tooi* de Kuidhollandüclie en Keenwiche Eilanden. 101®. Nieuw jaaiMielieii Woensdag M December 1915. gen. Antirevolutionair r ,J ijpr' urgaan 30 - Jaargang N° 2139 i voor IN HOC SIGNO VINCES BOEKHOVEN, i?kia JA Cl NËN rc. 3765. "I EN In 't aanschijn des doods. BIJENTEELT. UIT DE PERS. BUITENLAND. De Oorlog;. 9486 Daze Couraat versobpat elkea Woensdag ®a Zaterdag» Abonnementsprijs per drie maasdea fe. p. p. 50 Gaai. Buitenland bij vooruitbetaling f4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Gent. ws SOMMMLSB IJK. &o.vertefttiëii 10 0«nt per regel en */s maai. Reclames 80 per regel» Boekaankondiging 5 Cent par regel ea 4/s maai. Groote lettere ga vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zg beslaan 4 d verte IJ tiën worden irsgewaoht tot Dinsdag- sa Vrijdag morgen 10 uur. Alle stobben v«»r <fie Hetiactie tse^ïesiiö, AO^erseottf ea» veroere Astmiiisisiratie tranco toe te zenden aan den #jI tare ver. oraile fe IARNIS, n worden 5,— aaa- 0, geheel. uranüën. ?0S1TQ LVi pCt. L% pCt. sr overeen e m Kx. k- e. IS*. 9 In het a.s. Nieuwjaarsnummer van dit blad, zullen, evenals vorige jaren gebracht aan Familie, Vrienden en Be gunstigers opgenomen worden tegen den geringen prijs van slechts Sa ceats indien de advertentie 5 of minder regels ^0>Hlmagfc. Elke regel meer 5 eesafS. Daar van deze wijze om elkaar geluk te wénschen, steeds meer wordt gebruik gemaakt, omdat het 't omslachtige ver zenden van naamkaartjes kan vervan gen, zal het ons aangenaam zijn, ressais MIJ deadvertentiën daarvoor te ontvangen, teneinde voor een goede plaatsing te kunnen zorg dragen. DE UITGEVER. ÜITGSTSB T'eJffifoo® InttercoBsra. So. Oieustauwrageii ©a Bienstaanbiediffigeit 50 Cent ps? plaatsing. co 0b 00 tfj o. 4. irdegg, varkrrg- Ie Ameri- edschap- Scheer- nonbank- es,Boter- M. f 1.35, RGD. - JS- in- ïre Q. die Waarom is in ons Nederlandsche Volk als geheel alweer de reactie ingetreden van Augustus '14. Toen, ja, toen de klokken begonnen te kleppen en de groote witte en groene papieren aan de puien der Raad huizen alle lichtingen opriepen toen, ja toen de stampvolle tram3 met landweer- vaders en landweerzonen een ieder met angst vervulden en er tranen vloeiden uit duizenden oogen toen was er neerslag in alle kringen des volks. Men leefde een oogenblik als in 't aan schijn des Doods en menigen spotter en menigen Godvergetens kwam 't ia 't hoof d en in 't harte op osa in 't aanschijn van dien Geweldige, die rond kwam waren langs onze grenzen zijn rekening met den hemel te ver effenen. De Duitseher naderde de Maas de esne oorlogsverklaring volgde de andere opaard en zee werd beroerd en Europa stond in lichter laaie. En zelfs de grootste verach ters van den godsdienst zuchtten als op den eersten Christelijken Pinksterdag toen de wonderteekenen van vuur en wind zich openbaarden in 't huis waar da discipelen waren Wat mag toch dit zijn En de schouwburgen waren leeg en de cafees waren leeg en de straten en mark ten waren leeg, maar vol waren de ker ken maar vol de harten van verslagenheid maar vol de hoofden van verbijstering wat toch voor ons goede Vaderland uit zoo'n wereldbrand te voorschijn kon treden. Het kanongebulder deed onze ramen tril- lonBelgische vluchtelingen gewaagden van rampspoed en verlies van have eD goed geïnterneerden werden naar 't binnenland gebracht en nog bleef ieder leven als in t aanschijn des doo 's. Voor tienmaal tienduizenden was er een schuld jegens den hemeleen schuld jegens 4e kerkeen schuld jegens de hooge ide alen van 't Christendom. Voor tienmaal tienduizenden, zelfs Troel stra moest dit in zijn belangwekkende bro chure over den Oorlog erkennen was de tijd voor Augustus 1914 in materialisme opge gaan, alsof de mensch alleen bij brood en spelen leven kon was het leven ook in Nederland opgegaan ia een breken met alle hooger en geestelijk leven en in eea zich vastzetten op grond en geld en goed en alles wat slechts dit aardsche leven ter nauwernood bevredigen kan. Het oog was L voor de geestelijke zijden des levens ver duisterd en 't hart koud voor de onzien lijke dingen. Men had met den hemel afge rekend, omdat de Aarde genoegzaam in 's manschen lust en verlangenliefde en be geerten voorzag Ea aan sterven dacht men wel, maar niet aan dat leven na'tsterven, waarin de hemel met den mensch afreke nen zou, al had de mensch d en. hemel los gelaten. Maar toen de oorlogsfakkel aangestoken was en de donkerste berichten tot ons kwa men van menschen slachtingen menschen- verminking; van krulskens op graven door liefdevolle hand geplant; van gebeden der stervenden; van roerende brieven met af scheid aan beminden, honderden uren ver wijderd van 't tooneel des strijde toen ging er een siddering door de volken als de grashalmen door den wind bewogen. De ideele, de geestelijke zijde des levens, zoolang bezoedeld, zoolang veracht, zoolang miskend, zoolang veronachtzaamd en ver waarloosd kwam in hare groote belangrijk heid en in haar volle waardij naar voren. En er kwam verachting voor 't materia listisch jagea en drijven, want ach Het kanongebulder sprak immers van verwoes ting van wat zoo heerlijk was opgebouwd; van levensmiskenning en afbraak van be schaving van mislukking van genotjacht en ingezonken eertijds hooggespannen ver wachtingen over wereldvrede en wereld- viendschap en altijd klimmende internatio nale verbroederinghet leven had zijn mooiheid verloren bij 't zwarte spook das Doods ea der Ellende, die ieder aanstaarde. Zoo was de toestand in Augustus 1914 en nog maanden daarnaer was wat goed te maken met Hem dien men veracht ea miskend had. De reactie is sinds lang ingetreden. De cafees zijn weer vol de schouwburgen weer volde straten weer vol en de ker ken niet meer vol. Het materiaiibtne her neemt zijn oude plaats. Het geestelijke le ven vloeit weer trager. De oorlogswinsten worden binnengehaald. Schatten stapelen zich op. De oorlog wordt vergeten ea in de Neutraliteit voelt men zich veilig. Men heeft er spijt van, dat men in Au gustus '14 zich zoo heeft laten meeslepen door dien algemeenen angst. Men klaagt zich zelf aan, dat men toen toch niet flink was en eerder lafhartig en meewarig de toekomst tegea ging. Dat men z»ch toen ook al liet meevoeren door diea geest van godsdienstliefde ea stervensvreeze, in zulke spannende tijden openbaar geworden. En de religie kwijnt weer. Geen oorlog of nieuwe geruchten van oorlogen geen aardbevingen en lavastroomen hebben meer vat op de konsjentie. 't Is weer alles 't oude materialistische jagen en jachten en God wordt weer vergeten. Arm menschdoml De religie en de band met God blijft al tijd de kern des levens, omdat we van Gods geslacht zijn en het hart dan pas ruste ge niet, als 't die afkomst van Hooger Leven en die verwantschap blijft ervaren ea ge voelen. Als Augustinus eens sprakAlleen rust, als 't hart rust in Ham. En dat kostelijkste van 'tlevendat gevoel van zoo innige betrekking mei, Hemdat gevoel van lo-heid dezer aardsche bedeelin gen en verhoudingen; dat ideeele van t leven en dat geestelijke welvaren: 't gaat weer verduisteren. 't Wordt wear stofaanbidding we:-r 't koude, natuurlijke leven weer losrafeling sV van den baud met God weer wereldzin en grootschheid des levens. 't Aanschijn des Doods hoeft zijn schrik kelijkheid verloren. De aarde wordt weer schoon 1 't Laven weer pleisierig 1 Weg alle vrees 1 Met den hemel is af gerekend Ea aan de Aards is weer 't Koningrijk de Kracht en de heerlijkheid totdat weer groote rampen dreigen. Wat is toch de mensch, o God, dat Gij zijner gedenkt 1 V Onze partij en haar leiding. Ook andere antirev. persorganen zija 't Diet geheel met de Haagscho brochure eens, om alles maar blauw blauw te laten. Zoo schrijft de Vrije Weetfries, in 't no. van Zaterdag, antirev. orgaan (voor de districten E khuuen, Hoorn en Alkmaar): Met belangstelling hebben wij van den inhoud dezer brochure kennis genomen. De groote liefde voor den Leider die er uit spreekt doet aangenaam aan. Bevredigd zijn wij echter niet. Deze brochure geeft geen oplossing van de nu eenmaal bestaande geschillen. Bovendien is zij tegenover de vijf auteurs naar het ons voorkomt niet geheel billijk. Vergeten mag b.v. niet, dat reeds in .1907 eene commissie voor het ontwer pen van reorganisatie-plannen werd be noemd en dat dr. Kuyper self sinds Juli 1913 voortdurend op reorganisatie heeft aangedrongen. Bovendien was het Dr. Kuyper die een Raad van advies wenschelijk keurde en verklaarde: tot elke schikking in dien trant ben ik niet alleen van harte bereid maar ik hoop er zelf het initiatief toe te nemen Intusschen. m.n koope, leze en oor- deele seif. Precies onze overtuiging, die we breed voerig hebben omschreven. Ook De Merwebode, a,r. orgaan voor 't district Sliedrecht schrijft: Ook wat da leiding betreft, verkearen wij in een periode van overgang. M m- schelijkerwijze gespreken nadert dr. Kuy per het einde zijner dagen. Nu hebben ook wij onze bedenkingen, tegen enkele eigenaardigheden van dezen wonderbe- gaafden man. Door „dik en dun" volgen wij geen menschenkiud óók dr. Kuyper niet. Dat er in onze partij vrijheid Tnoet zijn. om eea afwijkende opinie over be paalde punten, zonder eenige verdacht making, te verkondigen, werd steeds on zerzijds betoogd, Hoog wasrdeeren wij echter dr. Kuypers persoon en werk. En dat wij de brorhure-Aoema toejuichen, vindt dan ook niet zoozeer oorsaak in de omstandigheden van dit oogenblik, nu wij dr. Kuyper nog mogen bezitten, ais wel in onze verwachting voor de toekom t. De antirevolutionaire partij moet zich gaan inrichten op den tijd, waarin dr. Kuyper's geniaal talent haar niet meer dienen kan. En déze quaestie behoort juist bij dr. Kuyper's leven aan de orde te worden gesteldwillen wij ook daarbij nog het profijt hebben van zijn voor lichting. Ook deze gedachten zijn de onze. 't Is goed. dat men vrijuit spreke. Anders te doen is onverantwoordelijk. „Waarom zijn de bijen nuttig?"— Wan neer men deze vraag stelt, bij klein of groot dan kan men er zeker van zijn, dat het ant woord meestal zal luiden: „Omdat zij ons honig en was leveren". Zelfs de imker denkt er veelal niet aan, dat de bij niet het minst dient geprezen om haar werk in de huishou ding der Natuur. We willen dit nog eens in het licht stellen. We weten allen uit eigen ervaring, dat alle planten in haar bloeitijd alleen ddn vrucht zetten, als 't vrouwelijk deel der bloesems door 't stuifmeel der helmknopjes wordt be vrucht. Heeft die bevruchting niet plaats, dan heeft er geen vrucht- of zaadzetting plaats. Deze bevruchting kan geschieden door wind en weer, maar dikwijls geschied dit niet, omdat in de huishouding der natuur omstandigheden plaats hebben, die de be vruchting langs dezen weg beletten, en dan zullen onze boomen en een groot deel der cultuurplanten van den landbouw in 't ge heel geen vrucht geven. Men klaagt dan over de slechte opbrengst dezer planten. Gelukkig zijn daar echter de bijen, hom mels, horzels, wespen, vliegen en andere in secten, die in sommige gevallen de bevruch ting moeten helpen plaats hebben, in 't bij zonder onze bijen, dewijl deze voor heur honig- en wasvervaardiging door de men schen in menigte verpleegd en door den win ter gebracht worden, en daarom ook tot den voornaamsten bloeitijd de meeste cultuurge wassen in grooter menigte bevliegen dan de overige insecten. Gaan we in 't voorjaar en des zomers onze bijen na, dan zien we, hoe ze onver moeid van de eene bloem naar de andere vliegen, om bloemenstof en honig te zamelen tot voedsel voor zich zelf en voor het jonge broed. Zij bestuiven zich daarbij hetgeheele lichaam met bloemenstof, ze kleven klompjes of pollen daarvan aan de achterpootjes, om ze mee naar den korf te nemen, en zoo kan 't niet anders of ze moeten't mannelijke bloemenstof op de alleenstaande vrouwelijke bloesems overdragen en aldus de plant be vruchten. Men zou haast kunnen beweren, dat de bijen tot op zekere hoogte kennis van de Plantkunde bezitten, want men kan in hun vliegtijd dagelijks opmerken, dat ze slechts één en dezelfde soort van planten bezoeken. Is de bij met Aartsveil (Hondsdraf) begonnen, dan gaat ze niet naar het Lelietje der dalen ze blijft, tot ze beladen huiswaarts keert, steeds op het Aardveil. Zelfs door de ver schillende variëteiten in bloemen en bloesems van één en dezelfde plant, b.v. het Vergeet- rnij-nietje, laat ze zich niet misleiden; ze ziet zeer goed, of zij tot een en dezelfde soort behooren. Deze handelwijze der bijen om in de bloesems en bloemen van dezelf de soort, zoolang mogelijk naar bloemstof en honig te zoeken, is voor de planten zelf van groot belang, omdat het de bevruchting van verschillende individuen van eenzelfde soort door kruising begunstigd. Maar ook voorde bij is deze handelwijze van belang, omdat ze niet verder te probeeren of te zoeken heeft, op welke wijze ze met haar snuitje het gemakkelijkst in de bloem kan doordrin gen; ze oefent zich en werkt veel vlugger. Hoeveel planten zouden letterlijk in honigsap stikken, hoeveel millioenen voor de planten schadelijke insecten zouden dit honigsap op zoeken en daarbij schade doen aan de plant als dit honingsap niet door de bij wordt weggehaaldDe ondervinding heeft het dui delijk bewezen, en door niemand kan het weggeredeneerd worden, want het is een feit, dat de opbrengst van boom- en veld vruchten in bijenrijke streken veel overvloe diger en beter is, dan in streken, waar geen bijen gehouden worden, en dat de invloed der bijenteelt op de bevruchting der planten van zeer groote beteekenis is. Jammer, dat men met zulke feiten nog lang niet genoeg rekening houdt, want an ders zou men aan de bijenteelt veel meer opmerkzaamheid schenken dan tot nu toe het geval is geweest. C. B. Lang gewacht Vergeet de Minister altemet, dat er Chris telijke Militairen Tehuizen zijn? 't Gaat er wel wat op lijken. Ongeveer vier maanden geleden konden we berichten, dat naar deze zaak een onder zoek ingesteld werd en dat het nu wel niet lang meer duren zou vóór finantieelen steun aan deze hoogst nuttige instellingen verleend zou worden. Dat onderzoek is ingesteld. Bij verschillende bestuursleden der Tehuizen zijn inlichtingen gevraagd en natuurlijk verkregen. 't Is een zaak, die het daglicht zien mag en achterhoudend zijn we niet. Men mag gerust weten, hoe de geldmiddelen bijeenko men. Meteen zou men dan kunnen begrijpen, dat Overheidssteun geen weelde en geen nuttelooze zaak is. Maar van het resultaat van dat onderzoek merkt men tot heden niets. Of er subsidie komt hoeveel en wanneer, 't blijven open vragen. Neen, de Regeering vergeet de geestelijke belangen der soldaten niet. Voor sport en spel en vermaak werden belangrijke bedragen beschikbaar gesteld. Alleen maar, de Christ. Milit. Tehuizen werden tot heden ver geten. Men hoort er althans niets meer van. Zou het niet gewenscht zijn deze zaak nogmaals onder de aandacht van den minister te brengen? 't Gaat nulang gewacht en nog niet verkregen. Jammer voor de goede zaak. N. Haagsche Ct. DE TOESTAND. Er zijn een drietal dingen die onze aan dacht vragen. Nu Engeland in West-Europa, op den Balkan, in Egypte en Mesopotamië de han den vol heeft en Kitchener, de minister van Oorlog, zijn geweldige taak niet meer schijnt te kunnen overzien, is één opperbevelhebber benoemd over alle Britsche troepen, waar ter wereld zij ook strijden. Deze eer is Sir John French te beurt gevallen, nadat hij 16 maanden lang de Britsche troepen in Vlaan deren en Frankrijk met veel bekwaamheid heeft aangevoerd. Tot zijn opvolger is gene raal Douglas Haig benoemd. Joffre en French zijn dus beide tot eenzelfdige waardigheid gestegen, terwijl Joffre daarbij nog in naam de aanvoerder is aan het Fransche front. Dat is een daad van belang, want uit de Engelsche pers blijkt duidelijk, dat men het bevel aan het W estfront graag eens in jon gere handen zag overgaan. Precies hetzelfde verschijnsel als bij de Franschen. Het Fransche en Engelsche leger in Frank rijk hebben nu elk een vechtgeneraal. Het tweede belangwekkende feit is, dat ook de Britsche scheepvaartmaatschappijen, die het Suez-kanaal gebruiken, besloten als regel de reizen om de Kaap te doen ge schieden. Dat is nog nooit gebeurd zoolang als de oorlog duurt. Integendeel heeft Enge land steeds verklaard, dat de scheepvaart door het Suez-kanaal veilig is, zoolang de Britsche vlag daar waait. Uit kolengebrek laat zich die veranderde scheepvaart-route niet verklaren, want de reis om de Kaap is veel langer dan door de Middellandsche zee. Zou een groote actie zoo spoedig op til zijn? Het derde feit waarop wij de aandacht vestigen vindt men in het volgende bericht. KAIRO, (Reuter.) Officieel bericht. Aan de Westelijke grens heeft den 13en Dec. weder een ontmoeting plaats gehad. De Britsche strijdkrachten ontmoeten 1200 Arabieren (voorzien van kanonnen en machinegeweren) 42 mijlen ten Westen van Matroch. De vijand viel met kracht aan, maar werd met zware verliezen teruggeslagen. De Britsche verlie zen zijn 8 dooden en 38 gewonden. De ge vangenen, onder welke zich Sjeich Bassan Gabriël bevindt, vertellen dat in het vorige gevecht (dat van den 11 den) de vijand 80 man aan dooden verloor en 30 aan gewonden." Een veertien dagen ongeveer geleden nam reeds de N. R. Ct. uit de Times het bericht over dat om wrijving met de „Westelijke Arabieren" te voorkomen, de Engelsche troe pen het noodig hadden geoordeeld zich van Solloem en Siddi-Barani op Marsa Matroe terug te trekken. Naast de Westelijke Arabieren vochten er Turksche geregelde troepen. Hoe zijn die daar gekomen Op Grieksche feloeken of in Oostenrijksche duikbooten? Het feit is, dat zij er zijn en dat zij nog wel meer van zich zullen laten hooren. Want de Westgrens van Egypte is een lange lijn, die tamelijk open ligt. In Fajoem hebben de Engelschen sinds den oorlog een garnizoen. Verder zijn er eenige verspreidde posten van het korps der Egyptische kustwacht. Maar over het geheel is het langgestrekte Nijldal onver dedigd en onverdedigbaar tegen een aanslag van georganiseerde Bedoeienen. En door dit dal loopt de verbindingsspoorweg met Char- toem en den Egyptischen Soedaan. Houdt deze beweging wellicht ook ver band met het opgeven van het Suezkanaal als doortochtsweg De Duitsche Rijksdag heeft weer een nieuw oorlogscrediet toegestaan van maar even 10 milliard mark. Nogal geen kleinigheid. Van de 65 socialisten stemden 41 tegen. Er begint dus eenige kentering te komen onder de roode broederen. De onderlinge verdeeldheid wordt steeds sterker en men verwacht zelfs dat een scheuring in de partij niet uit zal blijven. Zoo heeft de groote wereldoorlog ook nog andere zij het dan ook minder bloedige oorlogen tengevolge.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1915 | | pagina 1