Zaterdag 11 Maart 1916
2
Antirevolutionair
31"" Jaargang N° 2S6'<i
Orgaan
voor de Zuidliollandüelie en Zeeuwsclie Eilanden.
Tweede Blad.
He ifurlogf.
IN HOC SIGNO VINCES
W. BOEKHOVEN,
Drie Bladen.
OFFICIEEL GEDEELTE.
BINNENLAND.
BUITENLAND.
PLAATSELIJK NIEUWS
Deze Courant versehgnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. 50 Cent.
Buitenland by rooruitbetaling fé,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
umnTKB
SOM MELSDlJK.
«eietooB iDtereoHM. Blo.
Advertentiën 10 Cent per regel en ll% maak Reclames SO per re$eL
Boekaankondiging 5 Cent per regel en *j% maai,
Dienstaanrragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing
Qroote lettere en yignetten worden berekend naar de plaacaruixate dip ar bswl
Adyertentiën worden inaawaeht tot Ojnadag- en Vrijda,gB>"rg^n '0 -sar
Aile Kiukken voor «Je tiedaeiie fteKieinü, Adwerieiinect «r®s verdere AOiiiliiiHiriioe «««- me «enden .maïs dew »»8
Dit nummer bestaat mt
HERINNERING
aan de voorschriften der wet, betrekkelijk
het vieren der Zon- en Feestdagen.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Sommelsdijk herinneren de inge-
,v zetenen aan de Wet van den lsten Maart 1815
(Staatsblad No. 21), die van den volgenden
inhoud is:
Wij WILLEM, bij de gratie Gods, Prins
van Oranje Nassau, Souverein Vorst der Ver-
eenigde Nederlanden enz., enz., enz.,
Aan alle degenen, die dezen zullen zien of
hooren lezen, salutdoen te weten
Alzoo Wij in overweging genomen hebben
de noodzakelijkheid om, op het voetspoor
onzer godsdienstige voorvaderen, die daarop
steeds den hoogsten prijs stelden, de plicht
matige viering van den dag des Heeren en
andere dagen den openbaren Christelijken
godsdienst toegewijd, door eenparige en voor
de geheele uitgestrektheid der Vereenigde
Nederlanden, algemeen werkende maatregelen
te verzekeren
Zoo is het, dat Wij den Raad van State
gehoord en met gemeen overleg der Staten-
Generaal dezer landen, hebben goedgevon
den en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
1. Dat op Zondagen en op zoodanige gods-
r dienstige feestdagen, als door kerkgenoot-
ij® schappen van den Christelijken godsdienst
il dezer landen algemeen erkent en gevierd
worden, niet alleen geene beroepsbezigheden
zullen mogen verricht worden, welke den
godsdienst zouden kunnen storen, maar dat
in het algemeen geen openbare arbeid zal
mogen plaats hebben, dan ingeval van nood
zakelijkheid, als wanneer de plaatselijke
Regeering daartoe schriftelijk toestemming
zal geven.
2. Dat op deze dagen, met uitzondering
van geringe eetwaren, geene koopwaren hoe
genaamd op markten, straten of openbare
plaatsen zullen mogen worden uitgestald of
verkocht, en dat kooplieden en winkeliers
hunne waren niet zuilen mogen uitstallen of
met opene deuren verkoopen.
3. Dat gedurende den tijd, voor de open
bare godsdienstoefening bestemd, de deuren
dar herbergen en andere plaatsen, alwaar
drank verkocht wordt, voor zooverre dezelve
binnen den besloten kring der gebouwen
liggende zijn, zullen gesloten zijn, en dat
ook, gedurende dienzelfden tijd, geenerhande
spelen, hetzij kolven, balslaan of dergelijke
mogen plaats hebben.
4. Dat geene openbare vermakelijkheden,
zooals schouwburgen, publieke danspartijen,
concerten en harddraverijen, op de Zondagen
en algemeene feestdagen zullen gedoogd
wordenzullende het aan de plaatselijke be
sturen worden vrijgelaten hieromtrent eene
uitzondering toe te staan, mits niet dan
na het volkomen eindigen van alle gods
dienstoefeningen.
5. Dat de plaatselijke politie zal zorg dra
gen, ten einde alle hinderlijke bewegingen
en gerucht in de nabijheid der gebouwen tot
den openbaren eeredienst bestemd en in het
algemeen alles wat denzelven zoude kunnen
hinderlijk zijn, voor te komen of te doen
ophouden.
6. Dat de overtredingen tegen de bepalin
gen van dit besluit, naar gelang van persoon
en omstandigheden, zullen gestraft worden
met een boete van ten hoogstevijf en twintig
gulden, of met een hechtenis van ten hoogste
drie dagen, voor de overtreders die buiten
staat mochten zijn deze boete te betalen.
7. Dat bij een tweede overtreding de boete
of straf zal verdubbeld worden, en wijders
alle te koop gelegde of uitgestalde goederen
verbeurd verklaard en de herbergen of an
dere publieke plaatsen voor ééne maand ge
sloten.
■En dat door deze algemeene verordening
alle daarmede niet overeenkomstige Provin
ciale of Plaatselijke reglementen en inrich
tingen zullen worden gehouden voor vervallen.
i Lpten en bevelen, dat deze in het Staats
blad zal worden geïnsereerd, en dat een ge
noegzaam aantal exemplaren gedrukt en aan
de Staten in de onderscheidene Provinciën
of Landschappen, ingevolge art. 86 der Grond
wet, ter uitvoering zal worden gezonden, met
«ast om dezelve alomme te doen publiceeren
en affigeeren, en van de predikstoelen der
onderscheidene Christelijke kerkgenootschap
pen te doen aflezen.
Lasten en bevelen voorts, dat Onze mlnis-
terieele departementen en andere autoriteiten,
justicieren en officieren, wien zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zul
len houden, zonder eenige conniventie of
dissimulatie.
Gegeven te 'S-GRAVENHAGE, den lsten
Maart des jaars 1815, het tweede van
Onze Regeering.
(Geteekend) WILLEM.
Ter ordonnantie van Zijne Koninklijke
Hoogheid,
(Geteekend) A. R. FALCK.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
vertrouwen, dat ieder ingezeten zal mede
werken tot de naleving van de voorschreven
wetsbepalingen, en daardoor de handhaving
zal vergemakkelijken.
Sommelsdijk, den 7 Maart 1916.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
BOUMAN, Burgemeester.
Iz. GEELHOED, Secretaris.
INVORDERING
'S RUKS DIRECTE BELASTINGEN.
De BURGEMEESTER der Gemeente SOM
MELSDIJK maakt bekend, dat het kohier
van de Personeele belasting No. 1b over het
belastingjaar 1016 invorderbaar is verklaard
en aan den Ontvanger ter invordering ter
hand gesteld.
Ieder daarop voorkomende belastingschul
dige is verplicht zijnen aanslag, op den bij
de wet bepaalden voet, te voldoen.
SOMMELSDIJK, den 8 Maart 1916.
De Burgemeester,
BOUMAN.
Het beschieten van de Bandoeng.
De Bandoeng, van den Rott. Lloyd, is op
haar jongste reis van Sabang naar Rotterdam
door een Duitsche onderzeeboot, die het schip
blijkbaar voor een vijandelijk vaartuig hield,
hevig en langdurig onder vuur genomen.
Een van de opvarende heeft de H.ct. het
volgende verhaal gedaan
De Bandoeng, kapitein N. Huisman, maakte
haar 13e reis naar Java en terug. Na op de
Javakust een lading koloniale producten in
genomen te hebben, vertrok het schip den
7en Januari van Sabang, met bestemming
Rotterdam, via het Suezkanaal. Den 27en
Januari passeerden we Port-Saïd, en op den
29en bevonden we ons op ongeveer 34° N.Br.
en 24° O.L. pl.m. 80 mijlen bezuiden het eiland
Kandia.
Te half 10 's morgens werd onze beman
ning opgeschrikt door een kanonschot, waarop
in de onmiddellijke nabijheid van het schip
een projectiel in het water plofte, dat een
reusachtige waterzuil opjoeg. De 3e-officier,
die de wacht deed, rapporteerde den kapitein
dat een onderzeeboot op pl.m. 6 mijl afstand
op vier kompasstreken aan bakboord, boven
water kwam. Nog vóór kapitein en 3e officier
weer op de brug waren, viel toen een tweede
schot, onmiddellijk gevolgd door een derde,
dat vlak langs het schip ging.
De seinletters AB. van het Internationaal
Seinboek werden toen op den onderzeeër
waargenomen. Dit sein beduidde: „Verlaat
uw schip zoo spoedig mogelijk". Dit bevel
bracht ons in de meening, dat de onderzeeër
ons voor een vijandelijk schip hieldde kapi
tein achtte het daarom raadzaam, met lang
zaam vooruitdraaiende machines den onder
zeeër meer te naderen, ten einde dezen de
gelegenheid te geven onze nationaliteit beter
vast te stellen. Bovendien werden in den
voor- en den achtertop van de Bandoeng
Hollandsche vlaggen geheschen, terwijl op
het achterschip als altijd de driekleur woei,
en de romp van het schip met de kleuren
rood, wit en blauw beschilderd was.
Middelerwijl hield het vuren steeds aan,
zoodat in tien minuten tijd reeds het achtste
schot vieldit laatste wel met zulk een uit
werking dat 't geheele schip er van dreunde.
Te verwonderen was het niet, als men na
gaat dat het laatste projectiel ontplofte op
zeer korten afstand, pl.m. 10 meters, zoodat
in een onzer reddingbooten 5 gaten geslagen
werden, en een ijzeren luchtkoker op ver
scheidene plaatsen doorboord werd. Stukken
van 10 cM. lengte en 2 cM. dikte vielen
daarbij op het dek neer.
Wie schetst de algemeene ontroering, die
er toen aan boord heerschte, want een ieder
was zich natuurlijk bewust van het gevaar
waarin men verkeerde.
De gezagvoerder gelastte onmiddellijk alle
hens aan dek, en in de booten, die tot on
middellijke ingebruikneming gereed waren.
Het vuren was na het achtste schot opge
houden, en de onderzeeër nam nu blijkbaar
een afwachtende houding aan, terwijl het sein
AB. neer ging.
Te 10 uur 10 dook de duikboot langzaam
onder water, op pl.m. 4 mijl afstand. We
kregen toen den indruk, dat ze haar vergis
sing had ingezien, en ons als Hollandsch
schip herkend had. De machine werd dan
ook weer op volle kracht gezet, en de koers
vervolgd.
Groot was ieders verwondering, toen daarop
dezelfde onderzeeër na pl.m. 45 minuten op
nieuw te voorschijn kwam, nu op pl.m. 4
mijlen afstand achter ons. De Bandoeng
stoomde verder, terwijl de onderzeeër in
evenwijdigen koers achter ons aanstoomde,
een vol kwartier. Plotseling werd de beschie
ting toen hernieuwd, en observeerden wij het
sein MN. (stop onmiddellijk). De machine
werd stop gezet; een ieder vroeg zich met
angst af, wat men nu toch wel van ons wilde
De 2e officier werd gelast met een boot
naar de duikboot toe te gaan, om nadere in
lichtingen te bekomen. Juist zou de sloep
wegroeien, toen het sein FH. (zend een boot)
geheschen werd. De scheepspapieren wer
den ter inzage meegegeven.
Na 40 minuten roeien was de boot den
onderzeeër genaderd en werd door deze de
Duitsche oorlogsvlag geheschen. De 2e offi
cier stapte aan boord, en nadat de gebrui
kelijke vragen van den onderzoekingsdienst
beantwoord en de papieren in orde bevonden
waren, werd gevraagd, waarom de Bandoèng
niet direct gestopt had bij de eerste waar
schuwingsschoten.
Geantwoord werd, dat het sein AB., ge
voegd bij de niet ver missende schoten, ons
in de meening hadden gebracht, dat wij voor
een vijandelijk schip gehouden werden, en
we niet begrepen, waarom wij een neutraal
schip zonder nader onderzoek moesten ver
laten. De gezagvoerder achtte het daarom
noodig, voerde onze woordvoerder verder
aan, u dichter te naderen, teneinde u in de
gelegenheid te stellen ons beter te herkennen.
Bovendien, onze Hollandsche vlaggen waren
toch duidelijk genoeg zichtbaar
De kommandant antwoordde: „Zeker, ze
waren zichtbaar; doch verscheidene vijande
lijke schepen zoeken dekking onder neutrale
vlagterwijl uw naderen voor ons een teeken
van tegenstand scheen, en wij aaarom gereed
stonden u te torpedeer en.
De waarschuwing werd daarbij gegeven
in het vervolg nu' maar direct te stoppen bij
het eerste schieten, daar een herhaling van
zulk een geval niet buitengesloten was.
Hierna informeerde de kommandant, of het
Suez-kanaal nog steeds open was, en of wij
Fransche of Engelsche oorlogsschepen ge
passeerd waren.
Het eerste werd bevestigend, het tweede
ontkennend beantwoord en vervolgens bood
de kommandant aan de sloep op sleeptouw
te nemen naar de Bandoeng.
Op korten afstand liet de Unterseeboot 3
de sloep weer los, en voer in een cirkel om
ons heen. Van beide zijden werd met de
vlag gesalueerd, en ieder vervolgde zijn
koers.
Het geheele oponthoud had 3 uren tijd in
beslag genomen.
DE TOESTAND.
Nog steeds wordt de groote beweging
rond Verdun met kracht voortgezet. De
Duitschers drukken de Fransche stellingen
ten Z.O. van Verdun, en ten Noordwesten
daarvan ineen. Het Fransche front brokkelt
zoo langzamerhand af en nog wil Joffre, de
generalissimus van de verbonden legers den
strijd niet aanvaardden, hoewel hij daartoe
door de Duitschers meer dan genoeg wordt
gedwongen.
Ondanks Fransche tegenaanvallen is de
Duitsche linie noordelijk van Verdun niet
alleen ongeschokt gebleven, maar ook het
dorp Douaumont is in Duitsche handen ge
vallen, het fort van dien naam door hun
bezet gebleven en het daarop volgende fort
Vaux werd reeds gedeeltelijk ingesloten.
Maandag is echter, bij de Maas en in
Woëvre de tweede Duitsche beweging be
gonnen, zóó dat het den schijn heeft of de
Duitschers Verdun willen omsingelen. De
Duitsche omsingelingsmethode valt tenmin
ste goed waar te nemen.
Forges aan de Maas en Fresnes in Woëvre
zijn door hun reeds stormenderhand genomen.
„Dat is niets" zegt Havas want de eigen
lijke stelling, bedoeld is de heuvelstelling
blijft vast in ons bezit.
Maar dit is een „doekje voor het bloeden".
Want het volgende communique der Fran-
schen meldt dat de Duitschers langs de
Maas konden voortdringen naar Regneville
en tegelijk een hevige aanval deden uit het
Westen.
„Ondanks de zware verliezen" melden de
Franschen, kon de vijand zich van heuvel
265 meester maken".
De stelling die gisteren nog „vast in hun
handen" was, wordt nu door de Duitschers
bezet.
De hevige aanval duurt voort en drukt de
Westelijke Fransche stellingen in.
Berlijn seinde ons heden:
„Op den linkeroever van de Maas zijn, om
de aansluiting aan de door ons vooruitge
schoven nieuwe linies rechts van de rivier
op de zuidelijke hellingen der Cóte du Poivre
en Douaumont te verbeteren, de stellingen
van den vijand aan weerskanten van de
Forges-beek stroomafwaarts van Béthincourt
over een breedte van 6 K.M. en een diepte
van meer dan 3 K.M. bestormd. De dorpen
Forges, Regnéville, de Kraaienhoogten en
het kleine Cumieres-bosch zijn in onze
handen.
Tegenaanvallen van de Franschen tegen
de zuidelijke randen van dit bosch zijn
bloedig afgeslagen. Een groot gedeelte van
de bezetting van de door ons genomen
stellingen is omgekomen. Het ongewonde
overschot van 58 officieren en 3277 man
werd gevangen genomen. Bovendien werden
10 kanonnen en veel ander oorlogsmateriaal
buitgemaakt.
In de Woevre-vlakte is de vijand ook uit
de laatste huizen van Fresnes geworpen.
Het aantal van de daar gemaakte gevan
genen i3tot 11 officieren en ruim 700 man
gestegen. Eenige machinegeweren zijn buit
gemaakt.
Onze vliegtuigeskaders hebben de met
vijandelijke troepen bezette plaatsen ten W.
van Verdun met bommen bestookt."
En bij dit alles blijft Joffre kalm. Hij wei
gert toe te tasten. En de groote Engelsche
pers juicht
„Nooit is generaal Joffre zóó bewonderens
waardig, als wanneer hij weigert zich te laten
opjagen.
Op hem kunnen wij ons verlaten. De Duit
schers zullen met hun woedende aanvallen
niet het voordeel bereiken, dat zij Joffre tot
een offensief dwingen".
Voorloopig heeft zij daarin gelijk. De groote
reserve is nog niet aangesproken.
Het haastig terugtrekken der Fransche troe
pen in Woevre moet zoo worden verklaard,
dat de sector Verdun het moet trachten te
houden met eigen reserves.
Daarom werd het front verkort, de troepen
opeengedrongen. Tot op het oogenblik heeft
zij het gehouden.
Maar wat zal het zijn als de Duitschers,
met de doodsverachting die hun eigen is,
deze aanval eens werkelijk doorzetten
En dat schijnt toch hun plan te zijn.
De berichten melden tenminste van ontzag
lijke voorbereidingen van Verdun tot Belfast.
De strijd moet er overigens vreeseiijk zijn.
Een Fransch soldaat beschrijft een Duit-
schen aanval aldus
Ik keer naar het schietgat terug. Door
den spiegel van mijn periscoop kijk ik scherp
naar het Oostenin de richting van de Ome
scheurt de sluier der rookwolken. Het is als
een gordijn voor een tooneel, dat omhoog
gaat een tooneel verlicht door het zachte
licht van den dalenden avond. Ik onderscheid
het dooreenkrioelen van de massa Duitsche
soldaten. Hetgeen daarginds gebeurt is ver
schrikkelijk: de bataljons zijn zóó dicht op
elkaar, dat ze er uitzien als kudden. Ze be
dekken de grond over een zoo groote uit
gestrektheid, dat zoover het oog reikt, ner
gens meer sneeuw te zien is. En deze mie
rentroep klimt de helling van de hoogten van
de Maas op, en komt op ons af
Reeds hebben hun voorhoeden onze eerste
prikkeldraad-versperringen bereikt. Het gros
van het leger ploetert nog in de modder van
de vlakte tusschen de Orne en de rivier de
Vaux. Moeizaam strompelen ze voort over
dezen grond, waarin men wegzinkt. Zemar-
cheeren op zonder zelfs de moeite te doen
te bukken. Onophoudelijk vallen onze gra
naten in deze menschenzee. Het is een on
waarschijnlijk gezicht.
Er vormen zich leege plekken in dezen
menschelijken oceaan. Het is alsof de licha
men in den modder wegzinken. Of dan weer
vliegen bloedige overblijfselen de lucht in,
met aarde en vlammen De granaat is
voorbij. In de bewegende grijze massa ver
toont zich een mooie witte plek die wel
weldra weer bedekt wordt door een nieuwe
grijze golf.
Thans is het nacht
Nóg harder dondert het kanon. Ik heb den
indruk alsof de geheele heuvel van het fort
Douaumont als een populier in den storm
wordt heen en weer geschud. Een nieuwe
harmonie voegt zich bij dit doodsconcert
het geknetter van onze mitrailleurs. Des te
beter, dat wil zeggen dat de Boches er zijn.
Eindelijk zal het dan gedaan zijn met onze
werkeloosheid en onze onzekerheid.
Voor het oogenblik zijn we er slechts op
bedacht onze ooren te bedekken, onverschillig
met wat, want het lawaai wordt verschrikke
lijk. Dat lawaai doordringt ons, verdooft ons
hersenen, tast onze zenuwen aan. Bang zijn
we niet, we kunnen niet bang zijn, want
gevoelens, gedachten, alles is verdwenen,we
leven in een verdoovende duizeling, en het
geluld vervuld ons geheel.
Zonder te denken om gevaar, steek ik, met
andere kameraden, mijn hoofd naar buiten.
Welk een visioen.
Onze zoeklichten verlichten met strepen
de bewegende massa's der vijanden de fusées
die de aëroplanes laten vallen, begraven hen
onder het licht. Door een optisch bedrog is
het of ze heel dichtbij zijn. Men onderscheidt
duidelijk de lichamen, die neervallen en weg
zinken en de lichamen die in lappen uiteen-
vliegen.
Maar er komen er altijd meer, altijd meer
Ze komen tusschen de tweelingsheuvels van
de Orne naar boven. Ze loopen op lijken.
Dit woeste bloedbad, dat kanongebulder,
dat alles op zijn grondvesten doet dreunen,
dit verblindende licht, vervullen alle mannen
met een gemeenschappelijke waanzin. Als
duivels hollen ze heen en weer, zwaaien met
hun geweren of springen de lucht in, als
door een onweerstaanbaren Sint-Vitusdans
meegesleept. En steeds talrijker vallen de
granaten op ons neer"
*iii
Uit Armenië komen voor de Centralen
geen gunstige berichten. Men weet dat de
Russen daar de vijand nog steeds vervolgen,
en dat Bitlis, ten Zuiden van het Wan-meer
door hun reeds was bezet.
Nu weer komt van de Russische generale
staf het bericht dat, onder bescherming der
vloot, de Russische troepen geland zijn te
Artin, en thans oprukken naar Trebiszand,
een zeer belangrijke Zwarte Zee haven en
tevens stapelplaats. Twee kanonnen en 200
gevangenen zijn in hun handen gevallen.
En Constantinopel meldt maar steeds het
getypeerde„Geen belangrijke veranderingen
op het gevechtsfront".
Of bedoelen ze soms: geen belangrijke
feiten ten goede
Heeft de Duitsche vloot zee gekozen
Dat is een vraag, die, ziende op de ge
beurtenissen der laatste dagen, ongemerkt
rijst.
Zoo hadden reeds begin deze week ont
moetingen plaats tusschen Hollandsche sche
pen en Duitsche kruisers enz.
Daaromtrent werd nog nader aan deN. R.
Ct. vanuit IJmuiden gemeld:
Het rapport van de opvarenden van den
stoomtreiler Odin omtrent een groote Duitsche
vloot in de Noordzee wordt door andere
treilers bevestigd. Een er van was eenmaal
een eskader van 35 en kort daarna een van
15 schepen gepasseerd iets westelijker dan
de Odin ze gezien had. De ontmoetingen
hadden plaats Maandagmorgen tusschen 7 en
12 uur. Toch moet hier blijkbaar geen groote
waarde aan gehecht worden, en schijnt inder
daad slechts een manouvre of zeeonderzoek
op uitgebreider schaal dan gewoonlijk te zijn
geschied, want alle oorlogsschepen, die tegen
7 uur in zuidwestelijke en westelijke richting
stoomden, keerden tusschen 10 en 11 uur in
drie partijen terug, koersende noordoost en
in geheel andere formatie. Op de terugreis
was elk slagschip en elke kruiser geconvooi-
eerd door een torpedoboot. Een zeppelin bleef
gedurende de geheele manoevre, die meer
dan drie uur geduurd had, boven de vloot
vliegen.
Als een bijzonderheid werd ons medege
deeld, dat van alle groote oorlogschepen,
hetzij ze twee, drie of vier schoorsteenen
hadden, de laatste schoorsteen of geel ge
schilderd of met geel doek omwonden was.
Een der stoomtreilers was op de heentocht
tweemaal aangehouden. Den eersten keer
werd na onderzoek een bewijs afgegeven door
een kapitein-luitenant ter zee.
Maandagmiddag zijn drie kleine IJmuider
stoomtreilers tusschen IJmuiden en Scheve-
ningen aangehouden door 5 Engelsche tor
pedojagers. Van een zijn schip en papieren
onderzocht en na ruiling van een zoodje
visch tegen een hoeveelheid tabak kon de
reis worden vervolgd.
SOMMELSDIJK. Naar aanleiding van een
daartoe strekkend adres van de Dorpsver-
eeniging, alhier, besloot de Gemeenteraad in
zijne vergadering van Donderdagmiddag met
9 tegen 2 stemmen behoudens goed
keuring van Gedeputeerde Staten dezer pro-