Woensdag 20 October 1915
30ste Jaargang N°. 2121.
8AI der meeed
OER,=
15,
voor de KuitUtdllandsciie en Zeeuwsclie Eilanden.
ANK
LIBIT
s
s
s
I
1
ouwen
me Oorloy*
Antirevolutionair
Orgaan
mê
IN HOC SIGNO VINCES
Adelaar'
,NI.
BIJEE te ssreiei
W. J. KEUIS,
ilimandefi en Baflstoelea.
IIHOÏÏWEEIJ
W. BOEKHOVEN,
Gevaar voor ons Parlement.
1
ENSPLAAT
UIT DE PERS.
BUITENLAND.
rtaan de 9241
PECIALITEIT IN
vierkante 8671
Hlddelharok
te &oedereede
ordigt soliede
i ANDSCHE
Levensverzekering-
happeen.
8557
Deze Courant versohgnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden fr. p. p. 50 Cent.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
uiTGEvaa
SOMMELSDIJK.
Mvertentiën 10 Cent p©r regel en *j% saai. EL-iames 20 per regal.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en maal.
Diensts&nvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cone per plaatsing
Clroote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zq beslsan
Mvertentiën worden ragswaoht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 5,s .n.
Alle stukken voor de fledaetie bestemd, Advertenties* eis verdere Administratie franc© to*5! te seisden aan des* t lAarever.
enhuis,
op tijd en on-
lij wielen.
MiJ.
nt per pond.
nd.
'de concur-
ddelharnis-
9157
MAK» IS,
BOIVEKOAH.
>te keuze in bekleed en
bekleed Mandenwerk,
Is WERK- en PAPIER-
DEN en WERKTAFELS.
en Eooakireekery
soorten Appel-, Peren-,
Perzik- en Druiven-
rten en vormen. Zwarte,
en. 9077
er- en Bloemheesters,
ibrosen. Haagplantsoen,
ene. enz.
agaard, Sier- en Vruch-
rgroei wordt ingestaan,
mg gratia.
vast en matig, de
etfn i
laag,
•felefoooa Intercom». Mo.
Telefoon No. 1946
8990
Ftf RENTE.
Bnrichilng
ts noodig hebt en over-
O
:t:
dden, Matrassen enz.
iO, Reclamastel: Kapok-
ima Kapok 22 gulden,
verde Veeren en gewaste
pers van Bedden boven
een EXTRA CADEAU.
8755
De parlementen zijn ingesteld om de stem
des volks bij de Kroon luide te doen hoo-
ren. Er is een Tweede Kamer en een Eerste,
waarin naar constutitioneel recht alle wen-
schen en grieven des volks mogen worden
te berde gebracht. Daar zitten of althans
moeten zitten de Foifts vertegenwoordigers,
die de inzichten des volks deelen, en met
de Kroon en den haar dekkenden, voor
Haar verantwoordelijken Minister samen
^preken over het algemeen belang. We gaan
u niet in op de vraag, of heden dat par
lement zijn roeping kan vervullen't geroep
om Algemeen Kiesreoht, om Vrouwenkies
recht zou doen gelooven (maar er is ook
bijgeloofdat 't huidige parlement de tolk
des volks niet meer is, en 't dan pas weer
zal zijn, als de Grondwetsherziening achter
den rug is en veel meer kiezers tot de
stembus geroepen zijn. We laten dus los
't vraagpunt der kiezers uitbreiding met 't
oog op de vertolking van den door onzen
Minister van Binn. Zaken naar voren ge
schoven volkswil. We willen ook niet be
handelen de vraag, of in tijden van Natio-
nalen nood soms niet eens een parlement
water in zijn wijn xal doen en zich te
vreden stelt met louter toezicht op den
dictator-Ministeren ook niet de vraag,
hoe dom de Russische Czaar optrad, toen
d|k hij zijn parlement, zijn Doema, met een
e-doe-maarnaar huis stuurde. Er kunnen
in elke Natie tijden komen, dat 't parlement
zwijgen moetde k om de eerste dagen io
Augustus '14, toen heel Europa onder den
ontzettenden indruk kwam der zoo snel
opeenvolgende oorlsgsverklaringendan
praat men niet langer, noch op straat,
noch in 't Koninklijk Kabinet, noch in da
Kamers, maar zoekt ieder naar 't wapen,
dat hem beschermen kandat zijn volk
en natie, zijn gezin en kerk en maat
schappij, zijn goed en bloed en veiligheid
en volksrechten beschermen kan. Dan praat
men niet, maar zwyjgt en handelt; en
luietert slechts naar de consignes der
Overheid en haar Ministers.
Ja, dan, als de storm woedt, luistert men
naar niemand dan naar den man op de
brug; als de brand haar vlammen hemel
hoog verheft, luistert men naar nriemand
dan den opperbrandmeesterals een rivier
de dijken beukt naar den dijkbaas slechts
waaraan dan zelfs de meest onbeschaamde
polderwerker zich als een lam onderwerpt:
dan is onderwerping, gehoorzaamheid, tucht,
om des noods wille.
Maar als de kapitein het ge? aar gewe
ken acht, dan verandert 't gezag; niet meer
in absolute macht openbaart 't zich dan,
maar elk officier, elk bootsman, elk der
bemanning gaat dan weer aan zijn eigen
werk en herneemt weer zijn souvereiniteit
in eigen kring; de één voor de brug, de
ander voor den uitkijk, de derde voor de
machines, de vierde voor 't touwwerk enz.
dan krijgt elke macht en kracht weer haar
oude plaats.
En dit ia nu 't gevaar ook voor 't Neder
landsche Parlement: Zij is de uitspraak
van den volkswensch, ze behoort dat te zijn
en ze behoort ook te zwijgen, als de ka
pitein op de brug zijn bevelen in 't nood
weer met kracht doet klinken; maar als
de nood voorbij is, volgens eigen bewereu
van den kapitein, dan moet 't parlement
weer gaan spreken. Geen wonder, dat er
dan ook nu twist onder de partijen is over
de taak van 't parlement, over 't bestand,
don Godsvrede.
J
Is 't noodweer voorbij? De Troonrede
zegt: Ja! Talloos velen in de natie bewe
ren van neen! Wat moet nu 't parlement
doen? Nog langer zwijgen en aan den
dictator blijven vastklemmen Of zich los
maken en weer opeisehen eigen souve-
reiniteitsrechten, dat is: afwikkeling, aan
pakken van zijn oude taak.
Dit is nu 't gevaar: Verliest 't parlement
zijn kracht? Of zal 't weer als van ouds
gaan spreken. Dit staat vast: hoe langer
de dictatoriale macht duurt, hoe zwakker
't parlement wordt. Hoe langer de krukken
worden gebruikt, des te langzamer gaat 't
zelfstandig loopen van den kleuter aan
's vaders knie.
Daarom is deze oorlog ook zoo gevaar
lijk. Trouwens elke oorlog. Hij stoort de
iugestelde machten en regeeringsoollegies
en regeeringsverhoudiDgen in alle opzichten
en wel degelijk behoort 't tot de taak des
volks; tot de taak der kiezers om streng
toezicht te houden op den dictator, den
Minister, of hij niet al te veel ziju bijna
onbeberkte macht door 't oorlogswee daar
buiten, g-.lden doet en zoo doet knakken
den invloed van 't parlement. Wel degelijk
moeten de kiezers en de Kamerleden zich
bij eiken R»gecrisgsmaatregel, nu vooral,
nu een allesoverheerschende macht onder
't motto van Oorlogsnood of Neuiraliteits-
schending, beslag legt op allerlei kleinere
machten, zich dagelijks afvragen: Wat is
in dezen de roeping van 't Parlementwat
is die roeping nu waar 't Parlement al
sinds Augustus '14 aan den band is gelegd.
Toezicht, dagelijksch toezicht op den
Minister-dictator is in alle tijden van drei
gend gevaar noodig, opdat het baavlceds-
recht van het Parlement niet verzwakke;
maar daar tegenover staat ookelk Parle
ment, dat in tijden van gevaar, de rechten
eener minderheid miskent, zooals bij 't
Eedswetje geschiedde, in ons Vaderland
staat óók schuldig. Dat is mackts-usurpa-
tie; onbehoorlijke rnachtsaangrijping en
uitoefening. Ia tijd van nood mag een
Parlement zóó bruut tegenover een min
derheid niet en nooit optraden. Dat is
machtsoverschrijdingdie met vertrapptn
van de rechten dar minderheid gelijk staat
en zich wraken zal en moet. Is 't gevaar
deels geweken't Parlement herneme deels
zijn oude rechten; maar toezicht; dage
lijksch, streng toezicht op alles blijft eisck
en eisch ook, om trouw te waken voor 't
kleinste recht van Volk en Volksvertegen
woordiging Moet een Parlement in den
druk, 't zij zoomaar dan ook niet langer
dan de tijdsomstandigheden blijken. Deuk
en kreuk zoo gauw mogelijk glad gestreken 1
Vrouwenkiesrecht.
Je kunt 't merken, dat er Grondwets
herziening in de lucht zit. En de politieke
vliegen dansen rondom de steigers van
't op te trekken huis, als in een herstavond
rondom een tak van den pereboom ze
gonzen en dansen.
't Gaat nu vooral om Vrouwenkiesrecht.
Moet 't algemeen zijn? Eu niet algemeen,
hoever moet de deur der Grondwet dan
open Moeten er alleen dames door, of ook
nog wat burger en werkvrouwen. Mevrouw
die en die of ook Jaan de steeneasjouw-
ster bij de fabriek Alleen die een akte of
diploma hebben dan ook, die niet leren
en schrijven kan Getrouwde of onge
trouwde vrouwen Weduwen Oude
vrijsters of hupsche deernen Wie moet er
stemrecht hebben
De S D. A. P. zegt: Wij willen alge
meen Kiesrecht voor alle vrouwen, maar
ze erkent, dat de vrouwen er een beetje
om geven of ze 't hsbben of niet, omdat
de vrouw nog te zeer door haar gezins
leven gebonden is om zich met 't kiesrecht
te bemoeien, daarbij ook onder mannen en
vrouwen van de S. D. A. P. een wantrou
wen, wat men in andere partijen nu eigen
lijk met vrouwenkiesrecht voor heeft, en
ook dat verlamt de belangstelling en wekt
tot onverschilligheid. Dus wel Algemeen
Vrouwenkiesrecht maar met een groot
vraagtscken, of er wel practisch iets van
terecht zal komen.
Van Liberale zijde is men erg voorzich
tig om zich uit te laten. In 1913 heeft
men Troelstra beloofd, dat men zou zijn
voor openzetting der Grondwetsdeur en dat
men geen maatschappe!ijken welstand voor
eenige vrouw tot grens zou zetten, maar
overigens houdt men zich koest en wacht
op de daden der Regeering.
Van Rechtsphe zijde is men er tegen.
En zoo, allemaal afwachtend wat de
Grondwetsherziening leveren zal, kakelen
de kippen, maar leggen geen eieren. Vlie
gen nijdig de een naar den ander, dat de
veeren aan de ren blijven hangen, maar
zelfs nog geen windei is op 't nest te
vinden.
Ook een teeken.
Wij allen kennen de geschiedenis van Noach.
Toen de aarde verdorven was voor Gods
aangezicht en vervuld met wrevel, werd hem
van Godswege opgedragen het bouwen eener
ark.
Noach was een rechtvaardig, oprecht man
in zijne geslachten, hij wandelde met God
en dus gehoorzaamt hij onmiddelijk het
Goddelijk bevel.
Wij kunnen ons voorstellen, hoe zijn tijd-
genooten hem, die daar dag in dag uit zat
te timmeren aan het reuzengevaarte hebben
bespot om zijn dwaze idée.
„Een zondvloed och kom, het is zoo
lang goed gegaan, het zal ook verder wel
goed gaan." En zij zijn met Lamech gaan
zingen het lied van den afval, het lied der
ontkenning van alle afhankelijkheid van God
en menschen.
Schouderophalend zijn ze voorbijgegaan
aan den man, die onverdroten zat te werken
aan zijn ark
120 jaren heeft Noach dien spot verdragen
Niets weerhield hem om te doen naar al
wat de Heere hem geboden had.
De geschiedenis herhaald zich
Weer heeft God gesproken.
Niet tot een Noach met bevel om een ark
te bouwen, maar God spreekt in onze dagen
tot alle menschenkinderen door teekenen
oorlogen en geruchten van oorlogen, aardbe
vingen in onderscheidene plaatsen.
Er wordj op gewezen.
„De Standaard" noemde het opmerkelijk,
dat er binnen korten tijd aardbevingen plaats
grepen in Italië, in Zuid-Amerika, in Azië,
en nu ook in Engeland alzoo zelfs in het
Noorden van Europa.
Wat zegt nu de wereld
Wij laten hier de opmerkingen van een
drietal bladen volgen.
De „N. R. Cr." (liberaal) liet zich als volgt
uit:
Waar moet men zich, vragen wij ons af,
meer over verbazen, over het geloof aan
een dergelijke beteekenis van die aardschok
ken bij een man met zoo'n helder brein
als de schrijver van de asterisken in de Stan
daard of over een zoo nuchter stukje van
iemand, die aan die aardschokken een der
gelijke, voor hem dus overweldigende be
teekenis toekent
De „Zutph. Ct." (liberaal) gaf het bericht
weer met het veelzeggende opschrift„Kuy-
per en zijn teekenen".
Terwijl „Het Volk" soc.-dem.) zich tot tolk
van het ongeloof maakte door deze opmer
kelijke regelen neer te pennen:
In de ooren van den modernen mensch
klinkt dat als absurd bijgeloof en schou
derophalend gaat men het voorbij.
Als in de dagen van Noach
Verwonderen doet het ons niet.
Christus zelf heeft in Zijn voorzeggingen
naar het tijdperk van Noach verwezen.
Ten vloek gekeerd.
Tot de droeve, ja benauwende teekenen
der tijden mag ook zeker wel het verschijn
sel gerekend worden, dat de menschheid steeds
meer al haar kennen en kunnen stelt in
dienst van den oorlog.
God begiftigde haar zoo rijk.
De negentiende eeuw deed den mensch
steeds meer heerschen over de krachten der
natuur en ze door de kunstigste werktuigen
dienstbaar maken aan zijn wil.
't Was de eeuw der uitvindingen.
In de twintigste zette zich dit nóg sneller
voort.
Zag de vorige eeuw den mensch voort
snellen over de aarde en door het water met
nooit vtrmoede snelheid, déze eeuw ziet
hem ook vliegen door de lucht en varen in
de diepte der zee.
En dat gaat nóg steeds dóór.
Een heirleger van onderzoekers en uitvin
ders is maar al door bezig om alles aan den
mensch te onderwerpen.
Het is een gave .Gods
En wat dóét de menschheid er mee
Steeds meer wordt het haar zinnen en
peinzen, hoe ze toch maar de geweldigste
natuurkrachten bezigen kan ter vernieling.
Geen behoud zoekt ze, maar verderf.
In Amerika is een genootschap, waarin
vereenigd zijn geleerden, uitvinders en tech
nici en die hebben nu bij de regeering een
plan ingediend om een groot en grootsch
laboratorium op te richten, speciaal met het
doel óller krachten aan te wenden om het
land van elke nieuwe vernielings-vinding in
een mogelijken oorlog 't grootste profijt te
laten trekken.
De beroemde Edison is voorzitter.
De installatie zou maar even 12 millioen
gulden kosten en 't jaarlijks onderhoud 6
millioen. Doch daarvoor zou dan ook een
leger van vaardige handen en kundige her
sens dag aan dag bezig zijn om de vraag
te beantwoordenHoe kunnen we door de
hulpmiddelen der wetenschap 't snelst ver
nielen en dooden en dat op de meest uitge
breide schaal
Zoover is de menschheid gekomen.
Wat de Heere God als hoogste aardsche
zegening bedoeld heeftde heerschappij over
de natuur, dat keert zij ten vloek.
Ernstig teeken des tijds!
Fr. Dagblad.
DE TOESTAND.
Wederom moeten we ons verplaatsen naar
het Servische gevechtsterrein. De laatste be
richten van het Duitsche groote hoofdkwar
tier luiden:
„Ter weerszijden van den spoorweg van
Belgrado naar Palanka zijn de Petrofgrop,
de Awalaberg (die een beheerschende stel
ling vormt), alsmede de Wrtskammen en de
hoogten ten Zuiden van Ritsopek genomen.
Daarmee is het hoogland ten Zuiden van
Belgrado in ons bezit.
Het leger van generaal von Gallwitz heeft
den vijand van de Podoenawlje achter de
Baldzja, ten Zuidoosten van Seinendria, ge
worpen, alsmede van de hoogten bij Sapina
en Matski.
Het leger der Bulgaarsche generaal Bodats-
jef heeft den overgang over den beneden-
Timok geforceerd en heeft de Glogowitsa-
berg (1190 meter hoog) ten oosten van
Knasjewats bestormd. Acht kanonnen wer
den veroverd en 200 gevangenen gemaakt.
Ook in de richting van Pirot drongen de
Bulgaarsche troepen verder vooruit.
De legergroep Mackensen vermeesterde
tot dusver 68 Servische kanonnen."
Uit Weenen wordt gemeld:
Oostenrijksch-Hongaarsche en Duitsche
bataljons hebben gisteren door een omtrek-
kenden aanval van het Noorden en Westen
uit de Servische stellingen op de Awala-
bergen, aan beide zijden van den weg van
Belgrado naar Grocka, bestormd. De voor
waarts rukkende troepen hebben de heuvels
Welkykamin en Pasoeljits veroverd. Ten
Zuidwesten van Seniendria en ten Zuidoosten
van Pozjarewats is de vijand onlangs door
de Duitschers achteruitgeworpen.
De Bulgaren zijn stoomafwaarts van Zajet-
sar de Timok overgetrokken en hebben ten
oosten van Knasjewats den Glogowitsa-heu-
vel bestormd, waarbij zij tweehonderd
krijgsgevangenen gemaakt en acht kanonnen
veroverd hebben. Hun aanval gaat overal
voorwaarts.
Nog kunnen we aan deze telegrammen
toevoegen dat de Serviërs met de bij Saloniki
gelande verbondenen er in geslaagd zijn de
stad Stumnitza op Bulgaarsch gebied te
bezetten.
Niettegenstaande dit kunnen we uit boven
staande toch wel opmaken dat het voor de
Serviërs niet rooskleurig staat.
Dat moet echter gezegd: ze vechten als
leeuwen.
Ze weten wat op 't spel staat.
't Is voor hun er op of er onder.
Ze hebben zelf heel wat meer kans er onder
te gaan, dan ze thans dezen geweldigen
aanval te boven komen.
Of het voor dit volk jammer is?
Wel schreven we de vorige maal dat we
voor zulk een dapper volk respect moeten
hebben toen we in ons overzicht de Ser
vische zijde van de aanval van Duitschland,
bekeken.
Doch nogmaals van de Europeesche zijde
bezien kunnen we voor dit volk eerlijk ge
zegd zeer weinig sympathie gevoelen. Er
kleeft bloed aan den troon van Servië sinds
den moord op koning Alexander en ook is
het al wel een uitgemaakte zaak dat de
draden van het net, waarin te Serajewo de
kroonprins van Oostenrijk viel in 1914 te
Servië werden gesponnen. En was het weder
om Servië niet die zich in 1913 niet hield
aan de verdeeling van den Turkschen buit,
zooals die met Bulgarije nu eenmaal afge
sproken was, en toen in de wacht sleepte
wat ze maar konden?
Maar dapper, ja dat zijn ze.
Als leeuwen hebben ze zich tegen de
Turken geweerd en ook nu, hoe kwaad het
ook voor hun staat, weren ze zich met den
moed der wanhoop. Berlijn sprak tenminste
in vorige berichten als bovenbedoeld dat de
opmarsch „slechts weinig" voortgang maakt.
Ook Oostenrijk maakt melding van een
„heftig verweer".
Echter de toestand blijft voor Servië
hachelijk, te meer daar zij nu ook hun Oost
grenzen moeten beschermen tegen de inval
lende Bulgaren, die Zaterdag ook den oorlog
aan hen heeft verklaard.
Naar de berichten melden heeft Servië de
bondshulp van Griekenland al ingeroepen
volgens het tusschen hen bestaande ver
drag waarop echter Griekenland heeft ver
klaard, dat zij op dit verdrag veel pr^s stel
len, doch alleen d4n willen helpen als het
slaat op een specialen Balkanoorlog maar
niet op een wereldkrijg.
Neen, Griekenland helpt niet.
Tenminste niet zoolang koning Konstantijn
het heft in handen heeft. Zij blijven nu
eenmaal neutraal.
De eenige hulp is die der bondgenooten
te Saloniki die volgens de berichten al op
weg zijn naar Servië.
Doch de berichten zijn daaromtrent erg
verward.
Wel hebben ze (de bondgenooten) volgens
bovenstaand bericht de Bulgaarsche stad
Stramnitza bezet, doch algemeen gelooft
men dat dit hoogst onwaarschijnlijk is, daar
uit die buurt nog van geen ernstige gevech
ten gerept is.
Hoe het zij, de toestand blijft daar kritiek.
En dat men zelfs van Engelsche zijde dit
ziet en dit zegt al veel blijkt uit velerlei
maar o.a. ook uit de redevoering van den
heer R. W. Seton Datsen te Londen gehou
den, waarvan de „Times" het volgende
mededeelt
Het lot van Servië, dat thans in gevaar
verkeert tengevolge van onze (dus van de
Britsche) groote misrekeningen en nalatig
heden, is onafscheidelijk verbonden aan de
toekomst van de entente en van het Britsche
Rijk zelf. Servië was de laatste hinderpaal
op het pad van Duitschland, voerende naar
de hegenomie in het naburige Oosten, en
naar de verwezenlijking van het program
Berlijn—Bagdad en Noordzee—Perzische
Golf.
Wat zou het beteekenen indien Servië er
aan ging? Het zou voor Servië veel erger
zijn, dan het voor België is. België heeft
Fransch gebied achter zich. Servië kan ner
gens naar toe. Werd Servie verpletterd, dan
zou het tot op den laatsten man ontwapend
worden; zijn oorlogstuig zou voor de Turken
zijnzijn ouden van dagen en kinderen zou
den het lot deelen van vele inwoners van
het Noorden van Servië, die verleden jaar
waren gedeporteerd of afgemaakt. Zijn dynas
tie, zijn regeering, zijn grondwet, zijn staats
instellingen zouden worden weggevaagd
het zou een onderdanen-provincie van Oos-
tenrijk-Hongarije worden. Dat het weer zou
opstaan, is zeker. Maar voor dezen oorlog
zou het met Servië zijn gedaan.
Indien Servië er aan ging, zou dit betee
kenen, dat voor Duitschland de route open-
komt, waarlangs manschappen en munitie
naar Konstantinopel kunnen worden gezon
den, teneinde de 500,OCX) h 700,000 Turken
te wapenen, die tot dusver in Turkije zelf
nog niet bewapend hadden kunnen worden.
Turkije zou gered zijn. Aan de Dardanellen
zouden wij het afleggenzij zullen onhoud
baar worden tenzij Servië, en wij met dat
land, op de bres blijven. Het nieuws zou
als een bliksemstraal heel Britsch-Indië
doorvliegen. Ons prestige in Egypte zou ge
knakt zijn; onze positie in Mesopotamiëbe
dreigd wezen. Elke bazaar van Britsch-Indië
zou er vol van zijn, en Perzië zou in ge
wapend verzet komen.
Gaat Servië er aan, dan krijgt Duitschland