Tweede Blad.
lie #«r!ög.
Zaterdag 12 Februari 1916. No. 2154
Twee Bladen.
OFFICIËEL GEDEELTE.
LAND- EN TUINBOUW.
BIJENTEELT.
BINNENLAND.
PLAATSELIJK NIEUWS
GEMEENTERAAD
INHOOSMOWSES
Dit nummer bestaat tut
gz-z
BUITENLAND.
KIEZERSLIJST.
De BURGEMEESTER der gemeente Som-
melsdijk nóodigt de mannelijke inwoners
dezegemeente uit om, zoo zij in eene andere ge
meente over het laatstverloopen dienstjaar
in eene der Rijks directe belastingen zijn
aangeslagen, wat de grondbelasting betreft
in eene andere gemeente of in meer ge
meenten te zamen tot een bedrag van ten
minste één gulden, daarvan door overlegging
der, overeenkomstig het bepaalde bij artikel
la der Kieswet, voor voldaan geteekende
aanslagbiljetten vóór 15 Februari a. s. te
doen blijken. Deze aanslagbiljetten worden
later aan belanghebbenden teruggegeven.
Ook worden de mannelijke inwoners, die
op grond van het bepaalde bij het vierde
lid van artikel 2 der Kiesrecht aanspraak
meenen te kunnen maken om geplaatst te
worden op de kiezerslijst, uitgenoodigd
daarvan vóór 15 Februari a. s. aangifte te
doen.
De bewijsstukken, bij zoodanige aangifte
over te leggen, waartoe moeten behooren
het aanslagbiljet, of een door den Ontvanger
gewaarmerkt kosteloos af te geven duplicaat
daarvan, een opgaaf van het bedrag van het
aandeel in den aanslag en de noodige be
scheiden ten bewijze van het gemeenschap
pelijk bezit, worden later aan belangheb-
hebbenden teruggegeven.
Tevens worden de mannelijke inwoners
dezer gemeente, die krachtens artikel lb
derzelfde wet aanspraak meenen te kunnen
maken om geplaatst te worden op de kie
zerslijst, uitgenoodigd daarvan, voor zooveel
noodig, vóór 15 Februari a. s. aangifte te
doen.
(Zie verder aanplakbord.)
Bij de aanstaande wet, houdende tijdelijke
afwijking van de Kieswet, zal worden be
paald, dat de kiezerslijst, van kracht gewor
den 15 Mei 1914, met de wijzigingen en
toevoegingen tot en met 14 Mei 1916, inge
volge de wet van 30 Januari 1915 (St.bl. no.
37), van kracht blijft tot 15 Mei 1917.
De boven gedane uitnoodigingen betreffen
dientengevolge dit jaar alleen hen, die niet
voorkomen op de van kracht zijnde kiezers
lijst.
Voorts wordt er aan herinnerd dat inge
volge de aanstaande wet, houdende tijdelijke
afwijking van de Kieswet, van de kiezerslijst
worden afgevoerd zij -.
a. die hun Nederlanderschap hebben ver
loren
b. wien het kiesrecht bij onherroepelijk
geworden rechterlijke uitspraak is ontzegd;
c. die bij onherroepelijk geworden rech
terlijke uitspraak de beschikking of het be
heer over hunne goederen hebben verloren
d. die hebben opgehouden ingezetenen
der gemeente te zijn,
een en ander beoordeeld naar den
toestand op
O
WF4Z
Februari 1916.
2
V. 18
4) tg
l-l
73 -O
N g
c w
O
c "3
2 as
a
s
CU •+-»
<v
V X)
T3
a>
.5 c
<D
•O <U
*3 S
O
13 W>
<u a>
•O N
T
cd g j
a> g
"O N
O
O
O O
W.Z4Z
De formulieren tot het doen van aangifte
zijn kosteloos verkrijgbaar ter secretarie
der gemeente.
De ingevulde formulieren kunnen koste
loos per post aan den burgemeester worden
toegezonden, met inachtneming van het
voorschrift, dat de omslagen met aangiften
en stukken moeten dragen boven aan de
voorzijde het opschrift „Vrij van briefport,
ingevolge art, 50 der Kieswet" en in den
linkerbenedenhoek de vermelding van den
naam en de woonplaats van den afzender,
gewaarmerkt door zijn handteekening.
Sommelsdijk, 7 Februari 1916.
De Burgemeester voornoemd,
BOUMAN.
Dreigende voedernood.
Wat sinds lang dreigde, is gebeurd, wij
zijn met onzen invoer van voedergranen op
rantsoen gesteld. Een scherpe |prijsstijging
der maïs was daarvan op de Beurs het ge
volg, een stijging welke ongetwijfeld nog
grooter zou zijn geweest indien de regeering
niet een maïs-voorraad in handen had gehad,
die werkte als een krachtige rem.
lntusschen staat vrije La Platamaïs nog
genoteerd op f 272 (gepasseerden herfst kon
men ze nog grif koopen beneden f 180.—J,
terwijl zelfs de Regeeringsmaïs, tegen vrij
Wat minderen prijs ingekocht, gebracht is op
f 235— en maar met mondjesmaat te verkrij
gen is.
Wat beteekent een en ander Dat wij zuinig
met onze voorraden moeten zijn Zoo is het
inderdaad. Dus is het ons door de geallieer
den, toegestane rantsoen niet voldoende voor
onze behoeften zal men vragen, 't Was toch
de bedoeling zoo heette het althans om
ons zóóveel toe te staan, als wij werkelijk
noodig hadden, niet meer doch ook niet minder
Zoo is het, maar niettemin: wij komen
niet toe, en een groote voedernood staat wel
licht voor de deur. Wij zouden n.l. nog voor
raad moeten hebben, volgens de berekening
onzer overzeesche buren, overgehouden van
de te groote invoeren in het vorige jaar.
De Engelsche bladen hebben het er druk
over gehad en in het Engelsche Parlement
is er ook over gesproken, dat in de oorlogs
maanden de export van maïs uit Amerika
naar ons land zeer aanzienlijk vermeerderd
zou zijn. En jaonze eigen statistiek be
treffende den maïs-aanvoer uit de verschil
lende landen wijst ook op een hooger totaal,
dan in normale jaren. Dat lijkt een vreemde
geschiedenis. De oppervlakkige buiten-staan
der moet wel tot de conclusie komen dat
het daarmee niet in den haak is, en dat er
wel iets aan moet zijn van de beschuldiging,
dat een deel van de ingevoerde granen een
anderen weg dan naar den Nederlandschen
verbruiker is gegaan.
Onze eigen statistiek zegt ons b.v., dat
over de eerste elf maanden van 1915 de netto
invoer van maïs is geweest 985.039 ton, bij
kans een millioen vol dus, tegen 660.151 ton
in dezelfde periode van 1913, vóór den oor
log. Derhalve in 1915 ruim de helft meer dan
,n 1913.
Toch gaat Nederland vrij uit en mag er
geen spraak van zijn, dat wij naar Duitsch-
land zouden hebben uitgevoerd. Wat toch is
het geval
In gewone jaren wordt door ons ook:veel
maïs gebruikt, maar tevens groote hoeveel
heden rogge, haver en gerst. Deze laatste
komen voornamelijk uit de Oostzee-provin-
cies, de Donaulanden en de Zwarte-Zee-ha-
vens. Ziehier eenige cijfers over den invoer
uit die streken in de eerste 11 maanden van
1913:
813.084 ton gerst,
576.775 ton rogge
en 514.366 ton haver.
Dit was een totaal uit die landen van ruim
1900 duizend ton. Geen kleinigheid voorwaar 1
Maar die aanvoer is met den oorlog zoo
goed als opgehoudenGenoemde landen
waren niet in staat (te exporteeren. En we
waren daardoor aangewezen op andere deelen
der wereld, voornamelijk op Noord- en Zuid-
Amerika. Van dhdr konden we echter wel
maïs, maar geen rogge, haver of gerst be
trekken, zoomin als voor den oorlog. Een
grooter maïs-gebruik is dus het gevolg ge
weest, zooals we allen ook weten. En gaan
we nu na, hoeveel maïs er in 1915 méér is
ingevoerd dan in 1913, dan komen we de
oplossing van het raadsel nabij. De maïs-
aanvoer bedroeg in 1913 (in 11 maanden):
660.151 ton, in 1915 985.039 ton, een ver
schil dus van pl.m. 325 duizend ton.
Welnu, dit cijfer klopt nagenoeg met het
verschil, dat bestaat tusschen den netto-in
voer der ovtrige graansoorten in 1913 en
dien in 1915. Let maar op
Straks [noemden we de cijfers van de ge-
heele aangevoerde voorraden, maar een zeer
groot deel werd in normalen tijd ook weer
uitgevoerd; wat er dan nog overbleef de
z.g. netto-invoer was
in 1913:
rogge 242.523 ton
gerst 184.690
haver 90.184
in 1915:
54.437 ton
91.502
57.024
Tot. 517.297 ton
Tot. 202.963 ton.
In 1915 werd dus van die 3 graansoorten
pl.m. 314.000 ton minder ingevoerd netto dan
in 1913. Hetgeen dicht nabij komt, wat we
in 1915 aan maïs meer ontvingen. Deze be
cijfering maakt den maïs-aanvoer volkomen
normaal. En duidelijk is als het glas, voor
ieder die wil zien, dat in de oorlogmaanden
niet méér voedergranen zijn geïmporteerd
dan voor eigen gebruik noodig was.
't ,ls derhalve niet redelijk, dat wij nu door
de geallieerden op een rantsoen zijn gesteld,
dat het gemiddelde is over de jaren 1911/1913,
namelijk 75000 ton per maand.
Opze behoefte toch is met inbegrip van
haver en gerst aan totaal veevoeder 120.000
ton per maand. Nog geen 10.000 ton aan ha
ver en gerst kwam er maandelijks in; trek
ken we dit af, dan blijft voor onze werkelijke
behoefte aan maïs en rogge te zamen over
110.000 ton per maand.
Dat is circa anderhalf maal zooveel als de
geallieerden ons toestaan. Met deze cijfers
welke wij ontleenden aan het weekblad
„Economisch Statistische berichten"
voor oogen, blijkt de vrees voor een voe
dernood van beteekenis niet denkbeeldig. Ze
schijnt ons onvermijdelijk toe, vooral wan
neer wij bedenken, dat thans in de winter
maanden, het verbruik van krachtvoeder het
grootst is. C. B.
Waarom zijn koninginnen, die met een
zwerm uitvliegen, te verkiezen
Eenvoudig daarom, wijl deze koninginnen
veel vroeger vruchtbaar worden dan die, die
wel in zwermvolken uitgebroed zijn maar
toch in de korven bleven, dus niet met den
zwerm uitgevlogen zijn. Men heeft namelijk
opgemerkt, dat bij vele koningmgen een ge-
ruimen tijd verloopt eer ze bevrucht worden
en met eierleggen kunnen beginnen. Eer het
zoover is, duurt het wel 3, 4 en nog meer
weken. Al is ook over het geheel hierbij het
weer van grooten invloed, toch kan niet ont
kend worden, dat hier nog andere factoren
bij in 't spel zijn. Een van die gevallen is
dat tusschen degenen, die in den korf bleven
en de koningingen, die met den zwerm uit
vlogen, omtrent een tijd van bevruchting een
zeker verschil bestaat. De laatstbedoelden
werden bijna allen binnen eenige dagen na
het zwermen bevrucht, tenminste als het weer
eenigszins gunstig was en de vereeniging
der bijen met de koningin terstond plaats
had. Welke schade een volk heeft, welk ko
ningin eerst een paar weken later met het
eierleggen kan beginnen, zal elk imker ter
stond begrijpen.
Tegen Roofbijen.
Ais een middel tegen roofbijen is het vol
gende aan te bevelen. Men doe in een liter
kokend water 5 decagram gekristalleerd car-
bolzuur en 5 decagram glycerine. Met dit
mengsel bevochtige men een spons en doe
deze zóó voor het vlieggat van den korf, die
door de roofbijen bezocht wordt, dat maar
een kleine opening overblijft voor het in- en
uitvliegen der bijen. De ongemeen sterke
lucht houdt elke roofbij af, zonder kwaad te
doen, maar verhindert de eigen bijen niet
binnen te komen. In 't begin van 't rooven
is het al voldoende het vlieggat er mee te
bevochtigen of plankjes met deze vloeistof
te bestrijken. Ook bij het vangen van zwer
men of bij 't slingeren van den bijenstand is
het bevochtigen der handen hiermede uitste
kend, wat aan vreesachtige imkers aanbevo
len kan worden.
Wat men van was kan maken.
Bijenwas. Men smelt 2 deelen was en roert
er, nadat het van het vuur afgenomen is, 1
deel terpentijnolie doorheen.
Politoer. Men verwarme 900 gram water
en 200 gram potasch tot nabij het kookpunt
en voege er dan onder gestadig omroeren
400 gram gele was bij. Na koking giet men
er nog 900 gram water bij en verhit zoolang
tot een homogeen melkachtig mengsel is
ontstaan. Dit is uitstekend om meubels en
vloeren te politoeren.
Schoensmeer. Op een zacht vuur smelt men
1 deel gele was, 4 deelen rundvet, 2 deelen
reuzel, 1 deel terpentijn en 1 deel boomolie,
waarna men er de noodige hoeveelheid uit
gegloeid roet bijvoegt. DU schoensmeer, dat
eenigszins warm gebruikt moet worden, geeft
het droge leder niet alleen glans, maar be
schermt het ook tegen indringen van vocht.
Waszeep. Bij 16 deelen gesmolten vetzeep
voegt men 2 deelen gesmolten was en roert
ze goed door elkander, zoolang tot was en
zeep zich met elkander vereenigd hebben,
waarna het mengsel in vormen gegoten wordt.
Deze zeep is uitstekend voor mouseline, tulle
en andere fijne stoffenhet stijven en strij
ken wordt door 't gebruik dezer zeep over
bodig.
Middel tegen hoornscheurcni en paardenhoe
ven. Men smelt onder gestadig roeren op
een zacht vuur gelijke deelen honig en was.
De hoef wordt eerst terdege met lauw watei
gereinigd, waarna het mengsel met een pen
seel op- en ingestreken wordt. Na eenigen
tijd zijn de scheuren en kloven verdwenen
en krijgt de hoef de gewenschte lenigheid
zonder nochtans te zacht te worden.
Waspapier en gewast papier. Bij 600 gr.
water voegt men 200 gram potasch en 400
gram dennenhars. Een en ander wordt zoo
lang gekookt, tot het een gelijkmatige, hel
dere oplossing vormt. Hierbij voegt men
evenveel wasmelk (zie boven). In het warme
mengsel drenkt men papier, dat ten slotte
gedoopt wordt in een warme oplossing van
100 deelen water en 4 deelen aluin. Dit ge
waste papier dient om onder tafellakens te
leggen en kan het gewaste linnen vervangen.
Waterdicht pakpapier. Men neemt 24 dee
len groene zeep, 4 deelen witte zeep, 15 dee
len was, kookt dit alles in 120 deelen water
en doopt er pakpapier in, dat, na op lijnen
uitgelekt en gedroogd te zijn, volkomen wa
terdicht is.
Ledersmeer. Men lost 1 '/j K.G. zuivere gele
was in U/2 K-G. wonderolie, 12V2 K.G. lijn
olie en Vj K.G. bruine teer bij en roertalles
duchtig door elkaar. Men smeert er het leder
twee maal per jaar mede in, tengevolge waar
van dit meer dan anders weerstand biedt
aan de werking van lucht, hitte, zweet en
water.
Waszalf om schoenen waterdicht te maken.
Men smelt te zamen 6'/j deel gele was, 26V2
deel schapenvet, 6V2 deel terpentijn, 6V2 deel
olijfolie en 13 deelen reuzel, waarna men er
5 deelen goed uitgegloeid houtroet doorwerkt.
Men smeert het warm op schoenen en laarzen.
C. B.
De nieuwe Minister
van Financiën, wiens benoeming in de „Staats
Crt." is verschenen, Mr. Dr. A. van Gijn, is
17 Sept. 1866 te Dordrecht geboren.
Sinds 1909is hij Thesaurier-generaal aan het
dep. van Financiën en in 1911 werd hij ge
kozen tot lid van de Staten van Z.-Holland.
Tot 1910 was de heer Van Gijn Vrijz. De
mocraat maar heeft zich, volgens de „N. C."
vervolgens van die partij afgescheiden.
Het lid van Gedeputeerde Staten van Zuid-
Holland, de heer H. Ch. Vegtel, is dezer dagen
in den Haag teruggekeerd. Daar hem nog
voor geruimen tijd volstrekte rust is voor
geschreven, zal hij echter vooreerst zijn ambts
bezigheden niet kunnen hervatten.
DE TOESTAND.
Zóó schaarsch is al weken het oorlogs
nieuws dat enkele, zoowel dag-als weekbla
den begonnen zijn het oorlogsnieuws volko
men achterwege te laten.
„Geen gebeurtenissen van belang", dat is
wat de telegraaf van bijna alle fronten naar
hun respectiefelijke steden tikt. Niets van
belang, dat wil zeggen dat nergens een groote
operatie of actie plaats heeft en de legers
hun winterverblijfplaatsen nog maar steeds
bezet houden. Op de lange fronten 'liggen ze
bij honderduizenden als mollen in den grond
en de eenige actie is, dat de genie daar in
wroet en hakt en kapt om met een mijnen-
gang onder de stelling van den vijand te
komen en die in de lucht laat vliegen.
Op het Westfront zijn we dit al maanden
gewend en geregeld tracht men dan elkan
ders voorste linie of in elk géval de meest
vooruitgeschoven posten te vernietigen. De
eenige afwijking dékr is, dat de Franschen
bij de Somme getracht hebben een aanval
te doen om de verloren stelling weder te
bemachtigen, wat hen aanvankelijk voor een
deel is gelukt, maar door een tegenaanval
der Duitschers ten slotte toch werd verijdeld.
Maar nieuw is dat men ook op het Oost
front met den mijnenoorlog begint. De Rus
sen berichten namelijk, dat zij die wijze van
strijdvoeren met succes hebben toegepast.
Het bericht luidt:
„Voor een sector van het front van gene
raal Letsjiski hebben wij onder de prikkel
draadversperring en de loopgraven van den
vijand een mijn tot ontploffing gebracht. De
loopgraven werden door elkaar geworpen
en de prikkeldraadversperring beschadigd.
Onmiddelijk na de ontploffing gingen onze
troepen tot den aanval over en bezetten zij
den trechter, na er den vijand met handgra
naten uit te hebben verdreven. Zij versprei
den zich vervolgens in de loopgraven in de
buurt en vonden er vele lijken van Duitschers.
In dezelfde streek heeft korporaal Gloets-
jenko een meisje, die verzocht had op ver
kenning te worden uitgezonden, zich binnen
de vijandelijke prikkeldraadversperring bege
ven en ofschoon zij haar been'brak en zwaar
gewond werd, haar taak volbracht en is in
onze loograven teruggekeerd."
Dat js mede een van de belangrijkste be
richten van het oorlogstooneel. Nu kan men
zelf wel nagaan, hoe onbeteekenend de rest is.
Alleen in Mesopotamië zou men van
eenige actie kunnen spreken. Hier streed de
Engelsche generaal Townshend met een be
trekkelijk klein legertje. Doch zooals bekend
werd hij bij Koet-el-Amara door de Turken
ingesloten.
Onder generaal Aylmer rukt nu een leger
op om hen te ontzetten, doch regen en
storm hebben zijn opmarsch belangrijk ver
traagd.
Bij Sheik Saad, zoo wordt uit Bassa aan
de „Times" gemeld, slaagden de Turken er
zelf in, een omtrekkende beweging der En
gelsehen in een frontaanval te veranderen.
De Turksche versterkingen te Sheid Saad
zijn, volgens dezen berichtgever, uitstekend
aangelegd, hun loopgraven zijn diep en
smal, en de troepen kunnen zich er snel en
gemakkelijk in verplaatsen, van het eene
punt naar het andere, zonder zich bloot te
stellen. In deze loopgraven streden Arabi
sche ongeregelde troepen met de Turksche
cavalerie.
Het is echter niet alleen deze loopgraven
stelling, die den opmarsch der onlzettings-
'colonne belemmert, ook de gesteldheid van
het terrein werkt daartoe mede. Drie omstan
digheden zijn in het voordeel van de Turken.
In de eerste plaats gebrek aan water,
zoodra men zich van de rivier verwijdert.
Vervolgens de aanwezigheid van groote
moerassen die zich zelfs tot drie^h vier
kilometer van de Tigris uitstrekken, zooals
het El Hannah moeras.
En ten slotte de volkomen vlakheid van
het terrein, waarin de aanvaller geen enkele
dekking kan vinden. Er zijn zelfs geen dor
pen, heggen of dijken. De infanterie die tot
den aanval wil overgaan, moet dit doen
onder een geweervuur over een afstand van
2000 yards, zonder eenig middel om zich te
dekken.
En dan nog het slechte weer.
De „Times" vermeldt, dat in weinig veld
tochten de Britsche en Britsch-Indische
troepen zoo hebben geleden van het weer,
van den storm en de regens, als in dit ge
bied aan den Tigris.
En desondanks slaagde generaal Aylmer
er in, een Turkschen aanval op zijn positie
bij Felahieh af te slaan.
Inmiddels echter kan generaal Aylmer ook
niet vooruitkomen. En met den dag wordt
de positie van generaal Townshend, die bij
Koet is ingesloten, moeilijker en gevaarlijker.
Over de betrekking tusschen Duitschland
en Amerika wordt gemeld dat het „Lusitania-
geschil" volkomen is bijgelegd.
Ook tusschen Duitschland en Rumenië, is
naar gemeld wordt de toestanden veel ver
beterd.
De onderhandelingen met Rusland en Italië
hebben het niet door deze rijken gewenschte
gevolg gehad.
Roemenië heeft aan de Russische legers
den doortocht geweigerd en vooral na de
kapitulatie van Montenegro is het minder dan
ooit genegen aan de zijde der geallieerden
plaats te nemen.
Dat dit voor de Centralen niet zonder be
teekenis is, blijkt wel daaruit, dat een over
eenkomst tot stand is gebracht, tusschen de
Roemeensche regeering en een Oostenrijksch
Duitsch syndicaat voor den verkoop van een
millioen ton mais, 350.000 ton tarwe, 150.000
ton gerst en 100.000 ton haver.
De prijs van de tarwe is dezelfde als
die, welke onlangs is vastgesteld bij den
verkoop aan de Engelsche regeering. Er is
nu over den geheelen voor uitvoer beschik
baren graanvoorraad van Rumenië beschikt.
Nog rest ons nog te wijzen op enkele ge
ruchten. Er gaan de laatste tijd allerlei ge
ruchten dat Duitschland zijn vloot zou ver
sterkt hebben met schepen, die alles over
treffen, wat tot nog toe op zee is vertoond
en dat straks den strijd met de Engelsche
vloot wagen wil.
We zeggen evenwel't zijn geruchten.
Toch maken ze sommige Engelsche orga
nen wat nerveus.
De Wayfarer in de Nation b.v. is niet ge
rust over de kanonnen van 42 of 43 c.M.,
waarmee, naar Lord Northliffe dezer dagen
aan een banket heeft gezegd, het nieuwe
Duitsche linieschip Hindenburg is bewapend.
Hij is er niet gerust over, omdat hij niet zeker
is of de Engelsche admiraliteit over het ge
heel wel van den bouw van Duitsche oor
logsschepen tijdens den oorlog goed op de
hoogte is gehouden en zij nieuwe dingen,
daarbij ingevoerd, met betere heeft beant
woord. Erfis'.ietsniet in orde bij de Engelsche
vloot, meent hij. Het werk van den Duitschen
kaper die de Appam en de andere schepen
vermeesterde^ is er een nieuw bewijs van.
Neen, zegt hij, „het land is niet tevreden
met den staat van zaken. En de vloot is ook
niet tevreden.
Een offensief In het Westen?
Men schrijft uit Zurich, dd. 8 Febr. aan de
N. R. Ct.
Sedert eenige dagen is weer het grens
verkeer in de buurt van Constanz afgebro
ken, en zoo streng wordt het verbod ge
handhaafd, dat de Zwitsersche grensbewo
ners daarin aanleiding gevonden hebben zich
bij de landsregeering te beklagen. Men ver
moedt, dat nieuwe militaire transporten langs
de grenzen de oorzaak van dezen harden
maatregel geweest zijn, en men schijnt juist
gezien te hebben.
De Basler Nachrichter weet te berichten
van buitengewone militaire transporten in
de richting van het Oosten naar het Westen.
Zaterdag jl. rolden gedurende zes uren on
afgebroken trein na trein over de Hüninger-
brücke, die dezer dagen voor elk ander ver
keer gestremd is. Ook den daaropvolgenden
Zondag reden gedurende den ganschen dag
dubbelbespannen treinen met paarden- en
geschuttransporten langs de Zwitsersche
grenzen in de richting van den Elzas.
Men schijnt dus met recht te mogen ver
wachten, dat de eerste groote actie (van
welke zijde dan ook) op het Westelijke front
zal plaats vinden.
SOMMELSDIJK. De tegen Vrijdag den 11
dezer belegde Gemeenteraadsvergadering is
nader bepaald op Donderdag den 17 dezer
v. m. 9'/2 uur.
De alhier gehouden collecte voor de
door den watersnood getroffenen heeft opge
bracht f1015 hierbij zou nog dienen te
worden geteld een bedrag van f 175 gecol
lecteerd door de Nieuwe Tongsche Commissie
bij inwoners onder deze gemeente en eenige
honderden guldens (hooi en stroo) verstrekt
aan een landbouworganisatie.
DEN BOMMEL. Dinsdagavond toen een
tweetal dames alhier van een visitie kwamen
werden zij door de duisternis misleidt, en
kwamen in de sloot terecht, doch wisten zich
door hun kloekmoedigheid weer spoedig aan
den vasten wal te brengen.
De collecte in de Ned. Herv. kerk ge
houden voor de N. H. kerk welke door den
Januarivloed zeer beschadigd was heeft op
gebracht ruim f31.
OOLTOENSPAAT. Op de heden gehouden
buitengewone vergadering der Coöperatieve
Boerenleenbank werd besloten uit de Reserve
kas f400 te zenden aan het Algemeen Wa
tersnoodcomité en de rente der spaargelden
teruggebracht van 3'/a op 3V4.
De militieplichtigen der lichting 1916,
P. Korteweg Mz., J. D. Tiggelman en Joh.
van den Tol, zullen 1 Maart a.s. des middags 1
uur te 'sGravenhage aanwezig moeten zijn,
ten einde naar hun garnizoen te vertrekken,
DIRKSLAND. Het aantal leden aan de Coöp.
broodbakkerij de „Volharding" alhier bedroeg
op 1 Jan. 1916 259. Het broodverbruik over
1915 beliep 202,972 kilogr.
HERKINGEN. De heer R. Bruggeman tot
Lid van den Gemeenteraad alhier gekozen,
heeft die benoeming aangenomen.
Bij den landbouwer J. Kardux onder
deze gemeente is een schijnbare besmettelijke
ziekte (borstziekte uitgebroken. Reed3 zijn
een tweetal zijner beste paarden deze week
gestorven. Voorwaar met de bestaande hooge
prijzen een gevoeiig verlies.
Het kohier no. 1 der Grondbelasting is
invorderbaar verklaard en daartoe den Rijks
ontvanger te Middelharnis ter hand gesteld.
STELLENDAM. Donderdagmorgen strandde
op de zandbank „Hinder" in het Goereesche
Gat de logger SCH. 379, genaamd „Arbeid
adelt". De bemanning ging in een sloep en
werd overgenomen door het marine-vaartuig
„Sphinx" en naar Hellevoetsluis gebracht. In
den loop van den dag keerden ze naar hun
schip terug. Eenige visschers-vaartuigen lig
gen nabij het vaartuig. De „Sphinx" zal pro-
beeren bij vloed het vaartuig vlot te krijgen.
Bij Kon. besluit van 7 dezer is aan
de heer J. L. Bosschieter op zijn daartoe ge
daan verzoek, - eervol ontslag verleend als
heemraad van den kleinen Zuider-polder
gemtente Goedereede).
GOEDEREEDE. Voor de Landstorm jaar
klasse 1911 zijn ingeschreven:
Adrianus Breederveld, Pieter Heerschap,
Aren Kleijn, Maarten Lokker, Jan Orgers,
Maarten Tanis, Jan Troost, Jan Witte.
Het kohier No. 1 der Grondbelasting,
is invorderbaar verklaard en aan den heer
Ontvanger ter invordering ter hand gesteld.
OUDDORP. Verleden week Maandag heeft
een kleine meerderheid van de opgekomen
leden der Antrev. kiesvereeniging besloten
zich voorloopig te ontbinden. De aangevoerde
reden waren, dat het meerendeel der kiezers
buiten de kiesvereeniging om zich telkens
laten verleiden om hun stem uit te brengen
op een kandidaat die gesteld wordt in de
consistorie der Ned. Herv. Kerk. Wordt van
die zijde geen candidaat gesteld, dan gaat
de groote groep van de zich noemende Anti-
rev. kiezers, even gemakkelijk stemmen op
een doorgevloeid liberaal of socialist als hrj
dan maar tot de Ned. Herv. Kerk behoord.
HELLEVOETSLUIS. Woensdagnacht is een
Scheveningsche logger nabij het lichtschip
Noord-Hinder gestrand. De bemanning van
de „Sphinc" alhier heeft de opvarenden aan
boord genomen en behouden alhier binnen
gebracht. Pogingen zullen worden gedaan om
de gestrande logger te lichten.
Uitslag herstemming voor een lid van
den Gemeenteraad op 9 Februari 1916. Uit
gebracht 423 stemmen. Van onwaarde 10 dhr.
Boere (S. D.) verkreeg 167 stemmen en dhr.
v. d. Bovenkamp (lib.) 246 stemmen. Derhalve
gekozen dhr. E. v. d. Bovenkamp.
Vergadering van den Raad der Ge
meente OOLTGENSPLAAT op
Woensdag 9 Februari des middags
3 uur.
Voorzitter Ed.Achtb. Heer J. v. Putten.
Present alle leden behalve P. J. Hobbel.
De Voorzitter opent de vergadering en daar
hét de eerste vergadering is in dit jaar geeft
spreker een klein overzicht over hetgeen in
1915 is voorgevallen, wijst op het bezoek
van onze geëerbiedigde Vorstin aan deze
gemeente, en spreekt den wensch uit dat de
buitengewone toestanden spoedig mogen op
houden en normale tijden voor de volken van
Europa mogen terugkeeren, wijst tevens op
de vooruitgang in zielental in de laatste 10
jaren, bedevens de bloei der landbouw, de
hoofdfactor voor deze gemeente en wenscht
de leden en hunne gezinnen een voorspoe
dig jaar.
De Notulen der vorige vergaderingen 16
en 18 Dec. worden gelezen en goedgekeurd.
Ingekomen stukken.
Door het Groot of Algemeen Armbestuur
is aangekocht een stuk van f 3600 tegen
een rente van 4'/j
Schrijven van H. H. Ged. Staten om 4
Februari te verschijnen voor hun college in
zake den aanslag van F. van der Vliet, het
welk intusschen schriftelijk door B. en W.
is toegelicht.
Schrijven van het Hoofdbestuur in Acht
huizen een Telefoon zal gevestigd worden in
aansluiting op Oude Tonge.
Schrijven van H.H. Ged. Staten bij K. B.
van 24 Dec. 1915 het aantal vergunningen
zal zijn 1 op 275, doch nooit meer dan 10
zal bedragen.
Verzoek van A. Paasse, nachtwacht, om
verhooging van salaris waarover de vorige
vergadering geen beslissing genomen werd,
deelt de Voorzitter mede dat te Den
Bommel, Oude Tonge, Middelharnis en Stad
het salaris oneindig veel lager is dan hier,
met dezelfde of meer diensturen, kan geen
vrijmoedigheid gevonden worden om met een
voorstel tot verhooging te komen. Wordt
afwijzend beschikt.