ffi Haai voor de Zui<llioll»iid«<'li<k en Zeeuwsche Eilanden. Woensdag 16 Februari Atti6 B0,Ce Jaargang N°. 2155 I. y eÉegt agers T Antirevolutionair Orgaan it© fiorlof^. oupons. OEDER. NESSE !AM. IN HOC SIGN O VINCES s oekjes. asterdam, Rotterdam Fors- W. BOEKHOVEN. SOMMKL8HIJK. Partijdag, Woensdag half één. „Rood" triomfator. LAND- EN TUINBOUW. BUITENLAND. ere. Telephoov 4 K „OÜDÖÖEF." eten aac 'eden tegea op tegen et-leden. men dagelijks wor- j een der leden van nderdagen 3 en 17 m 5,30—7,30 uur, Kassier 9492 Oaddara. ivere Bleekpoeder 3e »CH- en POETS. rs. vracht voor rzending 5 K.G. centraal Cal 16 nd 15 4 20 maal de 100 en Slag- re a 3,50 per 1000, olleetie Wapenen, draal 15 vanaf 8983 rt 144 ROTTERDAM rijsea f vlugge 9155 Dsmo Courant vereefcxjat eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs por iri@ maanden fv, p. p„ 50 Csmt Buitenland bij voorsitbetsüffig f 4,50 per Jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. ij die zich nu abonneeren, ont vangen de nog in deze maand verschijnende nummers gratis. SUtectem 8605 ces der i in smakelijk- oter- en Kaas- Igemeene Han- in bijna iedere Ipioma's ellingen doch wat daar ge kende WM.m IMSIt rdaoi. t 30 gulden. Veeren )t 27 gulden. Kapok- pkamermeubelen en >eken cadeau en koo- mi, 9158 5746. )i ht hiermede n hij pillen, echte, heeft tche genees- 50 :okers. koker, -erdam s. ooncur- Lharnis 9157 trmnvsg VeftefooB itóeïeosaMs. 18©. S. j Mvertestie» 10 seat per segel m. 3/s maai, Reala*«* 80 per tegel* I Beekasaksnaigifg Oen* per rsgei m V# IHenstaum'KgeK m MenstwrnMadiages 50 Cent p«r plaatsing, üFroote letters en vignetten vrotdea berekend aaar de plaatsruimte die sjj bestaat 4dv©rtentiëu worden iugewaeht tot Dinadag- m ¥eijdas?sao?ê^a t't Alle itnklteii voor de Meö«4*i2e beMem><i, Advertemie» es» verdere AduRlnlotratie franco toe ie zeodeo aan den ïliurever. Z Ten slotte. Ooltgensplaat - Den Bommel - Stad. Met de Stadsche tram? Wie spot daar nou Ja, als dia er eens was, dan kwamen alle honderd Rechtsche kiezers beslist eu seker; de anti's niet da Oar. Historisehen. hun steun en trouwe hulp daar; se kwamen allemaal. Maar nu moeten ze loopen, 5 kwartier! Doch, een goeje houd ontziet geen modderige sloot, zegt de jager. En zoo zal het met de St&dtenaars ook wel wezen. Die komen wel. En de Bommelaars? Een half uur loopen eer je bij de tram bentl Nou wat wou dat? Da's gezond voor een mensch, die buiten lucht. Kom, koml al komeu al de 150 Rechtschen nieter kunnen toch heel wat Auti's en R. Kath. met de tram meekomen. Voor Ooltgensplaat is het een wipje! Die rijen drie kwartier als de fijnste menheer! Instappen eu Uitstappen; het gaat bij die lui als een hoen dat de tree op tippelt. Mannen! we wachten je. En zoo dan besluiten we onzen oproep! We hebben heel Flakkee ten feest gesoo- digd. Wie durft nu Woensdag te zeggen: »En ik kan niet komen, want ik heb een vrouw getrouwd; jukossen gekocht*; en gij denkt met ons om het Woord van den Zaligmaker over de bruiloft. Waarmee zult en kunt ge U verontschul digen 't Is zoo druk 't Is zoo ver 't Is zoo koud? 't Regent of Sneeuwt? Als er een erfenis te deelen viel, dan zou de kou U niet hinderen Maar we gelooven in Uw liefde voor de Partij. Voor onze Rechtsche beginselen.En pal staan in den strijd; nooit kamp geven waar het geldt den Naam onses Gods uit te dragen ook op 't terrein van het Staat kundig leven; dat is ons aller roeping, broeders I En moge het mooi weer zijnbij U een warm hart en door Hem een rijke zegen Zijn grooten Naam tot eer en onze Partij tot heil! J. VAN DER WAAL. Het Linksche gezelschap dat luistert naar den naam Concentratie, is zijn kracht kwijt. Leunend en steunend op de S.D.AP, gaat t zijn weg én in 't Land en in de Kamer. Zelfs de Oud-Liberalen, die in vroeger jaren nog al fier den nek verhieven tegen die »Rooijen«, wijl zij den bitteren klassenstrijd niet alken beleden in theorie, maar dien aanspitsten van dag tot dag in hun propa ganda, en dien door werkstakingen open baarden; zelfs die deftige Oud-Liberalen. Oud-Regenten, oud-Patriciers, loopen die eertijds versmade .plebejers uit de ach- terstraatc, zooals zij ze vroeger durfden te betitelen in de dagen van DomelaNieuwen- nuis, wat graag achterna. Ze moeten wel. Heel 't politieke leven in tal van Kamer- dmtneten; heel hun politieke invloed op de Wet en op 't Volksleven; heel hun op gang eu ondergang bij de stembus is in handen der S.D.AP. We zeggen niet, dat ze zich met blijd schap krommen onder 't socialistisch juk; maar ze moetenanders verhezen se hun invloed. Ze moeten want anders gaan se ten onder; worden ze plat gedrukt iusschen de Coalitie en de uiterste Linkerzijde of de S.D A.P. Neen! pleteierig zal de Concentratie dat self niet vinden. Over grooten invloed be schikt te hebben in de vroegere jaren, en nu te moeten leven van de genade van hun die ze eertijds verguisd hebben, als 'tpiebs der achterbuurten, is een bitter gevoel. Dat de groote en kleine heeren der Concentratie, mits ze nog eergevoel hebben, d.i. politiek eergevoel, om zich zelf te zijn, met eigen beginselen, met eigen wetgevend vermogen, met den moed der overtuiging omtevalleu zoo t moet voor eigen ideeen; dat se zoo graag buigen en bukken voor de Roode Zweepneen, dat maakt men ons niet wijs. Napoleon moest naar St. Helena; maar dat hem daar de Overwinningsroes totaal uit 't hoofd en 't hart was gebannen; dat is iu eeu meusch van zijn grootheid en maGht en invloed, niet aan te nemen. Ge loof gewis, dat hij op St Helena als ge vangen man, de schitterende wapenfeiten zich nog te binnen riep op de verschalen de slagvelden ia Europa. Dat hij 't »Leve de Keizer* zich ucg uitstekend herinnerde en niet vergeten was 't succes zijner wa penen en 't enthousiasme zijner krijgers, als hij ten strijde toog of met overwinning terugkeerde. Zoo ook met de Concentratie, Ze is do gevangene der S.D.A.P. en deze iaat haar niet los. En het is nog maar weinige dagen gele den, na de verschijning vau het artikel de Meester, n.l. dat het zoo erg niet was van oud-minister Treub, om de pensioen-belas ting te binden aan de Ouderdoms-bedeeling, of Het Voik, orgaan der S. D. A. P. ritp het gansehe roode kiezersvolk op om dien Mgnheer de Meester goed in de gaten te houden en met hem de beele Concentratie dat Mijnheer de Meester sijn praatjes over die Pensioen-belasting maar bij zich moest houden, want dat ze dan maar zelf voor haar zetels moest zorgen èu bij de Prov. Staten èn bij de Tweede Kamer. Een dreigement van den Rooden Triom fator, dat niet zal nalaten bij de Concen tratie indruk temaken. Ia 1913 reeds werden de Roode Briefjes bij de in herstemming iijnde 26 Concentratie-candidaten in debus gestopt, met dat befaamd geworden: »Zijt ge bereid?* »WUt ge?« »Kunnen weopU ekenen?* X En de candidaten schreven allemaal, op Mijnheer v. Poreest te Alkmaar, na: >Wij zijn Uw onderdanige dienaar.* Wij willen u volgen.* »Ge kunt in de Kamer op ons rekenen.* Toen werden de 25 herkozen. Maar ze vallen allemaal als een baksteen, iDdienze in 1917 den moed hebben om ook maar in het geringste tegen te pruttelen. Met handen en voeten aan de Rooden gebonden. Deze beslissen: de Concentratie volgt; moet volgen om haars levens wil Wat een treurige positie neemt zoo'n Concentratie in! Hoe weinig eervol! Hoe dia bij elke stembus op baar rug striemt en striemen zal. Rood heeft de leiding der politieke zaken aan de Linkerzijde. De con centratie komt achterna gestrompeld. En zoo sterk is de zuiging, dat zelfs een Extra-Parlementair-Kabinet als dat van mr. Gort v. <3. Linden zich er niet aan ont trekken durft; want de Premier is minister, ja! maar ook Liberaal, en invloedverliezen is ook hem een allerpijnlijkst gevoel. Hij, man van 70 jaar, heeft de glorierijke dagen van 't Liberalisme in zijn jeugd gekend;is er in opgekweektbij dien Liberalen ouden roem opgevoed; en nu, och! 't is nog een schim van weleer, wat hij gadeslaat, dank zij den invloed en macht van Rechts. En die schim maakt zelfs dien ouden Staats man vervaard; daarom ook hij meegezogen door de Socialisten. Ea zelfs in't Vrouwen- Kiesrecht volgt hij ze. Rood geeft de leiding. Rood is triomfator. Op alle terrein. De Concentratie, moedeloos en hulpeloos, volgt op 't compas der S. D. A. P. Ontevredenheid. „De critiek moge zich soms uiten in woorden van ontstemming, het doet er niet veel toe; de vraag is niet of ze aangenaam klinkt, maar wel of er waar heid in is". Wij hebben in de laatste maanden onzen lezers meermalen voorgehouden, dat men in deze vooral ook voor onze regeering zoo moeilijke tijdsomstandigheden voorzichtig moet zijn met critiek op haar beleid, en spe ciaal waar het geldt Minister Posthuma, die in zijn Departement de belangen heeft te behartigen zoowel van den Landbouw als van den Handel en de Nijverheid, welker belangen geenszins parallel loopen maar dik wijls vierkant tegenover elkander staan. 't Lag voor de hand, dat de Minister met zijn maatregelen ter voorziening in de alge- meene behoeften niet alle partijen kon be vredigen, nu eens deze dan gene categorie van belanghebbenden onaangenaam moest zijn. Heel moeilijk was het voor Z.Exc., of feitelijk onmogelijk, om het evenwicht te doen bewaren, daar de beste bedoelingen gevaar liepen schipbreuk te lijden door den invloed van te voren niet te berekenen fac toren. Dit alles moest h.et pubiiek nopen tot voorzichtigheid in zijn oordeel. En over 't algemeen mag men, naar onze meening, zeg gen dat die voorzichtigheid door de land bouwers wel is betracht. Dat men getoond heeft rekening te willen houden met de moei lijke positie van den Minister niet alleen, maar dat men ook gaarne een offer wilde brengen aan de gemeenschap. Wij weten, dat een bewering als deze geschikt is om sommigen te doen meesmuilen. 't Is er verre van af, meenen dezulken, dat door de boeren offers zijn gebracht; zij zijn juist de bevoorrechten, die dank zij ook den steun, welke zij gestadig mochten ge nieten van den „Boerenminister" en de „boer- ocratie" in Den Haag, schatten hebben ver diend, zich hebben kunnen verrijken ten koste van het overig deel der bevolking. Gelukkig hebben de laatste weken andere stemmen geklonken in de pers, er zijn ver schillende scheeve voorstellingen rechtgezet welke waren gegeven te goeder trouw, willen we aannemen door menschen, die, blijkens hun redeneering, het juiste inzicht misten in de beteekenis van onzen vader- Iandschen landbouw. Ook wij hebben het onze er van gezegd, en het ligt niet in onze bedoeling er thans op terug te komen. Het is wel opmerkelijk, dat juist onder de z.g. bevoorrechte landbouwbevolking al weinig ingenomenheid betoond is met den „Bóeren- minister". Hoewel men gaarne de ontzaglijke moeilijkheden, waarvoor deze bewindsman was komen te staan, in het oog wenschte te houden, had men al spoedig tegen Z.Exc. ernstige grieven, al onthield men zich aan vankelijk van critiek, en is de ontevredenheid tegen zijn beleid, waar het betreft de ver zorging der boeren belangen, gaandeweg nog toegenomen, omdat het al den schijn begon te krijgen, dat bij de onvermijdelijke oorlogs maatregelen de rechten en de belangen der boeren wel wat al te zeer werden genegeerd. Reeds meermalen hebben wij hierop gewezen en het is niet onze bedoeling op die ver schillende grieven thans terug te komen. Maar over één daarvan willen we hier iets zeggende kaasregeling. De ontstemming daarover wordt bij den dag grooter en dreigt op een heftige wijze tot uiting te komen. Men weet, dat vóór Nieuwjaar 40 pCt der uit te voeren kaas gereserveerd werd voor binnenlandsch verbruik, daarna werd dit op 20 pCt. teruggebracht. Zulk een groot percentage voor eigen ge bruik werd direct door hen, die het konden weten, overbodig geaeht. Het moest op die wijze binnen enkele weken vastloopen, wan neer aan de goede uitvoering streng de hand werd gehouden. Gansch onnoodig werden aldus de belangen van boeren en handelaars benadeeld, want wat is het resultaat geweest Dat men thans opgescheept zit met pakhuizen vol versche najaarskaas, die buitengewoon veel zorg zal vereischen om bederf te voor komen. Een groote wanorde is er gekomen in den kaashandel, de zuivelbereiders werden enorm benadeeld, en dat ter wille van wie of wat? De kleine ambtenaren en ar beiders zullen er zeker niet van hebben ge profiteerd; zij zullen de kaas van 80 ets. per K.G. wel hebben laten staan, en hadden er misschien van kunnen genieten, wanneer de prijs de helft minder ware geweest. Alleen de meer gegoeden en de zeer gegoeden heb ben er voordeel van gehad. De ondervinding van slechts enkele weken had voldoende aangetoond, dat het reserveeren voor binnenlandsch gebruik van 40 pCt. totaal overbodig was, en 't is daarom geen wonder dat men verantwoording is gaan vragen van al die kaas, die maandenlang den boeren is afgenomen, in een tijd dat de productie 4 k 5 maai grooter was. De vraag mag gesteld wordenWaar is die kaas geblevenWie hebben geprofiteerd van de kapitalen, die den boeren zijn ontnomen De heer K. Cz. de Boer uit Assendelft, Lid der le Kamer, heeft reeds vóór een maand in het „Ned. L. W." tot Mr. M. H. Schim v. d. Loeff, Voorz. der Rijkscommissie van Toezicht op de kaas- vereeniging, de vraag gericht: „Zoudtuons niet eens in het openbaar kunnen mededeelen welk belang er toe dreef om bij deze proef neming met 40 pCt. te beginnen, in plaats van bijv. met 10 pCt. om daarna hooger te gaan, wanneer het eens bleek noodig te zijn Gevaar zoo zei de heer De Boer dat wij zonder kaas zonden zijn geraakt, bestond allerminst, want de productie gaat geregeld door. Op die vraag is, naar wij weten tot heden geen antwoord gekomen. Ondertusschen wordt de toestand bestendigd „De Zuivelcourant", officiéél orgaan der Ver- eeniging van Zuivelfabrikanten, wijst er op: hoe nu maandenlang de kaashandel heeft stilgestaan aan het buitenland werd in ruime mate gelegenheid gegeven zich voor te be reiden op voordeeliger inkoopende koers van het buitenlandsch geld ging gestadig achteruit en heeft thans een laagte bereikt als nimmer te voren. Voor millioenen aan kaas is opgehoopt in de pakhuizen en gaat in waarde achteruit. De schade, door dit alles aan den boerenstand toegebracht is reusach tig. 't Zijn echter niet alleen de boeren, die aldus getroffen worden. Aan groot- en klein handel worden eveneens gevoelige slagen toegebracht. Bij dit alles komt, dat de bin- nenlandsche kaasvoorziening geheel onvol doende is. Het protest in „De Zuivelcourant" besluit met een beroep op Minister Posthuma in de volgende woorden: „De heer Posthuma heeft getoond den moed te hebben, tot het aanvaarden van die zorg op een oogenblik, toen hij wist, dat zij met reuzengewicht op zijn schouders zou druk ken het is voor de boeren, die naar het zeggen van sommigen, in zijn bijzondere gunst staan, het is voor den handel, het Is voor geheel ons volk te hopen, dat hij eveneens den moed zal hebben te aanvaarden datgene, wat de critiek aan waarheid bevat, dat hij zal durven breken met een systeem van organi satie, waarvan de nadeelen grooter zijn dan de voordeelen; dat hij zal durven zeggen tot hen, die, zonder eenige wettelijke verant woordelijkheid te dragen, hun invloed aan wenden om de zaken te brengen in een spoor, dat hem oorspronkelijk niet voor oogen kan hebben gestaanik heb mij in u vergistik zie dat ik anders moet; het belang der natie eischt het". C. B. DE TOESTAND. Van bijna alle zijden, uitgezonderd den Balkan, komen thans berichten dien op een verhoogde activiteit der strijdende partijen wijzen. Beginnen we dan maar met het Westfront. „Houdt het ons ten goede dat wij het offen sief overnemen" riepen de Duitschers in het vorig jaar de Franschen toe, toen zij den welgeslaagden uitval deden bij Soissons. Ook toen pochte de Entente op een aanval, die de oorlogskans in eens zou doen keeren en Lord Kitchner voorspelde, zooals Lord George nu, een „overweldigend" offensief. Zij spraken er zoolang over, tot de Duitschers met de boven aangehaalde spottende woorden er toe overgingen en de Franschen over de Aisne wierpen. Zal het thans weer zoo gaan De berichten gaan er wel wat op gelijken. „Ten Noorden van Aisne heeft onze artil lerie" aldus het bericht uit Parijs, „eenige vijandelijke afdeelingen, die tot aan ons prik keldraad waren genaderd, verdreven. Ten Noordwesten van Soissons hebbende Duitschers na een beschieting onze loopgra ven kunnen bereiken bij den weg naar Gronis. Door een tegenaanval zijn zij er terstond uit verjaagd. De Duitschers hebben dooden op het terrein achtergelaten. Wij hebben eenige krijgsgevangen gemaakt, waaronder een offi cier. In Champagne, in de streek ten N. O. van de Butte Mesnil, hebben de Duitschers gis teren tegen het vallen van den avond en gedurende de nacht achtereenvolgens vijf tegenaanvallen gericht tegen de loopgraven die tevoren door de Franschen waren geno men. Alle aanvallen zijn afgeslagen. In Lotharingen bedrijvigheid der weder- zijdsche artillerie in den sector van Rennon en het bosch van Barroy. In dezelfde streek zijn verscheidene Duitsche verkenningsafdee- lingen door ons vuur verstrooid." Het Duitsche bericht luide: „In Vlaanderen zijn patroeljes en sterkere verkennersafdeelingen vijandelijke stellingen binnengedrongen. Zij veroorzaakten met gjed gevolg eenige ontploffingen en namen ten Z.O. van Boesinghe meer dan 40 Engelschen gevangen. De Engelsche artillerie beschoot gisteren en voorgisteren de Stad Rijsel met goed gevolg in materieel opzicht. Verliezen of militaire schade zijn ons echter niet toe gebracht. Op ons front tusschen het kanaal van La Bassée an Atrecht en ten zuiden der Somme heeft het krijgsbedrijf door het weer geleden. In de gevechten in de streek ten N.W. en westen van Vimy zijn tot 9 dezer in het ge heel 9 officieren en 682 man gevangen ge nomen. De geheele buit bedraagt 35 machine geweren, 2 mijnwerpers enz. Onze artillerie heeft stellingen van den vijand tusschen de Oise en Reims onder krachtig vuur genomen. Patroeljes hebben de goede uitwerking in de loopgraven van den tegenstander vastgesteld. In Champagne hebben wij ten zuiden van Ste Marie Apy loopgraven over een uitge strektheid van ongeveer 700 meter veroverd en 4 officieren en 202 man gevangen geno men. Ten N.W. van Massiges zijn twee hevige aanvallen van den vijand op een eergisteren door de Franschen bezet gedeelte van onze loopgraaf mislukt. Ten oosten van Maisons de Champagne duren de gevechten met handgranaten onaf gebroken voort. Tusschen Maas en Moezel hebben wij door vijf groote mijn-ontploffin gen de voorste vijandelijke loopgraaf van 30—40 meter breedte geheel vernietigd. Levendige artillerie-gevechten in Lotharin gen en de Vogezen. Ten zuiden van Lusse, dat ten oosten van St. Dié ligt, is een Duit sche afdeeling in een vooruitgeschoven ge deelte van de Fransche stelling binnenge drongen en heeft meer dan 30 jagers gevangen genomen. Ons eskader vliegtuigen heeft veel bommen geworpen op de opslagplaatsen en de spoorwegwerken van de La Panne naar Poperinghe. Een aanval van vijandelijke vlie gers op Ghistelles, ten zuiden van Oostende, heeft geen schade aangericht." We hopen op dit gevechtsfront nog wel nader terug te komen indien de gegevens vollediger zijn. Misschien dat we onder tele grammen nog wel een en ander melden kun nen. Ook de Duitsche vloot heeft blijk gegeven nog niet vernietigd te zijn. Al vertoont ze zich niet op zee. Dat er nog een Duitsche marine is, heb ben de vogelvlugge torpedobooten bewezen, die in den nacht van 10 op 11 Febr. bij de Doggersbank den Engelschen mijnveger,, Ara bic" in den grond boorden en een anderen torpedeerde, die vermoedelijk ook moet ge zonken zijn. Hoogst waarschijnlijk heeft de zee weer een grooten doodenoogst binnengehaald,- want slechts zeer enkele mannen zijn, naar de Duitsche berichten melden, gered. Of de historie met de „Appam" de. Duit sche marine geprikkeld heeft, te toonen dat ze er nog is? 't Zou zeer wel kunnen zijn. Vervolgens werd gemeld datEen Duit sche duikboot op 8 dezer aan de kust van Syrië ten Z. van Beiroet het Fransche linie schip Suffren in den grond heeft geboord. Het schip zonk binnen twee minuten. Dit schip mat 12750 ton en was bemand met 6 5 700 koppen. Vermoedelijk kan hier echter ook een fout ingeslopen zijn aangezien Frankrijk zegt dat er ongerustheid heerscht over den kleinen

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1916 | | pagina 1