30s la Jaargang N°, 2115. seen in hoc signo vinces yoop lie Znidhollandsclie en Zeeuwsclie Eilanden. Be Oorlog. nten el. 19. Antirevolutionair Orgaan m plaat Harnis bijenteelt. uit de pers. buitenland. N aten aal. richt 1738. i latere. 376Ï ntbleden. n prijzen. 'F. W. BOEKHOVEN, list de Kamers, Binnen- en en landerijen 9101 ke rente sa. blement. er pond. franco. meur- SOMMELSDIJK. tPelefoou Intercoaua. 3£o. Advertentie» 10 O ent pes regel en maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent psr regel en 4/b ^aa'° Hienstaanvragen m F mstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Ch'oota letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die ssij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 nur. Alle stukken ¥&©r «Ie Redactie bestemd, Advertentiën cms verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever. ;ffen n 140, - 1 120. f .loo. e*.- iM, lenient, 105.— 92.— 80.50 Kogelfieschjes n Gemberbier, nanas en andere .ndere artikelen 9398 oogten en prijzen, M. en per gewicht, s, Scheermessen, nt per M. Carboli- n snavelringen in happen vooralle lies 100 kilo vanaf 'en, Blokschaven, BEZORGD. bÖ68 MODELLEN. Larnis. 9157 Deae Conranfc verschijnt elkea Woensdag es Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden £r. p. p. 50 Cent. Buitenland bij Yöoraitbetaltng 4,50 pes jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. Schaper tot 2de voorzitter der 2de kamer. Bij de opmakmg dor nominatie voor Voorzitter en Vice-Voorritter trok 't aller eerst de aandacht, dat er bi] de verkiezing van nar. Borgesius. zegge 17 blanco brief jes waren. Er waren 84 briefjes, waarvan 64 voor mr. Borgesius, 3 op anderen en 17 blanco. Van wie waren ze, die zachte protesten V Men zegt, dat er in de kamer zijn, die nar. Borgesius niet onpartijdig vin den als voorzitter en daarom nu blanco stemden. In elk geval een waarschuwing voor den voorzitter om 't Reglement van orde stipt uit te voeren en te handelen zonder aanziens des persoons en des be ginsels. Een tweede punt trok de opmerkzaam heid n.l. dat Schaper ondervoorzitter werd. Wat kan een mensch 't toch een eicd bren gen in de politieke wereld. Schaper was vroeger verversknechtwerd socialist en wierp zich met zijn volle hart in de socia listische beweging werd verkozen tot so cialistisch kamerlid en is nu, door ziekte van mr. Toelstra, geroepen om de verga deringen te leiden als mr. Borgesius absent is. We gunnen dat dien man gaars e. Op de ruggen der kiezers is hij naar boven ge klauterd maar zonder zooveel wilskracht, liefde vu or zijn partij en een goed portie gezond verstand, was hij nooit zoover ge komen. Gelukkig, dat er in Nederland voor zulke kerels van ernergie en stavast nog plaats is in de hooge betrekkingen, die er in den staat zijn uit te deelen. Er ziju ook hansworsten in de samen leving, die naar zulke hooge plaatsen din gen en ze komen er soms. Maar dit is de mooie kant van de demo cratie, dat se ook een oproep doet, niet alleen tot de advocaten en jonkheeren en baronnen en kapitalisten, rooals 30 jear achteruit, toen do 2de Kamer alleen uit, hooge oom es bestond met of zonder ver stand. toch in eik geval met geld of een advocatentitel, maar ook een oproep doet aan alle flmke kerels, die met practi- sebten blik begaafd eo met iust om zich vele wetenschap eigen te maken, om zich voor den Staat disponibel te f tellen. Natuurlijk, we zeiden 't reeds, de demo cratie heeft ook een schaduwkantzelfs dalbansworsten kunnen een p >ging wagen, eifuat zouden ze vroeger wel gelaten heb ben, wilden se niet, totaal uitgespot wor den en genegeerd Maar de democratie staat gelukkig nog zoo hoog, dat meestal alléén de bekwaamsten uitgerecht wordenen Schaper o.a. is een bekwaam mensch, maar met politieke gebreken, die zich in de Ka mer meermalen hebben geopenbaard Ziju driftige buien, zijn interrupties aan spre kende kamerleden, waren soms van een zeer onaangenamen en hatelijken aard. Dan gewis kan dit 2e Voorzitterschap hem tot een leerschool zijn. Zijn eigen door drijven tegen den zin van den Voorzitter zijn ruzie soms met den Voorzitter over gesproken, ongepaste woorden 't kan al les op den Vooizitterstoel tot rust komen en hem leeren, hoe hij als Kamerlid zich ook gedragen moet. Schaper is ons een van de eminenste kopstukken van de S. D. A. P. en een flink lid hunner Kamerclub. Gewetensbezwaren. Beu 13den Juli 1,1. diende de bekende predikant ds. de Ligt bij de 2e Kamer een adres in, waarvan de inhoud was een ontheffing van den militairen dienst voor allen die tegen militairisme en nationaal verweer onoverkomenlijke gewetensbezwa ren hebben. Te Amsterdam is reeds een voorloepig Comité opgericht inzake een te voeren actie voor de Conscientievrijheid, De bedoeling van dit Comité is tot een landelijke actie te geraken, die zooveel mogelijk plaatselijk zal worden georganiseerd, waaruit dan weer een permanent Comité zal voortkomen. Het hoofddoel der actie is: ontheffing van den militairen dienst voor allen, die tegen militairisme en na1 ionaal verweer onover komenlijke gewetensbezwaren hebben. DA Comité is dus een uitvloeisel van of Haat in 't nauwste verband met 't adres van ds. de Ligt, die trouwens blijkens zijn historie als verbannen veldprediker en als door de Synode der Ned. Herv. Kerk onder de tucht •geste'd en ook blijkens zijn geschriften een groot voorstander is van: »de Wapens neer!« Vast staat, dat de Grondwet aan alle burgers gewetensvrijheid toekent hoe wel Christenouders in zake hun vrijheid om de kinderen te zenden, waar ze dit bagteren, van den Staat der Nederlanden niet altijd die gewetensvrijheid hebben ge noten en zelfs nu nog niet genieten. Bij de Eed-kwestie komt de Regeering ook voor de vrijheid van geweten op en heel ons leven op 't terrein van Staat en Kerk wijT op conscientievrijheid; en gewetensdwang acht ieder uit den booze. Voor 't geweten, voor godsdienstige be zwaren gaat ieder eenige passen terug en men eerbiedigt ze. De vraag is dan ook hierMoet de Staat eerbied hebben voor hen, die zeggen een afkeer te hebben van het militairisme en nationaal verweer. Ons antwoord is Ja. Te meer, omdat de Staat nu reeds toont er mee te rekenendenk om 't reizen op Zondag; het doen van corveeën enz. Niet of er zijn nog klachten over 't reizen op Zondag, maar feit is, dat er toch rekening mee gehouden wordt. Te meer omdat :t ons dunkt meer een theoretische dan een praktische vraag te zijn. Hoevelen zullen er van den militairen dienst ontheven wiilen worden op gewetens- grondenuit bezwaaruit principieel, godsdienstig bezwaar? We gelooven, dat t aantal zeer gering is. Want anti-mili- tairisten zijn er wel doch meest op flnan- tieele gronden, omdat 't zooveel kost. Maar op gewetensgronden In Aug. 15 liepen zelfs de Socialisten wat, graag naar de grenzen, en die zijn niet zoo heel nationaal aangelegd. Ontheffing van den militairen dienst uit gewetensbezwaar zouden we gerusteiijk toestaan, maar dan moet ook de hoogste ernst in deze zaak blijken. Geen smoesjes! Ea dan vervrachten we op ons leger van oOO duizend man een zeer luttel procent gewetensbezwaarden. Maar 't onderzoek door den Staat bij zulke personen inge steld sij ook nauwgezet. 't W ren mooie toespraken die de Voor zitters der Eerste en Tweede Kamer hiel den, toen ze hun ambt, aanvaardden. Zoo onbeduidend die van den heer Lieftinck was de plaatsvervangende Voorzitter voor eenige oogenblikken, zoo flink was die van mr. Borgesius. Zie hier zijn rede: De heer Goeman Borgesius neemt den voorzittersstoel in en zegt: Mijne Hee- renVoor de derde maal ben ik op voor dracht van deze Vergadering door H, M. de Koningin geroepen tot het voorzitter schap van dit Hooge Staatscollege. Het in mij gestelde vertrouwen stel ik zeer op prijs en ik beschouw het als een voorrecht nog een;gen tijd werkzaam te mogen zijn en het land te mogen dienen in een werkkring, die de nestor heeft het goed begrepen, mij, al legt hij mij zware verplicht! gen op, toch lief is geworden door de welwillendheid en me dewerking, welke ik hier in zoo ruime mate mocht ondervinden. Dat ik die wel willendheid in het vervolg meer dan ooit noodig zal hebben, dat besef ik ten volle. Maar in dit opzicht geeft het verleden moed voor de toekomst. Al is het waar, dat ik, wat mijn lichaamskracht betreft, minder sterk ben als enkele jaren gele den, aan toewijding en goeden wil zal het mij althans niet ontbreken. VMe en gewichtige werkzaamheden wachten oss. Uit de Troonrede hebben wij vernomen, dat zeer belangrijke voor stellen ik noem slechts de grondwets- hersiening, de verzekeringjvoorstellen de belastingplannen ons weldra sullen bereiken. Veel zal van ons worden ge vorderd, maar niet te veel, indien indi- vidueele zelfbeperking den ijver en|de toe wijding, waarop in de sluitingsrede is gewezen, evenaardt. Het illustre voorbeeld van onze Ko ningin moet voor ons allen een spoorslag zijn, om steeds trouw op onze post te wezen en naar beste vermogen, in over leg met de Regeering, die met ongebroken kracht haar zware taak voorzet de be langen van het geheele Nederlandsche volk te behartigen. Oas volk is' natuur lijk dankbaar, dat Nederland niet in den oorlog is medegesleept. Het stemt tot bemoediging, uit den mond van onze Koningin te mogen vernemen de belang rijke verklaring, dat de buitengewone omstandigheden voor ons land op dit oogenblik van dien aard zijn, dat de ge wone wetgeving weer kan worden her vat. Met waardeering kan ook worden getuigd, dat er veel wordt gedaan en waarschijnlijk ook in de toekomst nog veel zal worden gedaan, om de nadeel en en de bezwaren, die uit den aard der saak de abnormale toestanden ook ons volk bezorgen, zoo al niet te voorkomen, wat volstrekt onmogelijk is, dan toch te verminderen en te verzachtennadoe len en beswaren, die het ergst zijn voor hen tot wie onze gedachten telkens terug- keeren, voor hen die zoo lang, in dienst van het vaderland, van hun omgeving, familie en zaken moeten scheiden. Maar óndanks dat, alles en al zijn er redenen van dankbaarheid eu bemotdi ging toch is het een oorzaak van groote droefenis, dat de afschuwelijke wereld oorlog, ruïneus voor de beschaving en iu strijd met alle menschelijkheid, nog altijd voortduurt. De hoop vroeger door mij uitgesproken, dat het althans vrede zou zijn wanneer de Tweede Kamer opnieuw bijeenkwam, is, helaas! niet verwezenlijkt. Maar be drieg ik mij, indien ik toch meen te be speuren, dat onder de volken, ook onder die volken die rechtstreeks in den oor log zijn betrokken, als het ware bij den dag het verlangen grooter wordt, dat, pogingen, ernstige pogingen, zullen wor den beproefd, om te komen tot een recht vaardigen, kaa het zijn tot een duurza- men vrede? God zegene elke poging in die richting! Met een woord van warmen dank aan den nestor dezer Vergadering voor de waardeerendö woorden die hij tot mij he; ft gesproken en met den wensch, dat onze werksaamheden ook dit jaar bevor derlijk mogen zijn aan het gemeenschap pelijk doel, dat bij alle verschil van mee ning door ons allen wordt beoogd, aan vaard ik het voorzitterschap van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Natuurlijk werd na dese toespraak het werk vastgesteld, waarvan we alleen aan stippen een wijziging der wet op 't Lager onderwijs de Eedswet eu de verschillende begroetingen, die in de Afdeelingen eerst moeten besproken, voor se op schotel ko men, en van dese begroetingen is die van Ned. Indië het eerst aan de beurt waarnaar we zeer nieuwsgierig zijn of soms ook bij Marine iets over de aangekondigde vloot wet staat vermeld want deze zal toch ook wel met Indië in verband staan. Een adres trok de aandacht, 't Is dat van ds. de Ligt, van 13 Juli 1915 over ontheffing van den militairen dienst voor allen, die tegen militarisme en nationaal verweer onoverkomeniijke gewetensbeswa ren hebben. Dat debat kau verrassende resultaten opleveren. Overigens le vei do de 2e verg. der Tweede noch die der Eerste iets van belang op. Wel was de eerste vergad. belangrijk én door de Troonrede, maar ook door de Nota betreffende den toestand van 's Lands fi nanciën, alieen met deze beperking, dat die begrooting, die opgave van Rijksinkomsten en uitgaven eigenlijk in de lucht hangt, door den c orlogstoestand. Men kan voor de mobilisatie een zekere som uittrekken en voor belastingen op een zeker bedrag hopen, maar de Europeesche toestand is nog van dien aard, dat er een aantal fi- nancieele tegenvallers ook voor Nederland 't gevolg er van konder/zijn. Dit staat vast dat de grootste leeniBg van 275 millioen al aardig opgeteerd is en in 't voorjaar van 16 weer een nieuwe zal moeten wor den uitgeschreven. Op den gewonen dienst is nu een tekort van 22 millioen, die de Minister van Financiën hoopt te vinden uit zijn nieuwe belastingsrechten, die er nog niet zijn. De Handelskamer van de Vereenlging voor Bijenteelt. We gaven laatst den inhoud weer van een samenspraak in het orgaan der Vereeniging waarin van de Handelskamer gesproken werd als van een kleine zus, die niet groeien wil de. Thans is het eerste Jaarverslag der Ka mer verschenen, dat werd voorgelezen in de le Jaarvergadering. In die Jaarvergadering zei de Voorzitter, Baron Collot d'Escury, in zijn openingswoord o.a.Wel hadden we misschien meer kunnen doen, maar de tijds omstandigheden zijn ons niet mede geweest ook waren de verwachtingen te hoog gespan nen. 'tls voor een jonge vereeniging moeilijk direct een goed afzetgebied te vinden. Daarbij kwam, dat de reisgelegenheid dikwijls van dien aard was, dat aan geen bestuursverga dering kon gedacht worden." Wat de Kamer deed, meldt het Verslag. In alle Bestuursvergaderingen in 't geheel 7 werd steeds de vraag gesteldhoe ra ken wij onzen honing voordeelig kwijt?Om hierin goed te ktfnnen slagen, werden in de allereerste plaats honigcontroleurs aangesteld die allen moesten bezoeken, die onze eti- quetten hadden besteld, welke inmiddels ont worpen waren. Op die wijze zijn eventueele consumenten zooveel mogelijk gegarandeerd dat zij beslist zuiveren honing voor hun geld krijgen. Intusschen is de ,contr01e op deze wijze, hoe goed ook bedoeld, niet absoluut betrouwbaar. Vervolgens werden voor alle honigsoorten de minimumprijzen vastgesteld, waaraan al le deelgenoten zich hebben te houdenhet publiek, hoewel op zeer bescheiden wijzen, werd op een en ander opmerkzaam gemaakt. Het honiggewin was niet ongunstig, van vele afdeelingen kwamen aanbiedingen in. Op eenmaal brak echter de wereldbrand uit, die direct het geheele economische leven uit elkander rukte. Alles wat handel was werd lam geslagen. Wat moest er onder de ze omstandigheden van onze Coöp. Handels kamer terecht komen, die nauwelijks op ei gen beenen kon staan en haar eigen weg nog vinden moest? Wel werden de winkelsvan levenbenoodigd- heden bestormd, maar wie vroeg naar honig voor tafelgebruik, wie naar honig voor de bakkerij Gelukkig echter heeft in den loop van het jaar deze tegenslag zich in zooverre hersteld dat de aangeboden pershoning werd verkocht wat andere jaren nooit plaats had. Voorwaar toch een lichtpunt in het le levensjaar van onze Coöp, H. K. Zóó moet het en zal 't ook met den slinger- en lekhonig in heta.s. seizoen. Het aantal deelgenooten had grooter moe ten zijnvan de ruim 100 afdeelingen zijn 36 aangesloten21 voor een volledig en 15 voor een gedeeltelijk deelgenootschap. Er zijn afd., die meenen dat zij evengoed als de H. K. kunnen verkoopen. maar deze meening is gelogenstraft. Anderen vreezen, dat zij jaarlijks entrée hebben te betalen dit is niet zoo: men betaalt één keer 10 of 5 gld., naar gelang men een geheel of ge deeltelijk deelgenootschap wenscht. Dat is alles. De Directeur, de heer J. D. Richards, deel de nog mee: dat alle pershoning was ver kocht, tegen prijzen van 20 tot 25 ct. per half Kilo; de bijenwas van 75 ct. tot 1 gld. In totaal is verkocht voor f2262. Met den slingerhonig wil 't nog niet vlotten, 't De biet zal echter ongetwijfelt stijgen. De Lim- burgsche federatie beloofd een goede afneem- ster te worden. De Directeur vindt het jam mer, dat er niet één soort van honig is. Er dienen meer zeemerijen te worden opgericht dat is de weg om tot één centraal punt te komen. Het boekjaar sloot met een verlies van pl.m. f500. 1/3 zal worden afgeschreven en zoo vervolgens. Voor het overige zal gebruik gemaakt worden van het crediet bij het Hoofd bestuur. Besloten werd nog in de controle verandering te brengen. C. B. Oorlog en doodslag. Nog steeds zijn er menschen, die deze twee begrippen onophoudelijk verwarren. Om dat oorlog ongetwijfeld menigmaal doodslag op groote schaal is, concludeeren zij, dat oorlogvoeren altijd en onder alle omstandig heden te veroordeelen valt.J Hoe vaak ook weerlegd, deze dwaalleer vindt in ons land altijd weer een kleine groep van beleiders. En steeds zijn het menschen, die, voor zoover ze den Bijbel niet verwier pen, op godsdienstig gebied als dwalenden bekend staan. Thans werd door een kleine 200 personen ons een manifest toegezonden, waarin op dienstweigering wordt aangedrongen, indien de Landswet tot militiedienst verplichten mocht. Het verbaasd u volstrekt niet, dat ge hier onder als onderteekenaart vindt bekende na men als Ds. Bahler, ds. Schermerhorn.Enkae.a, Weerloosheid-predikers, voor zoover het de wapens van den krijgsdienst betreft, maar niemand sparende in den strijd met tongen' pen. Gelijk nog onlangs bleek. Welnu, deze propagandisten tegen het mi litairisme volgens hun opvatting dan sporen nu ook tot dienstweigering met de daad aan. Met deze woorden „Voor zoovelen wij ooit tot gewapende landsverdediging verplicht gerekend zouden worden, hopen \vij de kracht te bezitten om alle persoonlijke, rechtstreeksche deelname te weigeren, de kracht om liever gevangenis straf te ondergaan, ja zelfs gefusileerd te worden, dan ontrouw te plegen aan ons ge weten, onze overtuiging of wat wij de hoog ste wetten van algemeene menschelijkheid achten". Nu hebben de meesten van hen gemakke lijk praten. Zij zullen nooit opgeroepen wor den voor den krijgsdienst. En daarom spelen juist zij zulk hoog spel. Zij wagen er hun volgelingen aan. Evengoed als ieder verstandig mensch we ten zij, dat hun propaganda geen algemeen en algeheel neerleggen der wapens tenge volge heeft, zoodat er aan straffen niet te denken viel. ar. Stel dus, dat hun raad opgevolgd werd aan alle fronten en ook ten onzent, door tien, honderd, duizend of zelfs tienduizend man dan zou dit slechts kunnen leiden totfusila- de of gevangenisstraf dezer misleiden. Durft men dat op zijn verantwoording nemen Wij betwijfelen het. Want één der voor mannen schreef onlangs nog, dat hij onge twijfeld den aanrander van zijn vrouw of kroost neerslaan zou. Maar waarom dan geen verzet tegen den vreemdeling, die het vaderland binnendringt N. H. Ct. DE TOESTAND. Het is den Duitscher de laatste dagen niet voorspoedig gegaan. Op Oost- zoowel als Westfront. Op het Oostelijk front zijn sedert we onze vorige toestand schreven op tal van plaatsen verwoedde gevechten geleverd, waaruit dui delijk blijkt, dat de kracht der Russische le gers nog lang niet gebroken is. Tot op heden is het den Duitschers nog niet gelukt de aangekondigde omsingeling van het Russische leger, dat van Wilna is weggetrokken, te voltrekken en voor de zoo- veelste maal schijnen de Russen te zullen ontsnappen uit hun dreigende omarming. Wel konden de Russen door hun wanhopige pogingen bij Micbalisjki niet door de Duit- sche linies heen breken, doch niettegenstaande dat, zal het Rusland toch gelukken, om vóór de val dichtklapt ontkomen te zijn. Het leger van generaal Von Eighhorn staat thans op 60 K.M. van Minsk en richt op laatstgenoemde plaats aan. Maar juist dat oprukken van die vleugel met de Zuidelijke onder Makkenze schijnt niet snel genoeg te zijn gelukt. De Russen boden woedende tegenstand en wierpen zich met de hun bekende doods verachting tegen die Noordelijke en Zuide lijke legers en poogden die ring te verbre ken, die hun terugtocht dreigde te doen mis lukken. Die doorbreking gelukte hen ook niet, maar zij keerden den opmarsch der cavellarie, wierpen die hier en daar een eind terug, hielden daardoor de opening vrij, waardoor het centrum in grooten haast een goed heen komen kan zoeken. De Duitschers deelden omtrent deze gevechten mede, dat de linker vleugel onder zwaren strijd naar het Zuiden zwenkt, terwijl de rechter eveneens onder voortdurend stormloopen den Russischen weerstand tracht te breken. Van grooten invloed op deze Noordelijke vleugel is waarschijnlijk wel geweest den grooten aanval der Russen tusschen Riga en Dunaburg. Toen de omsingeling van het Wilna leger scheen te gelukken hebben de Duitschers waarschijnlijk al hun beschikbare troepen naar de Wilna gezonden en de Rus sen hebben daarvan onmiddeiijk gebruikge maakt, om met groote kracht over de Duna te trekken en bij Lennewaden het Duitsche front aan te vallen. Laatstgenoemde moes ten daar 7 KJVl. achteruit, wat er op wijst

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1915 | | pagina 1