voor de Ziiidliollandscfie est Zeeiiwselie Eilanden. Woensdag 19 April 1916 81ste Jaargang N°. 2178. Antirevolutionair Orgaan rt* IIe Oorlog. 1 IN HOCSIGNO VINCES W. BOEKHOVEN. BINNENLAND. BUITENLAND. Daie Courant verschijnt ©Ikea WeeastÏÊg ea Zaterdag* Abonnementsprijs pgj- driisa maanden £s. p. p. 50 0®sfe. Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 p®r Jaar, Afzonderlijke nummers 5 Cent. .èudvertentiSs 10 etst pes regel en ®/s maal, Beeteaae# 20 per rage!» I ËO®kaank®adigiag I Gent pes' regel an Meastsantragem ea BienstaanMedingen 50 Oest per plaatsing» j -l-rest® lettere ea ■djgaeïisa worden berekend naar d« plaatsruimte dis m beslaan, Advertentlëa worden mgevraefai tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 1» 'in?. Alle stokken vo«»r <ée l*e«ae6ie toesneaml, Adverteistiess «m» %e-r«aere .Administratie traiuc© toe se sessdea saais den SJi tare ver. Rechtshervorming. De schoolkwestie behee-sebt voortaan de Rogeeriag van het dorp on zijn Re geerders; de Bu*ge aeesters en dsWathou derskeuzen; ook die van de Raadsleden. Zoo, vreezen we zal de beginselstrijd zelfs in een per onenstrijd gaan ontaarden, want dorpen zijn niet groot; en religie- strijd raakt merg en been, gezinnen en fa il il en; en de Schoolstrijd wordt dan eea plaatselijke reügiekiijg, waar hij voorheen meer een algemeen karakter droeg en daar door van zachter aard en teederder. ÏTlTffiSTIB SOMMEL.SD1JK. fea©t®©K Katereonuie. 'Si®. We spreken niet over de rechtsvorming, maar over hervorming van 't Recht. Dit juist in verband met onae twee vorige artikelen over de idee der persoonlijke vrij heid, door het Christendom op de Heiden wereld veroverd; toen weer in anderen vorm uitgedoofd ea in ome eeuw weer aan de orde gesteld. Die persoonlijke vrijheid om zelf te bepalen wat te belijden iswat te geloovon i3wien we èu op Staatkun dig èn op sociaal en op kerkelijk terrein willen dienen en hoe; die persoonlijke vrijheid welke too groote verantwoordelijkheid ligt op den mensch, omdat bij verantwoordelijk is voor zijn zedelijke daden aan God, zijn Schepper aan zijn naaste met wien hij samenleeft: aan zijn eigen geweten, dat hem aanklaagt bij zedelijk kwaad; aan de «edewet, die hem straft bij zedelijke over treding in zijn goeden naa-n en eer;aan de Staatswet, die hem hechtenis, gevangenis- stiaf of boete oplegt, wanneer die vrijheid jegens het Staats- en Maatschapsleven misbruikt wordt; in het Kerkelijke leven door de Tucht enz. Die persoonlijke vrij heid is voor den Christen gebonden aan de bevelen Gods. En binnen dien kring van Goddelijke ordinantiën beweegt zich de vrijheid, nooit buiten dien kring. De vrij heid blijft gebonden aan het Reciht Gods, Niet is die vrijheid in de eerste plaats gebonden aan de rechtsvorming door men- schen; maar aan de menschelijke rechts vorming, die gebaseerd is, die steunt op het Goddelijk recht. Dat Goddelijk Recht is een eeuwig recht; en openbaart zich in Zijn Woord; in de Historie der Volken;in de Denkwereld van den natuurlijken en van den door den H. G. geinspireerden mensoh. Maarl de Maatschappij en de Staat wor den van jaar tot jaar saamgestelderde verhoudingen steeds meer ingewikkeld. Hoe meer de Maatschappij vooruitgaatinHac del en Nijverheid en Scheepvaart en Onderwijs hoe hooger de Cultuur stijgt; hoe meer draden er noodig zijn om het net des levens te breienhoe kleiner de mazenhoe inni ger de verhoudingen van alle takken van stoffelijk en geestelijk bestaan wordendes te meer wijzigt zich de Rechtsvorm. Wie had 80 jaar geleden gedacht om Lucht- vaartpolitie en Luchtvaartwetten? Wie droomde toen van automobielenritten? Over spoorwegwetten en Tramwetten wist ieder mee te praten; maar de toestand is met reuzenschreden veranderd door de Techniek en Poly techniek, die voor niets meer terug deinst. En daarom is er al weer een Rechts- hervorming noodig. Die is in een groeiende Maatschappij; onder een oplevend Volk jaar in jaar uit noodig; en zoo niet, dauwordt het leven om het maar plat te zeggen een Janboel, een wanordelijke samenloop, waarin het recht van den sterkste beslissen zal. Dan wordt niet het Reeht de heerschar op alle levensterrein, maar de Vuist, het Geld de Macht ea het geweld. En dan zou de Maatschap tot revolutie overslaan, omdat de wanorde de orde, het onrecht het recht vervangen heeft. Rechtshervorming is dus steeds noodig. Op alle gebied. Omdat het leven niet stil staat, maar vooruitgaat en zich wijzigt. Er was een oude tijd, een tijd der middel eeuwen, een nieuwe tijd, een heden en een toekomst, met andere menschen, andere ideeen, andere levensnorma (regelen), en andere maatschappelijke en staatkundige eischen en programma's. Zoo'n Rechtshervorming openbaart zich in de zucht naar Algemeen Kiesrecht, open baart zich bij sommigen onzes Volks in Vrouwenk esrec-ht, bij sommigen in Ouder- domsbedseling, dat se ook al eea recht gaan noemen, in nieuwe sociale wetten in het bedrijfsleven. Natuurlijk! niet ieder gaat met alle ge roep over en gesmeek om Rechtsher#orming mee. Het is niet alles goud wat er blinkt. Eu men moet niet al te -gauw de oude paden gaan verzetten. Het gaat zoo maar niet, om oude eiken, wier wortelen diep ingeslagen zijn, te rooien. Bedachtzaamheid is bij de Rechts her vorming noodig. Wie wordt er door gebaat? Wie geschaad? Is de vrucht rijp om geplukt te worden of forceert men den groei door krachtige en geweldige middelen? Oppassen, blijft bij elke Rechtshervorming de eisch. Maar ook die hervorming dus g6toet9t aan de eeuwige beginselen van Gods Woord. Elke verzetting des Rechts naar links of rechts, naar vorea of naar achteren, moet aan het Recht getoetst. Rechtshervorming is het tegengestelde van het laat-maar-waaiea-stelsel, maar al is men vijand vaa het laatste, dan is nog de wil voor het eerste geen bewijs van vooruitstrevendheid Waat de vraag blijft immers, niet, dat ge wilt vervormen, maar hoe? hoever? in wiens voordeel? En het is alweer het Recht Gods, dat ook bij deze Hervorming spreekt: Ieder het zijne. Onvoldaan. Voor zoover we met t werk derBevre- digicg commissie kennis hebben gemaakt en haar voorstellen hebben onder de oogen gehad, zijn we niet geheel voldaan. Vooral niet op dit punt, dat de Gemeenteraden te nauw bij den echoolbouw zijn betrokken. Da Gemeenteraad laat de bijzondere School bouwen, indien hen de behoefte wo dtbe kend gemaakt. Maar we spieken geen on gewettigde vrees uit, a's we beweren, dat dan de School bij de Gameenteraads ver kiezingen meermalen betrokken aal wo den; ja op sommige plaatsen in 't middelpunt van den politieken strijd zal worden ge plaatst. De generale, algemesne. school-striid, zooals die gevoerd is sinds 3/4 eeuw. zal nu locaal, plaatselijk worden. Zooals 't nu onder de huidige wet gaat, staat de Raad er buiten. Hij heeft voorde Openbare School te zorgen al zijn de leden Rechts. De wet eischt dit en Burgemeester met Wethouders en Raad hebben dat wet-- standpunt in te nemen. Maar wanneer de Raad volgens 't nieuwe Wetsontwerp ('t Rapport) beslissen moet of er een Christe lijke School zal komen, of erbij komen dan zal de gedienstigheid der praktijk daarvoor een schotje schieten, om de Openbare School de handen boven 't hoofd te houden. Eea Vrijzinnige Raad moet wel een Bijz. School bouwen, als er 40 kinderen om vragen maar die 40 gaan van de Openbare School af; en zal dau de Vrijzinnige Raad geen stok vinden om den hond te slaan. Zal dan de Bijz. School niet zeer traag tot stand komen onder allerlei uitvluchten, die de Raad maken zal. Natuurlijk daar staat weer tegenover, dat een Reehtsche Raad zeer vlug aan soo'n school kan helpenmaar dat bewijst dan ookwat we boven zeiden De Schoolstrijd komt in het midden van den politieken strijd te staan. Die strijd sal bij de stembus een beslissing geven. Op het oogenblik is dit niet soo. De School als School staat er nog tamelijk buiten, 't 13 nu nog meer een Rijkszaak geweest Dan wordt ze plaatselijk en vinniger. Dat be treuren we. Niet ora den strijd zelf, maar om de School en om de stembus. Mogen dan de principien (beginselen) ook die om trent de School, niet plaatselijk uitgevochten worden? Gewis: elke Gemeentelijke Stem bus mag en moet met beginselen gestreden worden; maar het gevaar dreigt, dat de School het eenige punt zal worden, het middelpunt steeds. Omzetting van den Raad terwille van èén beginsel: de Sohool, Aanhouding onzer mails. Onze Regeering heeft naar aanleiding van het memorandum betreffende de in beslag neming onzer brievenpost, haar door den Brit- schen gezant op 11 "dezer overgelegd, eene nota aan de Engelsche regeering gezonden. Zij merkt naar aanleiding van dat memo randum o.m. het volgende op; Wat betreft de postpakketten heeft deNe- derlandsche regeering nimmer de prerogatie ven opgeëischt, welke het Verdrag van 1907 toekent aan de correspondence postale. Ook heeft zij slechts geprotesteerd tegen de inbe slagneming van postpakketten aan boord van Nederlandsche schepen, wanneer die Inbe slagneming bewerkstelligd werd tegen de voorschriften in van het volkenrecht, betrek kelijk de bevoegdheden der oorlogvoerenden ten opzichte van koopwaren, welke door on zijdige schepen over zee vervoerd worden. Wat de correspondence postale aangaat, oordeelt Harer Majesteits regeering het wen- schelijk te herinneren aan haar nota van 12 Januari j.l. In die nota heeft zij aangetoond dat het Xle Verdrag van 1907 ten doel heeft een volstrekte onschendbaarheid te verzeke ren van de over zee vervoerende brievenpost, elke inmenging der oorlogvoerenden met het vervoer dier post uit te sluiten en te voor komen dat de postzakken ontzegeld zouden worden met het doel ze te onderzoeken. Waar het gebruik van de gewone post voor de verzending van contrabande artikelen tot zekere hoogte indruischt tegen de belangen van enkele oorlogvoerenden, volgt daar niet uit dat deze uit dien hoofde de vrijheid heb ben geheel en al een beginsel over het hoofd te zien, lot welke eerbiediging zij zich bij verdrag verbonden hadden. Overigens had de Britsche regeering, door de over zee vervoerde brievenpost aan cen suur te onderwerpen, niet op het oog den handel in contrabande te onderdrukken. De ontdekking van zendingen van dien aard was slechts een der toevallige gevolgen van de inbeslagneming van de mail, waarvan het klaarblijkelijk doel was, kennis te nemen van de briefwisseling zelve. Het memorandum somt dertien gevallen op van onzijdige mailbooten, de door de Duit- sche of Oostenrijk-Hongaarsche strijdkrach ten tot zinken zijn gebracht en herinnert, dat in geen dezer gevallen een protest ten aan zien van de brievenpost tot de keizerlijke re geeringen werd gericht. Hierbij valt in alle geval op te merken dat in elk dezer gevallen het verlies der postzak ken niet het gevolg was van een aanslag op de onschendbaarheid van de brievenpost,maar van een oorlogsdaad, welke de algeheele ver nieling van het schip na zich sleepte en dien tengevolge ook van de zich aan boord bevin dende postzakken. Indien Duitschland al verklaard heeft, dat zekere Inbeslagnemingen van de brievenpost door hem verricht, gerechtvaardigd waren, tegelijkertijd te kennen gevende dat het zijn bedoeling was er niet meer toe over te gaan, kan op deze omstandigheid, naar de meening van de Nederlandsche Regeering, geen ern stig beroep worden gedaan om dergelijke inbeslagnemingen, door de Britsche Regee ring bewerkstelligd, te rechtvaardigen. De tweede vredesconferentie heeft het be ginsel der onschendbaarheid van de over zee vervoerde brievenpost erkend, wijl met den geregelden postdienst zoovele particuliere en handelsbelangen samenhangen, dat het onver mijdelijk is deze dienst te beveiligen tegen de stoornissen van den zee-oorlog. De staat van zaken nu, welke geschapen is door de inmenging van de Britsche auto riteiten, is er juist een zooals de conferentie heeft willen buitensluiten. Op den huidigen dag is de postdienst tusschen Nederland en de overzeesche landen, ja zelfs met de Ne derlandsche Koloniën, onzeker geworden. De Britsche autoriteiten toch vergenoegen zich bovendien niet met het op deze wijze in beslag nemen van contrabande-artikelen zij hebben eveneens beslag gelegd op tal van brieven die absoluut geen contrabande in hielden, met name voor Amerika en andere overzeesche bestemde brieven. Wat dit betreft, moet Hare Majesteit's Re geering een reeks van volstrekt niet te recht vaardigen daden van bijzonder hinderlijken aard releveeren, door Groot-Brittannië sedert eenigen tijd in praktijk gebracht, maar waar over het Memorandum het stilzwijgen be waart, n.l. de inbeslagneming van waardepa pieren. Het is niet twijfelachtig, dat de uit- drukkking „correspondence postale» in zich sluit de aangeteekende stukken of de stukken met aangegeven waarden, inhoudende schuld bewijzen, coupons en andere waarden. Des niettegenstaande hebben de Britsche autori teiten dergelijke stukken, die door de Neder landsche eigenaren naarNoord-Amerika.Zuid- Amerika, Spanje, Portugal, Japan verzonden waren geopendzij hebben er den inhoud uit gehaald, welken zij noch aan den geadres seerde hebben doorgezonden, noch aan den afzender teruggezonden. Geen enkele regel van het volkenrecht recht vaardigt de handelwijze der Britsche autori teiten, welke niet alken indruischt tegen de voorschriften van het Xle verdrag van Den haag, maar evenzeer een directe aanranding vormt van de eigendomsrechten der Neder landsche Onderdanen en Banken, die de waar den, welke het hier betreft, aan en postdienst hadden toevertrouwd. De Nederlandsche regeering had zich ge vleid dat de documenten en de waarden door de Britsche autoriteiten uit de brievenpost gehaald, binnen een kort tijdsverloop aan de rechthebbenden zouden zijn teruggegeven-, zij verwacht zulks alsnog en behoudt zich voor om ten behoeve van laatstbedoelden een schade vergoeding te vorderen wegens de schaden door hen geleden tengevolge van de door de Britsche autoriteiten genomen onwettige maat regelen. Een volledige lijst van de waar de-papier en, van welker inbeslagneming de Nederlandsche regeering is onderricht en waarvan zij de teruggave vraagt, zal binnenkort volgen. Nog meer gevaar voor de tarwe aanvoeren. Van betrouwbare zijde wordt ons medege deeld, dat bericht is ontvangen, dat het stoomschip Ittersum van de Stoomvaartmaat schappij „Oostzee" bestemd naar Beunos Aires om met Regeeringsgraan naar Holland terug te komen, thans te Sunderiand ligt om een lading kolen in te nemen, doch dat de Engelsche regeering de levering van bunker kolen weigert, tenzij de Maatschappij zich verplicht deze boot met lading van La Plata naar Engeland te doen terugkomen. Terwijl dus de Nederlandsche Regeering gezorgd heeft, en voor het koopen van tarwe en voor het beschikbaar stellen van scheeps- ruimte voor het vervoer daarvan, schijnt de Engelsche Regeering het thans onmogelijk te maken tarwe in Nederland in te voeren, voor zoover de booten voor den aanvoer daarvan bestemd, in Engelsche havens zou den moeten bunkeren. De Tubantia. (Officieel.) Het departement van marine deelt mede, dat het stoomschip Wodan Dins dag 11 dezer, des nam. 5 uur te Maassluis is teruggekeerd van het onderzoek op het wrak van de Tubantia. Het wrak ligt op een afstand van onge veer 6.2 zeemijlen in de richting Oost '/s Noord (magn.) van het lichtschip Noordhin- der, d.i. op ongeveer 51° 48' 40" N.B. en 2° 50' 15" O.L. van Greenwich. De gunstige weersgesteldheid en de bij zondere helderheid van het water op Zondag en Maandag gaven gelegenheid om het wrak nauwkeurig door duikers te laten onderzoeken. Het schip ligt bijna geheel plat op zijn bak boordszijde, zoodat de stuurboordszijde, waarin door de ontploffing een gat van on geveer 12 meter wijdte geslagen is, naar bo ven is gekeerd. Het boord ligt ongeveer 10 meter onder de wateroppervlakte. De dui kers onderzochten de bovendekken en daal den door genoemde opening in het schip af. Overblijfselen van een torpedo of mijn werden niet gevonden en er werden ook geen bijzonderheden ontdekt, die eenig licht in deze zaak zouden kunnen verspreiden. Uit andere bronnen zijn echter zeer be langrijke aanwijzingen omtrent de vermoe delijke oorzaak van de ramp verkregen. Be halve de reeds in de medeeling van Zater dag 25 Maart genoemde stukken metaal, welke gevonden zijn in twee sloepen van de Tubantia, en waarvan een stuk met vrij groote zekerheid als een deel van de bron zen luchtkamer van een torpedo werd her kend, zijn ook in een andere sloep van de Tubantia die 1 dezer door de Nederlandsche torpedoboot G. 3 op Terschelling is aange bracht, stukjes metaal gevonden. Een daar van is een stuk van een onderdeel van het mechanisme van een torpedo en gemerkt met een ingeslagen nummer, waardoor in verband met het feit, dat voor zoover be kend, torpedo's met bronzen luchtkamers al leen door de firma Schwartzkopf worden ge maakt, vermoedelijk de identiteit van de tor pedo, die de Tubantia trof, zal zijn vast te stellen. De medewerking der Duitsche regeering is daartoe ingeroepen. Wat fs nekkramp Menigeen denkt dat nekkramp een ziekte is van den jongsten tijd, omdat hij er vroe ger niet van hoordedeze gedachte nu, zoo schrijft het Utr. Dagbl. is onjuist, want reeds meer dan een eeuw geleden is in Qenève een nekkramp-epidemie voorgekomen en in het begin van deze eeuw heeft men epide mieën gekend in Silezië en West-Pruisen. Ook in ons eigen land heeft men de ziekte meermalen geconstateerd en lang niet altoos alleen onder de militairenzoo kwamen bij voorbeeld in het voorjaar van 1867 een tien tal gevallen voor te Giethoorn, onder de ge wone burgerlijke bevolking, en in den winter van 1885—1886 werden in de grenadiers kazerne te 's-Gravenhage 16 gevallen van deze ziekte waargenomen. De epidemische nekkramp is een ontste king van de hersenvliezen, die geregeld sporadisch voorkomt, maar een enkelen keer een meer epidemisch karakter vertoont. De smetstof voor deze ziekte zetelt in de keel van veelal volkomen gezonde menschen en blijft daar in den regel een week of drie aanwezigöf zij verdwijnt, öf zij wordt door hoesten of niezen overgebracht op andere personen en aldus verspreid. Buiten het menschelijk lichaam gekomen, is de smetstof spoedig afgestorven. Kinderen zijn vatbaarder voor de ziekte dan volwassenennog onlangs zijn in een Brabantsche gemeente drie kinderen uit één gezin door nekkramp aangetast, alweder een bewijs, dat de ziekte volstrekt niet uitslui tend onder de militairen voorkomt. Het meest treedt de ziekte op in de voor jaarsmaanden Maart, April en Mei. Onder bepaalde, voor een deel nog onbe kende omstandigheden, dringt de smetstof uit de keel door naar de hersenvliezen en veroorzaakt dan den nekkramp. De naam van de ziekte heeft betrekking op de eigenaardige houding van den patiënthet hoofd buigt zich sterk naar achteren en iedere poging om het hoofd in den gewonen stand terug te brengen, wordt verhinderd door de pijn die de patiënt hierdoor lijdt. Het sterfte-cijfer onder de patiënten is vrij hoog; bij kwaadaardige epidemiën is het gestegen tot boven de 80 pet. Men tracht de ziekte te bestrijden door inspuiting van de patiënten met een serum in het rugge- mergskanaal, in den rug dus, waardoor de sterftekans daalt. Reinheid van neus en keel is zeer aan te bevelen als 'n middel, door God gezegend, om deze vreeselijke, imponeerende ziekte te voorkomen. DE TOESTAND. Bij Verdun hebben de laatste dagen slechts geschutgevechten plaats gehad. Iedereen be schouwd echter deze betrekkelijke rust slechts als tijdelijk. De berichten van dit front zoowel van Fransche als van Duitsche zijde komen hier op neer dat er zich ten Oosten van de Maas hevige gevechten hebben ontwikkeld tusschen Doaumont en Vaux, waarvan echter nog geen uitslag valt te melden. Beide partijen spre ken van een paar honderd gevangenen. Overigens duren de gewone gebeurtenissen op het Westfrout voort. Onze lezers, die van week tot week de worsteling bij Verdun volgden in onze uit voerige overzichten, zijn van den stand der gebeurtenissen daar geheel op de hoogte. Wel vraagt menwat is de bedoeling met dezen aanval en wat is er gewonnen, gestelt dat Verdun straks valt? Het eerste doel van den aanval op Verdun moet geweest zijn, de geallieerden vöör te zijn en daardoor zelf de leiding te nemen van den slag in het Westen. En daarbij vat ten de Duitschers hun tegenstander aan op een frontgedeelte, van waaruit zonder eeni gen twijfel, de geallieerden hadden gedacht zelf hun „overweldigend offensief" te beginnen. Verdun is onmiskenbaar het sterkste ge deelte van het Fransche front en daarom heeft de Duitsche staf er groote offers voor i

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1916 | | pagina 1