I It I Zaterdag 18 September 1915. 308te Jaargang N°. 2112. voor de Znidhollandsclie en Zeeuwsehe Eilanden. Eerste Blad. Antirevolutionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES Ai Ipend sag „HET GOUDEN HEBT". 1 R. C. F. Y. i LEE-Ioom LAND- EN TUINBOUW. ;)329 'ntten. lakken, 8790 sis en?:. 8670 V Noch Christelijk, noch Nationaal, wilna. I I. 8716 gewa- 15,008 ren. I a§> I <D rQ O csj A a <D tuo Dese Goarant verschijnt eiken Woensdag ea Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden fr. g. p, 50 Cmt Buitenland bij vooruitbetaling f 4,80 pes faas. Afzonderlijk© trammers 5 Cent. ürassTiB W. BOEKHOVEN. SOMMELSD1JK. ■gelet®®» lEtes-eoKua. No. 8. Advertentiën SO sant ges regel ea s/s raaai, Bsolasaai 20 ges regel. Boekaankondiging Seat peg regel en 4/j Mosstsanvragea m MenstsanMedingea 50 Sent per plaatsing. ©root® letters se vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zjj beslas l Advertentiëa worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrij dagmorgen 10 nmr. ii.li© stifikfeeifü ¥©er cf© Meciaefi© bestemd, Advertentie® e® verdere Administratie frisse© toe te seisden aasi «ie® Uitgever. W.-i Herbergsiuiting in Middelbands. III. Onze driestarren over herbergsiuiting trek- ken in Middelharnis de aandacht en van zelf komen er vragen los. We hoorden bijv: le, wil de schrijver en mag hij de bur- gerlyke vrijheid knotten, die Zondags aan ieder toch toelaat de berbergen in en uit te gaan zooals hij zelf verkiest? Eenmensch is toch vrij! 2e. wil de schrijver aan herbergiers ver leden, wat aan andere burgers toegelaten ïvordt: verkoop op Zondag, is 't dan geen alcohol, dan tóch sigaren, die op Zandpad en Westdijk per dubbeltje door opgescho ten jongens vóór en onder kerktijd worden gekocht? 3e. is de schrijver waarlijk van meening, dat een Linksche Raadsmeerderheid ooit zoo'n voorstel van Herbergsiuiting zal aan nemen 4e. is de schrijver wel indachtig, dat er in Middelharnis ook Israëlieten zijn, voor wie de Christelijke Zondag geen Sabbat is, en zij dus in hun godsdienstige meeningen gekrenkt worden, waar hun als 't ware den IChristelijken Zondag wordt opgedrongen en het verbod van herbergbezoek op Zondag hen met Christenen gelijk stelt. Ook zoo met sigarenverkoop. 5e. is de sehrijver wel indachtig, dat als Middelharnis zijn herbergen sluit, de jon gelui dan naar Sommclsdijk gaan, waar geen sluiting is? 6e. is de schrijver wel indachtig, dat er J ok een R. Kath. herberg is en er daar parochianen komen van verren afstand, die wel eens wat gebruiken willen? 7e. denkt do schrijver er wel aan. dat er in Middelharnis Zondags zooveel door trekkende fietsers komen, die toch, vermoeid van de fietstocht, graag een glas bier ge bruiken en wat willen rusten. Mogen die fietsers dan geen rustoord hebben? 8e. is de schrijver zich wel goed bewust, dat niet de Raad, noch de herbergiers, mac,j# de ouders zelf hun kinderen moeten 3D 8 (D <D a O 60 ver,., den om de herberg te bezoeken, en da£y..js*de herbergen van zelf leeg blijven al-,'de jongelui er niet meer komen mogen? 9e. ligt dit vraagstuk van Herbergsiuiting niet eeniglijk en alleen op den weg cler Kerken, waar 't toch den Zondag, den Godsdienst raakt, en is 't niet onnocdig, ook de Kiesvereenigingen daarbij te roepen 10e. heeft de schrijver wel rekening ge houden met 't booze menschelijk hart, dat altijd naar nieuwe wegen zoekt om de wet te ontduiken, of zal de Jeneverflesch en Bierkruik niet even goed aan den mond gezet worden, maar dan 's binnenshuis onder 't motto: *En toch zullen we drin ken op Zondag, c Tien vragen! En alle 10 ter overdenking en bespreking ten volle waardig, waaraan we ons dan ook met groot genoegen zetten zullen. En we twijfelen geen ©ogenblik, dat, ai mag het ons niet gelukken, een ieder te over tuigen, onze argumenten toch wel in staat zullen zijn af te dwingen den eerbied, dien men aan eens anders inzichten verschul digd is, wanneer defe naar oprechte over tuiging en eigen puncipieel inzicht zijn meaningen blootlegt. Er is een blad in den HaagDe Neder lander, dagblad tot verbreiding van Chris telijk-Nationale belangen; spreekbuis van en af en toe ook afvoerbuis van Cnnstelijk-Historisch verward zittende gal. Gele gal der .nijd tegen de Antirev. partij, Gr. Kuyper en de kleine Pers, die aan zijn zij staat. Dinsdag 7 Sept, had 't een artikeltje over Mr, Heemskerk's brochure, waarin zoo als de meeste lezers weten, deze zijn ver dediging plaatst tegen een aanval van Dr. Euyper op zijn vroegere politiek toen hij nog Minister Heemskei k was. n ®kroehure is een hartverkwikking voor De Nederlander, want nu kan ze tevens die kleine Antirev. Persorganen eens een schop geven, 't Is nu toch niet in de ver kiezingsdagen, en heeft hij die blaadjes niet noodig zoo direct, als in den stembusstrijd om dan mee te helpen den een of ander Chr. Hist, eandidaat. aan een zetel te hel pen, waar zijn eigen partijgenooten alleen 't in geen jaren zoover konden brengen. Goed! in zulke dagen is de kleine Pers voor De Nederlander wat waardnu geeft hij ze dezen schop: Voor sommige penvoerde s in de kleine Antirev. pers, die reeds, als gewoonlijk afgaande op 's leiders gezag, den Oud- Minister Heemskerk in 't ongelijk stelden, wordt het nu een hachelijke zaak, Dr. Kuyper in 't ongelijk te stellen uitgeslo ten. Maar de feiten. Zoo'n geschrijf is noch Christelijkomdat 't bij de kleine Pers een onoprechtheid veronderstelt ten voordeele van Dr, Kuyper en 't is niet Nationaal, omdat de Coalitie zonder de kleine Pers in zeer groote ver drukking kan komen. In elk geval is .'t bij een Caudidaatstel- ling van Chr. Hist, candidaten voor de Kamer, na, zoo'n uitlating, niet aan te be velen, veel werk van zoo'n man te maken bij de persaanbevelingen. Hoe kan een onoprechte Pers zoo'n ean didaat eerlijk behandelen? Of zitde Kuyperhaat er werr tusschon? Ook dat is niet Christelijk, noch nationaal. OP DEI UITKIJK. 't Is nu stil geworden om Tine heen Dolf is nóg 'n keer geweest, had nóg neerslachtiger bij haar gezeten dan den eersten keer en wat ze ook had gepraat, hij was uit dat moeras van somberheid maar niet naar boven te halen. Steeds had-ie met weerzin gediend. Maar och! toen hij nog ongetrouwd »voor z'n nummer* onder de wapenen moest, was er geenerlei zorg, die hem kwelde, 't Was toen slechts 'n tegenzin in 't militaire leven, zooals iemand 'n walg hebben kan van 'n voedzaam en smakelijk gerecht, omdat nu eenmaal zija smaakzenuwen er afwerend op reageerea. Getrouwd en in do zaak was hij een-en andermaal voor »liethaling8oefeniDgen< op gekomen. had het vreeseïijk gevonden, maar zag vanwege den korten duur, als hij de donkere spelonk inging ook alweer 't lichte eind, en dat Meld hem staande. Maar nü is er geen einde te si en Hoelang deze wereldoorlog duren zal, weet niet één, Maanden jaren wel licht zijn leven is verwoest, zijn zaak is geoordeeld, zijn gezin is verarmd en tot den bedelstaf gebracht hij jiét de catastrophe naderen .bij vóélt zich met de zijnen wegglijden naar den afgrond redding is er niet voor Praten helpt daar niet tegen. Hij zit zóó verward in een net van diepe melancholie en uiterste moedeloosheid, dat geen menschen woord meer vat op hem heeft. Tine pakte hem farsch aan. »Je bent egoïst, Dolf*, zei ze. Dat prikkelde hem toch even, waar hij immer 't meest tobde over de zaak en gezin »Ja, juist!* zei Tine, strenger dan ze 't wel bedoelde, »Als je nu met je getob ook maar iéts voor je vrouw en kinderen be reiken kon, dan had-je gelijk! Maar je maakt het ze integendeel er des te zwaarder door. 'k Wil wedden, dat je brieven er al even troosteloos uitzien als je gezicht, geloof je niet, dat je 't daardoor voor Mélie dubbel zwaar maakt? Zij staat tenslotte voor alles?* Dolf buigt schuldvoelend het hoofd. Heeft se er over geklaagd?* vraagt hij. Tine's oogen fonkelden »Dan ken jij je eigen vrouw nog niet, als je meent, dat die over 'r man klagen zou, al was 't dan tegen haar eigen zus ter! Maar ik kan me best voorstellen, als je bij dag hier zoo zit en tobt, hoe je dan bij avond aan Méüe schrijven zult en waarlijk, die heeft óók wel een opbeu rend woordje noodig Dolf buigt nog dieper schuldig 't hoofd. »Je hebt gelijk, Tine! Doe me een plezier en schrijf er niets over aan Mélie Hotel fi&estaiir&aif Gedeaipic Ifoeresssteigcr 63A, 63B Direct nabij de Hoofdsteeg, -Motterd&asa. DINERS 60 cent en hooger. LOGIES MET ONTBIJT f 1.25, f 1.50 en f 1.75 Tel. No. 10595. Aanbevelend, Hei door ieder aanbevolen adres. 'k zal m'n best doen om er me wat over heen te zetten maar moeilijk is het toch >Tine kijkt ver 't raam uit. 't Is zoo lastig, om wie ouder is te ver manen en op den rechten weg te wijzeD. >Bij God zijn alle dingen mogelijk*zegt ze eindelijk zacht. >Ik geloof, Dolf! dat we allen reden hebben in deze dagen, om veel en dicht bij den Heere te leven je bent heuseh de eenige niet, die 'n kruis te dragen gekregen heeft Haar stem weifelt en hapert. Dolf ziet haar oogen verwazen »Heb je al weer wat van Wilhelm ge hoord, na dien eersten brief?* vraagt hij. >N!ets*, antwoordde Tine dof. »Dat is nu drie weken geleden, is 't niet Langzaam knikt Tine van ja. »Je moet denken alles raakt wat in de war in deze dagen van beroering en dan uit een vreemd land hij staat verweg in 't Oosten, geloof ik Snel veegt Tine langs haar oogen. Dan staat ze op, legt vertrouwelijk haar handen op Delf's schouder en zegt: »'k Wil er maar op wijten, zwager! dat we allen dubbele reden hebben in deze dagen, om onzen weg op den Heere te wentelen dat is de een'ge manier, waarop eeu Christen het kruis dragen kan: >Voor wie in 't geloof op Jezus wach- [ten, Zijn bergen vlak en zeeën droog! Toen was Tine gaan zitten en had het gesprek op kleinigheden van den dag ge bracht. Ze voelde zich wat verlegen Dolf was voor haar altijd geweest de zooveel oudere zwager, man-en-vader, die trouwde toen zij pas voor 't eerst 'n lange Japon droeg en al een gevestigde overtui ging had, toen zij nog krijgertje speelde tusschen de twee avonden, met andere meisjes die óók nog wankelden van mal naar dwaas! Ea nu had zij hem vermaand Had zij als de geestelijk-sterkere vóór hem gestaan. Maar ze had ziet anders gekund. 't Was spontaan uit 'r hart geweld. Zelf was ze de laatste drie weken, jaren in ervaring gerijpt. De wreede realiteit van 't leven, nu ze hem die haar boven allen 't liefst is, dagen, weken ver weg weet, elk uur in gevaar, heeft in haar te niet gedaan al wat nog des kinds was en den vellen mensch in baar gerijpt, den mensch wiens leven als het uitnemenste geeft: moeite en verdriet Maar er was tweeërlei proces! 'n Dieper wortelen in de met bloed en tranen doorweekte aarde, doch ook een hooger van takken en bladerenkroon, om verzadigd te worden met het licht van Boven. 't Geestelijke leven was verrijkt. Ea diep in haar ziel gegrift zijn nu de woorden, die ze eens las en afschreef: »Kind, dat ik liefheb, leun op Mij; leun [sterk. Laat meer het wicht der zorgen, die u [kwellen Mij voelen'k weet u last, want, kind [mijn werk Mijn maaksel zijn de smarten die u kwel- [len. Ik telde ze af; en heb met eigen hand Die naar uw kracht en naar mijn hulp »Leun op Mij leun stérk!* Dat brengt ze in beoefening, En daardoor had ze kracht., schoon zelf zwaar beproefd, om nog aan het lijden van anderen te denken en haar zwager, die niet leunt, die zich wil- en weerloos laat weg zinken in 't moeras zijner moedeloosheid, te bestraffen vanwege zijn ongeioof en te wijzen op den vasten steenr ts, waar al leen hij een steunpunt vinden kon. Dolf Driever komt nu niet meer. Hij is met zijn compagnie naar de gren zen gestuurd en Tine heeft één brief van hem gehad, die biijkbaar met geweld in den toon eener opgewonden vroolijkheid gehouden was, doch waardoor ze zich niet bedotten liet: de onechtheid lag er al te dik op. En nu werd 't stil om haar heen. De militairen zijn uit deze streek weg gegaan. 't Is nu herfst geworden, bepaalde bezigheden heeft Tine niet, langzaam voelt ze de benauwing der ledigheid tegen haar opkruipen. Tante was in den nawinter gestorven. Vanwege haar verloving, die denkelijk niet zoo héél lang duren zou, is ze toen hier in pension gegaan om een zeer tij- is het valsche schaamte, waardoor men tot publiciteit wordt weerhouden. Schromelijk weinig hoort men van resultaten, die nihil (niets) zijntoch komen deze natuurlijk voor. En voor onze fokkerij is juist een groot ge vaar gelegen in die onbekendheid met het slechte. Een Vereeniging heeft een dier: oogen- schijnlijk mooi, op tentoonstellingen een len prijs waard, maar dat een bedroefd klein beetje heeft gepresteerd. In de Vereeniging zelf weet men het, maar in wijden kring niet. Die geheimzinnigheid, vooral met slechte resultaten, moest men opgeven. Over ras zijn de fokkers het tegenwoordig tamelijk eens; er is weinig strijd meer of men zal fokken met zwartbont of roodbont vee, en in de paardenfokkerij vecht men ook niet zoo meer over warm en koud bloed, en geeft men toe, dat men beide best naast elkaar kan hebben. Men gaat inzien, dat het er in de eerste plaats op aankomt het ras te zuiveren. Een bepaald ras is nooit beslist goed of beslist slecht. Het meeste is middelmatig. Overal, bij elk ras, heeft men goede families; men moet dus goed doorfokkenbepaalde families aanhouden, andere wegdoen. Men mag van de Secretarissen niet vergen, Na den val van Kowno schijnt de optnarsch naar Wilna niet meer tegen te houden. Thans zijn de Duitsche troepen niet zoo ver meer van deze stad verwijderd. Wilna is de hoofdstad van het Russische gou vernement, dat dezelfde naam draagt en telt 180.000. delijk verblijf te hebben .een eigen plekje, waar ze tusschen verschillende lo- geerreizen in zoogenaamd »thuis* kon zijn. Thans is 't huwelijk uitgesteld God alleen weet, of ze haar bruidegom ooit weerziet. Voor reizen en logeeren is het nu de tijd niet en wie ook heeft er lust inl Zoo zit ze dan op haar kamer. Wandelt watleest wat houdt haar kleeren heel voor haar »uitzet« werken lust haar nu ganschelijk niet en heeft er geen vrede mee, dat ze haar plaats onnuttelijk op aarde beslaat! Zal ze arbeid zoeken, of wachten tot God haar een bepaalden arbeid wijst? UITKIJK. In hoeverre kunnen de gegevens van fok- statUns, fokvereenigingen en stam boeken meer dienstbaar aan de practische veeteelt worden gemaakt? Dit vraagpunt werd onlangs op interessante wijze ingeleid door den heer J. H. W. Th. Reimers te Wageningen op de Hoofdbestuurs vergadering der Geld. Ov. Maatschappij van Landbouw. Spreker begon met er op te wijzen hoe wij op het gebied van de Veefokkerij de concurrentie hadden te vreezen van onze Oostelijke naburen, en hoe die uit het Zuiden eenigszins verlammend begint te werken op onze Paardenfokkerij. Wij moeten dus doen wat wij kunnen. Er bestaan al banden, er is reeds samenwerking tusschen de verschil lende vereenigingen, maar deze is niet nauw, niet streng genoeg. De ervaringen, door de vereenigingen opgedaan, blijven te veel be sloten in de kamer van het Secretariaat. Met het werk en de prestaties worden andere vereenigingen niet bekend. Het voldoen of niet-voldoen van een of ander fokdier wordt niet ter kennis van anderen gebracht; vaak dat zij de bloedlijn bestudeeren, daartoe zijn zij met eigen bedrijf in den regel te druk. Maar wel mag men van hen vragen: dat zij de resultaten van bepaalde fokdieren uit hun boeken distilleeren. Tot welke verras sende resultaten zou men dan vaak komen! Spreker denkt bv. aan twee der beroemdste vaderdieren, wier kinderen zeer tegenvallen. Ging men zóó te werk, hoezeer zou dat aan de fokkerij ten goede kunnen komen! Eén kruising met een slechte maakt men niet goed door tien kruisingen met een goede. Men ga derhalve de gegevens ordenen, rang schikken naar de vaders. Indien overal de contróle vereenigingen in dezen geest handelden, de melkopbrengsten nagingen der afstammelingen van bepaalde fokdieren, er op letten, welke van deze zeer productieve kinderen voortbrachten dan zou men aldus de kaart van ons land op fokgebied kunnen leeren kennen, wanneer namelijk die uitkomsten ter kennis ook van andere veehouders worden gebracht in een voudige publicaties. De Stamboeken kunnen In deze ook helpen en ontzaglijk veel dienst aan de fokkerij be wijzen. Systematisch moeten de verschillende families worden geordend. Men moet zich niet bepalen tot de rassen, dat is al gebeurd we moeten verder, als we vooruit willen gaan. In Oost-Friesland is men ons hierin voor uit, daar heeft men 5, 6, 7 jaar verbazende vorderingen gemaakt en kent men te dezen opzichte onze zwakke zijde zeer wel. Wij moeten kunnen zeggen: „Wij leveren jullie een dier, niet van dit of dat ras, maar van die familie". De stamboeken moeten ordenen op keuren van afstammelingen, als in Groningen. Wanneer een hengst, die in 10 jaar 1500 nakomelingen heeft geleverd, op slechts 20 nakomelingen preferent wordt verklaart, dan is dat wel wat erg. Preferentverklaring moet niet inhouden een prijs, maar een brevet der geheele familie. Dusde stamboeken moeten de gegevens, welke zij bevatten, verwerken of laten ver werken, en publieeeren. Ook in de paarden fokkerij moet men tee len naar bepaalde lij nen, gelijk in België gedaan wordt; in Duitsch- iand gaat men het Belgische Stamboek be studeeren.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1915 | | pagina 1