iogranlesnbank „Dirksland". 111 m I Advertenties. Hl1' Spekslagerij OPENING. "9 Zate I PENNEKRASSEN. GEMENGD NIEUWS. i. Wielaard, Middelharnis. Koopt Uw 0. VIS iz., Sommelsdijk. Oe eenig Echte lirbanus pillen, G. BEÜN0TT Ti Tw OFF LAN 1 jï Vil' lÉl Dagelijks versch varkensvleesch. Gedurende de Zomermaanden alles in de ijskast. Fijne vleeschwaren en worstsoorten. Alles machinaal gesneden. 9244 1NBB0UWWERKTUI&EN en GEREEDSCfilF- ?EN, HUISHOUDELIJKE ARTIKE1EH, RLJ- WIELEN, NAAIMACHINES enz. MJ steeds vuoiiudig verschillende 6uor- "en in genoemde Artikelen alsmede alles op het gebied van ftasver- ItobtlniK 8661 gi||!ewcl«l, IfidUIeHmrulig. Sroeaten^Bioe*- en ttoonk wcekerj) 1. BiMAS Mz. UOLtBïaSfÜAf. Nikkel Remontoir 2.25, 3.00 Staal 3.50, 4.50 Idem, best ankerwerk 6.00 Zilver Dames Remon toir 2 75, 3.25 Idem, met gouden randen 3.25 Zilveren Heeren Re montoirs 3.50, 4.00 Idem, best ankerwerk 8.50 Gouden Dames Remontoirs 8 50 Heeren 18 50 Betere kwaliteiten tegen fabrieksprijs. Regulateurs3.75, 5.50 Groot en prachtig model8.00 Beste marmeren pendules 8.50 Idem met coupes 7.60 beelden 20.50 *1 i i I L -If'. si: r« .1 i stelling van generaal De Wet en de andere politieke gevangenen. Daar was Zuid-Afrika's vrouwenadel Mevr. gen. Joubert, stokoud, die als meisje mee de eerste tochten der Boeren had mee gemaakt en de kogels gegoten, waarmee haar ouders het primitieve „lager" tegen de Kaffer- aanvallen verdedigden. Mevr. Elof, dochter van den oiivergetelijken Paul Kruger. Mevr. Steyn, van den edelen oud-president. Mevr. de la Rey, wier man door zoo'n treurig politie „ongeluk" om het leven kwam. Mevr. Broekhuijzen, die morgen het vonnis van haar eigen man hoo- ren moest en ja óók mevr. Christiaan de Wet Och, sprééksters zijn dat niet! Onze „vrije vrouwen" kunnen haar maken en breken, wat betreft het houden van een schitterende redevoering. Maar wdt zij zeggen, raakt het hórt. Chris tenvrouwen zijn het, die het niet verwachten van de bergen en de heuvelen, maar eenig en alleen van God in den hemel Hoort ze in ontróerenden eenvoud. Hoort mevr. de la Rey, als zij zegt: „Myn man wat s'n laaste droppel bloed voor sijn land sou het wil gee, het sij asem uitgeblaas en is nie meer nie, maar ik sê voor julle: Als God S'n aangesig nou voor julle verberg, daar sal 'n tijd kom dat Hij weer S'n lig laat skijn. Hij het ons gehoor." De oude mevr. Joubert kan slechts enkele woorden zeggen, maar zijn ze niet als een snoer van zuivere parelen: „Alle zusters en moeders hartelik dank. Ik kan niets doen nie: maar God die Heer sal alles goedmaak." En eindelijk mevr. De Wet, de zwaar be zochte in haar man en haar kinderen „Toen ik gister in die optog saamloop, het ik zwaar gekrij, want mij bene is swak en mij voete kan mij niet al te goed dra nie. Maar als ik dan wanhoop en uit die stoet wil gaan, dan sie ik voor mij die kleur van mij land, die oranje van die Vrij staat, en als ik achter mij kijk, sie ik die grote skare en moedig is ik op mij sere voete verder gegaan. Ik dank julle almaal voor die opoffering. Julle moet nie die saak te swaar neem nie; die Heer is met ons, dit toon julle opkoms, en als die Heer met ons is, wie kan dan teen ons wees?" Stil, ademloos stil was het. Slechts 'n zucht, 'n snik werd gehoord Daarstraks hadden ze hem gezien, den leeuw van den Vrijstaat, oom Chrisjan, de schrik der Engelschen: tusschen twee gevan genbewaarders in was hij naar Pretoria ge bracht om te getuigen in het proces-Broek- hu ijzen. Dót was haar te veel geweest En met haar duizenden hadden ze die twee dievenleiders op zij gedrongen en omstuwd door een eerewacht van duizenden Afrikaan- sche vrouwen, was Christiaan de Wet van 't station naar de tronk gebracht; daór had den ze hem „afgeleverd Nu sprak daar zijn zwaarbeproefde vrouw en 't is doodstil Plotseling een stem uit de menigte, 'n Stem/die 't uitroepen móét, omdat het hart anders bersten zal: „Die God van Daniël leef nog, die God van Daniël leef nog! „Ja!" trilt het door duizend vrouwenharten. En dan, heerlijke psalmen, die toch ook altijd 't rechte woord naar de lippen brengen dan ruischt en bruist het uit den mond der vrouwen van Zuid-Afrika „Mijn ziel vol angst en zorgen, Wacht sterker op den Heer, Dan wachters op den morgen? Den morgen! Ach! wanneer! Even blijft 'tstil op het kerkplein. Maar dón heft een andere stem op en met onwankelbaar vertrouwen gaat de psalmzang voort „Hoopt op den Heer, gij vromen! Is Israël in nood, Er zal verlossing komen Zijn goedheid is zeer groot Hier willen wij eindigen. Wij idcaliseeren allerminst. Het volk van Zuid-Afrika staat, als het onze! schuldig aan vele en zware zonden, 't Is als die vrouw uit Natal zei„Ons is daar in die smeltkroes, maar wat daar uitkom, is reg!i' De afval ook ginds is groot Maar zoolang een volk hoort het, vrou wen van Nederlandnog zulke moeders en echtgenooten, zusters en dochters heeft, dan zijn ze, ook zónder stemrechtde hechte steunpilaren van den Staat: een volk met ztilke moeders, die het hebben gebaard, neen, zól niet ondergaan! (Fr. Dagbl.) Vloeken in het leger. Over dit onderwerp moet telkens wederom geschreven en geklaagd wordenEn het allerergste is wel, als er geklaagd moet worden, dat de „hoogen" een voorbeeld geven in verkéérden zin. W. in „Het Centrum" schrijft er van „Hoe is 't nu eigenlijk met 't vloeken bij u?" vroegen we een onderofficier. „Bij de landweer wordt weinig of niet gevloekt. De militie vloekt meerjong volk, dat denkt „groot te doen." Wanneer hoogere officieren bij iederen zin een vloekwoord moeten voegen, zie dan wordt de uitdrukkelijke wensch van H. M. de Koningin, van Haren Minister en van heel het christelijk volk bespottelijk gemaakt. Kan daar niets tegen gedaan worden? Door wie? De soldaten kunnen niet reclameeren, want dan worden ze „ge negerd." De publieke opinie moet worden gewaarschuwd. Zouden we zulke heeren niet in de krant kunnen zetten? Wij kennen een kolonel, die zoo razend vloekt om de minste kleinigheid, dat alle soldaten hem belachelijk vinden. Hij vloekt, „als er een knoop aan den broodzak niet precies in 't knoopsgat zit." Hij vloekt altijd, behalve als de generaal er bij is, of de Minister op bezoek. Als andere kranten dit stukje zouden overnemen, kreeg bedoelde officier het misschien ook onder de oogen en zou hij weer vloeken. Wat een flink woord vermag, hoorden we met genoegen. Een soldaat durfde zeg gen „Luitenant, ik verkies niet uitgevloekt te worden." Sinds dien vloekt'die luitenant niet meer. Maar wie durft zoo spreken tegen een meerdere op gevaar af, de pro voost ingevloekt te worden Er is een uiterste middel Dat de gansche chr. pers alle vloekgeval- len uit het leger, die door te goeder naam en faam bekend staande soldaten te harer kennisse werden gebracht, met naam en toe naam opnam, al moest ze er eiken keer 'n kolom extra voor openhouden. Want het is verregaand. Er is nu zóóveel over geschreven en bij laag en hoog geklaagd, dat het wie nu nog vloekt, geen onachtzaamheid meer is, doch brutale onwil en tergende vijandschap. Wel nu laten die dan als zoodanig ook maar openbaar worden (Fr. Dagbl.) „Ben dat nou allemaal Gereformeerden Ik draaide mij om en keek de vraagster aan, 't was een jong meisje van minstens zestien jaar, die bovenstaande vraag op tia- iëve wijze deed aan een andere, zeer waar schijnlijk haar zuster. Zij waren blootshoofds met een lang schort voor. Alles duide aan trouwens de wijze van spreken verriede het reeds, dat het Belgische vluchtelingen waren. Rondom het station en de aanlegplaats van de mailbooten naar Engeland zag het zwart van volk. Zoo juist was te Vlissingen de trein uit Roozendaal gearriveerd met een paar honderdtal Engelsche en Fransche krijgs gevangen, gewonden die uitgewisseld en door de zorg van het Nederlandsche Roode Kruis naar Engeland gevoerd zouden worden. Alles was afgezet. Overal zaagt ge de bajonetten van de Hollandsche schildwachten. Er was geen mogelijkheid, van door te komen. Met mijn aangeboren nieuwsgierigheid was ik bru taal naar voren gedrongen, denkende er met mijn militair pakje wel door te zullen gera ken (brutalen hebben immers twee-derden van de wereld?), maar met een „reuzen-uit brander" van een officier van gezondheid moest ik van het perron retireeren en mij vergenoegen met een plaats tusschen de kijkers. Nieuwsgierig, vermengd met een gevoel van diep medelijden, zag ik het transport der gewonden aan. Zij strompelden daar voort, op krukken; met één arm; met één been; van zittenden totaal geen armen of beenen; vier blinden; kortom het toonbeeld van men- schelijke ellende; niet te beschrijven leed en smart Jongelingen en mannen in de kracht van hun levenniet vroolijk, maar misschien welgemoed van huis gegaan naar het front; zóó hulpeloos terugkeerend, ge knakt voor heel hun verder leven En toch, welgemoed keken de meesten rond. Zij gingen immers „huis toe?" Ge had moeten lachen, of ge wildet of niet om dien eenen jongen, misschien twintig jaar, die daar op z'n krukken „voorthuppelde" door de over dekte hal naar de boot, in zijn ééne hand een valies en in de andere een stukje „Kwat- ta" (zeker gekregen van de een of andere lieve Roode-Kruis verpleegsterwaarvan hij met een lachend gelaat liep te snoepen. Toen doorliep een kreet van medelijdende rijen der wachtende nieuwsgierigen De halzen rekken zich uit 't was dood stil Daar kwam de droevige optocht allemaal .draagbaren, gedragen door zieken dragers van het Roode Kruis; begeleid door verpleegsters Ongeneeselijk gewonden stukken van menschen Ontzettend, om te zien Wat vreeselijke thniskomstIk zal niet al de opmerkingen u mededeelen, die ik toen hoorde; de gezegden-; „dat is nu voor je vaderland", en dergelijke. Lompe, kort zichtige menschen! Alsof het Vaderland de schuld is van al die ellende en niet de mensch, en de mensch alleen! Te midden van dat alles werd mijn ge spannen aandacht afgeleid door de vraag van het meisje: „Ben dat nou allemaal Gerefor meerden direct gevolgd door het antwoord „Misschien". Ik moet u eerlijk bekennen, dat ik geen lor van die vraag begreep. Wat had dat nu hiermee uit te staan! En bovendien, wat wist zoo'n Belgische vluchtelingetje daar nu van af! Ik had zeker niet goed verstaanMaar toch, ik verzeker u, dat mijn ooren en oogen goed zijn! Later verloor ik ze uit het oog en dacht er niet meer aan. Indien ik mc nog goed herinner had het vervoer der gewonden plaats op Maandag. Tot mijn groote verbazing zie ik beide meis jes op den daaropvolgendcn Zondag in een Gereformeerde Kerk zitlen. Direct dacht ik weer aan die vraag. Ik weet niets van ze af. Maar ik ben aan het fantiseeren gegaan. Bij de ontzettende catasthrophe zijn ze uit België gevluchtin Holland hebben ze kennis gemaakt met Gereformeerde menschen; zoo doende zijn zij gekomen tot de conclusie, dat de Katholieke Kerk met al haar ceremo niën niet het „echte" is en bezoeken ze ge regeld de Gereformeerde Kerk. Het jonge meisje, in haar onschuld, weet van de Katholieke Kerk, dat er maar één is, voorzoover zij weet, en Gereformeerd is voor haar begrip synoniem met Protestant. Zij weet ook, dat de Engelschen niet Katholiek zijn. Vandaar haar vraag: „Ben dat nou alle maal Gereformeerden?". Wat zij er nu mee bedoeld heeft, welke diepe beteekenis er in dat kinderhartje achter verborgen zit; ik weet het niet. Maar dat is bijzaak. Zij doen afstand van de Katholieke Kerk; bij de Protestanten zoeken ze hun heil; niet gaan indiiect tot Hem, maar rechtstreeks tot Jezus. Geen ceremoniën meer, want die zijn te niet gedaan. Nu, de Bijbel in zijn vollen omvang! Mocht het zoo zijn! H. K. Zeilen tegen den wind in. Over deze z.g. uitvinding is vooral in de schipperswereld veel te doen geweest. Er werd een officieel onderzoek naar de waarde van deze uitvinding ingesteld, maar van den uitslag van dat onderzoek werd slechts weinig bekend. De heer G. S. Vlieger, de secretaris van „Schuttevaer" deelt daaromtrent thans inte ressante bijzonderheden mede. Te Zwartwegsend (Fr.) had op een don keren avond opdat niemand het geheim zou ontdekken de proef plaats. Gewapend met een klein kistje nam de uitvinder met den heer Vlieger en twee an dere vertrouwensmannen plaats in een roei bootje. Na een tijdlang geroeid te hebben, zoo vertelt de heer V. legden we aanaan een pas boven water gekomen „buitenland". Aan het land Ja. De loopplank, werd in de richting van den wind op het land gelegd. De uitvinder ontsloot zijn kistje. Spannend oogenblik. Het geheim werd ontsloten I Vol nieuwsgierigheid blikte ik in het kistje. Daar lag in Een verkleinde „mallejan",eeni- ge kamwielen en rondsels, een Amerikaan- sche windmotor in miniatuur Ik zag niets dat op een schip geleek. Ik zag geen mast, geen blok, takel- of touwwerk. Ik zag geen vierkante meter zijl doek Waar en op welke wijze zouden wc nu toch varen Hoe zouden we nu toch zeilen Zonder zeil 'k Begon met den kraag van mijn overjas omhoog te doen. Voor de kou De uitvinder begon de „mallejan" te stel len. Op de loopplank. Hij bracht den minia tuur Amerikaanschen windmotor daarop aan. Ik deed een bouffante om. De windmotor begon te draaien. Snel te draaien. En de „mallejan" karde recht tegen den wind in. Ongeveer stapvoets. Als het eindpunt van de loopplank was bereikt, dan nam de uitvinder zijn „vinding" op en zette het benedenwinds op de plank. En dan ging 't weer tegen den wind in. En- zoovoort. Ik stond perplex. Maar keek niettemin de „mallejan" goed dóór en dóór. De uitvinder vroeg of we de demonstratie nog verder voort zouden zetten Neen niet noodig; ik kende 't geheim nu wel. En nu de explicatie. Ik kan ze den lezer niet weergeven voor ik hem verteld heb hoe de mallejan inelkaar zit. Een mallejan, de lezer weet dit, is een wagen op hooge wielen de wielen van dezen mallejan zijn al zéér hoog, zij moes ten hoog zijn, anders marcheeerde de zaak niet. Op den mallejan zijn aangebracht twee laat ik ze noemen geconstrueerd ijzeren telefoonpalen. Op deze palen ligt de as van een Amerikaanschen windmotor, welke met den maliejan, recht tegen den wind in was gesteld. Aan den as van genoemden windmotor is een vijzel aangebrachtdeze vijzel staat in verbinding met een groot kamwiel. Dit laat ste brengt weer een rondsel in beweging hetwelk aan de as van de eigenlijke wielen van den mallejan is bevestigd. De draaiende beweging van den windmo tor brengt dus de wielen van den mallejan in beweging; diensvolgens gaat de mallejan met ap en .dependentiën, tegen den wind in vooruit. 't Dient vermeld te worden, dat de schoe pen van den windmotor een zoodanigen bij zonderen vorm hebben, dat zij eenigezuiging tegen den wind in teweeg brengen. Toen ik de kamwielen van de vijzel bracht, ging de mallejan niet door den winddruk achteruit doch bleef hij, terwijl de motor draaide, op hetzelfde punt staan. De mechaniek is, behalve dat zij reeds oud is, absoluut vrij van de grondgedachte zei len. Van zeilen is bij den mallejan geen spra ke niet een zeil trekt den mallejan vooruit de wind brengt een mechaniek in bewe ging die de wielen van het rijtuig doet draa ien en daardoor dit vooruit doen gaan. o Thans de explicatiede explicatie hoe de uitvinder zich denkt dat een schip doorzijn mechaniek kan worden voortgestuwd. De uitvinder denkt zich aan den voorboeg van een vaartuig een hollen naar voren open zijnden, koker. In dien koker wordt een soort mast geplaatst, De mast moet om gestreken te kunnen worden, ter hoogte van de boei- ïng in een z.g. „masthout" rustenhij moet op dien bout gewipt kunnen worden. Boven aan den mast komt de windmotor, beneden aan den mast en onder water een schroef of vin. De windmotor wordt door kamwielen of drijfriemen in contact met de schroef gebracht als de motor draait wenteld ook de schroef en zal het schip door de schroef vooruit worden getrokken. Moet het schip een vaste brug passeeren, dan wordt de windmotormast gestreken. Dit zal, denkt de uitvinder gemakkelijk gaan, want de schroef, die dan boven water komt, dient als contragewicht. De Schoepen van den windmotor zijn zoo danig geconstrueert, dat zij, evenals een pa- rapuie, in elkaar geslagen kunnen worden. Moet het schip een brug passeeren, dan slaat men de parapluic toe cn is zij niet hinderlijk. Door ccn kruitoestel aan den windmotor mast te brengen, kan zij ook met stuur- of bakboordswind op den wind worden gesteld. Zoo denkt zich de uitvinder dc toepassing van zijn apparaat op schepen. Hoe hij hierbij van zeilen kan spreken is mij nog steeds een raadsel. Afgezien echter van de misleiding omtrent „zeilen tegen den wind in, afgezien van de kosten van aanschaffing van het apparaat, wensch ik op eenige van de vele bezwaren te wijzen, die het apparaat absoluut onbruik baar doen zijn. De vlucht van den windmotor moet onge veer drie maal zoo groot zijn als de breedte van het betrokken schip. Op een gewoon zeilschip van 6 M. breedte, moet dus een windmotor van 18 M. vlucht worden aange bracht. Ingeval twee van dergelijke motoren voor ziene schepen elkaar tegemoet komen zullen deze een vaarwaterbreedte van pl.m. 40 M. noodig hebben om elkaar te passeeren. 't Merwedekanaal is 33 M. breed dus •slechts op zeer ruime vaarwaters zal de mo tor toe te passen zijn. Het strijken van zoo'n 18 M.-vlucht-motor ik geef den lezer als raadsel op daar eens over na te denken. Komt het schip bij tegenwind in een brug en de parapluie wordt toegeslagen, dan staat ook gelijktijdig de schroef stil. Het schip loopt in de brug, maar komt er niet door. Wat een trekkende schroef zal uitwerken met het schroefwater tegen den voorboeg van het schip ik laat het aan bevoegden ter beoordeeling. Hoe het met ankeren zou moeten gaan met zoo'n trekschroef aan het voorschip 't duizeld mij. Tot zoover de heer Vliegen. Het zal zeker niemand verwonderen dat hij den „uitvinder" den raad gaf zijn „ge heim" in de prullemand te stoppen en nim mermeer de gemoederen warm te maken voor hersenschimmige geheimen. Van het tegen den wind in zeilen, komt voorloopig nog niets De aangerande automobilist Er is licht gekomen in de geheimzinnige zaak van den automobilist, die in de Soerensche bosschen nabij Apeldoorn door een onbekende, dien hij had laten mederijden, was bedwelmd en daarna beroofd. Vrijdagmorgen n.l. heeft te Assen de 25- jarige W. D. aan een goudsmid een gouden horloge met ketting te koop aangeboden. Aan den ketting was, bij wijze van sieraad, een tijgernagel bevestigd. Het viel den goudsmid op, dat de ketting met den tijgernagel over eenkwam met een beschrijving van de voor werpen, gestolen bij de auto-aanranding in de Soerensche bosschen. De politie werd door hem gewaarschuwd, waarop het jongemensch, die werkzaam was te Musselkanaal, werd opgespoord. Bij het onderzoek bleek, dat hij van Zondag tot Don-j derdagavond niet in zijn betrekking was. De j patroon wilde hem bij zijn terugkomst niet weer in dienst nemen, waarna hij zijn intrek had genomen in een hotel. Toen de politie te Musselkanaal aankwam, keerde hij juist per fiets van Stadskanaal terug. Hij werd gearresteerd en gefouilleerd. Op hem werden gevonden een horloge, porte feuille en eenige andere voorwerpen. Uit de brieven die in de portefeuille waren, bleek zeer duidelijk dat de aangehoudene in Apel doorn is geweest. Hij bekende dan ook dat hij geruimen tijd een auto had bestuurd, maar dat de eigenaar zoo dronken was dat de ver dachte den auto had verlaten. De diefstal van het horloge ontkende hij. Hij beweerde dat hij een eti ander in Dedemsvaart had ge kocht voor den som van f 25. De politie ge loofde dit maar niet zoo dadelijk en heeft den jonkman' tegen wien zulke zware ver moedens zijn gerezen, gevankelijk naar Assen overgebracht, waar het onderzoek zal worden voortgezet. Het toppunt. Bij een bewoner van de buurt schap Zwanenburg, in de Haarlemmermeer, is de waakhond gestolen. (H" D.) Stoomboot omgeslagen. Gisterenmorgen, omstreeks 7 uur is de stoomboot „Stad Win schoten", kapitein Van der Zee, varende tus schen Sneek en Winschoten, aan de Bothnia- kade te Sneek onderstboven geslagen, zoodat de bodem alleen nog is te zien. De boot was van onder tot boven geladen met stuk goederen. Het personeel heeft zich nog bij tijds kunnen redden. (Tel.) Kind doodgereden. Te Grouw geraakte een 9-jarig meisje dat op een kar wilde klim men, onder de wielen en werd gedood. Past op uw kinderen. In den Poelweg te Goes is Zondagmiddag te kwart voor drie, een 8-jarig meisje, die met haar 6-jarig zusje en een vriendinnetje in "net gras speelde, door een individu aangerand. Door het geschreeuw van haar zusje verschrikt, haastte een der kleinen zich naar de nabijzijnde ouderlijke woning en waarschuwde den vader, die den misdadiger nog bij zijn dochtertje vond. Na den onverlaat een duchtig pak slaag gegeven te hebben, hield hij hem vast, totdat de in middels gewaarschuwde politie hem overnam. De dader bleek de 33-jarige J.Gl. uitWol- phaarstdijk te zijn, die reeds driemaal voor een dergelijke misdaad langdurige gevange nisstraffen achter den rug heeft. Hij is naar Middelburg overgebracht en ter beschikking van den officier van justitie gesteld. (N. C.) Spionage Over het Spionage-geval te Woudrichem meldt de 's Hert. ct: Te Woudrichem is een vreemdeling, ver moedelijk een Duitscher, gearresteerd, die sedert eenige dagen met een bootje op de rivier de Merwede rondzwalkte. Een paar kistjes, waarin zich o.m. teekeningen bevon den, zijn door de politie in beslaggenomen. De justitie uit Den Bosch begaf zich Don derdag naar Woudrichem, om een onderzoek in de zaak in te stellen. De schuit, een zeer oud vaartuig, is naar Den Bosch gesleept en op de werf getrokken. Op de schuit is een huisje getimmerd, zonder lichtopeningen, zoodat de personen, die daarin gewerkt hebben, bij kunstlicht moesten arbeiden. Men vond dan ook een zestal kannen petroleum op de boot. Verder werden er gevondeneen teekentafel, die nog de sporen van teekenen draagt, Duitsche couranten en schriften, verrekijkers, een prach tig fotografietoestel, allerhande kleeding voor vermomming, zoowel verschillende paren heerenschoenen als klompen, een oude fiets, een brandkastje, veel ondergoed, gepakt in Duitsche doozen enz. Men heeft er een heelen wagen vol mee geladen. Op alles is door de justitie beslag gelegd. Zelfs heeft men Zater dagmorgen den bodem van de schuit opge broken, om te onderzoeken of er nog iets verborgen was doch hierbij heeft men niets ontdekt. De justitie heeft van een en ander foto grafische opnamen doen maken cn alles ver volgens verzegeld. Het vermoeden bestaat dat meer personen in deze zaak betrokken zijn. Het smokkelaars drama te Nispen. Nader wordt ons gemeld, dat niet het schijnbaar ernstigst gewonde meisje is overleden maar het meisje dat in haar arm was geschoten, door bloedverlies gestorven is, terwijl de eerstgenoemde waarschijnlijk kan behouden worden. Door gas gedood. In een perceel in de P. C. Hooftstraat te Amsterdam, bij de Van Baerlestraat, werd gisterenmorgen een dienst bode bewusteloos in haar slaapkamer gevon den. Het bleek, dat door een iek in de leiding gas in de slaapkamer was gekomen. Het meisje werd per autoziekenwagen naar het O. L. V. Gasthuis gebracht. Nader vernemen wij, dat de dienstbode aan de gevolgen der gasbedwelming is overleden. (Hlb.) Zakkenrollers. Te Amsterdam is door twee heeren aangifte gedaan, dat hun Zondagavond een gouden horloge met ketting is ontrold, terwijl zij op een tramwagen van lijn 17 stonden, terwijl voorts van twee gevallen van het ontrollen van een gouden horloge met ketting en van een geval van ontrollen van een zilveren horloge op het kermisterrein van het Stadion aangifte is gedaan. Een middagmaal! Door den arbeider Blok te Zegveld werd een aardappel gerooid welke een pond woog. De vlag van New-York. Het geschenk der gemeente Amsterdam aan New-York is ge reed gekomen: Gisteren hebben wij de vlag in het Stedelijk Museum bezichtigd. Van daaruit zal zij dezer dagen verzonden worden. De drie banen zijn gezamenlijk 3.90 M. breed en bestaan uit zware rips-zijde. De kleuren zijn indigo-blauw, wit en oranje. De blauwe haan wordt aan den stok bevestigd, zoodat de kleuren vertikaal loopen. In het "midden van de witte baan is te midden van een grooten lauwerkrans met donkere blauwe zijde een embleem geborduurd, bestaande uit een wapenschild met Hollandsche en Amerikaansche motieven, (vier molenwieken twee meelvaten en twee bevers), en geflan keerd door twee figuren, een oud-Hollandsch zeevaarder in pofbroek, met het peillood in de hand, en een Indiaan, met peil en boog. Het geheel wordt bekroond door den Ame rikaanschen adelaar, rustend op den wereld bol. Het ontwerp voor de kleuren en het wa penschild, werd versterkt,door de commissie welke de New-Yorksche vlag ontwierp. Vol gens gegevens van een oud zegel en ander historisch materiaal ontwierpen de heeren John Pine, I. N. Phelps, R. T. H. "Helsy en Fr. Jones bovenstaand ontwerp New-Yorksche vlag, dal ook werd uitgevoerd. Toen de ge meente Amsterdam besloten had aan de stad New-York een fraai uitgevoerd en kostbaar exemplaar te verschaffen, werden een be schrijving en 'n foto van de New-Yorksche vlag gezonden. De heer v. d. Laars, leeraar der kunst-nijverheidschoo! maakte toen met twee leerlingen een groote teekening van het embleem, waarop het borduurwerk door mevr. van Emstede-Winkler en vier leerlin gen der industrieschool op fraaie wijze werd uitgevoerd. Er werd hierbij een techniek ge volgd, die de figuren op de witte baan aan beide kanten zichtbaar doet zijn. Onder het wapenschild is het jaartal 1664 in fraaie cijfers geborduurd. De geheele uit voering verdient allen lof. (Msb.) BIEDT AANAlle soorten Appel-, Peren-, Pruimen-, Morellen-, Perzik- en Druiven- ooomen in vele soorten en vormen. Zwarte, 'oode en witte bessen. 9077 Vele soorten Sier- en Bloemheesturs, 4Um-, Klim- en Struikrosen. Haagplantsoer vaste Bloemplanten ens. ens. Aanleg van Boomgaard, Sier- en Vruch- tentuinen. Voor hergroei wordt ingestaan. J!anlen en begroeting gratis. ..r 5—fv-, -"v v_- bereid volgens voor schrift van Dr. A. MAES en beschermd door het Handels merk, op de biljetten gedrukt, zijn alléén en uitsluitend te ver krijgen bij A. TEEPE, Apotheker, te Middelharnis, H. VAN OOSTENBRUGGE Cz. te Dirksland en bij J. ROMMELSE te Oude Tonge. De personen, die voorgeven voor de firnta L. VAN TURENHOUT éi ZOON te reizen, zijn bedriegers, want cr wordt voor de firma niet gereisd. 9172 Voorjaar en Zomerseizoen. Niettegenstaande de moeilijke omstandigheden bied ik u toch een prachtige collectie stalen aan in JAPON- STOFFEN enz. Verder MANUFACTUREN, DAMESBOEZELAARS, DASSEN, SAIETTEN, GAREN, BAND en MODES. 8993 Aanbevelend, De Bank leent gelden aan leden tegen op tegen 4/s °/o 'sjaars 3 's jaars, iSRSÈJ- -s5RÏ3è- -3KS*- 3 It üesie Xwitsersefie Met schriftel. garantie. ROTTERDAM, BINNENWEG 37- Terzending tegen rembours. Oil OP De BUI dat de ag« ken, die of ligplaats vi tracteerde vóór f daarvoor wenden int hen gecont Sommels Waar staag ziel: kermis stt prij wordt L voor deu jaar; wee* zijn 't less bemesting baar voor zeer produ ieder en schen >tu groot vers grond is e is eei s der k de regels lijkheid. Esn tui aan, waar nomische kunnen ei leeren kei ductie en daarmee d Komt jc van den Schoenmal Kosten vermogend Beijver lijk: Tuin kachel zit men staat vruchtbaai stand noo rend deel ven, en g bl eerste üeid en v< naar de T 2 Zij neemt gelden ook van niet-leden. Voorschotten kunnen dagelijks worden aan gevraagd bij een der leden van het bestuur. Kantooruren Donderdag- en Zaterdag- wond van 68 uur. 8750 KassierJOH. HOLLEMAN. Dirksland. De I Van de programm. winterhalf, inrichtinge dacht vest mende lai stellen op theoretisct op te doei ning geht provincie gevestigd, voor de 1 Er zijn n.l. teC Meppel, Dordrecht, melden wi terscholen Naaldwijk Het one over twee Wordt Óen ook iil De vak! ven, zijil plantkunde gingen de den grone grondverb gezondhei ding, land en wiskur Veertien twee win dier vakke hier geen diepgaanei Men bel dat de jor op de wir Iemand tef zullen ga liever „he Wat de noodig al kennis vo uit wile den lust om zich ontwikke met oorc sturen. „Schrik niet aang Men n tuurkundi

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1915 | | pagina 2