voor de Zaldhollandüehe en Zeeuwsche Eilanden. Zaterdag 1 April 1916 31te Jaargang N* 2168. Antirevolutionair Eerste Blad. IN HOC SIGNO VINCES W. BOEKHOVEN, ieder st zijne. „HET GOUDEN HERT", 1 B. 0. F. 1.1= LEE-Ioanen. OP DEI UITKIJK. LAND- EN TUINBOUW, VOOR HUIS EN HOF. Dage Courant versohgat eikeis Woensdag en Zaterdag» Abonnementsprijs per drie staande» fr. p. p. 50 Oeni. Buitenland bij vooraitbetaling /4,50psr jaa?e Afzonderlijke Hammers 5 Gent. SQMMELSDIJK. Bienstaairrrageii en Dienstaanbiedingen 50 Gent per plaatsing. Sürooia letters en vignetten worden berekend naar de pi&atsraiffi&te die ssij feésk&E. Advertentjën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen «O om. Alle slnfefeera voor «Ie Redactie bestemd, AsIvertepSiëii en verdere Administratie franc© toe te zenden aan den Uitgever. Motel Restaurant Gedempte Boerensteiger 63A, 831 OTTGEVKK feleïooD Iiattercostsa. Mo. 4. Aóvertentiën 10 Cent per regel es %k Boekaankondiging 5 Cent per rage! ea 4/È waai. Reeismei SO per mgm,. snaai. De Antirev. partij en zij heeft dit geluk kig ook met andere partijen gemeen, is voorstandster van Ieder 't zijne, of wat de Wet Gods ook even kernachtig zegt: Gij zult niet begeeren. Ieder 't zijne. Dus geen Koningin als Vliegwiel, zoo als minister Cort van der Linden dat be- Vjeert; als Vliegwiel om 't raderwerk van den Staat, als 't soms eens wat al te stroef gaat, aan den gang te brengenterwijl dan 't volk, de kiezers met de Ministers de Tweede Kamer enz. als 't klokje weer tikt, t dan ook volgens dien Volkswil aan den gang moeten doen blijven. Due geen Ministers als dictators, zoo als in deze Oorlogsperiode al verluid is; waut de oorlogstoestanden mogen enkele ministerieels daden wettigen; en er mag door 't Kabinet soms een verlangen geko men zijn naar een handelen over 't Volk maar tonder 't Volk di. zonder zijn ver tegenwoordigers; nochtans de eisch van 't oonstitutioneele leven in Nederland is: de Kamer moet weten wat er in 't Kabinet der Ministers omgaat; en de Ministers zijn voor al hun daden verantwoordelijk aan tde Kamers. Dus geen Kamers als Minister. Ook dat niet. Ea nu spreken we niet over wat al zoo honderdmaal herhaald is n.l. dat 't parlementaire stelsel tegenwoordig in alle Landen van Europa al ontaard is en plaats moet maken voor een nieuw stelsel öf in elk geval aan banden moet gelegd worden maar vast staat toch, dat geen Kamer den moed moet bezitten om den Minister de Regeeringstaak uit handen te nemen. Eu to&ti, als men in Nederland niet oppast gaat 't beslist dien weg op. Met allerlei moties, bekookt en onbekookt, gaat men de Ministers te lijf en poogt ze daardoor aan 't verstand te brengen, dat mijnheer 't Kamerlid niet van plan is voor den Mi nister te bukken en dus zijn Hoogedelge- strenge's wenschen nu eens zwait op wit voor den neus van zijn Excellentie zal leg gen en dan moet de heer Minister niet probeeren om bij zoo'n papieren eisch te schokschouderen I Dus geen Volk als Regent. Dat is de kanker, die aan ons Staatsleven gaat knagen. HetVolk Het Volk als Regent. Echt revolutionair Echt radicaal! Volkomen socialistisch! De ver houdingen op den kop. Niet meer een Volk dat geregeerd wordt, maar dat zelf de macht in handen neemt, tegen alle historische rechten inten spot van alle traditiestot krenking van de waardigheden van een Oranje. Nederland een republiek; nu reeds is er eeu Republiek met een Koning; met een Koning te veel; we gaan den tijd te gemoet van 't uiterste radicalisme. Reeds ia door de praktijk de macht der Kóningin zeer gedaald; en Troelstra zei eens te recht, dat 't Liberalisme aan de Oranjes van on sen tijd 't Koningschap ontroofd had; de liberalistische praktijk is geweest een doen buigen der Koningen voor de macht der Kamer, d i. voor de helft plus een. Maar die lijn wordt door de S. D, A. P. door getrokken en hun ideaal is dn Volksstaat, de Republiek, met de Tweede Kamer als hoogste macht, waaraan alle functionaris sen zich zullen te onderwerpen hebbenalle maohten in Kerk en Staat (zie naar Fran krijk) onder de wetgevende macht van de Volksvertegenwoordiging, zonder eenigen waarborg voor «vrijheid* dan de vrees voor opstand of de macht der bajonetten. Ieder 't zijne. De baas baas. De knecht knecht. De man man. De vrouw vrouw. De Kerk Kerk. De Staat Staat. Niemand zal iets begeeren van 't geen zijns naasten is. De Gezagdra ger geen onderdaan. De onderdaan geen Maohtsmanie. De dienstmeid geen Mevrouw. De Mevrouw geen egoistische heerscheres. Maar ieder 't zijne. Op eigen plaats. In eigen toon. Met eigen waardigheid. Met eigen plichten. Met eigen reehten. Ieder t zijne en van God daalt af wat 't onze mag ijn. Eu ter handhaving van 't onze: 't on kreukbare Recht; door een konsjentieuse Rechtspraak, naar eisch van Gods Woord door onpartijdige rechters. Eu dat Recht is Godes. Ieder 't zijne. Eere aan wien eere schul dig is. Tol aan wien tol moet betaald. Eer bied voor de Godzaligheidtoorn tegen den versaker van 's Heeren heiligheid. Vreeze Gods en vermijding der Wereldsgesindheid. Ieder 't zijne, maar God alles in allen. Want Hem komt toe lof en aanbidding, prijs en eere. Wat men ook zijn naaste schenke; wat men ook zich zelf toediene en poogt te verkrijgen aan waardigheid eere, geld en goed, naam en deugd: alles is des Heeren. 't Zijne. Ons leven is 't Zijne. Onze ge dachten, woorden en werken. Ons staat kundig, maatsokappelijk en huiselijk, ons kerk- en schoolleven't is alle3 't Zijne, 't Vloeit alles uit Hem en 't moet alles tot Hem. Onze adem en ons leven't is 't Zijne. 0, ijdel mensch, die meent uzelf te le ven; die poogt u uit te leveu naar deze wereld. Maar van alle deze dingen sullen we komen in 't Gericht. Ea wat zal dan 't Oordeel zijn, als we Hem op aarde niet 't Zijne gegeven hebben. Niet gegeven de Vreeze, de Eerbied, de Liefde, de Erkente nis, dat Hij is onze God, rechtvaardig, om te verdoemen, en barmhartig in Christus Jezus tot verzoening. 0 mensch! geef ieder 't zijne, maar aan Gode alles wat uwer ziel en lichaams is, want Hij is 't waardig Staatsburger en Christen. Ue iijt gedoopt m deu Naam van een drieeeoig God: dus sijt ge Christen gewor den, Voor uw Doop waart ge reeds do®r geboorte Nederlander. Zoo zijt ge difs na eenige dagen of weken na uw geboorte een Nederlandsch Christen. Dat Christen zijn is niet alleen esn te genstelling met Heiden-zijn, of met lsrae- liet-sijn, maar 't is, (want dat zegt de Doopsbediening ons volgens 't voorgeschre ven formulier) 't bezit van 't teeken en zegel van Gods genadeverbond. Gezet bui ten 't Werkverbond; gezet in 'tGenadever bond. Liberalen, die gedoopt zijn Vrijz. Democraten, dse gedoopt zijn Socialisten, die gedoopt zijn Anarchisten die gedoopt zijn Wij en zij; allen van nature vijanden van God, welke vijanden ook van zijn Woord op 't terrein des Staats staatsbur gers, die naar God in 't Staatsrecht niet meer willen vragen, of die Ham overal mis kennen; voor zoover zij gedoopt zijn, ziju ze christenen, gezet in 't Verbond der Genade, En omdat ze in dat Verbond Gods staan, hebben ze zich ook naar dat Verbond te gedragen. Te wandelen in een «nieuw god zalig leven. f Die eisch geldt iederen gedoopte. Ont waken tot een nieuw leven! Tot een ver- bondsleven met den heiligen GodTot eere Zijns Naams ook op staatkundig terrein. Bireei; nabij da Hocföstasg, It®tt©r«laBBh DINERS 80 eest en hooger. LOGIES MEÏ ONTBIJT f 1.25, 1.50 en f 1.75 Tel, No. 10595. Aanbevelend, Het door ieder aanbevolen adres. Vragende caar de rechte paden. Zoekende naar de beginselen des Woordsnaar de beginselen van den Christus. Die dien doop instelde. Ea geen gedoopte al heet hij ook revo- tutionaire anarchist, kan zijn doop onge daan maken, De verantwoordelijkheid voor een Drieaenig God blijft. 'k Heb een moeder gekend, die zich slap aanstelde in haar opvoedingswerk en die als stopwoord had, wanneer de kinderen iets begeerden van vader en deze weifelde of meende er niet toe te kunnen overgaan «Sj wille soo graagI* Dwaas moedertje, die ze was! Als we tot stelregel namen dat we de kinderen alles toestaan wat ze graag wil len, dan zou 't een rare wereld worden! Kinder-anarchie Ea dubbel dwaas was het, om dat te zeggen waar de kinderen bij zaten. Die vonden daarin een aansporing te meer, om vaders hoofd suf te zaniken: «We wille zoo Iets van die mal-moêrtjes-dwaasheid moet geconstateerd bij niemand minder dau den man, dien we allen hóóg achten en aan wien het vaderland ie dese benauwde dagen grooten dank verschuldigd is; minis ter Cort v. d. Linden. Iemand is nooit in alles groot. Elkeen behoudt zijn zwakke plekken. Ea de allerzwakste plek van min. Cort is sijn geflirt met den «volkswil*. 'n Ouê héél ouê kennis al die „volks wil" ahas de waan van zekere club of kliek. 't Héétte b- v. de «volkswil*, toen in 1795 Oranje werd verjaagd en onze «Hol- landsche natie* zich door de sansculottes uit pure broederschap kaal plukken liet Maar 't was 't bedrijf van een kleine kliek, die met groet geschreeuw baas geworden was. 't Eééte in de vorige eeuw de «volks- wil*, dat onze kinderen zouden opgevoed worden op de eeae, gemengdeneutrale school maar 't was het drijven van een kleine c6terie,die door een vóórhistorisch kies stelsel en door de beruchte districts-kuip- schaar, de macht in h .nden wist te houden. Dien «volkswil* kennen we hier! Die is koek kool, anders niet. Maar min. Cort denkt er anders over. Zie dat maar aan de kwestie van het vrouwen stemrecht. Ge kunt lezen, tusschen de regels door. in sijn Memorie van Toelichting op de Grondwetsherziening, dat de oubaas er op zijn studeerkamer 't hoofd over schudt en er heusch weinig heil in ziet. Evenwel «Se wille soo graag!* Ea dat geeft den doorslag. Min. Cort doet net als die vader wiens kleine jongen mosterd op tafel zag staan. «Vader krijg ik ook mosterd?* «Neen jongen! dat is niet goed voor hin ders en je zou 't niet lusten ook!* «Toe vader! ik wou zoo graag!* Waarop de vader hem 'n heel plakkaat mosterd op z'n bord gaf. Gulzig nam de jongen dadelijk zijn kinderlepel vol mosterd, bracht dien naar den mond 't gevoig laat zich raden! Zoo denkt, naar 't schijnt, ook vader Cort. Zekere clubs van vrouwen, die intus- schen nu al soms 't grootste ongenoegen onder elkaar hebben, dwingen om stemrecht. «Die rokken ookl* denkt minister Cort in zijn binnenste, «die willen ook altijd wé,t!« Maar se wille soo graag En daarom laten we ze óók wat mosterd op haar bord geven, dan hebben se er misschien ook 't gauwst genoeg van kwaad kan 't in geen geval. Of dat nu staatsmannen werk is? Daaraan waag ik het te twijfelen. Op die wijze mogen de groote politieke lijnen niet getrokken worden. „En daarom ben ik blij dat er onder onze meisjes en vrouwen een beweging aan de gang is om een adres te teekenen tégen dat vrouwenstemrecht. Ea wel om velerlei redenen. Maar de eerste regel is wel dat min. Cort het wil gaan bouwen op een leugen. Op dèie leugen n.l., dat „deNederland- sche vrouw het begeeren zoude. Dirt is een driemaal gepekelde leugen want daar is nooit iets van gebleken. Daar zijn enkele kleine clubjes, die wat lawaai maken in enkele groote steden, speechen, op audiëntie gaan, propaganda maken, die het air aannemen alsof zij spre ken uit naam van de Nederlandsche vrou wen maar die zich dit geheel ten on rechte aanmatigen, wijl van de 100 Neder landsche vrouwen er hoogstens èéoeis, die zich bewust bij deze groep van «verdrukten* aangesloten heeft. Tóch komen die kleine clubjes telkens bij de Regeering aankloppen; «Complement van de vrouwen van Nederland en wanneer of ze 't stemrecht kunnen halen!* Zie, dat wordt al te brutaal. En daarom hoop ik, dat er nu van Recht- sche zijde »ruige«-lijsten naar Den Haag zullen gaan om onze Regeering eens goed aan 't verstand te brengen, dat er tien- en tienduizenden vrouwen en meisjes zijn, die nooit ofte nimmer aan die stemzuchtige, actiezuchtigo wapperrokken de opdracht gegeven hebben, om in Den Haag te gaan vertellen, dat het vrouwelijk Nederland 's nachts niet meer slapen kan, omdat het niet in de eenzaamheid van 't stemhokje een puntje zwart maken mag. Doch dat ia 't niet a!léèn. Reeds in 't algemeen staat het zóó, dat een mensch honderd keer vraagt: Gééf mij dat! tegen dat hij één keer zegt als men hem iets geven wil: Neen! geef me dat niét en de vrouwen maken hier geen uitzondering op. Ook zij hebben graag wat moois. Ook al gebruiken zij het niet. In de pronkkast staan wel glazen en schalen en vazen, die ze geen tien keer in haar leven gebruiken, die gedurig heel wat werk en zorg met schoonmaken geven maar raak er niet aan, wijs er niet naar mot verkeerde bedoelingen: als de vrouw het maar hééft, zoodat ze 'tgebrui ken kan, dan is ze tevreden Waarom dan toch soo tegen't stembiljet? Dit moet ons volk goed begrijpen, 't Staat niet zóó, dat een vrouw er zonde aan doet als se stemt, dat moeten we, om alle overdrijving te vermijden, op den voor grond stellen. Ook toen we praatten over gezinshoofden-kiesrecht, is er gedurig op gewezen, dat God in zijn vrijmacht het niet zelden zoo bestuurt, dat een vrouw aan 't hoofd van een gezin komt te staan en dat wy dan Diet het recht hebben sulk een gesinshoofd omdat se vrouw is, te weren. Neen, zóó staat de antithese niet. Die loopt hier heel anders. 't Komt aan op dé se vraag: Wat is de kleinste cel waaruit een volk gebouwd wordt. Dau zeggen wij: het gezin. Dat is voor ons de eenheid. Wilt ge daarom uw volk vertegenwoordigd zien, dan moet gij de^re- sinnen gelegenheid geven om te spreken. Zoo is het naar Gods Woord. Zie b.v. maar hoe onder Israel altijd weer gesproken wordt van gezinnen, geslachten, vaderlijke huizen: gezinnen, familien, ge slachten, stammen vormen het volk. Neen! zegt nu de Revolutie. Niet het gezin, maar het individu, de losse persoon is de oercel van 't volks leven. Al vormden dus die «losse personen* nooit gezinnen en leefden se in de meest bandelooze vermenging dooreen, daar sou daar toch een volk uit groeien dat is feitelijk de uiterste konsekwentie, die reeds in zichzelf het teeken van ongerijmdheid draagt. Zie, dat is hier de «antithese*. Uit onze christelijke beschouwing volgt, dat wij in hoofdzaak niet anders willen dan een kiesrecht van mannen, omdat wij te ruggaan op 't gezin en naar Gods Woord niet de vróuw, maar de man het «hoofd* is, die voor dat gezin naar buiten handeit. Wat natuurlijk nu niet zeggen wil, dat er nooit ofte nimmer eenige vrouw toteeuige stembus mag toegelaten worden: 't leven wordt juist kleurrijk door z'n uitzonderin gen Maar die doen aan den regel niet af. Uit de revolutionaire beginselen echter, die niet het gezin maar 't individu, 't zij dan man of vrouw, als uitgangspunt nemen volgt vanzelf de eisch van vrouwenstem recht, waaraan dan ook de Linkerzijde niet ontkomen kan. Tegenstribbelen kan zij wat. Maar de radicalen en socialisten staan daar het sterkst. Al wie, ook om vele practische redenen, onze vrouwenwereld huiten de directe politieke bemoeienissen boudeu wil, wete goed dat alleen de beginselen der christe lijke partijen daartoe kuunen leiden. Maar maar vraagt twijfelmoedig 'n kittig, woordenrijk christea-vrouwtje. «Hebben dan tooh die mannen vele jaren lang hun politieke macht niet erg eenzij dig in hun voordeel gebruikt?* Dat heeft, mevrouw! met de beginsel kwestie weinig te maken maar 't on derwerp is interessant genoeg, om er bij gelegenheid eens nader over te schrijven. Mannen zijn geen engelenU zucht maar u wilt de uwe toch niet mis sen? Ah, juist! dan zijn we 't esns Tot later dan! UITKIJK. Onze veehandel na den Oorlog. In Duitschland, België, Frankrijk, Oosten rijk is het vee vanaf den oorlog zeer gedund. De abnormaal hooge prijzen, welke men in die landen voor 't vleesch betaald, bewijzen wel, dat de vraag grooter is dan 't aanbod. De hooge prijzen, die door Duitschland be steed zijn voor het watersnoodvee .uit het verdronken land, toonen ons wel, dat men daar een .groot tekort heeft aan vee. Waar voor hebben onze boeren nu te zorgen Dat zij zooveel mogelijk vee fokken. Niet zoozeer mesten als wel fokvee aanhouden. En dat zal dadelijk na den oorlog veel geld waard zijn, want men heeft dit vee noodig om de veestapels weer op peil te brengen. Natuur lijk zal die gunstige toestand niet zoo lang duren, misschien een half tof een heel jaar wellicht nog iets langer, blijvend kan hij ech ter niet zijn. Vooral kalfkoeien zullen dan mooi geld doen. Aan deze zaak mogen onze veehouders dus wel hun aandacht schenken. Voor de gezondheid. Doe in tram of spoor of waar ge ook eenigen tijd niet in de bui tenlucht vertoeven moet, toch altijd uw jas uit. Zoo straks als ge naar buiten moet is uw lichaam door de dikke bedekking in de afgesloten ruimte te veel verwarmd en koelt nu te veel af, terwijl wanneer gij uw jas uit doet gij juist nut van uw kleederen hebt. Tal van menschen zijn nu verkouden als gevolg van de snelle afwisseling van tempe ratuur. Hoe meer men echter zijn lichaam gewend heeft aan die afwisselingen, hoe min der dik men zich kleedt, hoe beter men die wisselingen verdraagt. 0 Ongeschilde aardappelen. De Koninklijke spoorwegdirectie te Berlijn heeft aan een aan tal firma's, eigenaars van een restauratierij tuigen op Duitsche lijnen, de volgende me- dedeeling gezonden In de restauratierijtuigen der Duitsche res tauratie maatschappij en die der Slaapwa gen Maatschappij worden thans de aardap pelen met de schil half gaar gekookt, dan geschild en ten slotte in zout water gaar ge kookt. Deze behandeling, waarbij het doel om zoo weinig mogelijk van de aardappelen te doen verloren gaan het best wordt be reikt heeft bij deze maatschappijen goed vol daan. Dat door deze manier van koken de aar dappelen er op den schotel onoogelijk zou den uitzien, is slechts geconstateerd bij aar-

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1916 | | pagina 1