voor de Znidhollaiidsche en Zeeuwselie Eilanden.
Zaterdag 15 April 1916.
Antirevolutionair
3rtc Jaargang N°. 2172.
Orgaan
Eerste Blad.
w
IN HOC SIGNO VINCES
„HET GOUDEN HERT",
I B. 0. F. Y. i. LEE-Mconen.
OP DEN UITKIJK.
VOOR HUtS EN HOF.
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. 50 Cent.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
sjïkgbvsb
w„ boekhoven;
SOMMELSDIJK.
Alle stukken voor de Kiedaetle bestemd, Advertenpëu eia verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever.
Hotel Restaurant
Gedempte Boerenateiger 63A, 63B
Rotterdam.
DINERS 60 cent en hooger.
LOGIES MET ONTBIJT
Het door ieder aanbevolen adres.
doïvVM ES?; w*
Telefoon Sntereonun. Mo.
,s.eiïfcs°teistiën 10 Cent per regel en i/% maai. Redames 20 per regsi.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en */E s&afr
Diensta&nvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zp be.iks.fi.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 'O
ur
Vooral bi] aanstaande verkiesingen voor
Kamer of Staten, ja xelfs voor Gemeente
raden is 't de gewoonte der Vrijsinnigheid
om te speculeeren op de kerkelijke verschil
len en 't xijn vooral de Gereformeerden van
1830 en 1886, plus de Roomsehen, die
daarvan 't slachtoffer worden.De Hervormde
erk in gevaar*, is de leugenachtige leuze,
'waarmee men de Gereformeerden vervolgt',
tegen de Roomschen teekent men op pam
fletten dolken en gifbekers, brandstapels
en galgen.
Bij dexen Kerkelijken vervolgingswaansin,
die zich bij elke stembus van Vrijsinnige
sijde openbaart, is 't potsierlijk, xe te hoo-
ren beweren, dat xe het Staatsbestuur, de
inrichting en werking ervan onafhankelijk
wenschen te houden van eiken invloed van
kerkelijke leerstellingen. Voor die leerstel
lingen xijn xe benauwd. Maar niet benauwd
lijn xe om toch de Kerken, welke die leer
stellingen verkondigenen de lidmaten dier
kerken, tegen elkaar in 't harnas te jagen
xooals we dat reeds noemden te speculee
ren op 't Kerkverschil.
Hoe bang ook de Vrijxinnigheid is voor
i.4en invloed van een kerkelijk dogma,
van de Belijdenis op 't Staatsleven, toch
heeft xe er schik in en acht er politieke
munt uit te slaan, om met die gehate*
leerstellingen kiexers over te balen. Juist
door haar leuxe »Rome-Dordt«, xooals xe
dat bij elke verkiexing gewoon is, brengt
zfj juist de leerstellingen in 't politiek ge
ding, en juist met haar pamfletten van dolk
en galg propageert zij de leugens, alsof
Romes leerstellingen, ook Roomsche Moor
denaars en Roovers eischten, wier hand
druipt van bloed; die vuur spuwen en
wraak ademen.
Nu hebben we 't in dit artikel Diet over
de Roomsche of Protestantscheover de
Gereformeerde of Hervormde leerstellingen
niet over Joodsche of Luthersche of andere
leerstellingen eener Kerk; wij xijn geen ker
kelijk blad, maar behandelen politieke vraag
stukken; en daarom vragen we ook van
niet ééne Kerk: wat belijdt ge? waarin
komt ge met ons overeen of waarin ver
schilt ge; maar we vinden 't politiek on-
xedelijk en onverantwoordelijk, om te bewe
ren: Wij, Vrijzinnigen wijzen voor de in-
riohting en de werking van 't Staatsbestuur
allen invloed af; en dan toch in de ver
kiezingsdagen die leerstellingen te gebrui
ken om de kiezers tegen elkaar in 't har
aas te jagen; om hen te scheiden, die wel
iets gevoelen om den Staat met die kerke
lijke leerstellingen niet onkundig te laten
en 't Christendom, dat de meeste dier leer
stellingen in xich bevat, wel degelijk te
doen inwerken op 't Staatsbestuur.
Wil men van Vrijzinnige zijde geen nota
nemen van kerkelijke leerstellingen op po
litiek terrein dan moet men ook ophou
den bij verkiezingen de Kerk in de politiek
te betrekken; en niet de Hervormden op
stoken tegen de Gereformeerden; noeh de
Protestanten tegen de Roomschen. Men late
de Kerk rusten. En ook de kerkelijke leer
stellingen.
Tegen de kerkelijke leerstellingen is de
Vrijzinnigheider tegen op staatkundig
terrein. Niet tegen de Religie, xoo beweren
*e, Niet tegen beginselen, die in de religie
wortelen, Maar tegen de kerkelijke maehts-
aacmatigirg, uit die leer voortvloeiend,
want die is in strijd met de persoonlijke
vrijheid van gelooven en doen en laten en
handel en wandel.
Nu is ons niet bekend uit de historie
dezer 20ste en 19de eeuw; niet één feit,
dat de Nederlandsche Staat last heeft ge-
bad van Kerkelijke Machtsaanmatiging
De Nederlandsche Staat is een Christe-
teiijke Staat, maar dat er eenige Kerk ge
weest is, die haar dreigementen tot die
Christelijkheid deed hooren, is ons onbe
kend. Noch van de Hervormde, noch van de
Roomsche Kerk, om de twee grootste Kerk-
formatiea nu eleohts te noemen, is voor
zoover wij weten, nooit op Staatkundig
terrein ook maar de kleinste dwang ep den
Staat uitgegaan, dat deze Staat naar haar
belijdenis, naar haar leerstellingen zal en
moet leven.
Wie xioh dus tegen Kerkelijke Machts
aanmatiging verzet, hangt met zijn politiek
in de lucht; loopt met onware en dwaze
ideeën rondziet spoken, waar er geen zijn
krijgt onnoodig politieke nachtmerrie; en
vecht dan ook tegen 't ventje in de maan
tenzijtenxij men met dat groote
woord 'Kerkelijke MachtsaanmatigiDg* juist
bedoelt: niet de Kerk, maar de religie in
't algemeen.
Want de Vrijzinnigheid zegt wel: de strijd
gaat niet tegen den Godsdienst; en gaat
niet tegen de in de religie wortelende be
ginselen maar en we toonden 't zoo
even aan tegen de Kerk behoeft men
als zoodanig niet te vechten, want die is op
't terrein van den Staat zoo mak als een
lam. Geen ééne Kerk dcet aan den Staat
ook maar 't kleinste verdriet. Ze werken
stil en zonder opspraak aan haren eigen
opbouw, onder haar lidmaten met Woord
en Sacrament en hopen op de werking des
H. Geestes.
Maar als men dan tcch waarlijk niet
tegen de x ederlandsche Kerken behoeft te
vechten omdat deze zich op geestelijk ter
rein bewegen met haar lidmatentegen wie
vecht men dan anders dan tegen de Reli
gie zelf Men vecht tegen de Religie zelf,
al beweert de Vrijzinnigheid honderdmaal
't tegendeel. Men vecht tegen den invloed
en de kracht der Religie en des Evange-
lie's, maar men tooit den strijd met den
naam van: strijd tegen kerkelijke machts
aanmatiging! 'tls een Vrijzinnige vlag, die
de lading niet dekt.
Al te ver.
Mr. Levy een 80-jarig grijsaard, in vroe
gere jaren een blakend ij veraar voor de
vrijzinnige beginseleneen Israëliet in wien
geen politiek bedrog ooit heeft gescholen,
als hij de Rechtsche beginselen door en door
haatte en den dood gezwcren had (nu ta
melijk verzwakt door ouderdom), heeft een
nieuwen Reohtsgxond ot gedolven voor de
Ouderdomsbedeeling. Dezel In ouden tijd
waren de productiemiddelen (grond, bosch,
weiland) communaal of gemeenschappelijk
bezit; was dat soo gebleven, dan was er
geen recht op privaten eigendom geweest;
en omdat de Staat dien bijzonderen eigen
dom beschermt, moeten de bezitters betalen
aan de arbeiders, die 't slachtoffer geworden
zijn van die gewijzigde sociale verhoudin
gen; was alles bij t oh de gebleven, dus
communaal, dan hadden de arbeiders nu
net zoo n groot portie aan geld en goed als
thans de »rijke«; om dat geleden verlies
van een paar duizend jaar geleden, terug
te ontvangen moeten de 70-jangen nugra-
tis pensioen krijgen.
Al te ver achteruit gekeken, dunkt ons.
Twee-duizend jaar is een heele tijdEu om
dan met 't oog op 20 verloopen eeuwen
nu te komen vragen om f 2 pensioenOns
dunkt, als Mr. Levy eens intrest op' in
trest ging berekenen van wat door dat ver-
Direct nabij de Hoofdateeg,
f 1.25, f 1.50 en f 1.75
Tel. No. 10595. Aanbevelend,
dwijnen van dat Gemeenschappelijk bezit
sinds 2DC0 jaar aan de arbeiders volgens
hen is te kort gedaan, dan zal dat bedrag
toch de f 2 reusachtig overschrijden
als heel dat idee niet onzinnig was
want wie kan nu gaan bepraten, laat staan
becijferen, hoe de toestand geweest zou zijn
als er eens 2000 jaar lang communaal be
zit geweest was. Wie met zulke Rechts
gronden aan komt dragen, zit op 't terrein
der fraseologie, d. i. kletst, zulke praatjes
hangen in de lucht; zijn praktisch van nul
en geener waarde en theoretisch nooit te
beoordeelen. Hoe zou 't geweest zijn, als
heel de wereld eens communaal was ge
weest. Heel de wereld van ons allenMaar
op zoo'n fundament kan men toch geen be
toog bouwen.
Zoo'n rechtsgrond, d.i. dat de arbeiders
scha hebben door den ingevoerden privaten
eigendom, 2000 jaar geleden, is ons al te
modderig,
We hebben met 't heden te rekenen en
dat bewijst ons dat de Wetgever van ieder
premie vraagt. En waarom dan van den
werkman niet
Waarom moeten duizenden ambtenaren,
onderwijzers, ministers incluis premie be
talen? Als 't communaal bezit gehandhaafd
ware, waren zij dan toch ook vrij geweest.
Als maar de Wetgever kwam korten
goed tot zijn ambtenaren en zei: wil je
Pensioen, dan betalen zooveel premie per
jaar.
Als er geen privaat eigendom was
ja hoe was dan de wereld. De S. D. A. P.
jaagt naar afschaffing, maar wat daarna?
Laten we ons nuchter houden en met 't
heden rekenen. En dan houden we vast:
Geen BedeeliDg, maar Recht. Recht op pen
sioen door te betalen eeu wekelijksche pre
mie. Voor de Bedeeling is nooit, neen nooit
een Rechtsgrond te vinden. Bedeeling is
Barmhartigheid
>Waar ging je dan te kerk?*
't Was me wat duister geworden.
We zouden een nieuwe dienstbode huren,
die zich uit ean andere plaats, ja uit een
andere provincie bij ons had aangemeld en
van wie ik maar niet te weten kon komen
tot welke 'godsdienstige gezindte* zij be
hoorde: op al mija vragen kreeg ik slechts
negatief antwoord
Bij de 'groote kerk* hoorde zij niet;'af
gescheiden* of »doleerend« was ze ook niet
bij „gereformeerd* lichtte er zoo iets als een
vage herinnering in haar oog, maar 'twas
toch niet dat. Van Luthersch of Mennist
wist ze niet af
Tóch ging ie trouw te kerk, vandaar
mijn vraag. Prompt kwam 't antwoord:
»Wel naar 't 'klompenkerkje*!*
't Maakte mij nog weinig wij-er.
Later ben ik er 't interesseerde me
toch achte'r gekomen.
Er was daar ter plaatse een vergadering
van christenmenschen, die zoo wat los stond
van alle verband en die om den geringen
staat der meeste bezoekers schertsend den
bijnaam ven het 'klompenkerkje* gekregen
had, 't Was daarmee echter gegaan als 't
ging met 't gevleugelde woord van Barlai-
mont: de bezoekers namen het als een
eerenaam op wilden't héél graag, soms iets
te graag, weten, dat er bij hen »niet vele
rijken en niet vele edelen* kwamen zagen
daar een waarborg te meer in dat wié er
kwamen dit deden om niets anders dan
wijl et »een rijke Jezus voor een arm
zondaar* verkondigd werd en kwamen erbij
anderen graag voor uit, dat zij behoorden
tot het „klompenkerkje".
Dat alles is allang geleden.
Tien, twintig jaar, 't doet er niet toe
Maar het kwam mij onwillekeurig in de
gedachte, toen ik dezer dagen in onderschei
dene bladen beschouwingen las over de kerk
en den arbeider.
Vooral ook in moderne bladen.
Het godsdienstig-modernisme, of wat
daarmee gelijk b.v. do «evangalischen* doen,
nauwe vriendschaps-betrekkingen onder
houdt, heeft nu eenmaal weinig crediet bij
men vergeve me de óasociale term
den 'minderen man*.
't Loopt bij de modernen zelden völ.
Wat ook niet te verwonderen is.
Immers, wat bij een gereformeerd mensch
is «Dienst des Woords en der gebeden,*
waarbij de Drieëenige God op zeer bijzondere
wijze tegenwoordig is in het middeu Zijns
volks, dat is voor deu moderne 'n religi-
euse bijeenkomst, meer niet. De predikatie
is 'n redevoering, 't sacrament 'n godsdien
stige plechtigheid.
Mag de 'kleine burgerij* lang op traditie
drijven en min of meer regelmatig öók de
moderne prediking bijwonen, de meer radicaal
en revolutionair voelende arbeidersmassa,
met name in de fabrieksplaatsen en groote
steden, zegt de kerk de klandisie op en
zoekt wat anders.
Dit is een niet te weerspreken feit.
Zóó groot is zelfs deze zuigkracht, dat
men ook in orthodoxe en gereformeerde
kringen hetzelfde verschijnsel, sij t gelukkig
zéér sporadisch, heeft moeten constateeren.
«Afval* blijft er altijd
De zaligheid is nu eenmaal, Gode zij dank
niet te danken aan hem die loopt, noch aan
hem die werkt, maar is genadegifte des
ontfermenden Gods.
Eu zoo xal men altijd weer zien, dat er
een zeker deel dergeneu, die eerst uitwendig
der kerk schenen ingelijfd te zijn, toch blij
ken bij het opwassen vrijwillig en moed
willig te blijven in 't verderf, waarin zij
zichzelf gestort hebben.
'Afval* is het rechte woord niet.
Men ktn niet uitvallen uit een staat,
waarin men in waarheid en werkelijkheid
niet eerst is gezet geworden, maar 't
woord is toch wel duidelijk.
Wat is nu echter 't geval?
De historie van Gods kerk leert ons, dat
die 'afval* in onderscheiden tijdvakkeu ook
ia zeer onderscheiden lagen der bevolking
tot stand kwam.
In de achttiende eeuw b.v. openbaarde
die >afvil* zich 't meest onder de mannen
van meer of minder wetenschappelijke ont
wikkeling, en dat vooral onder den in
vloed der Encyclopaedisten en der geheele
nieuwe wijsbegeerte.
De 'kleine man* niet alzoo.
En niet het minst in de kringen der ar
beiders bleef ook in ons land het 'geloof
der vaderen* ook in de hhrten bewaard, om iv^
de volgende eeuw weer tot nieuw en scb'JOn
leven ook naar buiten op te bloeie^.
Thans staat 't ietwat anders.
„Afval* constateert men orjs thans.
Maar terecht zien ook ue modernen in,
dat het thans vooral d.e arbeiders zijn, die
de Kerk den rug töekeereu en zij zoeken
nu naar de oorsaken om die zoo mogelijk,
weg te nemen en den arbeider ook onder
do moderne prediking terug te brengen
een streven, dat zeer zeker ook door ón/=
kan worden op prijs gestold, al houden wij
staande dat het modernisme de zoekende
ziel steenen geeft voor brood.
Soms tasten zij zonderling mis.
In allen ernst is kort geleden destelling
verkondigd, dat de orthodoxie daarom zoo
veel arbeiders trekt, wijl zij door haar le
vendige schildering van hemel en hel, van
't oordeel en de zaligheid, sterken indruk
maakt op de volks-fantasie, die van sterke
kleuren en krasse woorden houdt iets,
dat alleen hy zeggen kan, die van de ge
reformeerde preek niets anders hoorde daa
deu voorzang.
Maar soms ook slaan ze rahk.
En ik denk weer aan 't'klompenkerkje*
maar nu in anderen zin.
Ik wist het niet, maar tot op den hui-
digen dag werden in zeer enkelq plaatsen
van ons land afzonderlijke godsdienstoefe
ningen gehouden voor den 'minderen man*.
De bladen hebben gemeld, dat nog pas
«wegens gebrek aan belangstelling* de
'klompen- of armenkerk* te Zuifen. geslo
ten is. Maar er schijnen nóg plaafren te
zijn waar op de een of andere manier voor
de ejofeler gekleeden, voor de »petten*,
voor de tweedahan dsch-mantels en omslag
doeken afzonderlijke godsdienstoefeningen
gehouden worden al wordt dit niet met
zooveel woorden gezegd.
Het is, gewoonweg, ergerlijk.
Nog meer. dan wat ik onlangs zag in
een aangekondigde opening eener Chr. mulo-
school, dat hij bestemd was voor kinderen »uit
den netten stand*
In de Kerk des Heeren mag eenvoudig
iu geen énkel opzicht stand* zijn.
En de evaagelischen, modernen, religieus
socialisten enz. hebben groot gelijk als zij
gelijk b.v. te Leeuwarden het plaats
kaartjes-systeem willen afschaffen en de
plaatsen in Gods huis willen vrij maken
voor elk die toetreden wil.
Alleen dat is niet de hoofdzaak.
Hst gaat nu eenmaal met de kerk even
eens als met een winkel 't beeld zij in
alle eerbiedigheid gebruikt: trouwens de
groote calvinist Huijghens gisg me in deze
vergelijking reeds vóór.
De 'bediening* zegt in een winkel wat.
De ruimte ook. 't Comfort ook ai
Doch de 'koopwaar* blijft hoofdzaak.
Wil de kooper deze niet of geeft hij aan
een anderen winkel de voorkeur, dan lokt
ge hem met geen honderd kunstmiddeltjes,
hij sal desnoods in een onaanzienlijke straat,
in een armelijk winkeltje, geduldig wachten,
als hij daar koopeu kan wat hij zoekt.
Zoo ook met arbeider en Kerk.
Zij zijn vaak van elkander vervreemd
door tweeërlei oorzaak.
De eerste ligt in den arbeider als hij zich
door materialistische of door valsche idealen
.heeft laten begoochelen en aan wat de Kerk
biedt, geen behoefte meer voelt. En de tweede
ligt in de kerk, als n.l. de arbeider wél
honger heeft naar 't geen de ziel kan ver
zadigen, maar de kerk hem niet biedt dat
gene wat hem de ledigheid zijns levens
vervullen kan.
Geestelijke honger en dorst zijn een aller
eerste vereischte.
Als die er zijn, al zou de arbeider
naar 't nederigst 'klompenkerkje* mo e^r
om verzadiging te vinden, hij zal zich n'
door laten weerhouden!
Wat trouwens voor allen geld',
prikkelen en aanwakk-rf
er vanzelf wel ^grepen/naar brood,
dat dien honger stifle* ter da^
dien dorst ee^wig blusscb/n kan!
UITKIJK.
Melk. Melk bev/gt alles in licht verteerbaren
vorm wat het lichaam noodig heeft. Men
lette er op allr/en melk van gezonde dieren
te gebruiken e n ze io minuten voor het ge
bruik flink te laten doorkoken. Licht verzuur
de melk is r uet bedorven. Melk kan, wanneer
dit om fi'.iancieele redenen noodig is, ver
vangen worden door taptemelk, d.w.z. afge
roomde rarcl'i, die alleen minder vet bevat en
dus ges'chikt is voor de bereiding van haver
mout, cacou, daar deze zelve vet bevatten,
i apte melk kost gewoonlijk de helft van volle
mellr., vandaar dat de huisvrouw veel goed-
kooper uit is, wanneer ze rijstebrij b.v. met
taptemelk maakt en een stukje margarine
toevoegd.
Karnemelk is ook een uitstekend voedsel.
Hangop, verkregen door karnemelk in een
schoonen doek uit laten druipen verliest veel
water en is met beschuit en suiker een ge
makkelijk verteerbare, voedzame spijs.
Zonnebaden. Van medische zijde schrijft
men over zonnebadenEen langdurig lucht-
of zonnebad, waardoor het lichaam geforceerd
wordt, werkt zeer nadeelig. Niet alleen on
dervindt dti huid het nadeel, ook hoofdpijn
en duizeligheid kan er door worden veroor
zaakt. Ons lichaam is eeuwenlang kunstmatig
beschermd voor lucht en zon. Nu kunnen we
niet eensklaps t ot den natuurstaat terugkeeren.
Zeker, van zon- en luchtbaden kan groote
geneeskracht i litgaan, mits men niet over
drive. Een zon - of luchtbad dure nooit lan-
rgens
i