Tweede Blad, De Oorlog. Zaterdag 19 Februari 1916. No. 2156 Twee Bladen. LAND- EN TUINBOUW. BUITENLAND. BINNENLAND. GEMEENTERAAD IN HOCSIGNO WSES Dit aummer bestaat uit mi Aj De Mais distributie. Het is met de mais distributie voor Fe bruari al heel raar gegaan, naar het schijnt. De Commissie, daarmee belast: het Comité van Graanhandelaren te Rotterdam en de Com missie voor den Graanhandel te Amsterdam schijnen de coöperaties al zeer misdeeld te hebben. Dat de bestellers niet zouden kun nen krijgen, wat zij hadden opgegeven, was te verwachten. De beschikbare voorraden zijn voorloopig, helaas te gering om in de behoeften te voorzien. Maar war is nu ge beurd Aan het Centraal Bureau van het „Ned. Landb. Comité" te Enschede, dat voor ongeveer 340 aankoopvereenigingen had be steld blijkbaar zoo zuinig mogelijk werd bericht, dat slechts een kwantum kon worden toegewezen, neerkomende op klein 30 pCt. (zegge dertig procent). Aan anderen echter buiten de coöperatie staande, werd 40 pCt. gegund; van verschillende zijden werd dit bevestigd. Wel heeft het Rijksbureau tegen over klagende vereenigingen beweerd, dat ook aan anderen slechts 29 pCt. van hun netto aanvrage was toegewezen maar dit zal het moeilijk kunnen volhouden, daar tientallen vereenigingen aan het Centraal Bureau ver klaarden, dat handelaren in hun omgeving 40 pCt. was toegewezen. Hetzelfde was af te leiden uit een artikel in de N. Rotterd. Ct. en makelaars ter Rotterdamsche beurze ver telden hetzelfde. Dit is een onrecht, waartegen ten sterkste moet worden geprotesteerd, hetgeen door het Centraal Bureau dan ook geschiedt. Het gevolg dezer misdeeling is niet alleen, dat de vereenigingen niet krijgen wat hun toe komt, maar vele aanvragen werden daardoor ^teruggebracht tot minder dan een waggon Mil0000 K. G.) en het gevolg hiervan was een -onvermijdelijke foutvracht. Zouden deheeren hier heel niet aan gedacht hebben I? Toch wel. Voor anderen, aan wie 40 pCt. was toe gewezen, luidde n.l. bovendien de gunstige beschikking: een minimumtoewijzing van 10000 K. G. Hier was de foutvracht dus ver meden. 't ls te hopen en dunkt ons, ook wel te verwachten, dat dit schandelijk onrecht zal worden hersteld. De teekenen wijzen er op, dat de Regeering tusschenbeide zal komen, Het geeft althans reeds voldoening te lezen dat de Minister van Landbouw de beide Commissies, op haar verzoek, van haar taak ontheffen zal, wat betreft de verdeeling van Regeeringsmais, en deze taak aan een spe ciale commissie zal opdragen, waarin ook de landbouwcoöperatie zal vertegenwoordigd zijn. 't Werd tijd, dat er verandering kwam. Want 't bovengenoemde is niet het eenige, waarover valt te klagen. Men weet, dat de landbouwer ook de laatste roggeoogst weer heeft moeten afstaan tegen f 8.-~ per 70 kg. daarvoor zou hij echter mais terugkrijgen C'-oor f 7.255 de 70 kg. Dat was een billijke 'egeling, welke zonder sputteren door de rogge-boeren is aanvaard. Maar hoe wordt deze overeenkomst nu nagekomen Er is eenvoudig meegedeeld, aan enkele rogge commissies althans, dat van die beloofde mais slechts '/e (één zesde deel) zal worden geleverd. De boeren, die dus in goed ver trouwen op des Ministers woord hun rogge tegen den vastgestelden prijs afleverden, krij gen de hun rechtens toekomende mais niet. De Voorzitter van het „Ned. L.-Comité", Mr. J. T. Linthorst Homan, komt in het „Ned. L. W." met kracht voor het recht van de landbouwers in deze op. Hij zegt o.m. „Er is te weinig mais in het land. Maar niet zoo weinig, dat dit den met de distri butie belasten heeren het recht zou geven het door den Minister gegeven woord, de doorZijn Excellentie aangegane overeenkomst in zijn naam te breken. ik eisch, in naam van den Nederlandschen Landbouw, dat aan dit geknoei onmiddelijk een eind gemaakt wordt; dat overeenkom sten, door den Minister aangegaan, niet door zijn gemachtigden achter zijn rug worden gebrokenik eisch dat er recht zij, ook voor den boer". Dit kloeke woord, ook al werd het eerst openbaar na des Ministers beschikking waar bij genoemde Commissies van haar taak wor den ontheven, zal zijn uitwerking niet mis sen, evenmin als de protesten van veront waardiging, welke van alle kanten opgaan over de grievende onbillijkheid, tegen de boeren-coöperaties begaan. C. B. DE TOESTAND. Hoewel het geen gewichtige gebeurtenissen kijn, in zoover gewichtig dat zij op de al- gemeene toestand eenige verandering zouden kunnen bewerkstelligen, nbchthans kan men spreken van belangrijke tijdingen die ons van de oorlogsfronten na Dinsdag hebben bereikt. Op het Westfront, het front van de ge- heele wereld-crisis, staat nog steeds in vuur en vlam en de Duitschers gaan er nog steeds door met het boeken van verschillende kleine voordeelen. Zuid-Oostelijk van Iperen namen zij na de sterke artillerie-voorbereiding pl.m. 800 M. der Engelsche stellingen, een groot deel der vijandelijke loopgraaf-bezetting sneuvelde 1 officier en eenige dozijnen manschappen werden gevangen genomen. Noord-Westelijk van Tahure in Champagne ontnamen zij de Franschen in een stormaan val 700 Meter van hun stellingen. Daarbij lieten de Franschen 7 officieren en 300man benevens 1 machine-geweer en 5 mijnwer- pers in handen van hun vijand. Tenslotte werden door de Duitschers nabij Obetsepp, dicht bij de Fransche grens 400 Meter loopgraaf genomen waarbij ook 2 ma chine-geweren en 5 mijnwerpers als buit door hen werd veroverd. De Franschen meldden dat zij Zuidelijk van Somme een loopgraaf heroverden en talrijke aanvallen deden, o. a. in Champagne. Een Duitsche compagnie, die omsingeld werd, was gedwongen zich over te geven. In het geheel namen de Franschen 100 ge vangenen benevens verscheidene machine geweren. Hoewel het front door al deze bedrijven zich niet wijzigt mag men toch veronderstel len dat het er bloedig naar toegaat. Op het Italiaansche front veroverden de Oostenrijkers een niet onbelangrijke stelling op de Italianen, en wisten deze te behouden. In Albanië word Durazzo door de'Oosten- rijkers bedreigd. Dezen staan er vlak voor terwijl de Bulgareu, die hier dus ook aan de krijgsverrichtingen deel nemen, Walona reeds tot op 20 K.M. afstand zijn genaderd. De Oostenrijkers berichten, dat de Alba- neesche bevolking bij zeer grooten getale hun zijde kiest, en zich opgewekt onder hun vaan schaart. In de Kaukasus moet de Turk een groote slagveer laten. Hun dagberichten zijn sober en allesbehalve hoopvol. De Russen melden eerst dat zij de forten van Erz roem hebben veroverd terwijl al heel spoedig dit bericht gevolgd werd door dat van de val der vesting. Erzeroem is het bolwerk van Armenië en van het Turksch-Kaukasusfront. De val dezer vesting is ongetwijfeld voor den Turk een zeer ernstig verlies. De Russen zijn daar naar het heet 200.000 man sterk. In Mesopotanië zijn de Turken en de Ara bieren nog steeds in het voordeel. Zij over vielen een paar dagen geleden een paar kampen der Engelsche troepen, die tot ontzet der troepen te Koet-el-Amara waren gezon den, met het gevolg dat het kamp geheel in hun handen viel. De Engelschen lieten 500 dooden. Het ontzetleger had een ontmoeting met den vijand, maar moest zich met verlies te rugtrekken. Dit bericht werd door de Engel sche bevelhebber geseind, er zal dus zeker wel waarheid inzitten. Er is, behoudens bovenstaande nog iets dat thans weer de aandacht trekt, en welke maat regelen ons land direct interresseeren, we bedoelen de voorgestelde Engelsche blok kade. Die blokkade is voor ons land van direct belang, van het allerhoogste. Onze lezers zullen zich herinneren, hoe onlangs een groote pressie op de Engelsche regeering is uitgeoefend om ons land difi- nitief te blokkeeren en hoe Lord Grey toen heeft geantwoord, dat dit niet noodig was. Maar de pers die daarop aandrong, heeft 't er niet bij laten zitten en zet nu een groote champagne op touw om te toonen dat krasse maatregelen tegen ons land wel degelijk noodig zijn. Of het recht is, kan die bladen weinig of niet schelen. Zij beschouwen de zaak alleen van uit het standpunt van Engeland's over macht en willen ons dwingen alléén met de geallieerden of in het geheel niet te han delen. Engeland mag, volgens hen, alleen maar zooveel doorlaten als juist genoeg is voor de Nederlandsche bevolking, meer niet. En om te bewijzen dat ons land Duitsch- land voedt, publiceert de Daily Mail die een correspondent naar ons land zond, eiken dag schrikbarende cijfers. Zoo schrijft het blad o.m. dit mooi's. De artikelen, die Engeland dwaselijk als on schuldig beschouwt, worden in verbijsterende hoeveelheden door Nederland naar Duitsch- land gezonden. Duitschland bood hooge prij zen voor de goederen die Rotterdam binnen- stoomden, vanwaar zij naar Duitsche hande laars gezonden werden. Ofschoon Engeland aannam, dat het Nederland op rantsoen ge steld had, zoodat het voor Duitschland weinig te missen had, toonen officieele getallen, dat Nederland naar Duitschland grootere hoeveel heden van sommige producten heeft gezon den dat ooit te voren. Nederland heeft een ontzaglijke productie aan bbter. Uit de tabellen over 1913, 1914 en 1915 blijkt, dat Engeland van Nederland in December 1915 5 ton boter kreeg tegen 336 in December 1913. Daarentegen kreeg Duitschland in December 1915 uit Nederland 2990 ton boter, tegen 1160in December 1913. Over het geheele jaar ontving Engeland 2456 ton in 1915 tegen 7940 ton in 1913,Duitsch land 36.516 ton in 1915 tegen 19.023 in 1913. Met het oog op deze getallen is het verrassend dat Engeland in 1915 naar Nederland 353 ton versche boter zond van een totaal van 410 ton. Zóó agiteert de North Cliffpers tegen ons land. Lord Devenport steunt te Londen die actie door het beleggen van vergaderingen. De Nederlandsche pers spreekt nog van Daily Mail praatjes. Maar wanneer die actie succes mocht hebben wanneer ons land op rantsoen wordt gesteld en hier gebrek en werkeloosheid mocht ont staan, dan weet men van welke zijde ons dit kwaad wordt aangedaan. De Bandoeng op een mijn? Volgens hier te lande ontvangen bericht is het stoomschip Bandoeng van den Rot- terdamschen Lloyd een ongeval overkomen in de nabijheid van de Theemsmonding. Vier sleepbooten zijn ter assistentie bij het schip dat met het voorschip onder water ligt. Ver moedelijk is het schip op een mijn geloopen. Volgens een draadloos bericht, hedenochtend 7 uur van den gezagvoerder van het stoom schip Oranje Nassau ontvangen, was hij van meening dat men trachte de Bandoeng aan den grond te zetten. De Bandoeng heeft een kostbare lading. O.m. is er voor ongeveer een millioen gulden Delitabak aan boord. Het is niet met zekerheid te zeggen, of de geheele lading bij Nederlandsche assuradeuren is gedekt. Een zeer groot gedeelte is verze kerd. KORT VERSLAG VAN DEN PARTIJDAG OP WOENSDAG 16 FEBRUARI IN DE ZONDAGSSCHOOL. Stormweer! Wilde regenvlagen 1 En toch een uitstekend geslaagde Partijdag. Aan Gode de eere in de allereerste plaats voor Zijn goede gunste over dien propagandadag. Maar hulde, hoog respect voor den heer De Wilde, die als gast onzen dag bijwoonde, en de drie sprekers, die met zulk weer uit den Haag en Rotterdam toch wind en woelig Haring vliet en stortregens trotseerden en tot ons kwamen om door hun kostelijke woorden, hun boeiende redevoeringen aller harten te treffen. Hartelijk dank aan u, heeren Van der Voort van Zijp, Duymaer van Twist, Mr. Diepen horst, De Wilde voor uw moedigen tocht om ons te komen inspireeren, op te heffen, den moed te verlevendigen en den dag ge maakt te hebben tot een onvergetelijken. Maar ook niet minder een woord van innige erkentenis voor die groote schare broeders van elders gekomen, en door hun aanwezig heid toonden, dat de belangen der Antirev. partij ook hen na aan 't harte liggen en zij met de grootste belangstelling in leven in't lief en leed onzer partij. En onder u allen, broeders! moet de hoed af voor de Stad- tenaars. Geen tram! geen rijtuig; komen loopen in grooten getale (men zei ons pl.m. 30 man) en dan 's avonds weer terug dien langen, krommen, nooit eindigenden, 'storm- achtigen Stadtschen dijk. Mannen van Stadt! publiekelijk voor u een bravo! voor zooveel liefde en trouw. God de Heere loone 't uin toenemende mate. Toen wa u zagen binnen komen met den grijzen Ds. Esselink vol vuur en zijn triomfantelijk gezicht, of hij zeggen wou: „Hier zijn we, die geen modder ont zien". toen schoot ons gemoed vol en we hadden wat moeite om te blijven luisteren. Alles in orde, mijn vriendenWe hebben elkaar verstaan. En nog eenmaal voor allen, die zoo'n groote reis moesten maken, zelfs van achter de Westduinen en achter Ooltgensplaat dank voor uw komst! Ge hebt uw liefde kranig geopenbaard. Nadat de vergadering op gebruikelijke wijze was geopend door den Voorzitter, kwam aan 't woord de heer VAN DER VOORT VAN ZIJP. Van inzinking sprake zoo begon hij. Geen denken aan. Wel zijn er in onze partij eenige teekenen, die op innerlijken strijd wijzen en God verhoede, dat ze vermeerderen. Ze kun nen zelfs geheel verdwijnen die ongunstige teekenen, maar dan moet 'teen bukken van allen worden voor onzen God. Allen, zoo van hooge als lagere positie in de partij allen bukken in kleinheid voor Hem. En wan neer 't hart bij God is en blijtt, zullen alle bezwaren, die in de partij zelf zich voordoen, gewis verdwijnen. Geen Inzinking, geen moedverflauwing mag er zijn, ziende ook op 't Buitenland. Zekerde nationale toestand is en blijft nog onzeker en de defensie zal in de toekomst nog schatten moeten verslin den 't zal de Antirev. partij ook niet te veel zijn in en buiten de Kamer voor die belan gen der Nationale Vergadering en voor die van onze Indiën pal te staan ze heeft dat altijd gedaan en oud-minister Colijn, een antirevolutionair, is de man geweest aan wien 't Ned. leger en de gansche natie nu in dezen tijd vooral den allergrootsten dank verschuldigd is. Geen inzinking, geen moede loosheid mag er zijn, want omringd door volken, die 't ons lastig maken, zijn we nog voor den oorlog gespaard. Maar waakzaam heid blijft noodig, want als de vrede komt en de kaart van Europa ligt op 't Congres, hoe zal dan de verdeeling worden Eu kan deze weer geen aanleiding geven tot nieuwe moeilijkhenen inzinking? Ze mag er niet zijn, al spant de heele Linkerzijde dezen zomer saam om als één machtige falanks (eensgezind om de Eerste Kamer weg te stooten van haar eere plaats), tegen ons over te komen staan, 't Bestand is verbroken en op politieke oor logswinst is 't bij Links gemuntop '16 en '17 slaat men 't oog om buit te behalen, maar is dit Kabinet dan van zoo hooge beteekenis voor ons Nationale leven, dat een strijd er tegen bij voorbaat met onvruchtbaarheid is gedoemd Maar zoo staat 't niet. Zelfs van Linksche zijde zijn de aanmerkingen op dit Kabinet nog grooter dan die van Rechts. En op 't beleid van Minister Pleyte, van Postuma, van Bosboom en Rambonnet (Ooilog en Marine) zijn van Linksche zijde scherpe woorden geuit. Neen! waarlijk niet: Een volmaakt Kabinet is nog wat anders. En wat er in de laatste dagen gebeurd is met Minis ter Treub heeft 't Ministerie meer verzwakt dan versterkt. Dat de Linkerzijde 't Staats pensioen met geweld voorop schuift en spe culeert op den geest van Mammon, zal onze Partij niet deren, want we wenschen als partij tegen die speculatiezucht niets anders te stellen dan den eisch om in gehoorzaam heid aan Gods Woord voor Zijn Naam op te komen. En ai moesten we dan er onder, dan zouden we nog vallen met de vaan der be ginselen wapprend boven ons. De leiding bij Links is Rood. Ze moeten dat zelf weten, maar voor ons een aanspo ring om wakker te zijn en de gangen van de Concentratie secuur na te gaan, omdat deze zich zelf niet meer leeft, maar geleefd en vooruitgestuwd wordt door een macht onder wie ze moeten bukken 't is hun zelfbehoud Maar noch de propaganda voorden Volkswil noch die van Staatspensioen, noch die van Alg. en Vrouwenkiesrecht is in staat de A.R. partij ook maar één oogenblik te doen wei felen bij den weg, dien zij moet inslaan. Al wordt een nationale Biddag niet uigeschre- ven; al is in zake de Lijkverbranding een slecht beginsel van wetgeving aan'twoord; al zijn er allerlei openbaringen in ons Volk die wijzen op afval van God en verzaking van Zijn Woordal dringt dit Kabinet ons tot strijdwe blijven staan in 't Geloof. Dat Geloof geeft kracht. Met dat geloof gaan we met blijdschap den strijd te gemoet. En vol plichtsgevoel strijden we voor de beginselen, die ons dierbaar zijn, wat de gevolgen dan ook mogen zijn. Zelfs bij verlies van zetels zal er dan nog geestelijke winst te boeken zijn. Deze keurige rede werd met de grootste aandacht aangehoord. Toen werden eenige telegrammen voorgelezen Aan H. Majesteit: „Aan Hare Majesteit de KONINGIN Den Haag. De antirevolutionnaire Partij op Goeree en Overflakkee in groote getale op haren landdag te Middelharnis bijeen, brengt Uwer Majesteit haar eerbiedige hulde en bidt U Gods besten zegen toe in deze voor land en volk zoo moeilijke dagen. A. VAN OVERSTEEG, Voorzitter." Aan Dr. Kuyper; Aan Dr. A. KUYRER 's-Gravenhage. De antirevolutionnaire partij op Goeree en Overflakkee op haren landdag te Mid delharnis bijeen, ten zeerste waardeerend wat Gij voor de verbreiding onzer begin selen gedaan hebt, bidt U Gods besten zegen toe. A. VAN OVERSTEEG, Voorzitter. Aan den hr. Vegtel: II. Ch. VEGTEL Gedeputeerde, Den Haag. De broeders op den antirevolutionnairen partijdag te Middelharnis bijeen zenden een broedergroet aan hun vertegenwoordiger in de Staten van Zuid-Holland, wenschen hem geluk met zijn voorloopig herstel en bidden hem Gods besten zegen toe. A. VAN OVERSTEEG, Voorzitter. Van den hr. Vegtel was ingekomen 't vol gende telegram Verhinderd over te komen; dank den broeders voor de vele belangstelling der laatste maandensterke onder goddelijken zegen deze partijdag onze mannen voor den komenden strijd tot behoud van een rechtsche Eerste Kamer. VEGTEL, rDen Haag. Aangenomen de volgende motie: MOTIE. De Centrale Antirev. Kiesvereen. in het district Middelharnis, vergaderd op haar partijdag te Middelharnis den 16Febr. 1916 en voor het grootste deel bestaande uit landbouwers en arbeiders. Gelet op het feit, dat het hoofdbedrijf op Goeree en Overflakkee landbouw is en dat door de M. en nu weer door de oproeping van den landstorm een groot gebrek aan bedrijfsleiders en arbeiders is ontstaan, waardoor een doelmatige bebou wing van den bodem ten zeerste bemoei lijkt zal worden tot schade niet alleen voor de bewoners van Goeree en Overflakkee maar ook voor het geheele land. Verzoekt Uwe Excellentie dit jaar zooveel mogelijk den landbouwers en arbeiders verloven toe te staan. Schoonvaak aangrijpend was de rede van den heer D. v. Twist, maar ons plaatsgebrek noopt ons en 't spijt ons zeer, om slechts eenige punten aan te stippen, 't Algemeen applaus was rijk verdiend. Hij schetste 't fiasco der Cultuur, Wetenschap en Beschaving, de 3 pijlers der huidige samenleving; maar één pijler zonk nooit: 't Woord onzes Gods. En hoe staat ons Volks, hoe ons Kabinet tegen over de eischen van dit Woord in deze veel bewogen tijden. Toen schetste de spreker den toestand van Land en Volk, Kabinet en Vertegenwoordiging zoo helder, dat de Ver gadering een diep inzicht kreeg in de gees ten, die rondwaren. Maar was er verootmoe diging? Een bukken voor God? Hoe zal 't aanstonds gaan als de onderwijswet aan de orde komt. Hoeveel vijandschap zal er dan nog: openbaar komen. Hoe is 't aangaande Indië en de Zending Hoe is de stand der partijen Wat wil de S.D.A.R. en de Con centratie Wat wil Rechts Welke worste ling wacht ons nog. Doch God regeert. Laten we arbeiden zoolang 't dag is. En met de hulpe Cods vermogen we triomfen te behalen op de sterkste vijandenOns gebed verme nigvuldigd Onze hoop op Hem Liefde en saambinding voor elkaar! Dat geeft kracht. 't Was een mooie rede, die insloeg. En niet minder die van mr. Diepenhorst. Hij ging krachtig in op den beginselstrijd en 't was een genot ook hem te volgen in den strijd tusschen Rechs en Links op alle terrein des Levens. Dankbaar en voldaan was ieder, die hem hoorde. Een luid applaus be loonde hem en 't was zeer verdiend. Ten slotte sprak nog de hr. De Wilde. In zijn ouden stijl. En dan weet ieder, hoe. Een kort woord was 't, maar uit't hart tot't hart. Een woord, dat indrong in 't geweten om wat ook ontvalle, Hem vast te houden, die onze sterkte moet zijn. Aanmoedigend tot de Statenstembus, terwille ook van de hoogst bekwamen onzer mannen, die daar zitting hebben. Toen sloot hij met dankzegging. Een ieder keerde huiswaarts met deze gedachten: De Heere is goed geweest en de dag uitne mend geslaagd. VERSLAG van de Vergadering, gehou den met de Correspondenten voor de Intercommunale Arbeidsbemidde ling te Rotterdam op Dinsdag 15 Februari 1916, des namiddags ten twee ure in de bovenzaal van het hotel „Boneski". De Voorzitter, de Heer J. E. van Riet, opende de vergadering met een woord van welkom aan de aanwezigen, bestaande uit de Correspondenten, die voor het district Rotterdam hunne werkzaamheden als zoo danig moeten volbrengen. Daarna las de Voorzitter de Agenda van de te behandelen onderwerpen af; ze was samengesteld als volgt: 1. Algemeen woord aangaande de arbeids bemiddeling in geheel Nederland. 2. Financieele toestand. 3. Bespreking formulieren, benoodigd voor aanvragen om werkkrachten, en de verder te bezigen modellen, die voor een goede uit voering van zaken toepasselijk zijn. 4. Correspondentievoering Correspondenten met Arbeidsbeurs en Correspondenten onder ling. 5. Enz. Nadat al deze punten uitvoerig waren be handeld, werden door de Correspondenten over wat hun duister was, vragen gesteld, wat echter ook reeds geschiedde, na behan deling, van één ontwerp door Voorzitter, die de gelegenheid tot vragen openstelde. De vergadering werd nog bijgewoond door den Heer P. F. M. Fhïpsen, lid van den Raad der gemeente Rotterdam en door den heer Inspecteur van den Arbeid. Eerstgenoemde heer sprak met eenige woorden zijn harte- lijken dank uit aan den Voorzitter, voor de leiding der vergadering, wat geschiedde vóór de sluiting der vergadering. En door de uitstekende wijze van regeling der behandelde punten, èn door de innemen de behandeling beide door den heer Voor zitter bewezen aan de Correspondenten, die hiervan een zeer goeden indruk onvingen, konden alle aanwezigen met genoegen terug denken aan de gezellige^vergadering. Openbare vergadering van den Raad dei- Gemeente SOMMELSDIJK, op Donder dag 17 Febr. des v.m. ten 9.90 ure. Voorz. de EdelAchtb. Heer Burgemeester. Tegenwoordig alle leden, behalve de H.H. Mijs en Slis. De Voorz. opende de vergadering met gebed. Daarna werden de notulen der vorige ver gadering door de Secr. gelezen en onveran derd vastgesteld. 1. Ingekomen stukken: Missive van H.H. Ged. Staten," waarbij zij (behoudens enkele opmerkingen) goed gekeurd terugzend, de gewijzigde en aan gevulde Art. van de Politie-verordening, n.l. het rijden over den Oostdijk en het sluiten van de herbergen op Zondag. Voorz.Ged. Staten meenen dat in de re~ dactie van de voorgestelde wijziging aan gaande laatstgenoemd punt eenige verbete ring moet worden aangebracht. Ten eerste staat er, dat gebouwen, in welks localiteiten vergunning is, om 10 uur geslo ten moeten zijn enz. Gaarne zagen zij, dat het aldus werd ge lezen „voor het publiek toegankelijk locali teiten." Ten tweede meenen zij dat de Burgemees ter geen macht genoeg heeft, om vergunning te geven tot het houden van vergaderingen op Zondag. In de redactie zooals die aan Ged. Staten is voorgelegd staat: De Burgemeester heeft het recht om ver gunning te geven tot het houden eener ver gadering op Zondag, onder voorwaarde (die door den Raad bepaald is) dat alsdan in geen enkel opzicht drank werd geschonken. Gaarne zagen Ged. Staten dat die voor waarde daaraan niet percé werd verbonden, maar dat daarvoor de vrijheid werd gegeven aan den Burgemeester. De derde opmerking geldt de uren van sluiting zooals die bij de Wet behooren te worden geregeld. Daarom meenen we U te moeten voorstel len, om aan deze redactiewijziging tegemoet te moeten komen. Dhr. G. Joppe meende dat een dergelijke redactiewijziging, aangaande het sluiten der herbergen op Zondag, meer bepaaldelijk voor het houden van vergaderingen te ruim was. De Voorz. antwoorde dat dit afhing van de voorwaarden, die alsdan werden gesteld en die voorzeker wel naar genoegen en in overeenstemming met de meening van den Raad zal zijn. Hierna werd deze goedgekeurd. Missive van voormeld College goedgekeurd terugzendend, het Raadsbesluit van 21 Jan. 1.1. tot Wijziging der Begrooting Dienst 1916 en het aangaan van geldleening. Nog een Missive waarbij volgt een nadere omschrijving van de jaarwedde van Burge meester, Secretaris en Ontvanger. 2. Jaarlijksche Waschlijst af-en overschrij vingen op de Begrooting Dienst 1915 en 1916. Goedgekeurd. 3. Vaststelling Kohier Hondenbelasting. Niets meer te verhandelen zijnde in de openbare vergadering, sloot' de Voorz. de zelve, waarna de Raad overging in geheime zitting. Vergadering van den Raad der Ge meente DIRKSLAND, op Dinsdag 15 Februari 1916 des nam. ten 2\ ure. Present met den voorzitter, 6 leden, af wezig de heer Joh. Roodzand. De voorzitter opent de vergadering met gebed, waarna de Secretaris de notulen der vorige vergadering voorleest, welke onver anderd worden goedgekeurd en geteekend. Komen in behandeling: Ingekomen stukken als: Proces-verbaal van opneming der gemeente kas door H.H. Burgemeester en Wethouders, waaruit bleek dat in kas was en moest zijn f 5664.04 en alle boeken enz. van den ge meente-ontvanger in orde waren bevonden. Tegelijk is de armenkas opgenomen, waarin aanwezig was f 290.26. Een missive van H.H. Ged. Staten, daarbij goedgekeurd terugzendende het Suppl. Ko hier van den Hoofdelijken Omslag. Adres van de Rijnsteenfabrikanten te Woerden, daarin verzoekende dj bouwver ordening zoodanig te willen wijzigen, dat het verbod om Rijnsteen drieling te gebruiken daaruit wordt verwijdert, aangezien zij daar door veel schade wordt berokkend. De voorz. deelt mede dat bij Burgemeester en Wethouders hiertegen geen bezwaar be staat, aangezien de dikte der muren bij kleine woningen minstens 16 cM. moet zijn en de Rijnsteen 18 cM. dik is, voor groote woningen is dit 22 cM. dus daarvoor zullen zij niet dienstig zijn. Volgens voorstel van B. en W. kan tegen het verzoek geen bezwaren bestaan, wordt toegestaan. Adres Mej. Grevenstuk om ontslag als helpster aan de handwerkschool. Goedge vonden. Ingevolge het ontslag verleend aan den karreman Overbeeke is een oproep gedaan voor een ander, op een salaris van f 850 met kar en paard voor rekening van den sollici tant en aangezien hierop slechts een sollici tant is opgekomen, stellen B. en W. voor een andere oproeping te doen en wel daar zij vernomen hebben dat het grootste struikel blok is, dat de karreman voor kar en paard moet zorgen, deze voor rekening van de ge meente te nemen, wat op een f 400, 's jaars zal moeten komen en het salaris van den karreman op f 600 te brengen, zonder meer, zoodat de karreman dus geheel in dienst der gemeente kan zijn, en zich niet kan veront schuldigen, dat hij gras moet snijden voor het paard of anderszins. Dan komen de fecaliën ten voordeele der gemeente en kan zoo noodig het paard aan anderen worden uitbesteed. Alzoo wordt be sloten. Vervolgens komt ter behandeling, wijziging der politieverordening art. 71, ter zake het

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1916 | | pagina 3