltje de jeugd jaar in jaar nit het a-b-c leert, tot ze trouwt of gepensioneerd wordt. Allen moeten hetzelfde leeren. En een examen doen, dat praktisch neer komt op een verzwaard hoafdacte-examen, plus Duitsch, Pransch, Eagekch en Wis kunde, waarvoor dan geen afzonderlijke acten meer worden uitgereikt, wijl al wat onderwijzer is of onderwijzeres, in al deze zaken onderwijs moet kunnen geven. Men gelooft zijn oogen niet. Men vraagt, of het menschdom dan in levenservaring achteruitgaat. Nü reeds leven we onder den vloek der eenvormigheid op schoolgebied. De Wet gaat uit vaa de absolute mee ning dat het lager onderwijs in Amsterdam en in Kortrijk precies eender behoort te zijn; dezel.de vakken, liefst dezelfde leerstof ea als het goed is dezelfde resultaten. En dat, waar de kinderen als se school komen door afkomst, erfelijkheid, opvoeding en omge ving al zoo ver uiteengeloopen 't Ideaal voor die eenvormigheids-dwe pers sou tija dat het onderwijs net werd een «tak van dienst* als de posterij b.v. Wordt een postambtenaar of ook een agent van de Rijksverzekeringsbank, of menig ander ambtenaar verplaatst dan is hij in zijn nieuwe administratie in een minimum van tijd thuis, omdat deze overal uniform geregeld is. Dat kan omdat men daar met dood materiaal heeft te doenl Maar dat moet fiasco maken als men met levende kinderen werken moet. De commissie wil door deze verbeterde opleiding, die dan alleen aan kweekscholen mag plaats hebben en door het verzwaard

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1916 | | pagina 1