mm voor «Ie Zuidliollandiche en Zeeuwsehe Eilanden. Zaterdag 25September 1015 308te Jaargang N°. 2114, ARNIS Antirevolutionair Eerste Blad. keriu2 IN HOC SIGN O VINCES earriveerd. niet, maar e's. ot f 5. - De Troonrede. OP DEN UITKIJK. „HET GOUDEN HERT". LAND- EN TUINBOUW. 8790 i Inboedels eoz. 8670 fedük. erleden dste g1©' in goed 8715 Abonnementsprijs PSÏ saaaadon ft, p. p. 50 W. BOEKfQYEN, SOMMEL.SD1JK. i Adrerteatila 16 cant {«s regsi en li% saai, Beoiaaes 80 per regal. BoeknukkefidiglBg I Cteni per regel en */g a&a&i. MeastaaBvrsgeE aa DieBstaaa&i dingen 50 Gaat per plaatsing. Slroota letters en vignetten worüaai berekend naar die plaatsruiiate die ssij beslaar 2 MvertentiSn worden ïmgeiv&skt tot Diasdag- ea Yrijdagiaorgsa Ifljair, Alle stnkfteii voor «ie MeOoeile feesteiisO, AOverfentlën en verdere Administratie trane® toe te eenden aan den IJltifever. Hotel Restaurant DINERS 60 cent en hooger. LOGIES MET ONTBIJT 1 B. 0. F, I. f. LEE-Mööm Hei door Ieder aanbevolen adres. - i i Ti en Putten. Pulpbakkeu, GEWAPEND werken !u gewa- it van plm, 15,005 IHTZAKÖ nd. Als boven, ze van natuurbloe- iOUDEN REGEN, dat men ze voor eus. ouwe nabootsing. Dese Courant versshgsit elkan Woensdag m Zaterdag, Buitenland by Töornitfeetaling f 4,50 pst jaar. Afzonderlijke nummers Cent. «H'msYifti felelooi IitereoMH. Ho. S1. Sluitings- en Troonrede staan beide in 't teeken van den Europeeschen oorlog en de daaraan klevende gevolgen voor Neder land: de handhaving der Neutraliteit en de malaise, die in menig opzicht daaruit voort vloeit. Ons Vaderland is vrij gebleven van de verschrikkingen van den oorlog en 'tis de vaste wil van Regeering en volksver tegenwoordiging om onze zelfstandigheid te bewaren. Met bij tondere waardeering spreekt de Koningin van de mannen, die door de vervulling van hun plicht, nu reeds zoo geruimen tijd verstoken zijn van de uitoefening van hun beroep, de behartiging hunner zaken en de samenleving met hun gezinnen. Handel en nijverheid hadden moeilijkhe den, maar ze werden door de regeering .beperkt,terwijl de Ned. reederij althans de groote vaart, gunstige uitkomsten op leverde, maar de kleine vaart was ongun stig. Dat de regeering in buitengewone mate haar tusschenkomst zal verleeoen voor 't aanvoeren van levensmiddelen, voor 't te gengaan van prijsopdrijving en tot voor koming dat levensmiddelen en grondstoffen, die we niet kunnen missen, de grens over gaan, is een vereischte noodzakelijkheid, die wij nochtans met groote instemming gelezen hebben. Wat 't program van actie der Regeering betreft, 't is ons nog niet duidelijk, wat er gebeuren zal. Er zal komen een Grond wetsherziening, maar met of zonder een gewijzigd art. 192, dat 't Onderwijs raakt, dat den weg opent voor algemeen kiesrecht voor mannen en voor beperkt kiesrecht der vrouw En los van maatschappelijken wel stand, zooals dit door mr. Troelstra aan de in herstemming zijnde' concentratiecan- didaten yan 1913 is gevraagd We zullen moeten afwachten. Is Staatspensioen in aantocht En wordt dus Talma's invaliditeitswet ingetrokken met behoud van de artt. 369 en £70 zoo- als mr. Troelstra dat ook vroeg aan de liberale heeren in 1913? Dan zal er komen een heel nieuw stel wetsontwerpen om de oude belastingwet ten te wijzigen en er nieuwe bij te voe- hen. Maar eilievel dan ligt mr. Treub be slag op al den parlementairen tijd, die er is van nu tot Juni 1917, dat gaat toch niet? We vreezen, dat er dan van heel dat Staatspensioen en Groadwehherziening in deze periode niets komt. Niet erg tenminste voor 't eersteen niets erg voor 't tweede, als er art. 192 niet bij is. Afwachten is weer de boodschap. Ons dunkt trouwens, dat een Staatspensioaee- ring niet ingevoerd kan worden, of eerst moet de Minister de beiastingsontvverpen binnen hebbendan weet 't Ned volk ten minste, wat er dan al vast aan hoogere belasting te betalen zal zijn en weet het dat, dan kan overwogen worden, of er nog een A) millioen voor de Staatspensiocee- ring bij moet. Afwachten blijft plicht. Maar wS^ien in deze twee jaar geen Staatspensioen en geen Grondwetsherziening. t Zal hoofdzakelijk gaan over de duiten. Die brief moest komen Tine heeft er dagen- wekenlang 'n voor gevoel van gehad 't was 't onheil, dat haar boven 't hoofd hing, waarvan ze den kouden wiekslag, die haar huiveren deed, had gevoeld en dat zich nu plotseling op haar geworpen heeft. Zelf nam ze den britf aan. Juist stond ze in de serre, toen de bode den hoek om kwam. Kalm nam ze de be stelling aan, borg 't noodlottige schrijven in haar bloes en bracht de rest binnen 'n paar kranten, 'n drukwerkje, 'n briefkaart. Teen liep ze als in een diepen droom naar haar eigen kamer, sloot de deur af, zette zich neer en las 't Was niet zijn hand geweestdat had ze bij den eersten oogopslag gezien. Trou wens, dat kóu niet. Hij kon niet schrijven d t wist ze, al had t haar niemand ge zegd daarvan was ze voor zichzelf over tuigd geweest, de groote onrust die haar pijnigde was om te weten of die hand soms al voor eeuwig verstijfd was Thans leest ze dan haar vonnis Geen zucht komt over haar lippen. Alleen verbleekt gaandeweg haar gelaat, tot alle kleur er uit geweken is. Haar lip pen trillen, haar oogen worden onnatuur lijk groot en als ze den ganschen brief uitgelezen beeft, dan ziekt de hand in den schoot en onbewegelijk staart ze door de tuindeuren, ver de veldsn over, in een ledig in een niet Even bewegen sich de droge lippen. »Mijn God klinkt haar klaagkreet Even slaat se schuw de oogen op Angstoogen als van 'n afgejaagde hinde 1 En dan blijft ze stil zitten, 'n uur, twee uur lang, terwijl de storm woedt in haar binnenste, de bange vragen haar ziel door boren, haar arm hoofd duizelt van duizend gedachten en ze niet anders herhalen kan dan 'n enkelen keer, terwijl ze 't hoofd even óml»gt in den rug van haar stoel dat bange, eentonig-klagende, snijdend-wee moedige »Mija God Ja, die brief móést zoo komen. 'n Brief die niet van ziju hand is, want die hand kan niet meer schrijven, die hand waarmee hij nog zoo kort geleden haar had geliefkoosd en gestreeld, zal haar nooit meer schrijven want die hand is niet meer .die bestaat niet meer .die ligt afgeschoten, verscheurd en versplin terd daarginds verweg op een van de oos telijke slagvelden neen, die ligt daar Liét meer .die is wég en alleen ein rood-bloederige polsstomp kan aanwijzen waar die hand eens zat. En 't been is óók geheel verkreupeld. De voet afgescheurd als de hand door 'n granaat. Ea 't lichaam vol wonden van do splin ters, die vlak bij hem uiteengespat waren, zóó is hij opgeraapt van 't slagveld en na lang en bang schier onhoudbaar pijnlijk vervoer, eindelijk in 't hospitaal gebracht. Een der zusters schreef haar nu. Hij is doodelijk zwak, haar Wilhelm, maar voorloopig buiten gevaar. Op zijn verzoek heeft de zuster haar thans om standig zijn wedervaren meegedeeld.'t Slot had hij haar woordelijk gedicteerd en er toen met de bevende linkerhand, die geen stuur geven kon aan de pen, zijn naam onder gekrabbeld. 't Slot, dat haar bovenal zoo aangreep >Je bruidegom is een wrak geworden, Tine 1 'n Gekapte ontbladerde boomstronk, tot niets meer nut 1 Had die granaat maar ineens er 'n eind aau gemaakt, 't zou 'a w eldaad voor me geweest zij a voor mij én voor jou aan een mis vormd, gebrekkig, hulpeloos man heeft niemand iets Eu dan: »Ja ongelukkige Wilhelm» 'n Klein briefk'qn van de verpleegster is er tersluiks bijgeglipt. 'a Roert n I-eenvoudige bede, om 'n woord van troost voor den armen officier, die weigert getroost te wor den. 'n Woord uit het hart van een edele v ouw die 't leed meevoelt en na den iet wat officieel stijven brief te hebben gesield en geleren geen rust had of buiten d>n kranken »jongea« om moest ze haar lief devol vrouwenhart hebben geuit. Gedenajpie Boereöëieiger 63A, 638 Direct nabij de Hoofdateeg, Slot Verdam. f 1.25, f 1.50 en f 1.75 Tel. No. 10595. Aanbevelend, Twee ur«n lang zit Tine daar terneder, versteend van smart. Buiten is de lucht betrokken, de wind stak op, de wind staat juist op haar open raam, de regen spettert op 't kozijn en sproetelt op 't karpet, zij hoort het niet. 't Daglicht is verflauwd, buiten viel 'n grijs-miezerige schemering, hier binnen don kert het reeds in de hoeken, zij merkt het niet, In haar verbeelding ziet ze Wilhelm. Zij ziet hem liggen in de loopgraaf, waar hij gewond weid en waar hij twee etmalen lang liggen bleef met geen andere verzor ging dan van 'n kameraad, die hem met primitieve hulpmiddelen 'n eerste verband legde, maar hem daarmee toch behoedde voor doodbloeden en hem zoo 't leven redde. Zij ziet hem wegdragen, als er eindelijk eenige veradrming kwam. Zij ziet hoe hij krimpt van pijn ais 't gansche lange convooi van gekwetsten, die eindelooze stoet van nameloos leed op wagens of in auto's naar 't naastliggend spoorstation gereden werd. Daar stond dan gelukkig toch een hos- pitaal-lrein. Maar toen was zijn kracht ook zóó weg gevloeid, dat hij meer dood dan levend ge heel bewusteloos, eindelijk in 't lasareth aankwam. Voor hem is de strijd uit. Hij heeft sijn buit binnen Invaliede tot aan zijn dood, 'n stakkerige stumper wellicht, geknakt en gebroken in dan opgang des levens gewond in 't diepste en teederste van zijn siel Bittere vragen rijzen in Tine's hart, ïWaarom's», zondsr tal Haar lichaam zakt steeds dieper weg in den stoel, maar haar geest is uitgegaan en twist nu met haar God om verwosst geluk om verijdelde hoop .om vervlogen verwachtingon Voor de derde maal wordt op de deur getikt luidt nu, met 'n klank van verwijt. Met 'n schok springt Tine op. Ze duizelt, waar ze staat en moet zich vasthouden aan de meubels. Wankelend gaat ze naar de deur en draait het slot om. Mies staat op den drempel, in 't gang licht, en schrikt dat t binnen nog don ker is. «Komt de juffrouw achter eten, of ral ik het hier brengen» vraagt ze. 'k Zal heel niet eten, Mies 'khob hoofdpijn 't beste is, denk ik, dat ik maar naar bed ga, dan is 't morgen allicht weer over >Best juffrouw 1 dat zal ik dan maar zeggen, dan kunnen we opruimen.» Tine's kracht is weg. Morgen dan weet ze wat haar te doen staat 't bange voorgevoel had haar geprikkeld, om alle maatregelen te nemen, die noodig konden zijn en zoo staat niets haar reis naar Duitschland in den weg eerst, in 't voorbijgaan naar Har: no ver, bij zijn ouders aan, en dan naar Wilhelm .zij moetbij hem zijn, nu heeft hij haar noodig. Morgen kan ze weer handelen! Maar nu moet ze overnachten in do stilte van .de woestijn harer gedachten,' waar 't donker is, waar geen star licht, waar booze duivels schaterlachen uit on zichtbare krochten, waar ze zich voelt gansch alleen, eenzaam en verlaten Zoo waakt en tobt ze, uren lang Arm menschenkind in Mesech Maar in den hemel der heerlijk heid. aan 's Vaders rechterhand Daar bidt voer haar, onze barmhartige Hoogepriester, dat haar geloof niet ophoude Hij, »onze Vr6de« 1 UITKIJK. Verhooging der Kaliprijzen. Pas zijn we in de gelegenheid gesteld om onze kunstmestbestellingen te doen, of daar komt bericht af, dat de kaliprijzen verhoogd zullen worden. Er was ons gezegd door de Kunstmest-Commissiede kalizouten zullen vermoedelijk iets hooger zijn dan anders, en hierop afgaande, bestelden de meeste land bouwers vrij wat kalimeststoffen. Van de stikstof- en phosphorzuurmeststoffen werd lang niet zooveel opgegeven, omdat de prij zen daarvan zoo abnormaal hoog zijn. En nu komt uit de lucht vallen de mededeeling, dat bij het Duitsche Parlement een voorstel tot verhooging van den prijs van kalibemestings- gevaar bestaat. Genoemd wetsontwerp heeft ten doelaan den Bondsraad bevoegdheid te verleenen, zoodra het noodzakelijk of wenschelijk blijkt, een handelsmonopolie voor stikstof in te voeren. Over den aard en de wijze van werken hiervan is nog niets naders bekend. Varkensultvoer en Varkensprijzen. Van 19 Aug. tot 19 Sept. was de uitvoer van varkens stopgezet. Kwam er in dien tijd overproductie van varkens, dan zou de Mi nister weer een beperkten uitvoer toestaan, 't Zal echter nu nog niet gebeurende aanvoer op de Amsterdamsche markt was zeer gering, bijna uitsluitend werden Regeeringsvarkens geslacht! de prijzen waren dientengevolge nog uitermate hoog. Dus het verbod blijft nog gehandhaafd. Natuurlijk geeft dat weer gemopper. Qat geeft opnieuw ontreddering in de varkensmesterij en -fokkerij, voorspelt een inzender in „De Veldbode", 't Kon anders, meent hij; de belangen van het publiek en DE VAL VAN KOWNO. Onze foto toont ons de uitwerking van het 42 c.M. geschut in de forten van Kowno, Hieruit blijkt wel, dat de meest moderne forten, wanneer zij door dit geschut beschoten worden, niet tegen die enorme kracht bestand zijn. zout is ingediend en reeds goedgekeurd. Een verhooging van 0.60 Mark (36 cents) per 100 K.G., dus nog nief zoo gering ook. Er wordt alleen van kalibemestingszout gesproken (in het Ned. L. W.). maar ze ver wachten, dat kaïniet en patentkali ook wel in de verhooging zullen deelen. En hoewel het niet wordt gezegd, begrijpen we uit de mededeeling, dat ze niet alleen in Duitsch- land, maar wij hier ook wel van die ver hooging zullen profiteeren. Want het moet er om te doen zijn om de kali-industrie in gunstiger positie te brengen. Door den oorlog is ze bijzonder in het gedranggekomen: de pro ductiekosten waren belangrijk hooger en naar de Vereenigde Staten mocht niets worden uitgevoerd. En vóór den oorlog stond het er al niet mooi voor: er was een voordurende overproductie doordat sedert jaren onder scheidene nieuwe ondernemingen waren ge opend. Meerdere maatschappijen stonden op zwakke voeten en konden met moeite over eind blijven. Na den oorlog verwacht men een zeer sterke vraag naar kali-producten en daarvan hoopt men nu te profiteeren. Een stikstofhandelsmonopolie In Duitsch- land. Om daartoe te komen is een wetsontwerp ingediend. Het heoogt de belangen der lands verdediging en van den lanbouw. Men wil er voor zorgen, dat ten allen tijde binnen de eigen landsgrenzen voldoende stikstof ter beschikking blijft. En voorts dient deze voor ziening om er mede voor te wakendat geen blokkade of andere afsluiting Duitsch- land ooit zal kunnen deren, 't Doel is te be reiken iangs twee wegen door het aanleggen van voorraden, óf door eigen productie. De laatste weg is de beste. Het opstapelen van voorraden beteekentdood kapitaaleigen productie ishet aanwenden van levende kracht. Duitschland wil zich ook wapenen tegen een trust onder Engelsche leiding, waarvoor van den varkensmester waren heel goed te vereenigen. Waarom is er geen varkensvleesch en spek genoeg in ons land? Dat komt niet door den uitvoer zelf, maar door den te haastigen uitvoer. De boeren waren bang dat de grenzen gesloten zouden worden en ver kochten maar wat eenigszins slachtbaar was. De Regeering moest bepalen, dat geen var kens mochten worden uitgevoerd beneden een gewicht van bijv. 140 of 150 K.G. Er zou dan spek in overvloed zijn en de boeren konden met fokken en mesten doorgaan. De Ned. Slagershond adviseert anders. Het Bestuur heeft tegen den Minister gezegd Excellentie, als U de grenzen weer opent, verplicht dan de exporteurs om, evenals voren 100 van de uitgevoerde hoeveelheid ter beschikking van de Regeering te stellen, maar tegen gemiddeld 70 cent per K.G. in plaats van 80 cent. Als de slagers dan de varkens tegen denzelfden prijs ontvangen, behoeven de winkelprijzen niet verhoogd te worden, wat nu niet kan uitblijven. „De Veldbode" raadt de Minister om naar dat advies niet te luisteren, 't Zou hoogst gevaarlijk zijn. Want de varkens voor export zouden dan zoo duur worden, dat zij onver koopbaar zouden zijn of in elk geval de vraag sterk zou verminderen. Wie meent, dat men in 't buitenland maar voor alles precies geeft, wat wij vragen, heeft het glad mis. Minder export minder Regeeringsvarkens prijsdaling, gelukkig voor de consumen ten maar niet voor de varkensboeren, die er het bijltje bij neer zouden leggen. Zóó zou het gaan. De Redactie meent verder, dat het er met de spekslagers zoo treurig niet uitziet. Zij becijfert dat de brutowinst op 4 4 5 varkens per week, samen 400 K.G., nog f70 beloopt. De geheele varkens- en varkensvleeschhistorie noemt het blad voor den Minister een ver velende beweging. De „Winst" met het Graanmonopolie. In „Het Handelsblad" beweerde en becij-

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1915 | | pagina 1