voor de Zuidliollanilüclte en Zeenwselie Eilanden.
Woensdag 12 April 1916
61ste Jaargang N°. 2171
Antirevolutionair
lie floriog.
IN HOC SIGNO VINCES
Het Woord Oods de bron
van 't Recht.
UIT DE PERS.
BINNENLAND.
BUITENLAND.
Dese Coarant verschijnt eiken 'Woeaedsg en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden Se. p. p. 50 Csaü,
Buitenland bij toornitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
Mvea-seaeiSk JO eens per regel en */8 «saai. Beelames 10 per regel.
Bse&astakomdigiag Cent per regal ea saaai.
MenstaasYrsge® an Bienstaanbledinges 50 Cent per plaatsing,
örosts letters en vignetten «rordsn berekend naar d® plaatsraiats die sg beslaan,
AdvertentiSB vrorden Ingavraoht tot Dinsdag- ea Vrgdagancmgea ngr.
se
ISÏT&STBB 2
W. BOEKHOVEN.
SOMMEL.SD1JK.
"StedeH®»® lïrtesreos
18®. a.
4kMf» stnfclieii tour «se Medaetse oesieaia, Advertenties ess ♦erOere AsJnif aaisirsMJs& frwneo toe te «e««leo i*»m «leo fJUareve*.
•Israel,
tij uei
dat
v blit
Van linksche zijde wordt steeds de mee-
ning verkondigd en terecht, dat elke Staat
lieh handhaaft of valt met de bevestiging
of verwaarloozing van 't Recht. Die waar
heid wordt door niemand betwist. Waar
onrecht heerscht gaat de Staat ten onder.
Daarom murmureerden ook de oudsten van
Israel tegen Samuels zonen, want zoo staat
er in 1 Sam. 8: >zijn zonen, Richters over
wandelden niet in zijn wegen, maar
neigden zich tot de gierigheid en namen
geschenken en bogen het recht;zoo
iet nu een Koning over ons om ons te
richten, gelijk al de volkeren hebben.* En
daarom roept ook Jesaja zijn volk toe;
«doch de Heere der heirscharen zal ver
hoogd worden door het recht, en God
die heilige, zal geheiligd worden door ge
rechtigheid.*
Over deze waarheid zijn we 't dus eens
't Recht moet gehandhaafd. Maar nu de
tweede vraag: Wat is recht en waar is de
rechtsbron? De linkerzijde zegt uit den
treure, waar 't niet is; maar waar 't dan
wel is, is van hun standpunt geredeneerd,
ons nog nooit duidelijk geworden. Ze zeg
gen; Het recht is niet iets, dat door den
Staat wordt gemaakt. Het is ook niet iets,
door hen, die op een bepaald oogen-
"olik het zeggenschap hebben in dien Staat,
wordt gemaakt. Het recht is iets, zoo zeg
gen ze, dat de Staat in 't belaDg der ge
meenschap, zoowel als in dat der indivi
duen heeft te erkennen en te dienen; een
recht, dat onafhankelijk is van zijn wil.
Recht, zeggen ze, is niet een uitvloeisel
van Staatsmacht met 't gevolg, dat het
bezit der Staatsmacht nagestreefd wordt
ten einde met behulp daarvan den politie
leen tegenstander te knevelen en hem de
«wet te stellen*, maar de Staatsmacht
moet, onverschillig aan welke handen zij
tijdelijk is toevertrouwd, altijd aan het
recht ondergeschikt zijn.
We weten dus wat 't recht niet is. 't Is
wel ieti't is gemaakt, maar niet door
den Staat; niet door de gemeenschap; niet
om te knevelen. Pure negatie dus; maar
aanwijzing van wat 't recht dan wel is
de linkerzijde zwijgt daarover. Toch, dit
staat als een paal boven water, moet er
toch een rechtsbron zijn, want is die er
niet, dan is er willekeur. Het recht in den
Staat, dat ieder betrachten moet, en waar
naar ieder en alles beoordeeld wordt, kan
toch niet in de lucht hangen. Ieder burger
en de Overheid in al hun doen en laten
moeten toch een fundament hebben, waarop
ze met hun persoonlijk, huiselijk, maat
schappelijk en Staatkundig leven met beide
voeten staan. Voor den burger is 't fun
dament de Wet der Overheid, zegt ge.
Ieder heeft zich aan de Wet te onder
werpen.
In orde. Ieder heeft te buigen voor de
Wet. Voor de Grondwet. Voor de organieke
wet, die uit de Grondwet voortvloeit, als
daar is: het Burgerlijk Wetboek; het Wet
boek van Koophandel; de Strafwet; de
en Leerplichtwetten plus nog
andere wetten, die er in eiken
Staat voor alle terrein de3 levens zwart
op wit zijn gedrukt.
Voor die legio Overheidswetten moeten
we buigen. Maar? De eerste vraag is weer;
Zijn die wetten zelf eerlijk, wettig tot stand
gekomen. Zjjn die Wetten zelf wel wettig?
niet met «knoeierijentot stand
de legio
Zijn
gekomen. Vader J.icob kreeg 't Eerstge
boorterecht, maar Jacob beteekent hiel-
lichter af bedrieger. Laban, Jacobs oom,
besprak met Jacob ook een zekere verdee-
ling vau lasten; een soort wet van loon
en finantien; bestaande in de ontvangst
van schapen, maar hij veranderde t loon
van Jacob wel tienmaal. Hoe kwamen die
Loonwetten tuecchen Laban en Jacob tot
stand? Onder grooten druk van Labans
zijde en Jacob moest erkent en, na 20 jarig
verblijf, in verband met de Labans-Loon-
en-Huwelijkswet (eerst Lea dan Rachel tot
vrouw I) «Tenware de God van mijn vader,
de God van Abraham en de vreese van
lzak, bij mij geweest was, zekerlijk, gij
zoudt mij nu ledig weggezonden hebben.*
Ons te onderwerpen aan da Wet der
Overheid? Maar is die Overheid wel wettig
aangesteld? En zoo ja, is dan nog zelfs
de tot stand gekomen wet «wettig?* En
waar is de bron om dat te weten? Waar
de toetssteen van 't recht der Wei? Ea
van 't wettelijk gezag der Overheid? En
dus ook: is verzet en opstand gewettigd?
Wanneer? Waarom? Hoe lang?
Doch aangenomen: De Overheid is wet
tig! De totstandkoming der Wet en de in
houd van de Wet strikt rechtvaardig; dus
de burgerij heeft de Wet na te leven; maar
waaraan toetst dan de Overheid de recht
vaardigheid der Wet, en haar eigen positie
Aan 't verleden des Volks en de Lands-
historie? Maar was dat verleden zelf wel
rein? Kleefde aan de historie zelf geen
onrecht en zonde? Denk eens om Servië
met zijn troonrevoluties. En om de Ro-
meinsche Keizers en Koningen.
Laten we maar ophouden nog andere
gronden op te noemen. Noch de Historie,
noch de Rede, noch rechtsgevoel zijn de
bron: die ligt in God; in Zijn Openbaring,
in Zijn Woord. Is Hij waarlijk God, dan
gaat van Hem alle rechtsbepaling uit en
den mensch blijft niets anders over dan
met heiligen eerbied naar den weg te
vragen, die ons tot de zuivere kennis lei
den kan van wat God almachtig, krachtens
zijn hoogverheven Wezen tot recht voor
Zijn schepsel gesteld en gestempeld heeft.
Dat recht zijn Zijn ordinantiën.
IJdel werk.
Om met geen Ieege handen voor de kie
zers te komen, moet de Bedeelingswet, 't
zoogenaamd Ouderdomspensioen er door
gejakkerd. Dan kan de beslissing nog voor
de Juni stembus, ook in de Eerste Kamer
vallen. Die verwerpt het .en dan heb
ben de Linkschea, zoo «e hopen, den stok
gevonden om de Eerste Kamer te slaan n.l.
de verwerping (en de liberale sprekers zul
len op de meetings er beslist om huilen)
der ouderdomsrente.
Daar zullen wat krokodillentranen vallen,
let er eens opl
Het podium, waar die liberale sprekers
op staan, drijft van 't nat. Zoo aangedaan,
zoo vol ontroering zal je se tieu, ais ze
over die verworpen bedeeling (rente noe
men sij dat, maar 't is bedeeling) hun mond
opendoen,
IJdel werk!
Als er Rechtsche Statenleden vallen, dan
heuïoh niet door de tranen, die iiberale
propagandisten zullen laten vloeien over
die snoode Eerste Kamer. Het vo'ik is te
goed ingelicht, dan dat 't niet door heel
Nederland al weet, dat de Vrijzinnigheid
nergens anders om die rente propageert,
dan om de kiezers door die gratis-mldee-
ling te lokken, 't Is pure volksverlakkerij
't Is pure stembus-speculatie, 't Is pure
speculatie op de portemonnee der arbeiders
wereld.
Maar dat zal slecht uitpakken. Want de
arbeiders leven niet meer zoo, dat ze bang
zijn om een kleine premie te betalen
Ze doen 't voor hun ziekenlonds, hun be
grafenisfonds; sij zijn alle verstandig ge
noeg om te weten, dat de betaltng van
premies werkelijk rechten geeft. Een arbei
der is geen vrind van een aalmoes, zoo
lang ie nog g eie handen aan zijn lijf heeft.
Dan schaamt ie zich voor den bedelnap en
bedelzak. Daar staat hij te hoog voor.
En dat vergeten de VrijzinnigenZe tas
ten den arbeider in zijn eergevoel aan en
denken, dat bij een sjappie is. die zich
met een gift laat af-chepen. Neen! de ar
beider wil rechten l En wil zijn pensioen
verdienen.
Kermissen.
Er siju gelukkig verschillende Gemeen
ten, waar men den ernstigen toestand des
Vaderlands begrijpt en inea de kermissen
opschort. M iar er zijn er ook waar men
ze door iaat gaan. Van één Gemeente la
zen we, dat ze 't geld der staanplaatsen
niet kon missen van een ander, en dat
is wel het kombie, 't hoogtepunt vau on
verstand, omdat het volk juist in deze an-
stige tijden zieh eens flink moest kunnen
ontspannen.
Wat is toch een mensch.
God de Heere zendt zijn oordeelen, zijn
tuchtroede, zijn rampen over Europa, op
dat de mensch onder dien druk terugkee-
ren zou tot Hem en bukken onder sijn
hand. Neen, zegt de dwaze menschHoe
harder God slaat, hoe meer ik naar ont
spanning soek. Hoe zwaarder oordeel, de3
te meer zingenot om 't oordeel niet te
voelen.
In plaats van een zucht een kerrais-
joel.
In plaats van een zwijgen een ge
brul uit dronkenschap.
In plaats van vreeie de jeaeverflesch
op tafel.
Laat ons eten en drinken en vroolijk
siju een mensch mot toch wat hebben
in zoo'n akeiigen tijd
Eu zooals bij een operatie de dokter
zijn narcotische middelen je onder den
neus houdt, en je wegmaakt om 't mes er
in te kunnen setten soo moet ook de ker
mis als verdoovings- en slaap en rust-
middel dienen, op lat vergeten worde, dat
da groots Heelmeester besig is ïijn vlij
mend mes te zetten op de zieke organen
van de Europeesche volkeren.
De kermis als verdoovingsmiddelTe
gen God. Om zijn oordeel af te schudden.
Een staatsman in 1619 op 't schavot
staande, riep t uitWat komt er van een
mersch Ja, wat komt er van een mensch,
die zijn God miskent 1
WoensdagSchoolbond.
De adv ertentie iie=fi ia oas Blad gestaan
j.l. Zaterdag n.l. een oproep tot ds verga
dering van den Schoolbond m de Chr. School
te Middelharnia op Woensdag, haif 4,
Uitgenoodigd zijn: Besturen,H«ofdenvan
Scholen met 't personeel, dat naast hen ar
beidt.
Zal de Verg druk bezocht zijn? Weinig
werkt er tos mee: De oorlogstoestand; de
drukte op't laud in deze Aprilmaand; dea.s.
stembus enz. Maar men moet alle beswa
ren nu eens v.-n zich zetten Late men eens
dien Woensdagmiddag er aan geven, om
eens over dien Sc roolbond en den School
dag te praten, 't Is een zaak van 't Cnris-
telijï onderwijs dat ons tcch allen na aan
't hart ligt. Eu late nu niemand zoo zelf
zuchtig zijn om te denken: We hebben ge
noeg aan onsa eigen school! Dat is zelf
zucht, die niet oorbaar is,
Er is ook een Gemeenschap van belangen 1
Een eisch van samenleving en samenwer
king. Een plicht om elkaar tot een hand
en een voet te zijn. Een drang om van el-
kaars ervaringen te profiteeren en er gees
telijke winst mee te doen voor eigen dorp
ea eigen school
Daarom 1 vrienden! Als bestuurders der
Scholen, of als hoofden dan wel ouderwij
zere: maak U eens een paar uurtjes los
van uw dageiijksehe beslommeringen en kom
e-ns samen met de vrinden van Vooraeen
Putten. Het Hoofd der School van Rokanje
zal de Vergad. leiden. En dat waarborgt
een krachtige rede over punt 1 der Agenda
en een welslagen der Vergad. 't Is hem
toevertrouwd.
Vriendenter vergadering't Is onze plicht.
Uit de openbare school.
Men kent de verhouding. Hoe de roode on
derwijzers over het „hoofdschap" en hun „pa
troons" denken, valt te lezen uit de volgende
rijmpjes van F. B., die in roode omlijsting
plaats vonden in „De Klasseonderwijzer".
ONDERWIJZERSLOON.
Wie voor zijn kind'ren zich altijd heeft uit
gesloofd,
Blijft wat ftjj wasWie't voor zichzelf slechts
deed wordt Hoofd.
AAN 'T VERKEERDE KANTOOR.
'n Vader die naar 't hoofd vraagt,
Om over z'n kind te spreken,
Is iemand, die naar 't pollepel zoekt,
Om gauw de lamp op te steken.
Prettige verhoudingen.
Geen wonder dat de liefde voor de zoo
hoog geroemde openbare school almeer af
neemt.
Het Engelsche schrikbewind.
Een groote machinefabriek te Haarlem heeft
een bestelling onder handen voor onze eigen
koloniën. Daarbij zijn ook ijzeren wielen.
Toen deze wielen in Holland scheep zou
den gaan in een Hollandsch schip naar een
Hollandsche kolonie, werd, naar de N. Haar!.
Ct. meldt, vanwege Engeland verklaart, dat
dit niet zou worden toegestaan. De betrokken
machinefabriek zou éérst moeten aantoonen,
dat die wielen niet uit Engeland konden ko
men, vóór uitvoerverlof werd gegeven, en of
men nu al bewees, dat die wielen uit Enge
land precies driemaal zoo duur zouden zijn
dat ging den in Nederland controleoefenen-
den Engelschman niet aan
Zoodat de machinefabriek gedwongen werd
door Engeland, om voor een leverantie aan
onze eigen koloniën driemaal te duur en veel
moeilijker te verkrijgen materiaal, te gebrui
ken
Het laatste middel, dat de Engelschen heb
ben uitgevonden om onze handel tetyranni-
seeren is inderdaad: het bewijs eischen, dat
het betrokken goed niet kan worden betrok
ken uit Engeland.
(De Vr. Westfr.)
Mijnen.
De minister van buitenlandsche zaken brengt
ter kennis van belanghebbenden dat, blijkens
van de Fransche regeering ontvangen mede-
deeling, de scheepvaart langs de Turksche
kusten van Klein-Azië en Syrië tot nader be
richt gevaarlijk is, wegens de aanwezigheid
van onderzeesche mijnen.
De blokkade, welke voor deze kusten is
afgekondigd en waaromtrent mededeelingen
werden gedaan in de Nederlandsche Staats
courant van 5 Juni 1915 en in die van 2 Sep
tember 1915 blijft intusschen gehandhaafd.
(Stct.)
Mr. Jan Pleter Adolf Vereenlglng.
Vereenig. tot verzorging van nooddrufti-
gen, zwervers, drankzuchtigen en
ontslagen gevangenen, tusschen
Amersfoort en Barneveld.
Zaterdag 8 April werd de tweede Algemeene
Vergadering van de Mr. Jan Pieter Adolf
Vereeniging te Amsterdam onder praesidium
van den heer Prof. Mr. P. A. Diepenhorstin
het American Hotel gehouden.
Uit de verslagen van den Secretaris, den
heer J. Knottenbelt, Burgemeester van Rijssen
en den Directeur, den heer J. Wilbrink Wzn.
te Achterveld bleek dat het eerste paviljoen
3 Feb. 1915 geopend werd in tegenwoordig
heid van vele belangstellenden, waaronder
een vertegenwoordiger van ZEx. den Minis
ter van Binnenlandsche zaken, den Inspecteur
der Reclasseering, het college van B. en W.
van Barneveld en andere autoriteiten.
Het totaal der opgenomen verpleegden
bedroeg 51, waarvan er 31 December nog 21
aanwezig waren, terwijl een 25-tal buiten het
paviljoen gehuisvesten, arbeid werd verstrekt
en zoodoende aan levensonderhoud geholpen.
Een groote moeilijkheid werd bij. de ver
pleging ondervonden doordat alle verpleeg
den in één paviljoen moesten worden onder
gebracht. Om het resultaat doeltreffender te
doen zijn is het noodig dat valide armen,
dronkaards en ontslagene gevangenen in af
zonderlijke paviljoens ondergebracht worden.
Ter verkrijging van deze paviljoens ontbreekt
nog het noodige geld.
Op sprekende resultaten kan na een arbeid
van ruim tien maanden natuurlijk nog niet
gewezen worden; toch werden sommigen,
die in den maalstroom van het leven dreig
den verloren te gaan, te rechter tijd opgeno
men en, na een verblijf van korteren of ian-
geren duur, in de een of andere betrekking
geplaatst, waardoor zij toegerust met nieuwe
levensmoed, voor dieper inzinken bewaard
werden en hun plaats in de maatschappij te
rugvonden.
Aan giften ontving de Vereeniging in 1914
f261,50 in 1915 f 1859,01 alzoo een vooruit
gang met f 1597,51.
Bedragen die tot tevredenheid stemmen.
Onder de leden en begunstigers telt men reeds
enkele Burgerlijke Armbesturen (Barendrecht,
Barneveld, Genemuide, Gorinchem, Haarlem
mermeer, Purmerend en Zaandam) en Diaco-
niën: (Bussum, Dordrecht, Ermelo, Glaner-
brug, 's-Gravenhage, Huisum, Leens, Maars-
sen, Nieuwerkerk a. d. IJsel, Roord, Rotter
dam, Scheveningen, Voorburg, Wijckel). Men
hoopt op een meer algemeene steun van de
zijde der Burgerlijke Armbesturen en Diaco
nieën.
De aftredende bestuursleden Mevrouw C.
J. Mander Smyt geb. Gravin van Limburg
Stirum en de heeren C. Roeterdink en Mr.
H. B. Ver-Loren v. Themaat werden tot be
stuursleden herkozen.
Door deze Vereeniging finantieel te helpen
steunt men een groot maatschappelijk belang.
DE TOESTAND.
Nog steeds duurt het duel tusschen de
Franschen en Duitschers bij Verdun onver
poosd voort. De aanvallen der Duitschers
volgen elkander steeds sneller op en worden
met zulke steeds grooter wordende troepen
massa's ondernomen, dat wij, ziende op de
laatste berichten, haast zouden zeggen dat
Verdun het nu kwaad zal krijgen.
Zooals de lezers uit vorige overzichten
weten loopt ten Westen van de Maas de
worsteling om de twee heuvels 304 en 295.
Dit terrein is nu getuige van een zeer
bloedige worsteling.
De Duitschers veroverden daar in weinige
dagen het bosch van Avocourt, de dorpen Ma-
lancourt en Bethincourt, waardoor zij den be-
heerschenden heuvel 304 zeer dicht naderden.
Op dien heuvel heeft Woensdag de eerste
aanval plaats gehad. Na een enormen artillerie
voorbereiding viel een groote krijgsmacht
aan van Avocourt tot Bethincourt, met het
gevolg dat het dorp Haucourt door de Duit
schers genomen werd. Het centrum bracht
zijn linie dus vooruit, terwijl de vleugels door
de Franschen werden tegengehouden.
De laatste berichten nu van dit terrein
luidde voor de Franschen weinig moedge
vend.
Terwijl Frankrijk ons inlichtingen geeft
van „de van te voren beraamde en ten uit
voer gelegde ontruiming van de vooruitsprin
gende punt van Bethincourt" zegt Berlijn
daaromtrent:
„Op den westelijken oever van de Maas
zijn Bethincourt en ook de sterk verdedigde
steunpunten Elzas en Lotharingen ten Z.W.
daarvan afgeknepen. De vijand trachtte zich
aan het gevaar door een snellen terugtocht
te onttrekken. Hij werd echter door Silezi-
sche troepen nog aangevallen en verloor be
halve dat hij zware bloedige verliezen leed,
14 officieren en ongeveer 700 man aan on
gekwetste gevangenen. Twee kanonnen en
13 machinegeweren werden genomen.
Tegelijkertijd hebben wij voor ons hinder
lijke vijandelijke verdedigingswerken, blok
huizen en dekkingen op verschillende plaat
sen van het front opgeruimd, bv. ten N. van
het dorp Avocourt en ten Z. van het Kraaien-
bosch.
Ook bij deze op zichzelf staande onder
nemingen gelukte het ons de Franschen
ernstig afbreuk te doen. Aan gevangenen
verloren zij bovendien verscheidene officieren
en 276 man.
Rechts van de Maas hebben wij op der
gelijke wijze een kloof, aan den zuidweste
lijken rand van den Peperheuvel gezuiverd,
waar 4 officieren en 184 man enoorlogsma-
terieel in onze handen bleven.
Meer naar het Oosten en in de Woëvre-
vlakte zijn uitsluitend artillerie-gevechten
geleverd".
Afgaande op deze berichten, waaruit wij
dus leeren, dat de Duitschers de belangrijke
stellingen bezet'ten, en afgaande op een vroe
gere Fransche uitdrukking, „dat deze Fransche
stellingen onmisbaar worden geacht voor het
behoud van Verdun", zeggen we niet te veel,
als we veronderstellen dat Verdun het nu
kwaad zal krijgen.
De N. R. Ct. oordeelt:
„Zoo zijn de Duitschers er dan ten slotte
toch in geslaagd om door de wijze van wer
ken, die wij al meer dan eens aangaven
deuken in het front des vijands maken en