Antirevolutionair Orgaan 4 N° IN HOC SIGNO VINCES Zaterdag 30 October 1915 a foor de Zieiidlfiollandselie en Zeeuw^clie Eilanden. W. BOEKHOVEN, SOMMELSDIJK. Drie Ëladteo. BUITENLAND. Pe Oorlog. BINNENLAND. iM/i nih'J trtuhsd htetèiï'tO abt 85 nat na ffeto Courant versoignt eiken Woensdag en Zaterdag, ifedimemesitsprija pér dria maanden ft. p. p. 50 C*to, Eiittecland bij yoomitbetaliïjg f 4,50 per jaar» i^óndermke nummers 5 Ceus. sriraisrgJï ^lefooM IxateFe»»*. Sa ui Aé»erteHtiën 10 Öfteli per ragëJ en *j^ snaai, Reclames 30 pw fëftëj. Beekaankondiging 5 Cent per rëfé* en maal. OJeöstaaavragen en Bienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing, Croote Isttera en vignettek werden berekend naajr de pjaatemiiate die Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 sar. %ltte Mttób'Ü'ëb VBM»r de Ked»«ile Advertentien verdefo Adittlnl8ir«»iie «romto Mie te aemlet» auii d0tt MfireVéir. rfj.iis.iv-iO. r-.iiji .o - - rioa nurasaeï'basta-tfr' ui* ISUM 'jh HUIS EN HOF JlUU. /lïtQ Bevroren eieren. Bevroren èfferén b'éflervei) als ze snel_, ontdooid worden,, De eieren, die gebérétën-'rfjh' ïn "dé koude', moeten uitgef .zfteht en spqedig/gebruikt worden. De overige worden in een emmer gelegd en met koud water overgoten, dan kunnen ze op deze Wijze bedekt op een warnieré ptóals gebracht Worden. Dp de eierten komt dan in de meeste gevallen-een jjajaagje. Zoolang dit merkbaar is," moet het water van tijd tot tijd ververscht worden. Vindt men geen ijslaagje meer,dart zijn 4e eieren gered en worden als gewooni lijk bewaard. Toch heeft de duurzaamheid g^4en ,en kunnen ze. niet meer ais broed- eieren gebruikt worden. ;§nii3S w "iLo— afl Waterkantter der vrüchtboomen. Een meestal doodelijk kwaad véor een boóm is de waterkanker, welke 't meest voorkomt bij steenvruchten, doordat op verschillende plaatsen uit den bóöm een harsachtige vloeil stof te voorschijn treedt, welke zich aan de schors vastzet. r hnel?>hi<ü Een oude tuinman, in dienst van hef Kijk, bestrijdt deze ziekte sinds jaren aldus Hij wrijft eenjge zuringbiaden goed tus schen de harfdeh fijn en bestrijkt daarmede den boom op die plaatsen, waar de boven genoemde Vloeistof te voorschijn treedt. Na eenige dagen houdt de Vloeiing öpewis het kwaad gestuit.' Jj f,-; CJtOfï'Jii) )i - f' Vlekken verdrijven. Slijk- of moddervlek-i ken neemt men weg met een natte spons zijn de vlekken te groot, dan wascht men het bevlekte deel af in zuiver water. Een ander minder bekend middel (vooral voor wielrijders dienstig) is een aardappel door te spjjden en met de snijvlakte ervan de vuile 'plekken krachtig te wrijven. De vlekken zult len spoedig vervliegen ,en de stof wordt niet aangetast óf Slijt er niet Van, wat wel door sterk wrijven met de handen of met afbor stelen plaats heeft. Vetvlekken, boter-, réuzët-. olievlekken, verdrijft men door ze te wrijven met eert doek in naphfa gedoopt. Dok al,c.0,hb.l wordt somtijds hiervoor gebruikt. Verf- iun veBjisylekfeen. gaan wieg met ter pentijn,, waarbij men--ook wat alcohol kan voegen. Z#n<zéitog'Versch e» nat; dan kart men ze oök gróotendeels doem yerdwijneri door wreven met turf of met kruim van harq brood, Wagetismeervlekken verdrijft men met'ter pentijn. Pek- en teervlekken kan men. doen ver dwijnen met terpentijn op alcohol. Kaars(was)vlekkeh neemt ntén weg met gauw papier, vloei- of filtreerpapier, datöp de vlek gelegd .wordt, en waarover men een warm Strijkijzer Strijkt, telkens het papier verleggende, totdat hut niet meer vet1 wordt, slinkt- en roestvlekken kan men uit finnen dóen verdwijnen met dit op een tinnen kan te leggen, waarin kokend rVater .is, en het te Rijven met zuurkruid. -pwljn- of vruchtvlekken diévëfs'chzijn, be-i «frooit men met, zout en wascht men uit in zeepsop, of doopt ze in kokende melk. Dé Óüde vlekken verdwijnen door ze boven da huisman een trechter te houden, waarin men zwavel brandt. Bleekwater (eau de javétle) Is goed voor alle vlekken in het linnen, maar 't linnen moet terstond goed afgespoeld worden, anl ders verbrandt het. Het weer In glas verdrijft men doot't her haaldelijk met versche brandnetels af te wrij ven. N jn** overwinteren van bloemen De'meeste teleurstellingen bij het overwinteren vange- wüiUnlS' fHchsia's> heliotropen, en dergelijke Djpemetr wjn een gevolg -van deonvoldoende d^r planten. Deze komen meest ^1?!! 'i.f l" v°hen. groei in dewinterbe- whafplaatsen en worden dan dadelijk be- hande d alsof het winter ware. Deze plotse- Hnge wisseling wordt natuurlijk slecht ver dragen. Er moet een zekere afsluiting,zijn in den groei, eer men aan het oVerWl'iiteren be- gmt, run /die afsluiting krijgt men zonder moeite door langzaam verminderen van wa tergeven. van sekïerij. Men klaagt over er knolselderij. De stengelvor- het schieten der knolselderij. De stengelvor ming bij selderij in het eerste jaar kan ver. schillende oorzaken hebben. Vele vaklui ne men aan, dat de vorst de voornaamste oor zaak is, en stellig kan vorst en de daaruit voortvloeiende staking van den groei, het bewerken, dat de stekken het karakter van 2-jarige plïmten aannemen en opschieten. Maar dikwijls schieten de planten ook in de hoögte, ö'mdat ze te vroeg gezaaid zijn. Hét Verlangen de vroegste planten te hebben, verlokt menig kweeker tot te vroeg zaaien. En ook kan eért te dichte stand of het ver planten van te groote plantjes de oorzaak zipt van het schieten. Beoordeeling van turfstrooisel. Turfstrooi sel moet zeer droog zijn, hoe droger het is, des te gföotér is zijn vermogen om vloei stoffen.ere gassen op te zuigen, die zich uit de dierlijkeuüwerpsëlen ontwikkelen. Een kub. meter turfstrooisel mag niet minder dan 250 K.G. wegeneen grooter gewicht wijst te veel vochtigheid aan, waardoor natuurlijk het vermogen tot opnemen van vocht ver minderd wordt. Goed turfstrooisel moet het ,tpt 9rvcnidige van zijn eigen gewicht aan water opnemen. loS .lesrgen-jiteéH- m Mais aan kippen. )n het koude jaargetijde kan men maïs mengen onder het graan, dat men aan kippen geeft. Mais zet vet aan en vetaanzettingverhoögfdenatuurlijke lichaams warmte. t&HG Uitwinteren van 't koren. Een oud prac ticus deelt mede, dat een vlakke en gladbe- werkte korenakker meer lijdt van het win terweder, dan een akker, die ruw van opper vlakte js. De oorzaak hiervan is duidelijk. Een korenakker met een zoo ruw mogelijke oppervlak heeft veel groote en kleine kluiten, die de jonge plantjes tegen ruwe winden beschutten en de sneeuw beter doet blijven liggen, dan op een stuk land, v/aar ze licht weggewaaid wordt. Komt er ij zei op het land, dan kan Invallend dooiweer dat op den ruwen bodem zeer snel verdeelen en lucht geven aan het zaadis de grond geheel ont- i douid, dan vallen de oneffenheden uiteen en bedekken de open liggende wortels weer. Men lette er daarom op bij het besteilen van de win ter korenakkers, dat de oppervlakte er van tamelijk ongelijk blijft, maar ook dat de i grond niet waist 2ij'. Grond, die te vast is, ontdooit langzaam en ongelijkmatig, wat meest.iengevpige heeft, dat de planten stuk gescheurd' wonden,-en dus het koren geheel uitwintert, oV .litaailU si niitiiiütoH)^ L Snljwonden. Wonden, door snijden ver oorzaakt, genezen goed en spoedig, als men ze, na ze gereinigd te hebben, met eiwit be strijkt. Dit geeft eea luchtdichte afsluiting, waardoor de genezing bespoedigt wordt. - 'bM- bi u .V MO©K «EiT JbEVEN: Arbeid is des lichaams voeder, Arbeid is des gjeestes hoeder, Arbeid ié dér deugden moeder. o— Hoe dikwijls mijmert de mengeb over toe komstig geluk 'en laat het tegenwoordige voorbijgaan. Vele menschen vergeten een tegenslag zeer spoedig, zoo zij dien slechts voor het oog der wereld verborgen kunnen houden. o— Niet aftijid mannen, die veel weten, Maér dié veel kunnen, eischt het werk. Te vaak, te veel en alles eten Maakt moog'lljk vet, maar zelden sterk. o— De tegenstelling van Zondagspaken werk pak kan;nuttig en goed zijri, maar geen te genstelling «rag er zijn tusschen uwe stem ming dn de week en op Zondag. Observator. Bi 'ni DE TOESTAND. Aller hoop, aller vrees en aller belang stelling concentreert zich thans weer op Servië. Zal Duitschland de ijzeren ring dien men hem einede aldaar verbreken of zuilen de Entente tijdig aldaar een doorbraak verhin deren Dit is nu al wéken de belangrijke vraag. Het staat er goed naar dat het eerste waar zal .worden. Manmoedig verdedigen de Serven hun Iinle's wel maar vöét voor voet worden ze ttochtans teruggedrongen. „Biedt nog vijf dagen tegenstand" riepen de geallieerden de Serven toe, „dan komen wij te hulp". Dat gebeurde volgens de Daily Telegraph" verleden week Zaterdag en Sinds is er al een volle week verloopen, en er is van eenig belang niets gebeurd waarop de entente gedoeld kan hebben. Ze zullen toch het oog niet hebben op het landings legertje bij Saloniki. Het is toch wel droevig voor hun maar dit kwam voor Servië te Iaat En als hier de bondgenooten telaat komen met de hulp dien ze den Serviërs hadden toegezegd, dan zal dit hoogstwaarschijnlijk, al laat deze oorlog ook wat al meer dan eens bewezen is ook niets voorspellen een telaat zijn voor goed. Eiken dag is kostbaar en elk uur kan be slissen, dat hoorden we nog deze week van Servië dien een noodkreet naar Engeland zond, hoe het daar voor hun spannen gaat, en toch van een oprukken in massa's van uit Saloniki naar het binnenland van Servië om de dappere verdedigers daar te hulp te komen hoort men hoegenaamd niets. Hoegenaamd zeiden we. Ja, er zijn Fransche hulptroepen noord waarts getogen, en heel in 't Zuiden van Servië moeten ze voeling hebben gekregen met de Serviërs, doch deze Serviërs kunnen niet anders zijn dan troepen die van hun hoofdmacht afgesneden zijn. Want sinds In het Pek-dal is Nezesnitza genomen. De ten Z. van Orsowa opereerendè troepen hebben in Kladowo 12 zware kanonnen buit gemaakt. In Ljoebftsewats (aan den Donau ten O. van de Brza—Palanka) is de rechtstreeksche verbinding met het leger van generaal Ro- gatsjef door offlcierenpatrouilles verkregen. De rechtervleugel van het leger volgt den vijand van Negotien in noordwestelijke en zuidwestelijke richting. Om het bezit van Knjadzewats wordt nog steeds gevochten." Kekene men nu bij Duitsche offensief ook nog de nieuwe aanvallen der Oostenrijkers van Osserva uit (bij den ijzeren poort) en van den kant van Wischegrad van het Wes ten uit. Op grond van dit alles kan men gerust aannemen dat het offensief der centralen niet tot staan is gebracht zooals al beweerd is doch in tegendeel gaandeweg in tempo versnelt. De Bulgaren stonden in het begin dezdr week in 't hartje van Macedonië. En thans pakken de centralen de Servische vesting driehoek aan, waarvan Nisj een der hoek punten is en waartoe ook de vesting Pirdt behoort. De laatste is volgens de berichten De strijd in Servië. Het begint er nu langzamerhand hachelijk voor de Serviërs uit te zien. In het Noorden rukken de Duitsch-Oostenrijksch-Hongaarsche troepen hoewel ladgzaam op. In het Oosten zijn het de Bulgaren, die wat vlugger vooruitgaan en reeds ver schillende belangrijke plaatsen hebben bezet, o.a. Vranja-Egri-Palanka, Jstip, Rado- wits en Uskup. Eerstgenoemde plaats is wel de belangrijkste, daar zij aan den spoorweg van Saloniki naar Nisj ligt. Daardoor is de verbinding van het expeditie- leger der geallieerden en de Servische strijdmacht verbroken. Tot overmaat van ramp schijnt het dat de overgebleven spoorweg van Saloniki naar Monastir door overstroomingen onbruikbaar is geworden. Uskup in handen der Bulgaren viel, is feite lijk de gemeenschap tusschen Noord- en Zuid-Servië verbroken. En dan nog iets. Hoeveel Franschen zijn er? Denkelijk niet meer dan genoeg om daar wat aan de linies der tegenstanders te knab belen, maar dat zet voor Servië geen aarde aan den dijk. En intusschen rukken de centralen en de Bulgaren uit het Noorden en Oosten over de gansche grensbreedte al maar voort. De jongste berichten luidden dat zij thans al een 40—50 K.M. Servië indrongen over een front breedte van 170 K.M. Zelfs de Duitscher is al zoover gevorderd dat zij de verbinding met de Bulgaren in de Noordoosthoek van Servië heeft verkregen. Hun laatste bericht luidt „Ten O. van Wischigrad isDobrungenomen. De legers van Kövess en Gallwitz hebben den vijand overal waar hij stand hield, terug geworpen. Met de hoofdmacht is de alge- meene linie Waljewo—Morawtsji (aan de Ljig)—Topola bereikt. Ten O. daarvan is de Sasenitsja, de Ratsja en aan weerskanten van Svilajnats, de Resava overschreden. uit Sofia van alle kanten ingesloten; haar lot moet dus gauw beslist zijn. En wat zullen nu, nogeens de bondgenoo ten doen? Zij zitten niet stil. Oneen zij onderhan delen vastberaden. En dit is geen satire. Het is werkelijkheid. Hun eigen berichten uit Parijs getuigen „Belangrijke versterkingen zullen weldra aankomen. Te dien aanzien zijn nu vaste besluiten door de entente-mogendheden ge nomen en de maatregelen van uitvoering zijn begonnen." „De onderhandelingen tusschen de mogend heden der viervoudige entente worden zeer krachtig voortgezet en zullen binnenkort tot die volmaakte overeenstemming leiden, welke het noodzakelijk element van de overwinning uitmaakt." We zouden zoo meenenAlles goed en wel. Maar is het nu de tijd voor onderhan delingen Er is een spreekwoord uit den tijd der Romeinen dat er van spreekt, hoe, ter wijl de Senaat beraadslaagde, de Stad ver loren ging. Het kon wel eens gebeuren dat dit hier waarheid werd, want al hun onderhandelin gen hebben nog niet het gewenschte succes gehad. Ook toet Griekenland konden ze niet tot overeenstemming komen. Beloften noch drei gementen hielpen. Griekenland had gewoon weg geen zin, zieh zonder noodzaak in den oorlog te storten. Zelfé het aanbod van het geheele eiland Cyprus' was niet -ffl staat dit land te vermurwen. Dit is voor de entente toch maar een las tig rets. Trachten zij Griekenland te dwingen, dan hebben zij een vijand meer, een vijand die wel niet over een machtig pleger beschikt, maar wat toch in ée gegeven omstandighe den zeer veel kwaad kan doen. Laten zij de Grieken met rust dan moeten zij zelf het met de centralen met Bulgarije incluis klaar zien te spelen, wat ook nog zoo gemakkelijk niet is, en waarvan thans veel te weinig troepen aanwezig zijn. Hoe het ook zijhet schijnt óf ze met Sa loniki nog moeilijker zitten dan met de Dar danelles En ook In Rumenlë kuhnen zij géén hulp verwachten. Volgens sommige berichten wenscht het Servië te hulp te komen, doch naarriiate echter de Servierg teruggeslagen wor den en de geallieerden aarzelen met het veflëerten van hulp, wordt ook de kans'ge ringer dat Rüfnehië naar de wapens grijpen zal. Van Oost- zoowel als Westfrönt te1 weinig belangrijks te vermelden. Alleen op het Oost front is bij Dunabrug de Duitscher een weinig vooruit gedrongen. Over dé terechtstelling van de Engelsche dame Miss Cavell wordt overal groote ont roering gewekt. ZekeT ze was schuldig, dat heeft ze zelf geen oogenblik ontkent. Ze handelde tegen net verbod van de Duitsche overheid en hielp waar ze kon, hare landgenooten ontvluchten om naar Engeland te gaan en .zich van daar weer naar het front te begeven. Dat zulke daden zwaar gestraft worden is aan te nemen en verklaarbaar. Maar een an dere vraag is of het niet beter zou zijn ge weest van de Duitsche autoriteiten, wanneer ze genade voor recht hadden laten gelden. Aan pogingen in de richting ontbrak het niet. Zelfs niet uit ons land. Maar tevergeefs. In het holst van den nacht werd de vrciuw die zooveel têed had helpen verzachten op de binnenplaats van de gevangenis gefusi- leerd. De Engelschen gloeien weer het in hun verontwaardiging. Enterecht. Maar denken ze wel eens aan de 26000 vrouwen gn kin deren die enkele jaren geleden in de con centratiekampen den dood vonden Wat al booze hartstochten worden er met een ootïog toch ontketend. De verkiezingen in Zuid-Afrika hebben niet het resultaat gehad dat velen wel hoopten en wenschten. De strijd iiep daar zooals heleend, in hoofd zaak tusschen dé regeeringspartij en de na tionale partij. De eerste bedoelde ineensmelting van de Engelsche en de Afrikaansche nationalitei ten terwijl de tweede zich daartegen ten sterkste verzette. Beide partijen bestonden reeds vóór den oorlog, maar door de expeditie naarDuitsch Zuid-West Afrika, kwam het verschil meer op den voorgrond en won ook de nationale partij aan kraeht. Inzonderheid de terechtstelling van Fourie én de veroordeeling van de Wet, deed velen besluiten zich van Botha en Smuts af te wenden en zich. hij de nationale partij te voegen. Intusschen, de wensch van veten, dat deze partij zou zegevieren en dat Botha en zijne Engelschgezinde vrienden tot aftreden ge noopt zouden worden, is niet verwezenlijkt. De uitslag van de verkiezingen is dat ge kozen werden54 aanhangers van Botha, 27 aanhangers van Hertzog, 40 Unionisten en 4 arbeidersafgevaardigden. Wel hebben de Nationalisten een 15-tal zetels gewonnen, maar van een overwinning is geen sprake. Aangezien de Engelschge zinde Unionisten in de gegeven omstandig heden Botha steunen, kan bij op een flinke meerderheid van den Volksraad rekenen. Gouverneur-Generaal van Ned.-Indlë. Naar wij van bevoegde zijde kunnen me- dedeelen, is benoemd tot Gouverneur-Gene raal van Ned.-lndie, Mr. j. P. Graaf van

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1915 | | pagina 3