iogranlesnbank „Dirksland".
111
m
I
Advertenties.
Hl1' Spekslagerij
OPENING.
"9
Zate
I
PENNEKRASSEN.
GEMENGD NIEUWS.
i. Wielaard, Middelharnis.
Koopt Uw
0. VIS iz., Sommelsdijk.
Oe eenig Echte lirbanus pillen,
G. BEÜN0TT
Ti
Tw
OFF
LAN
1 jï
Vil'
lÉl
Dagelijks versch varkensvleesch.
Gedurende de Zomermaanden alles
in de ijskast. Fijne vleeschwaren
en worstsoorten. Alles machinaal
gesneden. 9244
1NBB0UWWERKTUI&EN en GEREEDSCfilF-
?EN, HUISHOUDELIJKE ARTIKE1EH, RLJ-
WIELEN, NAAIMACHINES enz. MJ
steeds vuoiiudig verschillende 6uor-
"en in genoemde Artikelen alsmede
alles op het gebied van ftasver-
ItobtlniK 8661
gi||!ewcl«l, IfidUIeHmrulig.
Sroeaten^Bioe*- en ttoonk wcekerj)
1. BiMAS Mz. UOLtBïaSfÜAf.
Nikkel Remontoir 2.25, 3.00
Staal 3.50, 4.50
Idem, best ankerwerk 6.00
Zilver Dames Remon
toir 2 75, 3.25
Idem, met gouden randen 3.25
Zilveren Heeren Re
montoirs 3.50, 4.00
Idem, best ankerwerk 8.50
Gouden Dames Remontoirs 8 50
Heeren 18 50
Betere kwaliteiten tegen fabrieksprijs.
Regulateurs3.75, 5.50
Groot en prachtig model8.00
Beste marmeren pendules 8.50
Idem met coupes 7.60
beelden 20.50
*1
i
i
I
L -If'.
si:
r«
.1
i
stelling van generaal De Wet en de andere
politieke gevangenen.
Daar was Zuid-Afrika's vrouwenadel
Mevr. gen. Joubert, stokoud, die als meisje
mee de eerste tochten der Boeren had mee
gemaakt en de kogels gegoten, waarmee haar
ouders het primitieve „lager" tegen de Kaffer-
aanvallen verdedigden.
Mevr. Elof, dochter van den oiivergetelijken
Paul Kruger. Mevr. Steyn, van den edelen
oud-president. Mevr. de la Rey, wier man
door zoo'n treurig politie „ongeluk"
om het leven kwam. Mevr. Broekhuijzen, die
morgen het vonnis van haar eigen man hoo-
ren moest en ja óók mevr. Christiaan
de Wet
Och, sprééksters zijn dat niet!
Onze „vrije vrouwen" kunnen haar maken
en breken, wat betreft het houden van een
schitterende redevoering.
Maar wdt zij zeggen, raakt het hórt. Chris
tenvrouwen zijn het, die het niet verwachten
van de bergen en de heuvelen, maar eenig
en alleen van God in den hemel
Hoort ze in ontróerenden eenvoud.
Hoort mevr. de la Rey, als zij zegt:
„Myn man wat s'n laaste droppel bloed
voor sijn land sou het wil gee, het sij asem
uitgeblaas en is nie meer nie, maar ik sê
voor julle: Als God S'n aangesig nou voor
julle verberg, daar sal 'n tijd kom dat Hij
weer S'n lig laat skijn. Hij het ons gehoor."
De oude mevr. Joubert kan slechts enkele
woorden zeggen, maar zijn ze niet als een
snoer van zuivere parelen:
„Alle zusters en moeders hartelik dank.
Ik kan niets doen nie: maar God die Heer
sal alles goedmaak."
En eindelijk mevr. De Wet, de zwaar be
zochte in haar man en haar kinderen
„Toen ik gister in die optog saamloop,
het ik zwaar gekrij, want mij bene is swak
en mij voete kan mij niet al te goed dra
nie. Maar als ik dan wanhoop en uit die
stoet wil gaan, dan sie ik voor mij die
kleur van mij land, die oranje van die Vrij
staat, en als ik achter mij kijk, sie ik die
grote skare en moedig is ik op mij sere
voete verder gegaan. Ik dank julle almaal
voor die opoffering. Julle moet nie die saak
te swaar neem nie; die Heer is met ons,
dit toon julle opkoms, en als die Heer met
ons is, wie kan dan teen ons wees?"
Stil, ademloos stil was het.
Slechts 'n zucht, 'n snik werd gehoord
Daarstraks hadden ze hem gezien, den
leeuw van den Vrijstaat, oom Chrisjan, de
schrik der Engelschen: tusschen twee gevan
genbewaarders in was hij naar Pretoria ge
bracht om te getuigen in het proces-Broek-
hu ijzen.
Dót was haar te veel geweest
En met haar duizenden hadden ze die twee
dievenleiders op zij gedrongen en omstuwd
door een eerewacht van duizenden Afrikaan-
sche vrouwen, was Christiaan de Wet van
't station naar de tronk gebracht; daór had
den ze hem „afgeleverd
Nu sprak daar zijn zwaarbeproefde vrouw
en 't is doodstil
Plotseling een stem uit de menigte,
'n Stem/die 't uitroepen móét, omdat het
hart anders bersten zal: „Die God van Daniël
leef nog, die God van Daniël leef nog!
„Ja!" trilt het door duizend vrouwenharten.
En dan, heerlijke psalmen, die toch ook altijd
't rechte woord naar de lippen brengen dan
ruischt en bruist het uit den mond der
vrouwen van Zuid-Afrika
„Mijn ziel vol angst en zorgen,
Wacht sterker op den Heer,
Dan wachters op den morgen?
Den morgen! Ach! wanneer!
Even blijft 'tstil op het kerkplein.
Maar dón heft een andere stem op en met
onwankelbaar vertrouwen gaat de psalmzang
voort
„Hoopt op den Heer, gij vromen!
Is Israël in nood,
Er zal verlossing komen
Zijn goedheid is zeer groot
Hier willen wij eindigen.
Wij idcaliseeren allerminst. Het volk van
Zuid-Afrika staat, als het onze! schuldig aan
vele en zware zonden, 't Is als die vrouw
uit Natal zei„Ons is daar in die smeltkroes,
maar wat daar uitkom, is reg!i'
De afval ook ginds is groot
Maar zoolang een volk hoort het, vrou
wen van Nederlandnog zulke moeders
en echtgenooten, zusters en dochters heeft,
dan zijn ze, ook zónder stemrechtde hechte
steunpilaren van den Staat: een volk met
ztilke moeders, die het hebben gebaard,
neen, zól niet ondergaan! (Fr. Dagbl.)
Vloeken in het leger.
Over dit onderwerp moet telkens wederom
geschreven en geklaagd wordenEn
het allerergste is wel, als er geklaagd moet
worden, dat de „hoogen" een voorbeeld
geven in verkéérden zin.
W. in „Het Centrum" schrijft er van
„Hoe is 't nu eigenlijk met 't vloeken bij
u?" vroegen we een onderofficier.
„Bij de landweer wordt weinig of niet
gevloekt. De militie vloekt meerjong volk,
dat denkt „groot te doen."
Wanneer hoogere officieren bij iederen
zin een vloekwoord moeten voegen, zie
dan wordt de uitdrukkelijke wensch van
H. M. de Koningin, van Haren Minister en
van heel het christelijk volk bespottelijk
gemaakt.
Kan daar niets tegen gedaan worden?
Door wie? De soldaten kunnen niet
reclameeren, want dan worden ze „ge
negerd." De publieke opinie moet worden
gewaarschuwd. Zouden we zulke heeren
niet in de krant kunnen zetten?
Wij kennen een kolonel, die zoo razend
vloekt om de minste kleinigheid, dat alle
soldaten hem belachelijk vinden.
Hij vloekt, „als er een knoop aan den
broodzak niet precies in 't knoopsgat zit."
Hij vloekt altijd, behalve als de generaal
er bij is, of de Minister op bezoek.
Als andere kranten dit stukje zouden
overnemen, kreeg bedoelde officier het
misschien ook onder de oogen en
zou hij weer vloeken.
Wat een flink woord vermag, hoorden
we met genoegen. Een soldaat durfde zeg
gen „Luitenant, ik verkies niet uitgevloekt
te worden." Sinds dien vloekt'die luitenant
niet meer. Maar wie durft zoo spreken
tegen een meerdere op gevaar af, de pro
voost ingevloekt te worden
Er is een uiterste middel
Dat de gansche chr. pers alle vloekgeval-
len uit het leger, die door te goeder naam
en faam bekend staande soldaten te harer
kennisse werden gebracht, met naam en toe
naam opnam, al moest ze er eiken keer
'n kolom extra voor openhouden.
Want het is verregaand.
Er is nu zóóveel over geschreven en bij
laag en hoog geklaagd, dat het wie nu nog
vloekt, geen onachtzaamheid meer is, doch
brutale onwil en tergende vijandschap. Wel
nu laten die dan als zoodanig ook maar
openbaar worden (Fr. Dagbl.)
„Ben dat nou allemaal Gereformeerden
Ik draaide mij om en keek de vraagster
aan, 't was een jong meisje van minstens
zestien jaar, die bovenstaande vraag op tia-
iëve wijze deed aan een andere, zeer waar
schijnlijk haar zuster. Zij waren blootshoofds
met een lang schort voor. Alles duide aan
trouwens de wijze van spreken verriede het
reeds, dat het Belgische vluchtelingen waren.
Rondom het station en de aanlegplaats van
de mailbooten naar Engeland zag het zwart
van volk. Zoo juist was te Vlissingen de
trein uit Roozendaal gearriveerd met een
paar honderdtal Engelsche en Fransche krijgs
gevangen, gewonden die uitgewisseld en door
de zorg van het Nederlandsche Roode Kruis
naar Engeland gevoerd zouden worden. Alles
was afgezet. Overal zaagt ge de bajonetten
van de Hollandsche schildwachten. Er was
geen mogelijkheid, van door te komen. Met
mijn aangeboren nieuwsgierigheid was ik bru
taal naar voren gedrongen, denkende er met
mijn militair pakje wel door te zullen gera
ken (brutalen hebben immers twee-derden
van de wereld?), maar met een „reuzen-uit
brander" van een officier van gezondheid
moest ik van het perron retireeren en mij
vergenoegen met een plaats tusschen de
kijkers.
Nieuwsgierig, vermengd met een gevoel
van diep medelijden, zag ik het transport der
gewonden aan. Zij strompelden daar voort,
op krukken; met één arm; met één been;
van zittenden totaal geen armen of beenen;
vier blinden; kortom het toonbeeld van men-
schelijke ellende; niet te beschrijven leed en
smart Jongelingen en mannen in de
kracht van hun levenniet vroolijk, maar
misschien welgemoed van huis gegaan naar
het front; zóó hulpeloos terugkeerend, ge
knakt voor heel hun verder leven
En toch, welgemoed keken de meesten
rond. Zij gingen immers „huis toe?" Ge had
moeten lachen, of ge wildet of niet om dien
eenen jongen, misschien twintig jaar, die daar
op z'n krukken „voorthuppelde" door de over
dekte hal naar de boot, in zijn ééne hand
een valies en in de andere een stukje „Kwat-
ta" (zeker gekregen van de een of andere
lieve Roode-Kruis verpleegsterwaarvan hij
met een lachend gelaat liep te snoepen.
Toen doorliep een kreet van medelijdende
rijen der wachtende nieuwsgierigen De
halzen rekken zich uit 't was dood
stil
Daar kwam de droevige optocht
allemaal .draagbaren, gedragen door zieken
dragers van het Roode Kruis; begeleid door
verpleegsters
Ongeneeselijk gewonden stukken
van menschen Ontzettend, om te zien
Wat vreeselijke thniskomstIk zal
niet al de opmerkingen u mededeelen, die
ik toen hoorde; de gezegden-; „dat is nu voor
je vaderland", en dergelijke. Lompe, kort
zichtige menschen! Alsof het Vaderland de
schuld is van al die ellende en niet de mensch,
en de mensch alleen!
Te midden van dat alles werd mijn ge
spannen aandacht afgeleid door de vraag van
het meisje: „Ben dat nou allemaal Gerefor
meerden direct gevolgd door het antwoord
„Misschien". Ik moet u eerlijk bekennen, dat
ik geen lor van die vraag begreep. Wat had
dat nu hiermee uit te staan! En bovendien,
wat wist zoo'n Belgische vluchtelingetje daar
nu van af!
Ik had zeker niet goed verstaanMaar
toch, ik verzeker u, dat mijn ooren en oogen
goed zijn!
Later verloor ik ze uit het oog en dacht
er niet meer aan.
Indien ik mc nog goed herinner had het
vervoer der gewonden plaats op Maandag.
Tot mijn groote verbazing zie ik beide meis
jes op den daaropvolgendcn Zondag in een
Gereformeerde Kerk zitlen. Direct dacht ik
weer aan die vraag. Ik weet niets van ze af.
Maar ik ben aan het fantiseeren gegaan.
Bij de ontzettende catasthrophe zijn ze uit
België gevluchtin Holland hebben ze kennis
gemaakt met Gereformeerde menschen; zoo
doende zijn zij gekomen tot de conclusie,
dat de Katholieke Kerk met al haar ceremo
niën niet het „echte" is en bezoeken ze ge
regeld de Gereformeerde Kerk.
Het jonge meisje, in haar onschuld, weet
van de Katholieke Kerk, dat er maar één is,
voorzoover zij weet, en Gereformeerd is voor
haar begrip synoniem met Protestant. Zij
weet ook, dat de Engelschen niet Katholiek
zijn. Vandaar haar vraag: „Ben dat nou alle
maal Gereformeerden?". Wat zij er nu mee
bedoeld heeft, welke diepe beteekenis er in
dat kinderhartje achter verborgen zit; ik weet
het niet.
Maar dat is bijzaak.
Zij doen afstand van de Katholieke Kerk;
bij de Protestanten zoeken ze hun heil; niet
gaan indiiect tot Hem, maar rechtstreeks tot
Jezus. Geen ceremoniën meer, want die zijn
te niet gedaan.
Nu, de Bijbel in zijn vollen omvang!
Mocht het zoo zijn! H. K.
Zeilen tegen den wind in. Over deze z.g.
uitvinding is vooral in de schipperswereld
veel te doen geweest.
Er werd een officieel onderzoek naar de
waarde van deze uitvinding ingesteld, maar
van den uitslag van dat onderzoek werd slechts
weinig bekend.
De heer G. S. Vlieger, de secretaris van
„Schuttevaer" deelt daaromtrent thans inte
ressante bijzonderheden mede.
Te Zwartwegsend (Fr.) had op een don
keren avond opdat niemand het geheim
zou ontdekken de proef plaats.
Gewapend met een klein kistje nam de
uitvinder met den heer Vlieger en twee an
dere vertrouwensmannen plaats in een roei
bootje.
Na een tijdlang geroeid te hebben, zoo
vertelt de heer V. legden we aanaan een
pas boven water gekomen „buitenland".
Aan het land
Ja. De loopplank, werd in de richting van
den wind op het land gelegd.
De uitvinder ontsloot zijn kistje. Spannend
oogenblik. Het geheim werd ontsloten I
Vol nieuwsgierigheid blikte ik in het kistje.
Daar lag in Een verkleinde „mallejan",eeni-
ge kamwielen en rondsels, een Amerikaan-
sche windmotor in miniatuur
Ik zag niets dat op een schip geleek.
Ik zag geen mast, geen blok, takel- of
touwwerk. Ik zag geen vierkante meter zijl
doek
Waar en op welke wijze zouden wc nu
toch varen Hoe zouden we nu toch zeilen
Zonder zeil
'k Begon met den kraag van mijn overjas
omhoog te doen. Voor de kou
De uitvinder begon de „mallejan" te stel
len. Op de loopplank. Hij bracht den minia
tuur Amerikaanschen windmotor daarop aan.
Ik deed een bouffante om.
De windmotor begon te draaien. Snel te
draaien.
En de „mallejan" karde recht tegen den
wind in. Ongeveer stapvoets.
Als het eindpunt van de loopplank was
bereikt, dan nam de uitvinder zijn „vinding"
op en zette het benedenwinds op de plank.
En dan ging 't weer tegen den wind in. En-
zoovoort.
Ik stond perplex. Maar keek niettemin de
„mallejan" goed dóór en dóór.
De uitvinder vroeg of we de demonstratie
nog verder voort zouden zetten
Neen niet noodig; ik kende 't geheim nu
wel.
En nu de explicatie.
Ik kan ze den lezer niet weergeven voor
ik hem verteld heb hoe de mallejan inelkaar
zit.
Een mallejan, de lezer weet dit, is een
wagen op hooge wielen de wielen van
dezen mallejan zijn al zéér hoog, zij moes
ten hoog zijn, anders marcheeerde de zaak
niet.
Op den mallejan zijn aangebracht twee
laat ik ze noemen geconstrueerd ijzeren
telefoonpalen. Op deze palen ligt de as van
een Amerikaanschen windmotor, welke met
den maliejan, recht tegen den wind in was
gesteld.
Aan den as van genoemden windmotor is
een vijzel aangebrachtdeze vijzel staat in
verbinding met een groot kamwiel. Dit laat
ste brengt weer een rondsel in beweging
hetwelk aan de as van de eigenlijke wielen
van den mallejan is bevestigd.
De draaiende beweging van den windmo
tor brengt dus de wielen van den mallejan
in beweging; diensvolgens gaat de mallejan
met ap en .dependentiën, tegen den wind in
vooruit.
't Dient vermeld te worden, dat de schoe
pen van den windmotor een zoodanigen bij
zonderen vorm hebben, dat zij eenigezuiging
tegen den wind in teweeg brengen. Toen ik
de kamwielen van de vijzel bracht, ging de
mallejan niet door den winddruk achteruit
doch bleef hij, terwijl de motor draaide, op
hetzelfde punt staan.
De mechaniek is, behalve dat zij reeds oud
is, absoluut vrij van de grondgedachte zei
len. Van zeilen is bij den mallejan geen spra
ke niet een zeil trekt den mallejan vooruit
de wind brengt een mechaniek in bewe
ging die de wielen van het rijtuig doet draa
ien en daardoor dit vooruit doen gaan.
o
Thans de explicatiede explicatie hoe de
uitvinder zich denkt dat een schip doorzijn
mechaniek kan worden voortgestuwd.
De uitvinder denkt zich aan den voorboeg
van een vaartuig een hollen naar voren open
zijnden, koker. In dien koker wordt een soort
mast geplaatst, De mast moet om gestreken
te kunnen worden, ter hoogte van de boei-
ïng in een z.g. „masthout" rustenhij moet
op dien bout gewipt kunnen worden.
Boven aan den mast komt de windmotor,
beneden aan den mast en onder water een
schroef of vin.
De windmotor wordt door kamwielen of
drijfriemen in contact met de schroef gebracht
als de motor draait wenteld ook de schroef
en zal het schip door de schroef vooruit
worden getrokken.
Moet het schip een vaste brug passeeren,
dan wordt de windmotormast gestreken. Dit
zal, denkt de uitvinder gemakkelijk gaan,
want de schroef, die dan boven water komt,
dient als contragewicht.
De Schoepen van den windmotor zijn zoo
danig geconstrueert, dat zij, evenals een pa-
rapuie, in elkaar geslagen kunnen worden.
Moet het schip een brug passeeren, dan slaat
men de parapluic toe cn is zij niet hinderlijk.
Door ccn kruitoestel aan den windmotor
mast te brengen, kan zij ook met stuur- of
bakboordswind op den wind worden gesteld.
Zoo denkt zich de uitvinder dc toepassing
van zijn apparaat op schepen.
Hoe hij hierbij van zeilen kan spreken is
mij nog steeds een raadsel.
Afgezien echter van de misleiding omtrent
„zeilen tegen den wind in, afgezien van de
kosten van aanschaffing van het apparaat,
wensch ik op eenige van de vele bezwaren
te wijzen, die het apparaat absoluut onbruik
baar doen zijn.
De vlucht van den windmotor moet onge
veer drie maal zoo groot zijn als de breedte
van het betrokken schip. Op een gewoon
zeilschip van 6 M. breedte, moet dus een
windmotor van 18 M. vlucht worden aange
bracht.
Ingeval twee van dergelijke motoren voor
ziene schepen elkaar tegemoet komen zullen
deze een vaarwaterbreedte van pl.m. 40 M.
noodig hebben om elkaar te passeeren.
't Merwedekanaal is 33 M. breed dus
•slechts op zeer ruime vaarwaters zal de mo
tor toe te passen zijn.
Het strijken van zoo'n 18 M.-vlucht-motor
ik geef den lezer als raadsel op daar eens
over na te denken.
Komt het schip bij tegenwind in een brug
en de parapluie wordt toegeslagen, dan staat
ook gelijktijdig de schroef stil. Het schip
loopt in de brug, maar komt er niet door.
Wat een trekkende schroef zal uitwerken
met het schroefwater tegen den voorboeg
van het schip ik laat het aan bevoegden
ter beoordeeling.
Hoe het met ankeren zou moeten gaan
met zoo'n trekschroef aan het voorschip
't duizeld mij.
Tot zoover de heer Vliegen.
Het zal zeker niemand verwonderen dat
hij den „uitvinder" den raad gaf zijn „ge
heim" in de prullemand te stoppen en nim
mermeer de gemoederen warm te maken
voor hersenschimmige geheimen.
Van het tegen den wind in zeilen, komt
voorloopig nog niets
De aangerande automobilist Er is licht
gekomen in de geheimzinnige zaak van den
automobilist, die in de Soerensche bosschen
nabij Apeldoorn door een onbekende, dien
hij had laten mederijden, was bedwelmd en
daarna beroofd.
Vrijdagmorgen n.l. heeft te Assen de 25-
jarige W. D. aan een goudsmid een gouden
horloge met ketting te koop aangeboden. Aan
den ketting was, bij wijze van sieraad, een
tijgernagel bevestigd. Het viel den goudsmid
op, dat de ketting met den tijgernagel over
eenkwam met een beschrijving van de voor
werpen, gestolen bij de auto-aanranding in
de Soerensche bosschen.
De politie werd door hem gewaarschuwd,
waarop het jongemensch, die werkzaam was
te Musselkanaal, werd opgespoord. Bij het
onderzoek bleek, dat hij van Zondag tot Don-j
derdagavond niet in zijn betrekking was. De j
patroon wilde hem bij zijn terugkomst niet
weer in dienst nemen, waarna hij zijn intrek
had genomen in een hotel. Toen de politie
te Musselkanaal aankwam, keerde hij juist
per fiets van Stadskanaal terug.
Hij werd gearresteerd en gefouilleerd. Op
hem werden gevonden een horloge, porte
feuille en eenige andere voorwerpen. Uit de
brieven die in de portefeuille waren, bleek
zeer duidelijk dat de aangehoudene in Apel
doorn is geweest. Hij bekende dan ook dat
hij geruimen tijd een auto had bestuurd, maar
dat de eigenaar zoo dronken was dat de ver
dachte den auto had verlaten. De diefstal
van het horloge ontkende hij. Hij beweerde
dat hij een eti ander in Dedemsvaart had ge
kocht voor den som van f 25. De politie ge
loofde dit maar niet zoo dadelijk en heeft
den jonkman' tegen wien zulke zware ver
moedens zijn gerezen, gevankelijk naar Assen
overgebracht, waar het onderzoek zal worden
voortgezet.
Het toppunt. Bij een bewoner van de buurt
schap Zwanenburg, in de Haarlemmermeer,
is de waakhond gestolen. (H" D.)
Stoomboot omgeslagen. Gisterenmorgen,
omstreeks 7 uur is de stoomboot „Stad Win
schoten", kapitein Van der Zee, varende tus
schen Sneek en Winschoten, aan de Bothnia-
kade te Sneek onderstboven geslagen, zoodat
de bodem alleen nog is te zien. De boot
was van onder tot boven geladen met stuk
goederen. Het personeel heeft zich nog bij
tijds kunnen redden. (Tel.)
Kind doodgereden. Te Grouw geraakte
een 9-jarig meisje dat op een kar wilde klim
men, onder de wielen en werd gedood.
Past op uw kinderen. In den Poelweg te
Goes is Zondagmiddag te kwart voor drie,
een 8-jarig meisje, die met haar 6-jarig zusje
en een vriendinnetje in "net gras speelde, door
een individu aangerand. Door het geschreeuw
van haar zusje verschrikt, haastte een der
kleinen zich naar de nabijzijnde ouderlijke
woning en waarschuwde den vader, die den
misdadiger nog bij zijn dochtertje vond. Na
den onverlaat een duchtig pak slaag gegeven
te hebben, hield hij hem vast, totdat de in
middels gewaarschuwde politie hem overnam.
De dader bleek de 33-jarige J.Gl. uitWol-
phaarstdijk te zijn, die reeds driemaal voor
een dergelijke misdaad langdurige gevange
nisstraffen achter den rug heeft.
Hij is naar Middelburg overgebracht en
ter beschikking van den officier van justitie
gesteld. (N. C.)
Spionage Over het Spionage-geval te
Woudrichem meldt de 's Hert. ct:
Te Woudrichem is een vreemdeling, ver
moedelijk een Duitscher, gearresteerd, die
sedert eenige dagen met een bootje op de
rivier de Merwede rondzwalkte. Een paar
kistjes, waarin zich o.m. teekeningen bevon
den, zijn door de politie in beslaggenomen.
De justitie uit Den Bosch begaf zich Don
derdag naar Woudrichem, om een onderzoek
in de zaak in te stellen.
De schuit, een zeer oud vaartuig, is naar
Den Bosch gesleept en op de werf getrokken.
Op de schuit is een huisje getimmerd,
zonder lichtopeningen, zoodat de personen,
die daarin gewerkt hebben, bij kunstlicht
moesten arbeiden. Men vond dan ook een
zestal kannen petroleum op de boot. Verder
werden er gevondeneen teekentafel, die
nog de sporen van teekenen draagt, Duitsche
couranten en schriften, verrekijkers, een prach
tig fotografietoestel, allerhande kleeding voor
vermomming, zoowel verschillende paren
heerenschoenen als klompen, een oude fiets,
een brandkastje, veel ondergoed, gepakt in
Duitsche doozen enz. Men heeft er een heelen
wagen vol mee geladen. Op alles is door de
justitie beslag gelegd. Zelfs heeft men Zater
dagmorgen den bodem van de schuit opge
broken, om te onderzoeken of er nog iets
verborgen was doch hierbij heeft men niets
ontdekt.
De justitie heeft van een en ander foto
grafische opnamen doen maken cn alles ver
volgens verzegeld.
Het vermoeden bestaat dat meer personen
in deze zaak betrokken zijn.
Het smokkelaars drama te Nispen. Nader
wordt ons gemeld, dat niet het schijnbaar
ernstigst gewonde meisje is overleden maar
het meisje dat in haar arm was geschoten,
door bloedverlies gestorven is, terwijl de
eerstgenoemde waarschijnlijk kan behouden
worden.
Door gas gedood. In een perceel in de
P. C. Hooftstraat te Amsterdam, bij de Van
Baerlestraat, werd gisterenmorgen een dienst
bode bewusteloos in haar slaapkamer gevon
den. Het bleek, dat door een iek in de leiding
gas in de slaapkamer was gekomen. Het
meisje werd per autoziekenwagen naar het
O. L. V. Gasthuis gebracht.
Nader vernemen wij, dat de dienstbode aan
de gevolgen der gasbedwelming is overleden.
(Hlb.)
Zakkenrollers. Te Amsterdam is door twee
heeren aangifte gedaan, dat hun Zondagavond
een gouden horloge met ketting is ontrold,
terwijl zij op een tramwagen van lijn 17
stonden, terwijl voorts van twee gevallen
van het ontrollen van een gouden horloge
met ketting en van een geval van ontrollen
van een zilveren horloge op het kermisterrein
van het Stadion aangifte is gedaan.
Een middagmaal! Door den arbeider Blok
te Zegveld werd een aardappel gerooid welke
een pond woog.
De vlag van New-York. Het geschenk der
gemeente Amsterdam aan New-York is ge
reed gekomen: Gisteren hebben wij de vlag
in het Stedelijk Museum bezichtigd. Van
daaruit zal zij dezer dagen verzonden worden.
De drie banen zijn gezamenlijk 3.90 M.
breed en bestaan uit zware rips-zijde. De
kleuren zijn indigo-blauw, wit en oranje. De
blauwe haan wordt aan den stok bevestigd,
zoodat de kleuren vertikaal loopen. In het
"midden van de witte baan is te midden van
een grooten lauwerkrans met donkere blauwe
zijde een embleem geborduurd, bestaande
uit een wapenschild met Hollandsche en
Amerikaansche motieven, (vier molenwieken
twee meelvaten en twee bevers), en geflan
keerd door twee figuren, een oud-Hollandsch
zeevaarder in pofbroek, met het peillood in
de hand, en een Indiaan, met peil en boog.
Het geheel wordt bekroond door den Ame
rikaanschen adelaar, rustend op den wereld
bol.
Het ontwerp voor de kleuren en het wa
penschild, werd versterkt,door de commissie
welke de New-Yorksche vlag ontwierp. Vol
gens gegevens van een oud zegel en ander
historisch materiaal ontwierpen de heeren
John Pine, I. N. Phelps, R. T. H. "Helsy en
Fr. Jones bovenstaand ontwerp New-Yorksche
vlag, dal ook werd uitgevoerd. Toen de ge
meente Amsterdam besloten had aan de stad
New-York een fraai uitgevoerd en kostbaar
exemplaar te verschaffen, werden een be
schrijving en 'n foto van de New-Yorksche
vlag gezonden. De heer v. d. Laars, leeraar
der kunst-nijverheidschoo! maakte toen met
twee leerlingen een groote teekening van
het embleem, waarop het borduurwerk door
mevr. van Emstede-Winkler en vier leerlin
gen der industrieschool op fraaie wijze werd
uitgevoerd. Er werd hierbij een techniek ge
volgd, die de figuren op de witte baan aan
beide kanten zichtbaar doet zijn.
Onder het wapenschild is het jaartal 1664
in fraaie cijfers geborduurd. De geheele uit
voering verdient allen lof. (Msb.)
BIEDT AANAlle soorten Appel-, Peren-,
Pruimen-, Morellen-, Perzik- en Druiven-
ooomen in vele soorten en vormen. Zwarte,
'oode en witte bessen. 9077
Vele soorten Sier- en Bloemheesturs,
4Um-, Klim- en Struikrosen. Haagplantsoer
vaste Bloemplanten ens. ens.
Aanleg van Boomgaard, Sier- en Vruch-
tentuinen. Voor hergroei wordt ingestaan.
J!anlen en begroeting gratis.
..r 5—fv-, -"v v_-
bereid volgens voor
schrift van Dr. A.
MAES en beschermd
door het Handels
merk, op de biljetten
gedrukt, zijn alléén
en uitsluitend te ver
krijgen bij
A. TEEPE, Apotheker, te Middelharnis,
H. VAN OOSTENBRUGGE Cz. te Dirksland en
bij J. ROMMELSE te Oude Tonge.
De personen, die voorgeven voor de firnta
L. VAN TURENHOUT éi ZOON te reizen,
zijn bedriegers, want cr wordt voor de firma
niet gereisd. 9172
Voorjaar en Zomerseizoen. Niettegenstaande
de moeilijke omstandigheden bied ik u toch
een prachtige collectie stalen aan in JAPON-
STOFFEN enz. Verder MANUFACTUREN,
DAMESBOEZELAARS, DASSEN, SAIETTEN,
GAREN, BAND en MODES. 8993
Aanbevelend,
De Bank leent gelden aan leden tegen
op tegen
4/s °/o 'sjaars
3 's jaars,
iSRSÈJ- -s5RÏ3è- -3KS*- 3
It üesie Xwitsersefie
Met schriftel. garantie.
ROTTERDAM, BINNENWEG 37-
Terzending tegen rembours.
Oil
OP
De BUI
dat de ag«
ken, die of
ligplaats vi
tracteerde
vóór f
daarvoor
wenden int
hen gecont
Sommels
Waar
staag ziel:
kermis stt
prij
wordt L
voor deu
jaar; wee*
zijn 't less
bemesting
baar voor
zeer produ
ieder en
schen >tu
groot vers
grond is e
is eei
s der k
de regels
lijkheid.
Esn tui
aan, waar
nomische
kunnen ei
leeren kei
ductie en
daarmee d
Komt jc
van den
Schoenmal
Kosten
vermogend
Beijver
lijk: Tuin
kachel zit
men staat
vruchtbaai
stand noo
rend deel
ven, en g
bl eerste
üeid en v<
naar de T
2
Zij neemt gelden
ook van niet-leden.
Voorschotten kunnen dagelijks worden aan
gevraagd bij een der leden van het bestuur.
Kantooruren Donderdag- en Zaterdag-
wond van 68 uur. 8750
KassierJOH. HOLLEMAN. Dirksland.
De I
Van de
programm.
winterhalf,
inrichtinge
dacht vest
mende lai
stellen op
theoretisct
op te doei
ning geht
provincie
gevestigd,
voor de 1
Er zijn
n.l. teC
Meppel,
Dordrecht,
melden wi
terscholen
Naaldwijk
Het one
over twee
Wordt
Óen ook iil
De vak!
ven, zijil
plantkunde
gingen de
den grone
grondverb
gezondhei
ding, land
en wiskur
Veertien
twee win
dier vakke
hier geen
diepgaanei
Men bel
dat de jor
op de wir
Iemand tef
zullen ga
liever „he
Wat de
noodig al
kennis vo
uit wile
den lust
om zich
ontwikke
met oorc
sturen.
„Schrik
niet aang
Men n
tuurkundi